Een geloof opbouwen dat bergen kan verzetten
„IK HEB geloof! Kom mij te hulp waar ik in geloof te kort schiet!” Dit waren de woorden van de radeloze vader van de epileptische jongen uit het voorgaande artikel (Markus 9:24). Misschien geeft deze uitspraak ook uw gevoelens weer. Zo ja, wees er dan van verzekerd dat u daarin niet alleen staat. De huidige toestanden in de wereld werken het in de hand dat het geloof in God en zijn Woord bij velen taant. Atheïstische filosofie, materialisme, crisissen in de kerken en de angstwekkende toename in geweld zijn allemaal factoren die ertoe bijdragen dat het ware geloof wordt ondermijnd. Zeer terecht stelde Jezus dan ook de vraag: „Wanneer de Zoon des mensen gekomen is, zal hij dan werkelijk het geloof op aarde vinden?” — Lukas 18:8.
Bij een bepaalde gelegenheid smeekten zelfs Jezus’ apostelen: „Geef ons meer geloof.” Maar in plaats van hen door een wonder meer geloof te geven, zei hij: „Indien gij geloof hadt ter grootte van een mosterdzaadje, zoudt gij tot deze zwarte moerbeiboom zeggen: ’Word ontworteld en in de zee geplant!’ en hij zou u gehoorzamen” (Lukas 17:5, 6). Hoe kunnen wij dus meer geloof krijgen?
Geloof opbouwen
De apostel Paulus schreef: „Hoe zullen zij . . . geloof stellen in hem van wie zij niet hebben gehoord? Hoe zullen zij vervolgens horen zonder dat iemand predikt? . . . Zo volgt dus het geloof op hetgeen wordt gehoord. En hetgeen wordt gehoord, is op zijn beurt door middel van het woord omtrent Christus” (Romeinen 10:14-17). Hieruit volgt dat wij, indien wij meer geloof willen hebben, moeten horen en kennis van de Schrift in ons moeten opnemen. Dat heeft ook de al eerder genoemde man met de verlamde ledematen gedaan. Jehovah’s Getuigen bestudeerden de bijbel met hem, hij verkreeg geloof en paste vervolgens het geleerde in zijn dagelijkse leven toe. Zo vond hij het geloof dat de op een berg gelijkende hindernis in zijn leven uit de weg wist te ruimen.
Het kost tijd om de overtuigende bewijzen waarop het geloof is gebaseerd, bijeen te zamelen (Hebreeën 11:1). En het kost moeite. Bent u bereid er op geregelde basis tijd en moeite aan te besteden om de bewijzen bijeen te zamelen die nodig zijn om geloof op te bouwen?
„Bouwstenen” voor geloof
Het opbouwen van geloof is te vergelijken met het optrekken van een gebouw. Zelfs de grootste bouwwerken bestaan uit afzonderlijke bouwstenen. Iedere steen krijgt een plaats tussen honderden andere stenen, opdat het gebouw de nodige stabiliteit zal hebben om zowel hevige stormen als de tand des tijds te kunnen doorstaan. Ook geloof berust op afzonderlijke met „bouwstenen” overeenkomende bewijzen die elk zorgvuldig in een bepaald verband worden geplaatst ten opzichte van andere bewijzen. Iedere „steen” zal een bijdrage leveren aan het materiaal dat bewijst dat God bestaat, dat hij de Schepper van alle dingen is en dat hij een voornemen heeft waarbij zijn menselijke schepping betrokken is. Wat zijn deze „bouwstenen” nu precies?
Kijk in de eerste plaats eens naar uw eigen lichaam. Ziet u in bijvoorbeeld uw fantastische hersenen — een orgaan dat de wetenschap in haar stoutste dromen niet kan hopen na te bootsen — niet het overtuigende bewijs dat er een Schepper bestaat? Kunt u net als de psalmist zeggen: „Ik [ben] op een vrees inboezemende wijze wonderbaar . . . gemaakt”? (Psalm 139:14) Zo ja, dan hebt u alvast één „bouwsteen” voor uw geloof.
Ziet u verdere bewijzen voor een liefdevolle Schepper in de oneindige verscheidenheid en schoonheid van bomen, planten en bloemen? Kunt u zulke bewijzen zien in landdieren, vogels en zeedieren, en in zowel hun onderlinge afhankelijkheid als in hun nut voor de mensheid? Als wij bereid zijn te luisteren, kunnen wij ze allemaal horen uitroepen: ’God bestaat!’ — Romeinen 1:20.
Niettemin is geloof in het bestaan van de Schepper niet voldoende. Om vragen over hem en zijn voornemens te kunnen beantwoorden, hebben wij een van deze onzichtbare, alwijze God afkomstige openbaring nodig. En die hebben wij! Waar? In de bijbel. Maar velen achten deze bron van inlichtingen minder betrouwbaar dan de zichtbare schepping om ons heen.
Er zijn echter onweerlegbare bewijzen, overtuigende bewijzen, te over dat de bijbel een door God geïnspireerd boek is. De onderlinge harmonie tussen de schrijvers bijvoorbeeld — in totaal zo’n veertig in een tijdsbestek van zestien eeuwen — is een bewijs dat er één Auteur is, Jehovah God. Ook hebben de bevindingen van de ware wetenschap en de archeologie telkens opnieuw bewezen dat de bijbel authentiek en betrouwbaar is. De astronoom Robert Jastrow schreef bijvoorbeeld: „De details verschillen, maar de essentiële elementen in het astronomische en het bijbelse verhaal van de oorsprong, de genesis, zijn hetzelfde: de keten van gebeurtenissen die tot de mens leidde, begon plotseling, op een scherp begrensd moment in de tijd, in een flits van licht en energie.”
Laten wij slechts één voorbeeld beschouwen van de wijze waarop de archeologie het bijbelse verslag heeft bevestigd. In 2 Koningen 18:13-15 lezen wij: „In het veertiende jaar van koning Hizkía trok Sanherib, de koning van Assyrië, op tegen alle versterkte steden van Juda en veroverde ze vervolgens.” Bij die gelegenheid „legde de koning van Assyrië Hizkía, de koning van Juda, driehonderd talenten zilver en dertig talenten goud op”. Als bevestiging hiervan ontdekte de archeoloog A. H. Layard in de negentiende eeuw het zogenoemde prisma van koning Sanherib. De in spijkerschrift opgestelde tekst luidt: „Wat Hizkía, de jood, betreft, die zich niet aan mijn juk onderwierp, ik belegerde 46 van zijn sterke, ommuurde steden, . . . en nam ze in. . . . Ik verhoogde de vroegere schatting en legde hem als hun jaarlijkse betaling een belasting op . . . dertig talenten goud en achthonderd talenten zilver.” Een opmerkelijke bevestiging van het bijbelse verslag, met als enige verschil het bedrag van de schatting aan zilver!
Andere „bouwstenen” voor het opbouwen van geloof
De markantste „bouwstenen” zijn die welke worden verschaft door de vervulling van bijbelse profetieën. Een profetie is een voorzegging van een toekomstige gebeurtenis. Wanneer die gebeurtenis zich voordoet, krijgt de profetie daarmee het waarmerk van echtheid. Zulke profetieën gaan de menselijke vermogens te boven, en terecht verklaart de bijbel: „Nooit werd profetie door de wil van een mens voortgebracht, maar mensen hebben van Godswege gesproken zoals zij door heilige geest werden meegevoerd” (2 Petrus 1:21). Een beschouwing van enkele van deze bijbelse profetieën is beslist geloofversterkend.
Omstreeks 732 v.G.T. voorzei Jesaja dat Babylon door de Meden en de Perzen ten val zou worden gebracht, en noemde zelfs de naam van de veroveraar, Cyrus. Het opmerkelijke is dat deze profetie ongeveer 200 jaar voordat Cyrus Babylon innam, werd uitgesproken! In een bepaald gedeelte van de profetie wordt Jehovah genoemd als Degene „die tot de waterdiepte zegt: ’Verdamp; en al uw rivieren zal ik droogleggen.’” Er werd voorzegd dat God ’voor Cyrus uit de deuren met dubbele vleugels zou openen, zodat zelfs de poorten niet gesloten zouden zijn’. „De koperen deuren zal ik verbreken en de ijzeren grendels stukslaan”, zei Jehovah, „en ik wil u de schatten in de duisternis geven” (Jesaja 44:24–45:3). Hoe werd deze profetie vervuld?
Het gebeurde op een nacht dat Babylon en haar vorsten dronken aan het feestvieren waren. Onopgemerkt en onder dekking van de nacht werkte Cyrus’ leger keihard om de wateren van de rivier de Eufraat, die midden door de stad liep, om te leiden. Hierdoor konden de soldaten via de rivierbedding Babylon binnenkomen. Terwijl er feestgevierd werd, had men de poorten langs de rivier achteloos opengelaten. Vandaar dat de Meden en de Perzen Babylon met al haar schatten zonder moeite konden innemen. De profetie van Jesaja werd tot in de kleinste onderdelen vervuld.
Het heeft Jehovah God ook goedgedacht Jezus Christus tot het middelpunt te maken van veel profetieën waarin bijzonderheden werden voorzegd over zijn geboorte, leven, bediening en dood. Sommige van die profetieën werden eeuwen van tevoren opgetekend. Er werd bijvoorbeeld voorzegd dat hij geboren zou worden in de stam Juda, uit de familie van David (Genesis 49:10; Jesaja 11:1, 2) en in de stad Bethlehem (Micha 5:2). Een van zijn intieme metgezellen zou ontrouw worden en hem voor dertig zilverstukken verraden (Psalm 41:9; Zacharia 11:12). Over zijn kleding zou het lot geworpen worden (Psalm 22:18). Hij zou doorstoken worden, maar niet één van zijn beenderen zou gebroken worden (Zacharia 12:10; Psalm 34:20). In Daniël 9:24-27 werd voorzegd dat Jezus als de Messías, of Christus, zou komen na 69 jaarweken, een periode van 483 jaar, gerekend vanaf 455 v.G.T. tot aan Jezus’ doop in 29 G.T. Een halve „week” (drie en een half jaar) later, in 33 G.T., werd Jezus „afgesneden” in de dood, zoals was voorzegd. Ook andere bijzonderheden van de profetie gingen in vervulling.
Dit zijn slechts enkele „stenen” die gebruikt kunnen worden tot opbouw van het geloof dat bergen kan verzetten. Het vergt tijd, moeite en volharding om ze allemaal bijeen te brengen en op hun plaats te leggen. Maar mensen hebben dit gedaan. John uit Santos, in Brazilië, kan getuigen dat het mogelijk is. Enkele jaren geleden stond hij onverschillig tegenover religie en stelde hij geen geloof in de bijbel, al geloofde hij wel dat God bestond. John vond het goed dat een van Jehovah’s Getuigen hem bezocht. Door wekelijkse besprekingen raakte John er ten slotte van overtuigd dat de bijbel niet zo maar een boek is, en uiteindelijk ’nam hij het aan, niet als het woord van mensen, maar, wat het ook inderdaad is, als het woord van God’ (1 Thessalonicenzen 2:13). Het kostte tijd, maar verder studeren in de bijbel hielp John Gods voornemen met betrekking tot de mensheid te begrijpen. Uiteindelijk werd hij in 1970 als een van Jehovah’s Getuigen gedoopt. Als aangestelde ouderling in de gemeente helpt hij nu anderen hun geloof op te bouwen en daaraan vast te houden.
Zou u hulp willen hebben om aan uw geloof te bouwen? Zo ja, bedenk dan dat „geloof [volgt] op hetgeen wordt gehoord. En hetgeen wordt gehoord, is op zijn beurt door middel van het woord omtrent Christus” (Romeinen 10:17). In meer dan 200 landen verbreiden ruim 3.000.000 getuigen van Jehovah ijverig „het woord omtrent Christus” en Gods koninkrijk. Zij zullen u graag helpen om door middel van kosteloze bijbelbesprekingen meer over Gods Woord te leren.
Wees ervan verzekerd dat de tijd die u besteedt aan het luisteren naar „hetgeen wordt gehoord”, welbestede tijd zal zijn. Het kan u helpen een geloof op te bouwen dat bergen verzet. Dit op zijn beurt zou tot eeuwig leven kunnen leiden, „want God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben”. — Johannes 3:16.
[Kader/Illustratie op blz. 7]
„BOUWSTENEN” voor geloof
Waardeer de dingen die Jehovah heeft gemaakt
Aanvaard de bijbel als Gods Woord
Merk op hoe de archeologie en de geschiedenis het bijbelse verslag bevestigen
Beschouw de vervulling van bijbelse profetieën