Bent u te slecht om vergeving van God te ontvangen?
MILJOENEN mensen over de gehele wereld, mensen met allerlei verschillende achtergronden, horen het goede nieuws over Gods koninkrijk. Zij komen te weten welke zegeningen het zal brengen: dat dood, verdriet en pijn zullen verdwijnen en iedereen onder zijn eigen wijnstok en vijgeboom zal zitten, zonder dat iemand hem zal verschrikken. Al zulke beloften worden degenen in het vooruitzicht gesteld die Jehovah en zijn rechtvaardigheid nederig zoeken. — Jes. 2:4; Zef. 2:3; Openb. 21:4.
Misschien bent u van mening, hoewel ook u dit goede nieuws hebt gehoord, dat deze beloften niet voor u gelden wegens het leven dat u in het verleden hebt geleid. Indien u eerder kennis had gehad over God en de zegeningen van zijn koninkrijk, zou uw leven misschien anders zijn verlopen, maar dat was niet het geval. Misschien bent u iemand die, omdat u onrechtvaardige toestanden meemaakte, zich gerechtvaardigd voelde de zaak in eigen handen te nemen, terwijl u daarbij zelfs oneerlijkheid of gewelddaad gebruikte. Ook kan het zijn dat u, zoals zovele anderen, in een slechte omgeving werd opgevoed en als gevolg daarvan bij verschillende soorten van onjuist gedrag betrokken raakte en zo’n handelwijze zelfs een aantal jaren achtereen hebt gevolgd. Het is zoals de bijbel zegt: „Slechte omgang bederft nuttige gewoonten.” — 1 Kor. 15:33.
Wanneer u op uw leven terugblikt, bent u misschien van mening dat u een slecht bericht hebt opgebouwd. U zou misschien graag willen veranderen, maar misschien denkt u wel dat dit geen zin heeft, dat God iemand zoals u geen vergeving kan schenken. Toch toont de bijbel aan dat hoewel Jehovah kwaaddoen niet goedkeurt, hij geen wraakgierige God is die mensen volledig ter verantwoording roept voor alle verkeerde dingen die zij ooit hebben gedaan.
Neen, God is helemaal niet zo. De psalmist bracht dit lang geleden als volgt onder woorden: „Indien gij op dwalingen zoudt letten, o Jah, o Jehovah, wie zou stand kunnen houden?” Hij geeft ons veeleer de verzekering dat als wij onze slechte en schadelijke wegen werkelijk verlaten en ons tot hem wenden, hij ons „rijkelijk [zal] vergeven”. — Ps. 130:3; Jes. 55:7.
Wij kunnen hiervan verzekerd zijn omdat de bijbel ons er treffende voorbeelden van geeft dat God zelfs grove zondaars heeft vergeven die werkelijk berouw hadden. Koning Manasse van Juda was zo iemand. Hij was een van de slechtste koningen die ooit in Jeruzalem heeft geregeerd. Wegens zijn grote slechtheid liet God toe dat hij gevankelijk werd weggevoerd naar Assyrië. Toen Manasse echter berouw had, zich vernederde en oprecht tot God bad, verhoorde Jehovah zijn gebeden en herstelde Hij hem in Gods gunst en in zijn koninkrijk. — 2 Kon. 21:2-16; 2 Kron. 33:2-13.
Het voorbeeld en het onderwijs van Jezus en zijn apostelen verschaffen ons een overeenkomstige aanmoediging. Jezus stelde zelfs prostituées en belastinginners (die in zijn tijd als de verachtelijkste zondaars werden beschouwd) die beseften dat zij hem nodig hadden en berouw hadden van hun vroegere handelwijze, de hoop op vergeving in het vooruitzicht. Hij zei in dit verband tot degenen die hier kritiek op hadden: „De gezonden hebben geen geneesheer nodig, maar zij die iets mankeren, wel. . . . ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.” En bij een andere gelegenheid zei hij: „Ik zeg u dat er evenzo in de hemel meer vreugde zal zijn over één zondaar die berouw heeft dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen berouw nodig hebben.” — Matth. 9:11-13; Luk. 15:7.
Vooral Jezus’ schitterende gelijkenis van de verloren zoon dient ons in dit verband gerust te stellen. De jongste van de twee zoons vroeg zijn vader om zijn wettelijk erfdeel en ging toen naar het buitenland, en daar „verkwistte hij zijn bezit door een losbandig leven te leiden”. Toen hij later tot bezinning kwam, had hij berouw en keerde hij nederig terug naar het huis van zijn vader, die, in plaats van hem te verwerpen, hem met open armen verwelkomde. — Luk. 15:11-32.
Ook de woorden van de apostel Paulus in 1 Korinthiërs 6:9-11 dienen als een basis voor troost en hoop. Na de Korinthiërs in die schriftplaats gewaarschuwd te hebben in verband met de grove zonden die hen ervan zouden weerhouden het koninkrijk van Jehovah God te beërven, vervolgt hij namelijk met te zeggen: „Toch zijn sommigen van u dat geweest. Maar gij zijt rein gewassen.”
KUNNEN ALLE ZONDEN VERGEVEN WORDEN?
Betekent dit dat ongeacht welke zonden men ook begaat, deze in alle gevallen vergeven kunnen worden? Neen, dat is niet zo. Jezus maakte dit duidelijk in zijn opmerkingen tot zijn huichelachtige tegenstanders: „Ik [zeg] u: Iedere soort van zonde en lastering zal de mensen worden vergeven, maar de lastering tegen de geest zal niet worden vergeven. Spreekt iemand bijvoorbeeld een woord tegen de Zoon des mensen, het zal hem worden vergeven; maar spreekt iemand tegen de heilige geest, het zal hem niet worden vergeven, neen, niet in dit samenstel van dingen noch in het toekomende.” — Matth. 12:31, 32.
Wat bracht Jezus ertoe dit te zeggen? Uit het verband blijkt dat die religieuze huichelaars zagen hoe Jezus, de Zoon van God, door de kracht van Gods heilige geest allerlei wonderen verrichtte en onder andere ook demonen uitwierp maar dat zij deze kracht toch moedwillig en kwaadaardig aan Satan de Duivel toeschreven.
Anderen wier zonden niet vergeven kunnen worden, zijn degenen die eens tot een kennis van de waarheid over Jehovah God zijn gekomen, geloof hebben geoefend in Christus’ vergoten bloed en dit vervolgens hebben verworpen of een slechte handelwijze zijn gaan volgen. Maar stel nu eens dat u van mening bent dat u misschien zo’n zonde hebt begaan, is dit dan ook noodzakelijkerwijs echt het geval? Niet als u hier oprecht berouw van hebt en het verlangen hebt het goede te doen, want dat zou erop duiden dat u wellicht niet te ver bent gegaan, zoals door het voorbeeld van koning Manasse wordt aangetoond. — Hebr. 6:4-6; 10:26, 27.
Dat vergeving ondanks iemands verleden geschonken kan worden, is op twee geruststellende en vertroostende factoren gebaseerd. Een hiervan is Jehovah’s barmhartigheid. Hij schept er behagen in edelmoedig te zijn en te vergeven, zoals zijn Woord ons verzekert: „Wie is een God als gij, een die dwaling vergeeft en de overtreding . . . voorbijgaat? . . . Hij zal ons wederom barmhartigheid betonen; hij zal onze dwalingen onderwerpen. En gij zult al hun zonden in de diepten der zee werpen.” — Micha 7:18, 19.
De andere factor wordt gevormd door verzachtende omstandigheden. Hoewel koning David in de kwestie van Uría’s vrouw Bathséba ernstig tegen Jehovah had gezondigd, werd hem vergeving geschonken, al geschiedde dit niet zonder een zware kastijding. Waarom? Omdat hij in zonde geboren was. Ook gaf hij zijn slechte daad onmiddellijk toe en had hij er oprecht berouw van, zoals wij in Psalm 51 lezen (2 Sam. 12:1-23). Zo was het ook met de apostel Paulus. Eens had hij christenen tot de dood toe vervolgd om welke reden hij zich de „voornaamste” van alle zondaars noemde. „Niettemin”, om zijn eigen woorden aan te halen, „werd mij barmhartigheid betoond omdat ik onwetend was en in ongeloof handelde.” Ja, hij was eerlijk en oprecht in zijn tegenstand tegen het christendom, hoewel hij hierin schromelijk dwaalde. Er werd hem barmhartigheid betoond, zoals hij vervolgens zegt, opdat „Christus Jezus door bemiddeling van mij, als het voornaamste geval, al zijn lankmoedigheid zou bewijzen tot een voorbeeld voor hen die hun geloof op hem zullen gronden, waardoor zij eeuwig leven verkrijgen”. — 1 Tim. 1:13-16; Hand. 26:9-18.
HEDENDAAGSE VOORBEELDEN
Evenals in bijbelse tijden kunnen ook thans personen die grote zondaars zijn geweest, berouw hebben en vergeving ontvangen. De feiten tonen dit aan. Zo werd een man wegens de aard van zijn misdaden tot gevangenisstraf veroordeeld in een zwaar bewaakte gevangenis in de staat New York. Als gevolg van de informele prediking van een lid van het gevangenispersoneel, een getuige van Jehovah, begon zijn geweten te spreken. Hij had grote wroeging over zijn vroegere leven en vroeg zich af of God hem ooit zou kunnen vergeven voor de vele fouten en ernstige misdaden die hij had begaan. Hem werd echter de verzekering gegeven dat als hij oprecht berouw had, hij vergeving kon ontvangen. Hij had inderdaad oprecht berouw. Hij keerde zijn vroegere slechte gedrag volledig de rug toe, droeg zijn leven aan Jehovah God op en werd gedoopt. Nu is hij een vreugdevolle christen met een rein geweten.
Beschouwt u ook eens het geval van een man die een bijzonder gevaarlijk lid was van de Siciliaanse Maffia. Toen hij werd gepakt, kreeg hij levenslang. In de gevangenis kwam hij in aanraking met een van Jehovah’s getuigen, die hem vertelde over de ene ware God, over de zuivere aanbidding en de wonderbare zegeningen die God voor de mensheid heeft weggelegd. Als lid van de Maffia was hij altijd een „goed” katholiek geweest, en hij heeft nooit een tegenstrijdigheid gezien tussen de twee rollen die hij speelde. Nadat hij echter overtuigd was geraakt van de waarheid van de boodschap die de Getuige hem uit de bijbel bracht, had hij oprecht berouw, bekeerde zich en droeg zich aan Jehovah God op om Zijn wil te doen. De verandering in zijn leven was zo opvallend, dat hij op een van Italië’s TV-stations werd geïnterviewd.
Ja, u kunt de hoop koesteren dat u vergeving, een rein geweten en Gods goedkeuring kunt ontvangen, ook al hebt u in het verleden ernstige fouten begaan. Er is echter meer nodig dan alleen maar te zeggen dat u spijt hebt over uw vroegere gedrag. U moet kennis tot u nemen over Jehovah God en zijn rechtvaardige vereisten leren kennen. De christelijke getuigen van Jehovah in uw omgeving staan gereed om u te helpen door een persoonlijke bijbelstudie in uw huis te leiden en door middel van de vergaderingen in hun Koninkrijkszaal.
Wanneer u met hen studeert, zult u zich ervan kunnen vergewissen wat Gods rechtvaardige en heilige wil voor u is (Rom. 12:2). U zult worden geholpen een haat met betrekking tot het kwade en een oprechte liefde voor Gods rechtvaardige wil te ontwikkelen (Ps. 97:10). Niet alleen zult u leren u van het slechte te onthouden, maar u zult geholpen worden te leren hoe u de dingen moet doen die juist zijn in de ogen van God. En met geloof in de zonden verzoenende waarde van het slachtoffer van Christus, zult u dit met een rein geweten kunnen doen, want „het bloed van Jezus, zijn [Gods] Zoon, reinigt ons van alle zonde”. — 1 Joh. 1:7.
Het is waar dat als u er pas mee begint uw leven in harmonie te brengen met Gods rechtvaardige vereisten, u naar alle waarschijnlijkheid van tijd tot tijd weer onverhoeds in uw oude fouten zult vervallen. Dit is echter geen reden om ontmoedigd te zijn, want de psalmist David schreef vertroostend: „Zover als de zonsopgang verwijderd is van de zonsondergang, zover heeft [God] onze overtredingen van ons verwijderd. Want hijzelf weet zeer goed hoe wij zijn gevormd, gedachtig dat wij stof zijn” (Ps. 103:12, 14). Laat die verzekering u de kracht geven om op de ingeslagen goede weg voort te gaan.
Gods Woord staat inderdaad vol met vertroostende verzekeringen voor degenen die oprecht het goede willen doen, hoe hun gedrag in het verleden ook geweest mag zijn!