Kunt u zich dit herinneren?
Hebt u de laatste uitgaven van De Wachttoren zorgvuldig gelezen? Indien ja, dan zult u zich de volgende punten ongetwijfeld herinneren:
● Wat is de „plaats die in het Hebreeuws Har–mágedon wordt genoemd”? — Openb. 16:16.
Het is niet een letterlijke plaats, maar duidt op een wereldsituatie waarbij een beslissende strijd betrokken is. De uitdrukking duidt op het stadium in de vijandigheid van de wereld jegens God waarin de strijdvraag die tot een dergelijke vijandigheid aanleiding heeft gegeven, opgelost moet worden. — Blz. 241.a
● Waarom vormt de huidige kracht van de kerken der christenheid en andere religieuze lichamen er geen aanwijzing voor dat Jehovah’s vurige oordeelsdag nog ver in het verschiet ligt?
Het einde van de religieuze stelsels die „Babylon de Grote” vormen, zal plotseling komen als ze nog steeds functioneren en uiterlijk krachtige organisaties zijn. In Openbaring 17:16, 17 wordt aangetoond dat God het de politieke stelsels in het hart zal geven ze te vernietigen. — Blz. 278, 279.
● Waardoor wordt aangetoond dat Jezus’ woorden „er zullen grote aardbevingen zijn” sinds 1914 G.T. in vervulling zijn gegaan? — Luk. 21:11
De aardbevingen sinds 1914 G.T. zijn „groot” geweest in termen van sterkte, aantal doden en verwoeste eigendommen. Ja, hun vernietigende kracht is wijdverspreider en groter geweest dan in de jaren vóór 1914 G.T., want 30 percent van alle personen die gedurende de afgelopen duizend jaar in aardbevingen werden gedood, zijn sinds 1914 gestorven! — Blz. 299, 300.
● Als iemand ’zijn voet niet zeldzaam maakt in het huis van zijn naaste’, waarom kan dit hem dan tot een ’voorwerp van haat’ maken, zoals Spreuken 25:17 zegt?
Mensen, zelfs goede vrienden, hebben behoefte aan ’privacy’, en iemands te lange of te veelvuldige bezoeken kunnen maken dat zij het vervelend vinden als hij komt. — Blz. 327.
● Hoe moeten wij de woorden van de discipel Jakobus begrijpen dat God, als antwoord op gebeden die in geloof worden opgezonden, ’aan allen edelmoedig geeft en zonder verwijt’? — Jak. 1:5.
God zal ons wegens onze zwakheid geen verwijt maken of als „dwaas” beschouwen; hij geeft edelmoedig, op een wijze waardoor wij ons blij voelen dat wij ons verzoek aan hem kenbaar hebben gemaakt. — Blz. 362, 363.
● Wat zal een christelijke opziener die „ootmoedig van hart” is vermijden wanneer hem suggesties worden gegeven?
Hij zal niet geneigd zijn de suggesties te beschouwen als kritiek op zijn beweegredenen of op de wijze waarop hij bepaalde aangelegenheden behandelt, maar zal er aandacht aan schenken in het besef dat ook hij voordeel kan trekken van raad. — Blz. 392.
● Tot in welke mate kunnen Gods dienstknechten gedurende de „grote verdrukking” zijn bescherming verwachten?
Zij kunnen er zeker van zijn dat niemand van hen per ongeluk zal worden weggevaagd wanneer Jezus Christus en zijn legerscharen van engelen handelend tegen de goddelozen optreden. Sommigen zullen misschien sterven als gevolg van de aanval van de symbolische „Gog”, Satan de Duivel, maar als klasse zullen zij bevrijd worden (Ezech. 38:2). De druk van de toestanden die door de „grote verdrukking” worden teweeggebracht, kunnen tot de dood van sommigen leiden, maar wij zullen moeten afwachten in hoeverre Jehovah degenen die met fysieke zwakheden te kampen hebben zal beschermen en sterken. Wij hebben de verzekering dat een „grote schare” in leven zal blijven. — Blz. 395-397.
● In welk opzicht waren de apostelen een „theater-schouwspel”?
Doordat zij werden gesmaad en vervolgd, was het alsof zij in een Romeins theater voor een universeel publiek tentoongesteld werden. — Blz. 439.
[Voetnoten]
a Alle verwijzingen zijn naar De Wachttoren van 1974.