De wijze waarop vrede op aarde kan komen
WERELDVREDE kan niet louter door pogingen tot ontwapening of door vredesverdragen tot stand worden gebracht, en zelfs niet door het staken van koude of hete oorlogen. Zelfs voorstanders van vrede zeggen thans dat vrede haar grondslag moet vinden in de gemeenschap en ook in het gezinsleven. James Laue van de National Peace Academy Campaign zegt: „Door [vrede] met het tot stand brengen van vrede op gemeenschapsniveau in verband te brengen, zijn wij in staat gesteld te definiëren wat vrede is. De voortdurende ontwikkeling van technieken voor het oplossen van conflicten die zich iedere dag, thuis of op school, voordoen, kan een hulp vormen bij het tot stand brengen van vrede tussen de natiën.”
Er kan dus geen wereldvrede zijn als wij niet om te beginnen goed kunnen opschieten met degenen die zich in onze naaste omgeving bevinden. Is er werkelijk de een of andere „techniek” waardoor dit tot stand gebracht zal worden? Beslist niet. De mens is in feite zeer intelligent en vooral bedreven in technieken. Hij heeft deze bij elke krachtsinspanning, met inbegrip van het sluiten van vrede, aangewend. Over het algemeen heeft hij op bijna elk terrein — wetenschap, politiek, handel, verkoopbevordering — enig succes geboekt, behalve op het terrein van het tot stand brengen van vrede, waarbij het om de nauwste menselijke betrekkingen gaat. Technieken zullen in dit opzicht niet baten. Waarom niet? Omdat vrede, die in werkelijkheid thuis begint, uit het hart moet komen. Vrede bestaat niet in louter tolerantie, of in een machtsevenwicht, maar in ware liefde en begrip voor de andere persoon of de andere familie of gemeenschap of natie — ongeacht ras, religie of sociale status.
Is dit te verwezenlijken? Op het moment slechts door weinigen. Deze weinigen kunnen echter, ondanks de wereldsituatie, thans vrede hebben. Zij kunnen in hun eigen invloedssfeer vrede bevorderen. Hoe?
HOE IEMAND VREDE KAN VERWERVEN
In de eerste plaats sluit iemand vrede met God door zelf in de bijbel te lezen en door te trachten erachter te komen welke regeling God heeft getroffen om tot Hem te naderen. Iemand kan dit niet doen door een oppervlakkig onderzoek. Hij moet speuren. Hij moet ’zich van alles vergewissen’ en moet ’vasthouden aan dat wat voortreffelijk is’. — 1 Thess. 5:21.
De persoon die dit doet, komt allereerst tot het besef dat hij een zondaar is en hulp nodig heeft. Hij moet erkennen dat hij uit zichzelf niet bij machte is om werken te doen die God zullen behagen en dat hij niet de wijsheid bezit om met iedereen ware, blijvende vrede tot stand te brengen. Vrede met God is slechts dan mogelijk wanneer de barrière die vrede in de weg staat — onze eigen zonde die de weg blokkeert — is verwijderd. Dit is niet moeilijk. Het vereist geen grote wijsheid of bekwaamheid. Hiervoor heeft men slechts geloof in God en in zijn beloften nodig. Deze eenvoudige, ongecompliceerde weg wordt heel duidelijk uiteengezet in het bijbelboek Romeinen, hoofdstuk 5, waar wij lezen:
„Want, voorwaar, terwijl wij nog zwak waren, is Christus op de bestemde tijd voor goddelozen gestorven. Want ternauwernood zal iemand voor een rechtvaardige sterven; ja, voor de goede heeft iemand misschien nog de moed te sterven. Maar God beveelt zijn eigen liefde jegens ons hierin aan, dat Christus voor ons is gestorven, terwijl wij nog zondaars waren. Veelmeer zullen wij daarom, aangezien wij nu door zijn bloed rechtvaardig zijn verklaard, door bemiddeling van hem van gramschap worden gered. Want indien wij, toen wij vijanden waren, met God werden verzoend door middel van de dood van zijn Zoon, zullen wij veelmeer, nu wij verzoend zijn, gered worden door zijn leven.” — Rom. 5:6-10.
Deze verzoening heeft vrede met God tot resultaat. De apostel Paulus schrijft: „Laten wij daarom, nu wij ten gevolge van geloof rechtvaardig zijn verklaard, vrede genieten met God door bemiddeling van onze Heer Jezus Christus” (Rom. 5:1). En deze vrede is niet slechts een wapenstilstand of een tijdelijke vrede, waarbij de zonden die iemand in het verleden heeft begaan, voorbij worden gezien. Deze vrede met God, door bemiddeling van Christus, is een bestendige vrede, die de persoon helpt voortaan te wandelen op een wijze waardoor de vrede wordt gehandhaafd. God wordt iemands beste vriend. — Vergelijk Johannes 15:15.
Jezus gaf zijn apostelen een beschrijving van deze vrede met de woorden: „Vrede laat ik u, mijn vrede geef ik u. Niet zoals de wereld die geeft, geef ik hem u” (Joh. 14:27). De wereld geeft een mate van vrede door middel van een paar vrienden, genoegens, rijkdom, roem, een positie, promotie, een mate van rust, enzovoort, en eveneens door middel van haar filosofische en vals-religieuze stelsels. De vrede die Christus iemand schenkt die oprecht geloof stelt in zijn zoenoffer, is echter een heel andere vrede. Zo iemand verkrijgt allereerst een zuiver, gerust geweten, ware innerlijke vrede, vrede des geestes, een vredelievende instelling, waardoor een goede verhouding tot anderen wordt bevorderd, een verhevener doel in het leven en een concrete hoop voor de toekomst.
Hoe gaat dat in zijn werk? De apostel Petrus vertelt ons dat wanneer iemand geloof oefent in het „goede nieuws”, zijn leven aan God opdraagt en wordt gedoopt, het ondergaan van de waterdoop zelf een „verzoek aan God om een goed geweten” is (1 Petr. 3:21). Als gevolg van overgeërfde zonde heeft de persoon in het verleden een slecht geweten gehad, een geweten dat als een zware last op hem drukte. Jezus zei hierover: „Gelukkig zijn de treurenden [die bedroefd zijn om hun slechte geestelijke toestand], want zij zullen vertroost worden” (Matth. 5:4). Hij doet allen de volgende uitnodiging toekomen: „Komt allen tot mij die zwoegt en zwaar beladen zijt, en ik zal u verkwikken.” — Matth. 11:28.
Hoe verkwikkend is het ook een aandeel te hebben aan de Koninkrijksprediking, het werk dat Jezus instelde toen hij hier op aarde was en waarvoor hij zijn discipelen opleidde en dat, zoals hij zei, een hoogtepunt zou bereiken in het besluit van het samenstel van dingen, waarin wij thans leven! (Matth. 4:17; 9:35; 10:7; 24:3, 14) Op deze wijze Gods wil te doen, is geestelijk opbouwend, voldoeningschenkend en een hulp om vrede met God te bewaren. Wanneer Jehovah’s Getuigen in zijn dienst voortgaan, terwijl zij hun voeten geschoeid hebben „met de toerusting van het goede nieuws van vrede”, kunnen zij in iedere situatie van zijn zorg en bescherming verzekerd zijn. — Ef. 6:14-16.
De apostel Paulus zegt dat het hart van christenen „door besprenkeling gezuiverd is van een boos geweten”. Dit komt doordat God heeft gezegd: „Ik zal hun zonden en hun wetteloze daden geenszins meer gedenken” (Hebr. 10:17, 22). Doordat een christen een bevrijd geweten heeft, kan hij ware innerlijke vrede, vrede des geestes, bezitten. Hij maakt zich minder bezorgd om de wereldtoestanden. Zelfs ziekte en dood worden niet meer zo gevreesd als voorheen. De kennis omtrent de voorziening van de opstanding vermindert een dergelijke vrees. — 1 Thess. 4:13, 14.
VREDE MET ANDEREN NASTREVEN
De opgedragen, gedoopte persoon bevindt zich in de juiste conditie om vredige betrekkingen met anderen na te streven. Alles wat hij voor zijn naaste doet, moet uit liefde worden gedaan. Nooit mag hij toelaten dat zelfzucht, hebzucht, trots, jaloezie of een verlangen om wraak te nemen, zijn beweegredenen zijn. Mensen herkennen oprechtheid, gastvrijheid en ware liefde, en reageren op hun beurt door dezelfde eigenschappen aan de dag te leggen. — Luk. 6:38.
Wil deze liefde en dit geven werkelijke vrede bevorderen, dan moeten wij hierin niet bekrompen, partijdig of bevooroordeeld zijn. Wij moeten werkelijke naasten zijn voor alle mensen onder wie wij ons bevinden, ongeacht hun religie, nationaliteit, kleur of sociale status. De apostel Paulus zette uiteen dat dit een christelijk vereiste is. Hij zei: „Streeft naar vrede met alle mensen” en: „Zijt indien mogelijk, voor zover het van u afhangt, vredelievend jegens alle mensen” (Hebr. 12:14; Rom. 12:18). Jezus illustreerde krachtig hoe noodzakelijk het is een goede, liefdevolle, behulpzame naaste voor iedereen te zijn, er tijd voor te nemen om het „goede nieuws” aan allen bekend te maken, krachtsinspanningen in het werk te stellen en materiële goederen te gebruiken om anderen die in nood verkeren, te helpen wanneer de gelegenheid daartoe zich voordoet. Jezus maakte zijn bewering zo krachtig mogelijk door een Samaritaanse man als de goede naaste af te schilderen, want er bestond een algemene vijandschap tussen de joden en de Samaritanen. — Luk. 10:29-37.
Wat te doen indien een dergelijke naastenliefde niet wordt beantwoord? Een christen heeft dit niet in de hand, maar hij kan zelf vredelievend blijven. Indien een ander de vrede wil verstoren of wil strijden, kan een christen naar God opzien voor hulp om zijn evenwicht te bewaren en wraak te vermijden. De bijbelse raad luidt: „Vergeldt niemand kwaad met kwaad. . . . Wreekt uzelf niet, geliefden, maar geeft plaats aan de gramschap” (Rom. 12:17-19). Indien er werkelijk gevaar dreigt, stelt een christen vertrouwen in God dat hem geen blijvende schade kan overkomen. Dit vertrouwen bracht de apostel Paulus tot uitdrukking, door te zeggen: „Ik ben ervan overtuigd dat noch dood noch leven, noch engelen noch regeringen . . . noch krachten . . . noch enige andere schepping ons zal kunnen scheiden van Gods liefde, die in Christus Jezus, onze Heer, is.” — Rom. 8:38, 39.
WERELDVREDE
’Maar’, zo vraagt iemand wellicht, ’hoe zal zo’n vredige levenswijze die slechts door een paar mensen wordt gevolgd, WERELDVREDE tot stand brengen?’ Onze persoonlijke vrede op zich zal dit ook niet bewerken. De God van christenen is echter „de God die vrede geeft” en Christus Jezus is de „Vredevorst” (Rom. 16:20; 1 Kor. 14:33; Jes. 9:6). Degenen die absoluut geen vrede wensen, die vredeverstoorders blijven, degenen die alleen maar vrede hebben wanneer zij aan de macht zijn, moeten van de aarde worden verwijderd. God zegt dat hij ’degenen zal verderven die de aarde verderven’, evenals hij dat voorheen, ten tijde van de wereldomvattende vloed van Noachs dagen, heeft gedaan (Openb. 11:18; Gen. 6:12, 13). Er moet een prijs voor de vrede worden betaald, en die prijs is volgens de bijbel dat „de goddeloze . . . een losprijs [is] voor de rechtvaardige; en wie verraderlijk handelt, neemt de plaats in van de oprechten” (Spr. 21:18). God zal alle goddelozen vernietigen.
De Vredevorst, Gods koning over de gehele aarde, zal een eind maken aan alle nationale conflicten. Net zoals God zijn volk Israël in de oudheid beschermde, zo zal hij, door bemiddeling van zijn aangestelde Koning, zijn volk over de gehele aarde beschermen, en voorgoed. De 46ste psalm, waarin wordt verhaald hoe God Jeruzalem tegen vijandige natiën rondom beschermde, geeft een voorbeeld van wat hij ten behoeve van alle vredelievenden zal doen. Daar staat: „Jehovah der legerscharen is met ons; de God van Jakob is ons een veilige hoogte. . . . Komt, aanschouwt de activiteiten van Jehovah, hoe hij verbazingwekkende gebeurtenissen op de aarde heeft gesteld. Hij doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde. De boog verbreekt hij en hij slaat de speer werkelijk aan stukken; de wagens [voor gebruik in de strijd] verbrandt hij in het vuur.” — Ps. 46:7-9.
Wanneer er vrede en harmonie op aarde heersen, kunnen werken die de aarde ten goede komen, ongehinderd worden uitgevoerd, zullen de rijkdommen van de gemeenschap niet voor oorlogsdoeleinden worden opgeslokt en zal de nadruk volledig op nuttige projecten worden gelegd. De rijke opbrengst van de aarde zal niet verspild worden. Wat de individuele persoon betreft, deze kan zijn talenten en bekwaamheden ontplooien en overvloedig tot het algemene welzijn van anderen bijdragen. Alleen wanneer vrede met God tot stand is gebracht, kan ware wereldvrede bewerkstelligd en gehandhaafd worden. Een dergelijke toestand van harmonie tussen God en de mens wordt in de 85ste psalm met de volgende woorden beschreven: „Wat liefderijke goedheid en trouw betreft, ze hebben elkaar ontmoet; rechtvaardigheid en vrede — ze hebben elkaar gekust. Louter trouw zal uit de aarde zelf spruiten, en louter rechtvaardigheid zal uit de hemel zelf neerzien. Ook zal Jehovah van zijn zijde geven wat goed is, en ons eigen land zal zijn opbrengst geven.” — Ps. 85:10-12.
Indien u vrede liefhebt, kunt u zich thans in vrede met God en met medechristenen, alsook in een mate van vrede met anderen verheugen, als een voorproefje van de algehele vrede die binnenkort in Gods nieuwe ordening zal heersen. Vrede met God is dus een eerste vereiste om vrede te hebben met anderen van hetzelfde geloof en, voor zover het van u afhangt, met alle mensen. God geeft de verzekering dat de volmaakte, blijvende vrede op Zijn bestemde tijd zal komen, en wel binnenkort, nadat hij ’degenen ten verderve heeft gebracht die de aarde verderven’. — Openb. 11:18.
[Illustratie op blz. 8]
Gods Woord wijst de weg naar vrede met hem
[Illustratie op blz. 9]
Wij kunnen het „goede nieuws van vrede” met onze naaste delen