Miljoenen hebben de kerken verlaten — Moet u dit ook doen?
BIJNA een miljard personen zijn bij de kerken van de christenheid betrokken. Sommige kerken zijn in de afgelopen jaren snel gegroeid. In de publikatie Religion in America 1975 wordt aangetoond dat 31 percent van de mensen thans van mening is dat religie aan invloed wint. In 1970 was slechts 14 percent die mening toegedaan.
„Terzelfder tijd zegt de meerderheid (56 percent) thans echter dat religie aan invloed verliest”, zo merkt dezelfde publikatie op. Een korte beschouwing van de houding en het gedrag van de meeste leden van de kerken der christenheid zal een interessant feit onthullen: Miljoenen kerklidmaten nemen geen deel aan godsdienstoefeningen of andere kerkelijke activiteiten. Hoewel hun namen misschien op de lidmaatschapslijsten van de kerken blijven staan, hebben zij de kerken feitelijk, zo niet formeel, verlaten. Beschouwt u het volgende eens:
LIDMAATSCHAP EN BEZOEKERSAANTAL NEMEN AF
In de Verenigde Staten heeft de Verenigde Methodistische Kerk gedurende de afgelopen vijf jaar ongeveer 150.000 lidmaten per jaar verloren. Sommige andere protestantse groeperingen in dat land hebben gedurende de jaren zeventig tien- tot honderdduizenden aanhangers verloren. Dezelfde tendens is in de gehele wereld kenbaar. In sommige Westduitse steden berichten ambtenaren van de burgerlijke stand dat zij het druk hebben om de in lange rijen voor hun loket staande mensen te helpen die hun kerklidmaatschap willen opzeggen. Een vergelijking van de getallen in het 1975 Britannica Book of the Year met de delen voor 1974 en 1973 onthult dat het gecombineerde aantal leden van de Rooms-Katholieke Kerk, de Oosters-Orthodoxe Kerk en protestantse kerken over de gehele wereld in slechts twee jaar tijds met 80.041.050 is gedaald.
Afgezien van de rechtstreekse verliezen hebben de kerken van de christenheid er in de afgelopen jaren steeds minder nieuwe leden bij gekregen. Ook is het aantal kerklidmaten dat de kerkdiensten bezoekt, bijzonder laag. Een opinieonderzoek dat in Frankrijk werd gehouden, toonde aan dat hoewel meer dan 80 percent van de Franse burgers gedoopte katholieken zijn, slechts ongeveer 20 percent met een zekere regelmaat naar de kerk gaat. Een opinieonderzoek dat in 1972 in Canada werd gehouden, onthult dat slechts 30 percent van Montreals katholieken de Mis bijwoont en de sacramenten ontvangt. In de Verenigde Staten is het cijfer voor kerkbezoek slechts 40 percent voor volwassen lidmaten.
Waarom hebben zoveel miljoenen mensen de kerken van de christenheid de rug toegekeerd?
WAAROM TREDEN ZIJ UIT?
De mensen geven vele verschillende redenen op voor het verlaten van de kerken. Sommigen in West-Duitsland doen het om geen kerkelijke belasting te hoeven te betalen. Vaker houdt de reden echter verband met de veranderingen die in de afgelopen jaren in de rooms-katholieke leer zijn aangebracht. Deze hebben veel mensen die dachten dat zij de ware apostolische religie hadden, in verwarring gebracht. Een katholieke priester in de Verenigde Staten stelde het als volgt: „Indien datgene wat de Kerk in de afgelopen tien jaar gezegd heeft waar is, is alles wat ze gedurende de afgelopen 2000 jaar heeft gezegd, onwaar.”
Sommige geestelijken hebben getracht jongelui in hun kerken te houden door aan de populaire smaak toe te geven. Zo werden bijvoorbeeld volks- en rockmuziek in de godsdienstoefeningen opgenomen. Deze pogingen hebben echter over het algemeen geen succes gehad. „Het schijnt niet te werken”, merkte de katholieke priester A. M. Greeley op. „Op de een of andere wijze voelen de jongelui zich niet aangetrokken tot geestelijken die zich als druggebruikers gedragen en tot kerken die de plaatselijke snackbar willen vervangen of de Woodstockvertoning willen herhalen.”
De openlijke goedkeuring die veel geestelijken aan de vrije morele maatstaven hechten die thans in zwang zijn, heeft voor veel kerken nog verdere tegenslagen tot gevolg gehad. Zelfs jongeren zijn het hier niet mee eens, zoals wordt opgemerkt in de krantenkolom „Standpunten van de jeugd”:
„Er is een oud gezegde dat men zichzelf niet optrekt door de ander naar beneden te trekken. Dit zal juist een tegenovergestelde uitwerking hebben. Daarom hebben de kerken ons inziens fout gehandeld door niet pal te staan voor morele maatstaven en even krachtig op te komen voor wat moreel juist en verkeerd is. Jonge mensen hebben leiding nodig en willen deze ook ontvangen. . . . Er is geen compromis mogelijk ten aanzien van wat moreel verkeerd is.”
De katholieke priester en psycholoog M. Pable noemde nog een belangrijke reden waarom mensen niet veel meer met de kerken op hebben. „De mensen hebben een werkelijke religieuze honger, en tot de weinige kansen die zij hebben om deze honger te stillen, behoort de zondagsdienst. Wanneer de priester (of predikant) geen geestelijke honger stilt, heerst er werkelijke teleurstelling.”
Hoe is de situatie in uw kerk? Ontvangt u gezonde, op de bijbel gebaseerde raad waardoor uw geestelijke gezindheid wordt opgebouwd? Of behoort u tot de honderdduizenden die teleurgesteld zijn wanneer zij herhaaldelijk horen dat er vanaf de kansel om geld wordt gebedeld, politiek wordt besproken of morele slapheid wordt goedgekeurd? Indien dit uw ervaring is, heeft het dan zin een lidmaat van zo’n kerk te blijven? Miljoenen hebben besloten dat dit geen zin heeft en hebben derhalve de kerken verlaten. Moet u dit ook doen?
Dit is een ernstige vraag die door u beschouwd moet worden. Vergewis u er hierbij van dat u zorgvuldig overweegt wat God zelf in de bijbel zegt in 2 Korinthiërs 6:14-17: „Komt niet onder een ongelijk juk met ongelovigen. Want wat voor deelgenootschap hebben rechtvaardigheid en wetteloosheid? Of wat heeft licht met duisternis gemeen? . . . ’Gaat daarom uit hun midden vandaan en scheidt u af’, zegt Jehovah, ’en raakt het onreine niet langer aan.’”
Indien u besluit die schriftuurlijke raad op te volgen en uw kerk te verlaten, waarheen kunt u zich dan wenden om er uw geestelijke behoeften te bevredigen?
IS EEN „PERSOONLIJKE” RELIGIE HET ANTWOORD?
De meeste mensen die de kerken hebben verlaten, geloven nog altijd in God en hebben een behoefte aan geestelijke zaken. Hoe trachten zij deze te bevredigen? Volgens U.S. News & World Report bestaat er „een hernieuwde belangstelling voor de meer persoonlijke en emotionele aspecten van religie”.
Een aanzienlijk aantal mensen heeft in de afgelopen jaren bericht een „mystieke” ervaring gehad te hebben. Dit is echter niets nieuws. In een recent artikel „Zijn wij een natie van mystici?” merkten priester A. M. Greeley en W. C. McCraady op:
„Zulke buitengewone ervaringen . . . zijn in elke tijd van de geschiedenis en overal op aarde bericht. . . . Zowel oosterling als westerling, heilige als zondaar, man als vrouw, jongere als oudere schijnen allen een vrijwel identieke ervaring te vermelden — een intense, overweldigende vreugde welke hen letterlijk uit henzelf scheen te verheffen.”
Hebt u ooit zo’n persoonlijke religieuze ervaring gehad? Indien niet, dan kent u misschien wel iemand die zo iets heeft meegemaakt. Zulke ervaringen maken een diepe indruk op mensen. Men moet echter voorzichtig zijn. Waarom? Omdat zulke ervaringen, zoals hierboven werd opgemerkt, zich in de geschiedenis van zowel het heidendom als de christenheid overal op aarde hebben voorgedaan. Extatische ervaringen op zichzelf helpen de mensen niet de ware God, zijn vereisten voor een aanvaardbare aanbidding en zijn voornemen met betrekking tot de aarde en de mensheid te leren kennen. Dergelijke ervaringen kunnen iemand zelfs verhinderen deze belangrijke inlichtingen te zoeken. Hoe dat zo?
Het is interessant dat in het bovengenoemde opinieonderzoek door Greeley en McCraady werd opgemerkt dat 48 percent van zeshonderd personen die berichtten een dergelijke ervaring te hebben meegemaakt, „ervan overtuigd was dat alles goed zou komen”. Toen aan iemand die zij interviewden werd gevraagd wat hij over het leven na de dood dacht, zei hij:
„Ik weet alleen dat als men eenmaal zulke dingen heeft meegemaakt als ik heb meegemaakt . . ., de vraag niet erg belangrijk schijnt te zijn. Je weet dat alles goed zal komen en je maakt je er niet druk om je over de details zorgen te maken.”
De Schrift leert mensen echter kennis van God te ’blijven zoeken’ alsof men naar verborgen schatten graaft (Spr. 2:3-5). Jezus spoorde zijn discipelen ertoe aan ’zich krachtig in te spannen’ om eeuwig leven te verwerven (Luk. 13:24). En hoewel de christenen uit de eerste eeuw G.T. reeds waren „geheiligd . . . in eendracht met Christus Jezus, geroepen om heiligen te zijn”, gaf de apostel Paulus enkelen van hen de raad: „Wie daarom denkt te staan, moet oppassen dat hij niet valt” (1 Kor. 1:2; 10:12; vergelijk Filippenzen 2:12; Matthéüs 24:13.) Elke ervaring die in de hand kan werken dat iemand zelfvoldaan en zeker wordt met betrekking tot het ontvangen van redding, kan dus niet van God afkomstig zijn.
Indien echter noch de kerken van de christenheid noch persoonlijke religieuze ervaringen de basis verschaffen voor de juiste aanbidding van God, waarheen kunnen mensen zich dan wenden?
ZIJ VONDEN HET WARE CHRISTENDOM
Jezus zei over de wijze waarop men zijn ware volgelingen kon onderscheiden van personen die het christendom slechts beweren aan te hangen: „Aan hun vruchten zult gij die mensen dus waarlijk herkennen” (Matth. 7:20). Door welke „vruchten”? Laten wij er eens twee van beschouwen.
De ware christelijke gemeente zou volgens de bijbel „een volk voor [Gods] naam” zijn (Hand. 15:14). Zij zouden op een in het oog springende wijze de naam van God, de Vader van Jezus Christus, in hun aanbidding gebruiken. Doet uw kerk dat? Kent en gebruikt u persoonlijk de naam van God in uw aanbidding? Een jongeman uit West-Duitsland legt uit hoe dit punt hem heeft geholpen de ware christenen te vinden:
„Ik had in een commune gewoond, waar ik drugs gebruikte, terwijl ik stal om aan voedsel te komen. Al gauw besefte ik echter hoe onredelijk zo’n leven was, en daarom begon ik naar de zin van het leven te zoeken. Maar geen enkel doel scheen het waard te zijn er al mijn krachtsinspanningen aan te wijden. Meestal gaf ik het al op er moeite voor te doen voordat ik er zelfs maar mee was begonnen.
Toen ik op zekere avond in de commune terugkeerde, merkte ik op dat de anderen over God spraken. Wat ik daar hoorde, stimuleerde mijn belangstelling de bijbel te lezen. Ik begon toen te zoeken, want ik was ervan overtuigd dat er ergens een ware christelijke gemeente moest zijn.
Toen gaf mijn zuster mij een exemplaar van de Nieuwe-Wereldvertaling van de bijbel. Voor het eerst in mijn leven kreeg ik de naam Jehovah onder de ogen. Enkele dagen later vroeg ik aan een van Jehovah’s getuigen: ’Waarom de naam Jehovah?’ Zijn antwoord was nauwkeurig, maar ik was sceptisch en liet hem doorpraten, denkend dat ik hem op deze wijze met zijn eigen woorden zou kunnen vangen.
Ik behield deze sceptische houding gedurende weken van bijbelse besprekingen. Maar uiteindelijk besefte ik dat ik nu juist datgene had gevonden waar ik zo vaak om had gebeden. Hier was een werkelijke christelijke organisatie. Niet lang daarna begon ik veranderingen in mijn leven aan te brengen ten einde het in overeenstemming te brengen met bijbelse beginselen. Nu heb ik het voorrecht een groot gedeelte van mijn tijd te gebruiken om de bijbelse waarheid met anderen te delen.”
Jezus noemde nog een identificerend kenmerk van ware christenen toen hij zei: „Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt” (Joh. 13:35). Een jonge vrouw bemerkte dat dit haar hielp het ware christendom te identificeren. Zij vertelt:
„Ik ging op achttienjarige leeftijd van huis weg, begon drugs te gebruiken en ging in een commune wonen. Er verbleven vaak wel twintig mensen in de twee kamers, zodat deze er als een vuilnisbelt uitzagen. Daar ondervond ik hoe slecht en geestelijk wreed mensen kunnen zijn.
Ik was ervan overtuigd dat er ergens mensen moesten zijn die werkelijk liefde beoefenen. Toen kwam ik in contact met de mensen van de ’Jezusbeweging’ en sloot mij bij hen aan. Het werd me echter al gauw duidelijk dat dit niets voor mij was. De dag werd grotendeels doorgebracht met zingen, bidden en dansen. Hoewel deze jonge mensen geen drugs gebruikten, merkte ik op dat men in hun tegenwoordigheid ’high’ kon worden.
Ik las dagelijks in de bijbel en bad of God mij naar een groep van ware christenen wilde leiden. Toen bezocht [een vriend] mij en hij vertelde me dat Gods naam Jehovah was en nog meer dingen die hij van Jehovah’s getuigen had geleerd. Ik had hier destijds echter geen belangstelling voor. Ik zei dat ik Christus zocht. ’Als je christenen wilt zien’, antwoordde [hij], ’ga dan met mij mee.’”
Deze jonge vrouw bezocht een vergadering in de Koninkrijkszaal van Jehovah’s getuigen. Hier was zij verbaasd mensen aan te treffen die werkelijk liefde voor elkaar en voor vreemdelingen ten toon spreiden. Zij vertelt: „Ik kwam erg onder de indruk van de mensen die ik daar ontmoette.” Zes maanden later werd zij als een van Jehovah’s christelijke getuigen gedoopt. Zij trouwde met de persoon die haar met Jehovah’s getuigen in contact had gebracht en besteedt er nu al haar tijd aan, de bijbelse waarheid met haar naasten te delen. Zij vatte haar gevoelens samen door te zeggen: „Ik ben Jehovah uit het diepst van mijn hart dankbaar dat hij mij uit dit verdorven wereldse samenstel heeft gered en mij in zijn wonderbare licht heeft gebracht.”
Verontrust het u dat uw kerk in gebreke blijft aan de geestelijke behoeften van haar lidmaten te voldoen? Heeft uw kerk het gezonde bijbelse onderricht vervangen door „maatschappelijk werk” en door zich in de politiek te mengen? Dan moet u een belangrijke keuze doen. Betekent kerklidmaatschap meer voor u dan een goede verhouding tot God? Zult u deel blijven uitmaken van een organisatie die alleen maar in naam christelijk is? Of zult u deze verlaten?
Indien u meer over het Woord van God zou willen weten, zonder enige verplichting om u bij een kerk aan te sluiten, zullen Jehovah’s getuigen u graag willen helpen. Zij zullen bij u thuis of op een andere geschikte plaats een gratis bijbelstudie bij u leiden. Wanneer u deze uitnodiging aanvaardt, zult u worden geholpen de vorm van aanbidding te leren kennen die u door de bijbel zelf wordt onderwezen. Is dat niet hetgeen waarnaar u altijd hebt gezocht?
[Grafiek op blz. 516]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
De achteruitgang in het kerkbezoek in de V.S.
Percentage dat de kerk bezocht
50 1955
1960
45
1965
1970
40 1975
In 1974 bezocht van een aantal van 131.424.564 lidmaten van de kerken der christenheid slechts 40 percent de kerk in een willekeurige week. De bezoekersaantallen van andere landen zijn veel lager.