Wordt uw leven door vrees voor uw buren beheerst?
DE MEESTE mensen zullen de vraag ’Wordt uw leven door vrees voor uw buren beheerst?’ waarschijnlijk met ’Nee’ beantwoorden. En in sommige opzichten zouden zij gelijk hebben. Uw buurman schrijft u niet voor wat u moet eten, wat voor kleding u moet dragen of in wat voor soort van auto u moet rijden, en doorgaans ook niet wat u moet geloven.
Maar hoe staat het ermee als het eropaan komt overeenkomstig datgene wat u gelooft te handelen — overeenkomstig uw religie te leven? O, dat kan een beproeving vormen. Dit is vooral zo als de gemeenschap of buurt voornamelijk één religie is toegedaan. Als u toevallig bedeesd bent of bang bent voor wat uw buren er wel van zullen denken of zeggen, kunt u in een heel penibele situatie geraken.
Vaak maakt het in een buurtschap niets uit als iemand van religie verandert, zolang hij maar een „aanvaarde” religie van de christenheid of van de plaatselijke omgeving aanhangt. Kiest hij evenwel de religie van Jehovah’s getuigen, dan kan dit tegenstand en zelfs woede opwekken.
Als iemand een ware kennis van de bijbelse maatstaven en vereisten voor het leven verkrijgt, kunnen mensen opvallende veranderingen in zijn levenswijze opmerken. Maar verschaffen deze veranderingen anderen een deugdelijke reden tegenstand te bieden? Neen, want in werkelijkheid brengt de waarheid mannen ertoe betere echtgenoten, eerlijker zakenlieden en betrouwbaarder werknemers te zijn. Vrouwen worden betere echtgenotes en moeders en betere buren en zij worden gelukkiger in hun leven. Dit komt doordat zij ’eerst het Koninkrijk en Gods rechtvaardigheid zoeken’ en hun persoonlijkheid overeenkomstig de hoge beginselen van de bijbel veranderen. — Matth. 6:33; Rom. 12:2.
Het is duizenden malen voorgekomen dat mensen hun leven in het reine hebben gebracht en als gevolg van een studie van de bijbel en omgang met Jehovah’s getuigen slechte praktijken — zoals seksuele immoraliteit, drugmisbruik, stelen en dergelijke — hebben laten varen. Toch hebben zij van de zijde van hun kennissen en zelfs van hun eigen familieleden tegenstand moeten verduren. Waarom? Zijn zulke kennissen dan niet blij dat de desbetreffende persoon iets van zijn leven heeft gemaakt voor het aangezicht van God en de mensen?
WAAROM SOMMIGEN TEGENSTAND BIEDEN
In veel gevallen is tegenstand te wijten aan onwetendheid van de zijde van de tegenstanders. Zij bestuderen zelf de bijbel niet en begrijpen daarom niet waarom iemand ertoe gebracht wordt zijn levenswijze te veranderen. Zij bezien hem misschien wel als iemand die zijn vroegere vrienden in de steek laat. Verder zijn er ook mensen die tegenstand bieden omdat zij verkeerd zijn ingelicht, omdat hun leugens zijn verteld over Jehovah’s getuigen, zoals dat zij fanatici zijn, dat zij alleen maar over de bijbel kunnen praten, dat zij omverwerpend zijn, dat zij anderen haten, dat zij niet in Christus geloven, enzovoort. Deze verkeerd ingelichte personen kunnen eerlijk zijn in hun tegenstand. De vastberaden en standvastige handelwijze van de christen kan hen helpen de waarheid in te zien.
De apostel Petrus wees op nog een reden voor tegenstand van de zijde van vroegere kennissen toen hij tot degenen die het christendom hadden aanvaard, zei: „Omdat gij niet langer met hen deze weg bewandelt naar dezelfde lage poel van liederlijkheid, staan zij vreemd te kijken en gaan zij voort schimpend over u te spreken. Maar deze mensen zullen rekenschap geven aan degene die gereed staat om de levenden en de doden te oordelen” (1 Petr. 4:4, 5). De waarheid veroordeelt de verkeerde handelwijze van velen, en dit staat hun niet aan. Vrees voor deze schimpende reactie vormt er voor een christen echter beslist geen reden voor tot zijn vroegere ontaarde niveau terug te keren.
Houd ook in gedachten dat u, door de naam van Jehovah te dragen en door anderen over het door Jezus Christus geregeerde Koninkrijk te vertellen, een andere regering voor deze aarde ondersteunt — een hemelse regering, die dit huidige goddeloze samenstel van dingen zal vernietigen (Hand. 17:31; Dan. 2:44). Hierdoor haalt u zich onvermijdelijk de vijandschap van deze wereld op de hals. Jezus zei tot zijn discipelen: „Gij zult ter wille van mijn naam voor alle natiën voorwerpen van haat zijn”, en hiermee bedoelde hij niet eenvoudig de naam „christen”, maar Christus’ naam als „Koning der koningen”, wiens koninkrijk de aarde in rechtvaardigheid zal regeren. — Matth. 24:9; Openb. 19:16.
DINGEN DIE U IN GEDACHTEN MOET HOUDEN
Misschien bestudeert u nu de bijbel met Jehovah’s getuigen of bent u pasgedoopt. Doet vrees voor wat de mensen in de buurt van u denken, u afvragen of u God wel kunt blijven dienen? Vat dan moed. God heeft evenveel belangstelling voor u als u voor hem, ja, nog meer zelfs. Hij wil dat u zult leven, niet sterven. Hij heeft u lief en kent aan uw leven een grote waarde toe (Luk. 12:4-7; 21:16-19). „Ik zal u geenszins in de steek laten noch u ooit verlaten”, heeft hij gezegd (Hebr. 13:5). Hij zal u derhalve helpen als u zich loyaal op hem verlaat. Hij heeft andere mensen geholpen die standvastig bleven. — 2 Petr. 2:7-9.
Vraag u ook eens af: Bewandelen mijn buren de weg naar het eeuwige leven? Wat kunnen zij mij geven dat zeker en blijvend is? Welke hoop bezat ik toen ik met hen omging en hun levenswijze volgde? Heb ik van hen meer over God en zijn voorzieningen geleerd? Dien ik, nu ik weet waar de waarheid gevonden kan worden, er niet aan vast te houden? — Joh. 6:68.
Houd ook in gedachten dat een christen op aarde leeft om anderen te helpen (Fil. 2:4). U zult uw tegenstanders misschien behagen door aan hun wensen toe te geven en weer de oude weg te gaan bewandelen, maar zult u hen daarmee helpen? Zij menen misschien een overwinning behaald te hebben, maar zijn zij hier werkelijk mee gebaat? Zou u op die manier liefde voor hen tonen? Jezus ondervond hevige tegenstand van de mensen in zijn eigen woonplaats en moest zelfs bitse opmerkingen van zijn eigen ongelovige vleselijke halfbroers incasseren. Maar hij wist dat hij hen alleen kon helpen door de loopbaan die God voor hem had uitgestippeld, getrouw te blijven volgen. — Mark. 6:1-6; Joh. 7:3-5.
Wat zou er gebeurd zijn als Jezus de moed had opgegeven en had gedaan wat populair was? De gehele wereld zou dan alle gelegenheid om leven te ontvangen, verloren hebben. Maar uit liefde voor zijn naasten, ja, zelfs voor zijn vijanden, bleef Jezus aan de waarheid vasthouden. Zijn getrouwheid had voor de gehele mensheid grote zegeningen tot gevolg.
En sta er ook eens bij stil wat er met Jehovah’s getuigen in Duitsland gebeurd zou zijn als zij hun neutrale positie met betrekking tot Hitlers politieke en militaire programma hadden prijsgegeven. Zij zouden door dat regime zijn opgeslokt en duizenden Duitse mensen die nu God dienen, zouden niet de gelegenheid hebben gehad de waarheid te horen.
Hierbij komt nog dat mensen moed respecteren maar iemand die bevreesd terugdeinst, verachten. De weinige getuigen van Jehovah die hun geloof hebben verloochend toen zij gedurende de Tweede Wereldoorlog in de Duitse concentratiekampen zaten, werden door de nazi-officieren voor het gehele kamp aan spot en hoon onderworpen en werden als huichelaars en lafaards gesmaad. Aan sommigen van hen werd gevraagd: „Welke god gaan jullie nu dienen, nu jullie je God Jehovah hebben verloochend?” Sommige schipperaars werden naar het front gezonden, waar zij de dood vonden. Anderen die door hun terugdeinzen Gods bescherming verloren, werden tijdelijk gespaard maar werden door de Russen gedood toen die het land binnenvielen.
Als u uw gezins- en familieleden liefhebt, kunt u het u niet veroorloven de dienst voor God en omgang met zijn volk te laten varen. U bezit de waarheid. Uw familieleden en uw buren wellicht niet. U hebt een verantwoordelijkheid met betrekking tot hen, zoals de apostel Paulus aan Timótheüs schreef: „Schenk voortdurend aandacht aan uzelf en aan uw onderwijs. Blijf bij deze dingen, want door dit te doen, zult gij zowel uzelf redden als hen die naar u luisteren.” — 1 Tim. 4:16.
Hebt u bovendien Jehovah God en zijn Zoon Jezus Christus lief? Waardeert u wat zij voor u hebben gedaan? Indien dit zo is, zult u hun trouw blijven. Evenals een liefdevolle vader tot zijn zoon zou zeggen met betrekking tot smaad die op de gezinsnaam is geworpen, zegt Jehovah tot u: „Wees wijs, mijn zoon, en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont” (Spr. 27:11). Iemand die getrouw blijft, eert God en ontvangt zijn gunst. Iemand die zich uit vrees terugtrekt, werpt veel smaad op Jehovah. De Schrift zegt: „’Mijn rechtvaardige zal wegens geloof leven’ en ’indien hij terugdeinst, heeft mijn ziel geen behagen in hem’. Welnu, wij behoren niet tot het soort dat terugdeinst, wat tot vernietiging leidt, maar tot het soort dat geloof heeft, wat tot het in het leven behouden van de ziel leidt.” — Hebr. 10:38, 39; Luk. 9:62.
WAT U KUNT DOEN OM VREES TE OVERWINNEN
Wat kunt u doen indien vrees voor uw buren u terughoudend dreigt te maken? Jezus’ halfbroer Jakobus, die in Jeruzalem woonde, waar de mensen de leer van Christus en de apostelen bitter tegenstonden, schreef: „Beschouwt het een en al vreugde, mijn broeders, wanneer verscheidene beproevingen overkomen, daar gij weet dat deze beproefde hoedanigheid van uw geloof volharding bewerkt. Maar laat de volharding haar werk voltooien, opdat gij volkomen en in alle opzichten ongeschonden moogt zijn, in niets te kort schietend. Schiet iemand van u daarom te kort in wijsheid, dan moet hij God blijven vragen, want hij geeft aan allen edelmoedig en zonder verwijt; en ze zal hem gegeven worden.” — Jak. 1:2-5.
Jakobus zet hier uiteen dat u misschien niet uit uzelf de wijsheid hebt om met succes aan een beproeving het hoofd te bieden. Het lijkt misschien wel alsof er geen uitweg is. Indien u God echter om hulp vraagt, geeft hij u graag de benodigde wijsheid en kracht (Fil. 4:13). En God kijkt niet op u neer omdat u zwak bent of om hulp vraagt, maar hij geeft edelmoedig en van harte. U dient niet te denken dat uw persoonlijke probleem te klein is, dat hij het maar dom van u vindt dat u het aan hem voorlegt.
Een van de doeltreffendste manieren om vrees te overwinnen, is om te gaan met degenen die sterk en vol vertrouwen zijn. „Twee zijn beter dan één . . . Want indien een van hen zou vallen, kan de ander zijn makker oprichten” (Pred. 4:9, 10). Veronachtzaam niet de geregelde, voortdurende omgang met Jehovah’s getuigen. Zelfs de apostel Paulus had de kracht nodig die hij uit de omgang met zijn medechristenen kon putten. — Kol. 4:11; vergelijk Romeinen 1:11, 12.
Indien u deze dingen doet, kunt u er zeker van zijn hulp te ontvangen. U kunt ervan overtuigd zijn dat u staande zult blijven. God zal u ondersteunen. Hij zal u niet ’in de steek laten’ (2 Kor. 4:8, 9). De spot van anderen brengt God er niet toe zijn liefde en zorg weg te nemen. De apostel Paulus zei: „Ik ben ervan overtuigd dat noch dood noch leven, noch engelen noch regeringen, noch tegenwoordige noch toekomende dingen, noch krachten, noch hoogte noch diepte, noch enige andere schepping ons zal kunnen scheiden van Gods liefde, die in Christus Jezus, onze Heer, is.” — Rom. 8:38, 39.
„God is getrouw en hij zal niet toelaten dat gij wordt verzocht boven hetgeen gij kunt dragen, maar met de verzoeking zal hij ook voor de uitweg zorgen, opdat gij ze kunt doorstaan” (1 Kor. 10:13). De uitweg is niet God te verlaten, een jammerlijke mislukkeling te zijn en het leven voor uzelf en misschien ook voor uw gezins- en familieleden en uw buren te verbeuren. De uitweg is een weg waarin God voorziet om u ervoor te behoeden het slachtoffer te worden van vrees en verlies van geloof. Het is een weg door middel waarvan u de overwinning kunt behalen en gelukkig kunt zijn. „Het beven voor mensen, dat spant een strik, maar hij die op Jehovah vertrouwt, zal beschermd worden.” Men moet dus van de strik — mensenvrees — bevrijd worden en zijn leven door liefde voor God, geen vrees voor de buren, laten beheersen. — Spr. 29:25.