Onze kinderen — Een erfdeel van Jehovah
„VERDWIJN uit mijn ogen! Ga weg! Waag het niet, terug te komen!” Nadat een vader deze woorden had uitgeschreeuwd, gooide hij zijn zestienjarige zoon het huis uit.
De tiener behoort tot een groep kinderen die de laatste jaren veel in de publiciteit is gekomen. „Ze worden weggeworpen kinderen genoemd, uitgestotenen, dakloze jeugd, verworpelingen — hun familie heeft hen verstoten en gezegd dat ze moesten ’verdwijnen’, vaak zonder geld en alleen met de kleren die ze aanhebben”, merkt een artikel in het tijdschrift Parade op. Het artikel zei verder: „Sommige ouders die hun kinderen de deur uitzetten, willen nooit meer iets van hen zien of horen.”
Klaarblijkelijk hebben veel volwassenen in deze tijd niet zo’n hoge dunk van kinderen. Heeft deze houding uw denkwijze beïnvloed? Of u nu met Ja of Neen antwoordt, u zult het nuttig vinden te beschouwen wat de bijbel zegt over het standpunt dat ouders tegenover hun kinderen dienen in te nemen.
Onder inspiratie van God schreef de psalmist over kinderen die uit een wettig huwelijk zijn geboren: „Ziet! Zonen zijn een erfdeel van Jehovah; de vrucht van de buik is een beloning” (Ps. 127:3). Volgens het Hebreeuwse lexicon door William Gesenius betekent het woord „erfdeel” in dit geval: „Een bezit dat door Jehovah is geschonken, een gave van Jehovah”. Wanneer mensen een waardevol geschenk ontvangen, waarderen zij dat gewoonlijk. Indien het geschenk onderhoud en verzorging eist, geven zij die zo goed mogelijk.
Behandelt u uw kinderen alsof zij een erfdeel van de Schepper, Jehovah, zijn? De Schrift zegt: „De kinderen behoren niet voor hun ouders te sparen, maar de ouders voor hun kinderen” (2 Kor. 12:14). „Stellig, indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige” (1 Tim. 5:8). God eist dat ouders zowel materiële als geestelijke voorzieningen voor hun kinderen „sparen”. Hoe kan dat met succes worden gedaan?
Aangezien alle ouders en kinderen hun eigen persoonlijkheid hebben, is het onmogelijk om gedetailleerde regels te verschaffen voor het opvoeden van kinderen, regels die met elk kind in elk gezin succes zullen hebben. Laten wij echter bepaalde fundamentele richtlijnen beschouwen die te allen tijde nuttig zijn gebleken.
COMMUNICATIE
Eén raadgever in een tehuis voor verstoten kinderen zet uiteen hoe het personeel van dat instituut hen probeert te helpen: „Wij luisteren naar de jonge persoon. Wij stemmen ons op de crisis af en trachten erachter te komen hoe hij of zij denkt.” Dit staat bekend als „communicatie”, en het begint met luisteren. Ook uw gezin zal wellicht voordeel trekken van communicatie.
Hebt u op een geregelde basis een goede communicatie met uw kinderen? Wij bedoelen geen leeg gekeuvel of een „gedwongen” conversatie over het weer of een andere oppervlakkige aangelegenheid. Werkelijk doeltreffende communicatie moet ’van hart tot hart’ zijn. Ze moet voortspruiten uit echte liefde en genegenheid tussen ouder en kind. Aangezien ’uit de overvloed des harten de mond spreekt’, zal aandacht schenken aan wat uw kind zegt, u in staat stellen afgestemd te blijven op zijn emotionele en geestelijke behoeften. — Luk. 6:45.
Een goede communicatie met kinderen opbouwen, vereist veel geduld en hard werk. Om hierin succesvol te zijn, moeten ouders de schriftuurlijke raad opvolgen ’niets uit twistgierigheid of uit egotisme’ te doen. Zij moeten ’niet alleen uit persoonlijk belang het oog houden op hun eigen zaken, maar ook uit persoonlijk belang op die van de anderen’, in het bijzonder hun kinderen (Fil. 2:3, 4). Als gevolg van overgeërfde zonde hebben alle mensen de neiging meer in zichzelf dan in anderen geïnteresseerd te zijn. Ouders moeten tegen deze neiging vechten en belangstelling aankweken voor dingen die hun kinderen aantrekkelijk vinden.
’STRENG ONDERRICHT EN GEZAGHEBBENDE RAAD’
Een belangrijk bewijs van ouderlijke liefde wordt in Spreuken 13:24 beschreven: „Wie zijn roede inhoudt, haat zijn zoon, maar wie hem liefheeft, díe zoekt hem werkelijk met streng onderricht.” Een overeenkomstige schriftuurlijke richtlijn luidt: „De roede en terechtwijzing, die geven wijsheid; maar een aan zichzelf overgelaten jongen zal zijn moeder beschaamd maken.” — Spr. 29:15.
Het strenge onderricht waarvan hier melding wordt gemaakt, duidt niet eenvoudig op lichamelijke bestraffing, hoewel dat soms wel eens nodig is. Kinderen moeten niet alleen weten wat zij wel en niet mogen doen, maar ook waarom bepaalde dingen juist of verkeerd zijn. Met andere woorden, doeltreffend streng onderricht vereist corrigerende raad die kinderen als juist zullen accepteren.
Aan deze behoefte kan worden voldaan door het verdere schriftuurlijke gebod in acht te nemen: „Gij vaders, irriteert uw kinderen niet, maar blijft hen in het strenge onderricht en de gezaghebbende raad van Jehovah grootbrengen” (Ef. 6:4). Kinderen moeten te weten komen hoe de Schepper van de mens denkt, en wat God wel en niet aangenaam vindt. Ten einde in zo’n gezaghebbende raad te kunnen voorzien, moeten de ouders zelf goed met de bijbel op de hoogte zijn.
In dit verband is de volgende verklaring van Mozes aan ouders in het Israël uit de oudheid, leerzaam: „Deze woorden, die ik u heden gebied, moeten op uw hart blijken te zijn; en gij moet ze uw zoon inscherpen en erover spreken wanneer gij in uw huis zit en wanneer gij op de weg gaat en wanneer gij neerligt en wanneer gij opstaat. En gij moet ze als een teken op uw hand binden, en ze moeten tot een voorhoofdsband tussen uw ogen dienen; en gij moet ze op de deurposten van uw huis en op uw poorten schrijven” (Deut. 6:6-9). Met betrekking tot deze verzen zegt het bijbelcommentaar door Keil en Delitzsch:
„Wil de liefde voor God van het juiste soort zijn, dan moeten de geboden van God ter harte genomen worden en het voortdurende onderwerp van gedachte en conversatie zijn. ’Op uw hart:’, d.w.z., de geboden van God moesten een kwestie van het hart zijn, en niet louter van het geheugen . . . [Vergelijk Deuteronomium 11:18]. Ze moesten de kinderen worden opgelegd door er thuis over te praten en op de weg, ’s avonds bij het naar bed gaan en ’s morgens bij het opstaan, d.w.z. overal en te allen tijde; ze moesten als een teken op de hand worden gebonden en als (voorhoofds-) banden tussen de ogen worden gedragen. . . . deze woorden zijn figuurlijk en wijzen op een nauwkeurige naleving van de goddelijke geboden.”
Uw kinderen als een erfdeel van Jehovah behandelen, vereist een geregelde communicatie met hen, terwijl u hun bovendien door voortdurende herhaling (’inscherping’) de denkwijze van God zoals die in de Heilige Schrift vermeld staat, moet leren. Hebt u het gevoel dat u wel wat hulp zou kunnen gebruiken bij het geven van zo’n op de bijbel gebaseerd ’streng onderricht en gezaghebbende raad’? Zo ja, dan moedigen wij u ertoe aan uw volledige aan dacht te schenken aan de schriftuurlijke beginselen en ervaringen uit het werkelijke leven die in de volgende artikelen worden uiteengezet.