Vrede van God — Wanneer?
’De God die vrede geeft, zal Satan binnenkort onder uw voeten verbrijzelen.’ — ROMEINEN 16:20.
1, 2. (a) Wat heeft een hindoewijsgeer gezegd over oorlog en vrede? (b) Wie zijn de gelukkigen die zich in vrede van God kunnen verheugen?
„INDIEN de waanzinnige bewapeningswedloop voortduurt, kan het niet anders of er komt een slachtpartij uit voort die zijn weerga in de geschiedenis niet heeft. Indien er een overwinnaar overblijft, zal juist die overwinning een levende dood zijn voor de natie die als overwinnaar te voorschijn komt.” Deze voorspelling, die in 1938 door Mohandas Gandhi werd gedaan, wierp werkelijk een blik in de verre toekomst.
2 Voordien, in 1931, had Gandhi tot een Britse onderkoning gezegd: „Wanneer uw land en mijn land het op basis van de leringen die Christus in deze Bergrede heeft vastgelegd, eens zouden worden, zouden niet alleen de problemen van onze landen, maar ook die van de gehele wereld opgelost zijn.” Zoals door de hindoewijsgeer te kennen werd gegeven, wijst de door Jezus gehouden rede de weg naar blijvende vrede. In die rede zei Christus: „Gelukkig zijn de vredelievenden, want zij zullen ’zonen van God’ worden genoemd” (Matthéüs 5:9). Vele „zonen” verheugen zich thans in vrede van God. Mettertijd zullen alle zachtmoedigen der aarde „heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede” (Psalm 37:11). Maar kunnen wij op deze uitkomst vertrouwen?
3. Waarom is er in deze tijd geen werkelijke vrede op aarde?
3 In deze tijd hangt de mensheid het schrikbeeld van wereldvernietiging boven het hoofd. In een recente studie wordt verklaard: „De opperste absurditeit is de $3-4.000.000.000.000 (3 tot 4 biljoen dollar) die sedert de Tweede Wereldoorlog zijn uitgegeven om een kernwapenarsenaal aan te leggen dat, indien het wordt gebruikt, alle mensen op de gehele aarde zou vernietigen. . . . De megatonnen die in de kernwapenarsenalen liggen opgeslagen, zijn voldoende om 58 miljard mensen te doden, ofte wel iedereen die thans leeft 12 maal te doden.”a Niettemin blijft de waanzinnige bewapeningswedloop in versneld tempo doorgaan. Ja, waanzinnig of, om het in het Engels te zeggen, MAD — want dat zijn de beginletters van het wankele fundament waarop de supermachten hun zogenaamde vrede in evenwicht trachten te houden: Mutually Assured Destruction, dat wil zeggen wederzijds gegarandeerde vernietiging. Dit is beslist geen vrede van God.
4. (a) Welk beeld laat de wereld thans zien? (b) Doch welke krachtige hoop koesteren aanbidders van Jehovah?
4 In elk opzicht laat deze wereld een droevig beeld zien. Nooit tevoren heeft de mensenmaatschappij meer politieke corruptie, meer misdadig geweld, meer economische problemen, of meer godloosheid en religieuze verwarring moeten verduren dan in dit huidige tijdperk. Nog nooit heeft de mensheid in zo sterke mate ondervonden dat „de gehele schepping tot nu toe voortdurend te zamen zucht en te zamen pijn lijdt”. Toch belooft God dat zijn menselijke schepping „vrijgemaakt zal worden van de slavernij des verderfs en de glorierijke vrijheid van de kinderen Gods zal hebben” (Romeinen 8:21, 22). De vredelievende mensen die de God van de bijbel, de Soevereine Heer Jehovah, aanbidden, krijgen de vaste verzekering dat zij die vrijheid zullen binnengaan. Het zal een vrijheid zijn die stevig geworteld is in ware vrede, eeuwige vrede (Ezechiël 37:26-28). Maar wanneer en hoe zal die vrede komen?
Gods zienswijze omtrent ’tijden en tijdperken’
5. Welke vraag rijst er in verband met 1 Thessalonicenzen 5:1?
5 De apostel Paulus had de christenen in Thessaloníka vertroost door uiteen te zetten hoe de opstanding in verband staat met „de tegenwoordigheid van de Heer” Jezus. Vervolgens zegt hij: „Wat nu de tijden en de tijdperken betreft, broeders, daarover behoeft u niets geschreven te worden.” — 1 Thessalonicenzen 4:15; 5:1.
6. Hoe weten wij dat ’tijden en tijdperken’ belangrijk zijn voor God?
6 Wordt door de woorden van de apostel te kennen gegeven dat ’tijden en tijdperken’ niet belangrijk zijn voor God? Volstrekt niet! (Prediker 3:1) Toen aan het einde van 69 jaarweken „de volledige tijdgrens was gekomen, zond God zijn Zoon uit”. En Jezus’ bediening duurde drie en een half jaar — van 29 G.T. tot 33 G.T. — juist zoals was voorzegd (Galaten 4:4; Daniël 9:24-27). Precies aan het einde van „de bestemde tijden der natiën” in 1914 werd Jezus als Koning in „het hemelse Jeruzalem” geïnstalleerd (Lukas 21:24; Hebreeën 12:22; Ezechiël 21:27; Daniël 4:31, 32). De „grote verdrukking” zal ook komen op de door Jehovah bepaalde tijd, op „die dag en dat uur”. Ze „zal niet te laat komen”. — Matthéüs 24:21, 36; Habakuk 2:3.
7. Waarom hoefde Paulus de Thessalonicenzen niet over ’tijden en tijdperken’ te schrijven?
7 Op dit punt van de bespreking gekomen, hoefde Paulus echter niet over „de tijden en de tijdperken” te schrijven. Die christenen in Thessaloníka waren er reeds van overtuigd dat het ’tijdperk’ waarin zij leefden het besluit vormde van het joodse samenstel van dingen, dat zo’n twintig jaar later, in 70 G.T., zou eindigen. Hun blakende ijver en „vreugde van heilige geest” waren voorbeeldig (1 Thessalonicenzen 1:4-7). Insgelijks zijn Jehovah’s Getuigen in deze tijd zich er volledig van bewust dat de wereldoorlogen en andere bedroevende gebeurtenissen sinds 1914 „het teken” vormen van Jezus’ onzichtbare tegenwoordigheid in Koninkrijksmacht en heerlijkheid. — Matthéüs 24:3-8; 25:31.
8. Waarom moeten wij wakker en actief blijven?
8 Vervolgens geeft de apostel zijn medechristenen de verzekering: „Want gij weet zelf heel goed dat Jehovah’s dag precies zo komt als een dief in de nacht” (1 Thessalonicenzen 5:2). Hoewel wij niet het precieze tijdstip weten, komt die dag voor de voltrekking van het oordeel steeds dichterbij. Hij zal onverhoeds, plotseling, op Gods bestemde uur komen. Daarom moeten wij wakker en actief blijven. — Lukas 21:34-36.
Een opzienbarende roep om vrede
9. (a) Welke roep zal worden gehoord, en waarom doen ware christenen daar niet aan mee? (b) Wie doen deze roep weerklinken, en hoe kunnen zij vergeleken worden met de regeerders in Jeremia’s tijd?
9 „Vrede en zekerheid [veiligheid]!” Paulus waarschuwt ons hier voor de proclamatie die op het hoogtepunt van Christus’ „tegenwoordigheid” zal worden gehoord (1 Thessalonicenzen 5:3, WV). Zullen wij die roep spoedig horen? Waar zou zo’n roep om vrede en zekerheid voor de wereld vandaan komen? Klaarblijkelijk niet uit het midden van Christus’ volgelingen, want Jezus heeft gezegd dat noch zij, noch zijn koninkrijk een „deel van de wereld” vormen (Johannes 15:19; 17:14, 16; 18:36). Degenen die deze roep doen weerklinken, moeten derhalve wereldlingen zijn die gekant zijn tegen het toekomstige koninkrijk van God. Zij vormen een deel van de wereld die „in de macht [ligt] van de goddeloze”, Satan de Duivel (1 Johannes 5:19). Evenals de politieke en religieuze leiders in Jeremia’s tijd zullen zij „het visioen van hun eigen hart” spreken door te zeggen: „Vrede zult gij krijgen”, waarmee zij ten onrechte betogen dat een dergelijke vrede van God afkomstig is. Hoe leugenachtig zal hun bewering blijken te zijn! — Jeremia 23:16, 17, 19, 20.
10. Welke opeenvolging van gebeurtenissen heeft tot de huidige wereldsituatie geleid?
10 Een opeenvolging van gebeurtenissen stuurt op deze roep „Vrede en veiligheid!” aan. Het was in 1920, na het einde van de Grote Oorlog, thans bekend als de Eerste Wereldoorlog, dat de Volkenbond werd opgericht. Het doel van deze Bond was, oorlog voor eeuwig van de aarde te bannen. Doch de Tweede Wereldoorlog stortte de Bond in een afgrond. Op 24 oktober 1945 werd deze organisatie weer tot leven gebracht en onder een nieuwe naam, de Verenigde Naties, rees ze uit haar as omhoog. (Vergelijk Openbaring 17:8.) Haar voornaamste doelstelling is „internationale vrede en veiligheid te handhaven”. Haar oprichters brachten het vaste besluit tot uitdrukking „komende geslachten te beveiligen tegen de oorlogsgesel”. Zijn de VN erin geslaagd een dergelijke vrede en veiligheid te verzekeren?
11. Hoe ernstig is de crisis waar de wereld zich tegenover gesteld ziet?
11 Hoe oprecht enkelen van de oprichters van de VN ook geweest mogen zijn, dat lichaam is er net zomin als zijn voorloper, de Volkenbond, in geslaagd de in zijn statuten tot uitdrukking gebrachte doeleinden te verwezenlijken. De wereld zit nu op een kruitvat van kernwapens. Het ongeluk dat zich in april 1986 in Tsjernobyl (USSR) heeft voorgedaan, als gevolg waarvan er in een groot deel van Europa radioactieve neerslag is geweest, laat zien dat kernenergie, zelfs wanneer ze voor vredige doeleinden wordt gebruikt, vreselijke potentiële gevaren in zich bergt. Enkele natiën in de Stille Zuidzee trachten hun gebied als een kernwapenvrije zone te handhaven. Doch indien er ooit een totale kernoorlog zou losbarsten, zouden er nergens overlevenden zijn.
Is „vrede en veiligheid” mogelijk?
12. Welke afkondiging hebben de VN voor 1986 gedaan, en hoe hebben de natiën erop gereageerd?
12 In het volledige besef van de steeds ernstiger wordende crisis hebben de VN 1986 tot het Internationale Jaar van de Vrede uitgeroepen. De natiën hebben hier verschillend op gereageerd. De meeste natiën hebben op de een of andere wijze steun verleend aan dit vredesjaar van de VN, maar ze wijzen op een kernoorlog als de dreigende schaduw die over de vrede hangt. Ondertussen blijven over de gehele aarde mini-oorlogen aan de gang, ongeveer 150 sinds de Tweede Wereldoorlog, met een gezamenlijk dodental dat de dertig miljoen overschrijdt. Kan er worden gezegd dat welke natie maar ook werkelijk het initiatief heeft genomen om te handelen overeenkomstig de beroemde woorden uit Jesaja 2:4 die op imposante wijze in de muur op de plaza van de VN gegrift staan?
13. Welke steun hebben religieuze leiders gegeven?
13 De religies van de wereld hebben zich wat het verlenen van steun aan het door de VN afgekondigde Jaar van de Vrede betreft, niet onbetuigd gelaten. Paus Johannes Paulus II riep 1 januari uit tot Wereldvredesdag en drong er bij regeringshoofden op aan in het leiderschap te voorzien dat nodig zou zijn voor het tot stand brengen van een basis voor universele vrede. Hij riep ook alle geloofsrichtingen van de wereld op om gedurende het Internationale Jaar van de Vrede in Assisi (Italië) voor gebed bijeen te komen. De aartsbisschop van Canterbury, het hoofd van de Anglicaanse Kerk, en ook boeddhistische groepen juichten deze uitnodiging toe. De Wereldraad van Kerken vaardigde een verklaring uit over het Internationale Jaar van de Vrede waarin erop aangedrongen werd onmiddellijk met kernontwapening te beginnen.
14. Alleen wanneer kan een vredesproject succesvol zijn?
14 Doch wat is in deze kwestie van het tot stand brengen van „vrede en veiligheid” de wil van „de God die vrede geeft”? Blijkt uit Gods profetische Woord dat onvolmaakte mensen en natiën deze wereld vrede en zekerheid kunnen brengen? Verre van dat! „Stellig succes” zal alleen tot stand komen wanneer Jehovah in overeenstemming met zijn rechtvaardigheid en tot zijn lof tot handelen overgaat. — Jesaja 55:11; 61:11.
„Plotselinge vernietiging” staat voor de deur
15. Welke opzienbarende aankondiging doet Paulus vervolgens?
15 De apostel Paulus vertelt ons wat er op het punt staat te gebeuren. Hij zegt: „Wanneer zij zeggen: ’Vrede en zekerheid [veiligheid, WV]!’ dan zal een plotselinge vernietiging ogenblikkelijk over hen komen zoals het barenswee over een zwangere vrouw, en zij zullen geenszins ontkomen.” — 1 Thessalonicenzen 5:3.
16. Waarom zijn de wegen van de natiën niet Gods wegen?
16 Wanneer wij deze woorden voor het eerst lezen, schijnen ze ons wellicht schokkend toe. Maar de bijbel maakt de kwestie duidelijk. De wegen van de natiën in deze tijd zijn niet Gods wegen (Jesaja 55:8, 9). De reden waarom hij de verscheidene vormen van menselijke heerschappij nog toestaat aan de macht te blijven is, antwoord te kunnen geven op een strijdvraag die de listige Slang, Satan de Duivel, zo’n 6000 jaar geleden opwierp. Toen Satan onze eerste ouders ertoe overhaalde voor onafhankelijkheid van God te kiezen, trok hij in twijfel of de mensheid Gods heerschappij wel werkelijk nodig heeft. — Genesis 3:4, 5.
17. Welk bericht is door menselijke heerschappij opgebouwd, en wat wordt hierdoor bewezen?
17 In de millennia die daarop volgden, heeft God toegelaten dat de mens met elke denkbare menselijke regeringsvorm experimenteerde. Elke soort van menselijke heerschappij, of ze nu enkele jaren of honderden jaren heeft bestaan, heeft op miserabele wijze gefaald ware vrede en zekerheid tot stand te brengen. Oorlog, misdaad, terreur en de dood zijn onder elke menselijke bestuursvorm het nimmer eindigende lot der mensheid geweest. Door de hele geschiedenis heen ’heeft de ene mens over de andere geheerst tot diens nadeel’ (Prediker 8:9). In deze tijd is het niet anders. Een ieder die zich bewust is van de kwestie waar het om gaat, kan nu hetzelfde zeggen als Gods profeet: „Ik weet heel goed, o Jehovah, dat het niet aan de aardse mens is zijn weg te bepalen. Het staat niet aan een man die wandelt, zelfs maar zijn schrede te richten.” — Jeremia 10:23.
18. Waarom is de door de natiën geuite roep van „Vrede en veiligheid” vergeefs?
18 Nu is de tijd nabij om de strijdvraag eens en voor altijd te beslechten. Alleen goddelijke heerschappij kan de mensheid ware vrede en zekerheid brengen. Wanneer de natiën „vrede en veiligheid” roepen, kiezen ze echter niet voor goddelijke heerschappij. Ze willen hun heerschappij voortzetten overeenkomstig hun eigen trotse ideologieën. Maar de tijd is kort geworden! De natiën bemerken dat er iets drastisch gedaan moet worden. Anders zullen allen in de een of andere nucleaire holocaust ten onder gaan. Ze zullen dus doen wat Jeremia voorzei: „Zij trachten de breuk van mijn volk oppervlakkig te genezen door te zeggen: ’Er is vrede! Er is vrede!’ terwijl er geen vrede is.” Doch het zal vergeefs zijn! — Jeremia 6:14; 8:11, 15.
Het geprofeteerde einde
19. Hoe zal „Jehovah’s dag” losbreken?
19 De apostel Paulus heeft het over een „plotselinge vernietiging” die „ogenblikkelijk” komt. En Gods profeet Jesaja zegt: „Zie! Zelfs hun helden hebben het uitgeschreeuwd op de straat, zelfs de vredeboden zullen bitter wenen” (Jesaja 33:7). Op vele plaatsen laat de bijbel zien dat het oordeel dat Jehovah aan goddeloze natiën en mensen voltrekt, snel en onverwacht zal komen — werkelijk „als een dief in de nacht” (1 Thessalonicenzen 5:2, 3; Jeremia 25:32, 33; Zefanja 1:14-18; 2 Petrus 3:10). Wanneer de wereld op een gegeven moment luidkeels bekendmaakt dat ze een bepaald niveau van vrede en veiligheid heeft bereikt, zal „Jehovah’s dag” angstwekkend plotseling losbreken. Gods volk zal de werkelijke betekenis van deze roep „Vrede en veiligheid” hebben onderscheiden en zal zich veilig in de door Jehovah verschafte toevlucht bevinden. — Psalm 37:39, 40; 46:1, 2; Joël 3:16.
20. (a) Door wat voor „beest” worden de VN voorgesteld? (b) Hoe beschouwt Jehovah valse religie, en waarom?
20 In Gods Woord wordt het gedrag van de Volkenbond en zijn opvolger, de Verenigde Naties, vergeleken met het gedrag van „een scharlakengekleurd wild beest” met zeven koppen (een afbeelding van de wereldmachten waaruit het beest is voortgesproten) en tien horens (waardoor de regeringsmachten worden voorgesteld die het beest thans ondersteunen). De bijbel laat zien dat het een politiek „beest” is, te vergelijken met de Britse „leeuw” en de Russische „beer”. Op zijn rug rijdt een vrouw, „Babylon de Grote, de moeder van de hoeren en van de walgelijkheden der aarde” (Openbaring 17:3-8). Hierdoor wordt goed tot uitdrukking gebracht hoe Jehovah valse religie beschouwt, waardoor noch hij, noch zijn rechtvaardige koninkrijk wordt vertegenwoordigd. Ze bedrijft geestelijke hoererij door zich met politiek in te laten. Dat religie zich in de door de wereld ondernomen veldtocht voor vrede en veiligheid met de VN verbindt, is een voorbeeld hiervan. Ze zou ook graag in vrede en veiligheid willen verkeren met betrekking tot Gods oordeelsboodschap die door Jehovah’s Getuigen verkondigd wordt. Met dit oogmerk heeft ze enkele regeringen ertoe weten te brengen de christelijke activiteit van de Getuigen te verbieden. — Psalm 2:1-3.
21. (a) Welk optreden kenmerkt het begin van „Jehovah’s dag”? (b) Wat is vervolgens de finale van de „dag”?
21 Hoe zal „Jehovah’s dag” losbreken? In deze duisterste nacht van de menselijke geschiedenis zal die dag inderdaad „als een dief” komen! Het moment daarvoor is aangebroken op het ogenblik dat God de natiën van het VN-beest zodanig manoeuvreert dat ze zich plotseling tegen de valse religie keren. In een tentoonspreiding van hun lang verborgen haat tegen Babylon de Grote zullen ze haar ontmaskeren en volledig verwoesten. Deze terechtstelling zal zo snel komen dat vroegere politieke minnaars zullen uitroepen: „Wat jammer, wat jammer, gij grote stad, Babylon, gij sterke stad, want in één uur is uw oordeel gekomen!” Doch de natiën en hun legers zullen ook Gods volk aanvallen. Dan zal de Koning der koningen, Jezus Christus, al deze vijanden vernietigen en de aartstegenstander, Satan de Duivel, in de afgrond slingeren. — Openbaring 17:16, 17; 18:10; 19:11-21; 20:1-3; vergelijk Ezechiël 38:11, 16, 18-23.
22. (a) Welk grootse vooruitzicht hebben gelovige mensen in deze tijd? (b) Hoe kan vrede van God u ten deel vallen?
22 Eindelijk zal er ware vrede en zekerheid onder Gods koninkrijk bloeien! (Psalm 72:1, 7; Jesaja 9:6, 7) Wij zijn blij dat velen in deze tijd die ’wakker blijven en hun zinnen bij elkaar houden’ die tijd zullen meemaken (1 Thessalonicenzen 5:4-6). „Een grote schare . . . uit alle natiën”, die geloof oefent in Jehovah’s loskoopvoorziening door bemiddeling van Christus, zal uit „de grote verdrukking” worden gered teneinde zich in eeuwige vrede van God te verheugen (Openbaring 7:9-17; 21:3, 4). Moge u tot hen behoren!
[Voetnoten]
a De publikatie World Military and Social Expenditures 1985.
Hoe zou u antwoorden?
◻ Waarom zijn ’tijden en tijdperken’ belangrijk voor God en voor ons?
◻ Hoe dienen wij de nadering van „Jehovah’s dag” te beschouwen?
◻ Wie doen mee aan de roep die in 1 Thessalonicenzen 5:3 opgetekend staat, en wanneer?
◻ Voor welke gewichtige gebeurtenissen vormt die roep het startsein?