Wat is er met de christelijke waakzaamheid gebeurd?
„HETGEEN Ik u zeg, dat zeg Ik allen: Waakt.” Die woorden van Jezus Christus hebben oprechte christenen door de eeuwen heen luid en duidelijk in de oren geklonken. Maar hoeveel leden van de Rooms-Katholieke en de Oosters-Orthodoxe Kerk of van de voornaamste protestantse kerken klinkt die elektriserende waarschuwing nu nog steeds luid en duidelijk in de oren? — Mark. 13:37, Statenvertaling.
Waarom moesten christenen waakzaam zijn? Jezus had vlak daarvoor verklaard: „Waakt . . ., want gij weet niet wanneer de meester van het huis komt, . . . zodat hij, wanneer hij plotseling komt, u niet slapende vindt” (Mark. 13:35, 36). Jezus’ discipelen moesten dus waakzaam zijn ten aanzien van de komst van hun Meester, dat wil zeggen, Christus’ komst.
Wat zou het doel van Jezus’ komst zijn? Zijn bevel tot waakzaamheid werd gegeven als onderdeel van zijn antwoord op deze scherpomlijnde vraag van zijn discipelen: „Wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen [„de voleinding der wereld”, SV]?” (Matth. 24:3) Volgens een parallel verslag verklaarde Christus, na een uit vele onderdelen bestaand teken te hebben gegeven: „Dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk met kracht en grote heerlijkheid. Als nu deze dingen beginnen te geschieden, richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabijkomt. . . . Wanneer gij deze dingen ziet geschieden, weet dan dat het koninkrijk Gods nabij is.” — Luk. 21:27-31.
Goede redenen voor waakzaamheid
Daarmee gaf Jezus Christus zijn discipelen goede redenen om geestelijk waakzaam te blijven uitzien naar de vervulling van „het teken”. Die vervulling zou betekenen dat hun Meester onzichtbaar ’tegenwoordig’ was, want als zijn tegenwoordigheid zichtbaar was, zou er geen teken nodig zijn. Zijn tegenwoordigheid in de geest zou echter ook betekenen dat voor deze goddeloze „wereld” of dit „samenstel van dingen”, het „besluit” of de tijd van het einde was begonnen. En voor christenen zou het betekenen dat hun ’bevrijding nabijkwam’. Ja, het zou betekenen dat „het koninkrijk Gods nabij is”.
Is dit niet juist het wezen van de christelijke hoop? Werd alle christenen niet geleerd juist daarom te bidden, namelijk: „Onze Vader die in de hemel zijt, uw Naam worde geheiligd; uw Rijk kome, uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel”? (Matth. 6:9, 10, Willibrordvertaling) Moeten katholieken die hun paternoster opzeggen of lidmaten van andere kerken die het Onze Vader bidden dan logischerwijs niet waakzaam uitzien naar de vervulling van hun gebed? Of zou het kunnen zijn dat de leringen van hun kerken dat gebed grotendeels van zijn betekenis hebben beroofd, zodat hun maar weinig rest om waakzaam naar uit te zien?
Waarom velen niet waakzaam meer zijn
Christenen moesten uitzien naar het teken van Christus’ tegenwoordigheid (Grieks: parouʹsia, in veel bijbelvertalingen met „komst” weergegeven). Waarom? Omdat dit zou betekenen dat het koninkrijk Gods, hun eigen bevrijding en het einde van „de wereld” of van het huidige goddeloze „samenstel van dingen” nabij zouden zijn. De verschillende kerken der christenheid hadden hun lidmaten moeten helpen om geestelijk waakzaam te blijven, zodat zij niet slapend aangetroffen zouden worden als de Meester kwam. Hebben de kerken zich in dit opzicht van hun taak gekweten?
Een wetenschappelijk naslagwerk verklaart: „Naarmate de tijd verstreek zonder dat de parousia plaatsvond, werd deze wat de kerk betreft steeds verder weggeschoven in de toekomst en liep ze uiteindelijk gevaar als artikel des geloofs helemaal te worden afgedankt.” — The New International Dictionary of New Testament Theology.
Dit is in feite ook gebeurd. De kerken der christenheid hebben de brui gegeven aan de christelijke waakzaamheid die Jezus’ discipelen volgens zijn gebod nooit mochten veronachtzamen. Ze zien niet langer gespannen uit naar Christus’ tegenwoordigheid en de komst van Gods koninkrijk. Ze hebben de verwachting van „het besluit van het samenstel van dingen” of van „de voleinding der wereld” weggeredeneerd.
De Franse eendelige encyclopedie QUID 1984 geeft een definitie van de huidige religieuze opvatting over het einde der wereld. Onder „Kenmerken van het katholieke geloof” staat: „De Kerk blijkt het einde der Wereld momenteel te definiëren als de individuele beproeving waarvoor iedereen bij zijn dood komt te staan.” The New Encyclopædia Britannica laat zien dat de omvang van het probleem nog groter is: „De meer gevestigde christelijke kerken hebben de eschatologie [leer der „laatste dingen”] afgeschreven als zinloos of als een onbeduidende mythe.”
Wat is dus het verrassende maar onvermijdelijke antwoord op de vraag „Wat is er met de christelijke waakzaamheid gebeurd?” „De meer gevestigde christelijke kerken”, namelijk de Rooms-Katholieke Kerk, de Oosters-Orthodoxe Kerk en de voornaamste protestantse kerken, hebben haar de doodsteek toegebracht. De schuld ligt niet bij de lidmaten van deze kerken, maar velen van hen vragen zich misschien af hoe en waarom hun kerk de christelijke verwachting van Christus’ tegenwoordigheid, de komst van Gods koninkrijk en het einde van het huidige goddeloze samenstel van dingen heeft weggeredeneerd. De historische feiten die hiertoe hebben geleid, zullen in het volgende artikel worden beschouwd.