Vertrouwen in Jehovah leidt tot opdracht en doop
„Vertrouw op Jehovah en doe het goede; verblijf op de aarde en handel met getrouwheid.” — PSALM 37:3.
1. Welk getuigenis van wereldwijze mensen laat zien dat het dwaasheid is op menselijke leiders te vertrouwen?
OP WIE kunnen wij vertrouwen? Op menselijke leiders? Hun bericht laat zien dat het dwaasheid is om op onvolmaakte mensen te vertrouwen. Zelfs wereldwijze mensen erkennen dat feit! Zo heeft het Europese zakentijdschrift Vision eens gezegd dat „het ergste aspect van de huidige situatie is, dat niemand er een uitweg uit weet”. En Robert Heilbroner, een beoefenaar van de economische geschiedenis, merkte op: „Er is nog iets anders dat aan ons knaagt. Het is het vermoeden dat niemand de verantwoordelijkheid draagt, dat niemand is toegerust om de ons bestormende problemen op te lossen.”
2. Wat kan er gezegd worden over de zegeningen van de moderne wetenschap?
2 Toegegeven, mensen hebben op verscheidene terreinen van de wetenschap grote vorderingen gemaakt. Maar is dit alles heilzaam geweest? Neen, dat is het niet. Zoals de schrijver Lewis Mumford zijn lezers onder de aandacht bracht, is „de gedachte dat mechanische en wetenschappelijke vooruitgang parallelle menselijke voordelen zou waarborgen, . . . nu volledig onhoudbaar geworden”. Een toepasselijk voorbeeld is de zure regen, die meren en rivieren verontreinigt en bijdraagt tot de dood van miljoenen bomen. De droeve stand van zaken waarin de wereld verkeert — de toename van misdaad, geweld en terrorisme, van verslaving aan drugs en alcohol en van seksueel overdraagbare ziekten, en de hachelijke economische situatie — getuigt er bovendien allemaal van dat het geen zin heeft ons vertrouwen op menselijke leiders te stellen.
3. Welke raad geeft Gods Woord ten aanzien van de vraag op wie wij ons vertrouwen moeten stellen?
3 Gods Woord geeft ons zeer passend de raad: „Stelt uw vertrouwen niet op edelen, noch op de zoon van de aardse mens, aan wie geen redding toebehoort. Zijn geest gaat uit, hij keert terug naar zijn grond; waarlijk, op die dag vergaan zijn gedachten” (Psalm 146:3, 4). Als wij ons vertrouwen dus niet op mensen kunnen stellen, op wie dan wel? Wij kunnen ons vertrouwen stellen op de Schepper van hemel en aarde, zoals wij lezen: „Gezegend is de fysiek sterke man die op Jehovah vertrouwt, en wiens vertrouwen Jehovah is geworden.” — Jeremia 17:7.
Waarom op Jehovah vertrouwen?
4. Wat zijn Jehovah’s fundamentele eigenschappen, en hoe geven ze ons goede redenen om op hem te vertrouwen?
4 Wij hebben deugdelijke redenen om op Jehovah te vertrouwen. Allereerst kunnen wij ons vertrouwen op hem stellen vanwege zijn fundamentele eigenschappen — liefde, wijsheid, gerechtigheid en macht — en andere schitterende hoedanigheden. Zijn Woord verzekert ons dat hij almachtig is, want een van zijn titels is „God de Almachtige” (Genesis 28:3). Wat geeft ons dat een basis voor vertrouwen! Niemand kan Jehovah met succes weerstaan, en niemand kan zijn voornemens dwarsbomen. Hij is ook de Alwetende. Niet alleen kent hij het eind van het begin af aan, aangezien de toekomst een open boek voor hem is, maar in hem woont ook alle kennis en wijsheid, zoals blijkt uit zijn prachtige scheppingswerken. Nooit heeft hij ook maar één fout gemaakt in al zijn handelingen (Jesaja 46:10; Romeinen 11:33-35). Meer dan dat, Jehovah is volmaakt betrouwbaar, een God van rechtvaardigheid en getrouwheid. Hij kan onmogelijk liegen (Deuteronomium 32:4; Titus 1:2; Hebreeën 6:18). Bovenal is er, aangezien onzelfzuchtige liefde zijn overheersende hoedanigheid is, passend over hem gezegd: „God is liefde.” — 1 Johannes 4:8, 16.
5. Welk bericht vinden wij in Gods Woord als een getuigenis voor zijn betrouwbaarheid?
5 Verder leggen ook Jehovah’s bemoeienissen met de mensheid er getuigenis van af dat hij een betrouwbare God van almacht, wijsheid, gerechtigheid en liefde is. Mozes verzekerde de Israëlieten dat Jehovah het verbond en de liefderijke goedheid in acht neemt in het geval van hen die hem liefhebben en zijn geboden onderhouden (Deuteronomium 7:9). Eerder al had Jehovah de godvrezende Noach en zijn gezin veilig door de grote Vloed heen bewaard. God had de rechtvaardige Lot en zijn twee dochters bevrijd uit de vurige vernietiging van Sodom en Gomorra. Later had God de Israëlieten uit Egypte gevoerd en hun, getrouw aan zijn belofte aan Abraham, het land Kanaän gegeven (Genesis 7:23; 17:8; 19:15-26). En heeft Jehovah geen bevrijding bewerkt voor de drie Hebreeërs die in de vurige oven waren geworpen, alsook ontkoming voor Daniël uit de leeuwekuil? — Daniël 3:27; 6:23.
6. Welke bewijzen uit de moderne tijd hebben wij dat vertrouwen in Jehovah niet misplaatst is?
6 Dat Jehovah iemand is op wie wij ons vertrouwen kunnen stellen, is ook bevestigd door de ervaringen van zijn hedendaagse Getuigen. Adolf Hitler bijvoorbeeld pochte dat hij dat „gebroed” van Jehovah’s Getuigen in Duitsland zou uitroeien. Maar in plaats daarvan werden Hitler en zijn nazi-partij uitgeroeid, en die groep Getuigen is vele, vele malen groter geworden en aangegroeid tot meer dan 119.000. Bovendien leggen letterlijk honderden levensverhalen van Jehovah’s Getuigen die in De Wachttoren en het zustertijdschrift Ontwaakt! zijn verschenen, er op welsprekende wijze getuigenis van af dat Jehovah inderdaad de God is op wie wij kunnen vertrouwen.
Waarom sommigen niet op Jehovah vertrouwen
7. Waarom zei iemand dat hij „een Jehovah’s-Getuigensympathisant” was?
7 En toch, hoe weinigen stellen thans hun vertrouwen op Jehovah! Zelfs velen die hebben vernomen van zijn eigenschappen en daden, laten na hun vertrouwen op hem te stellen. Een artikel dat verscheen in het blad U.S. Catholic (januari 1979) zegt over één zo’n persoon: „Toen de enquêtrice de man naar zijn religieuze voorkeur vroeg, antwoordde hij: ’Ik denk dat ik een Jehovah’s-Getuigensympathisant ben.’ Op de vraag dat wat toe te lichten, legde hij uit: ’Ik geloof in grote trekken wat Jehovah’s Getuigen geloven — maar ik wil mij niet binden.’” Het tijdschrift gaf als commentaar: „Een opgedragen Jehovah’s Getuige ziet geen andere mogelijkheid dan een sterke binding.”
8. Welke fundamentele kenmerken brengen iemand ertoe Jehovah te willen dienen?
8 Waarom willen sommigen zich niet binden? Omdat zij niet de juiste hartetoestand hebben. Men moet „de juiste gezindheid voor het eeuwige leven” bezitten (Handelingen 13:48). Zoals Jezus in zijn gelijkenis van de zaaier opmerkte, hebben degenen die vrucht voortbrengen, het woord der waarheid ontvangen in „een edel en goed hart” (Lukas 8:15). Ja, de waarheid heeft geen aantrekkingskracht voor onoprechte personen. Een grondvereiste is een eerlijk hart. De waarheid van Gods Woord heeft ook geen aantrekkingskracht voor wie trots zijn. Er is een nederige houding nodig (Jakobus 4:6). Bovendien heeft de waarheid niets aantrekkelijks voor zelfvoldane, zelfrechtvaardige mensen. Maar ze oefent wel aantrekkingskracht uit op degenen die zich bewust zijn van hun geestelijke nood, die hongeren en dorsten naar rechtvaardigheid, en die zuchten en kermen over alle verfoeilijkheden die zij in de wereld zien gebeuren. — Matthéüs 5:3, 6; Ezechiël 9:4.
Vertrouwen in Jehovah leidt tot opdracht
9, 10. (a) Wat is er nodig voordat een persoon zijn vertrouwen op Jehovah kan stellen, en hoe reageren zij die de juiste hartetoestand hebben? (b) In wie oefenen zulke personen geloof?
9 Voordat iemand vertrouwen in Jehovah kan stellen, moet hij over hem horen. „Hoe zullen zij echter hem aanroepen in wie zij geen geloof hebben gesteld? Hoe zullen zij vervolgens geloof stellen in hem van wie zij niet hebben gehoord? Hoe zullen zij vervolgens horen zonder dat iemand predikt?” (Romeinen 10:14) Wanneer Jehovah’s dienstknechten prediken, zullen degenen met de juiste hartetoestand gunstig reageren, zoals velen in het oude Thessaloníka deden. Met betrekking tot dezen schreef Paulus: „Toen gij Gods woord hebt ontvangen, hetwelk gij van ons hebt gehoord, hebt gij het niet als het woord van mensen aangenomen, maar, wat het ook inderdaad is, als het woord van God, dat ook in u, gelovigen, werkzaam is.” — 1 Thessalonicenzen 2:13.
10 Wanneer zulke personen die een juist hart hebben, over Jehovah vernemen, zullen zij geloof in hem oefenen. Dit is van het grootste belang, want „zonder geloof [is het] onmogelijk hem welgevallig te zijn, want wie tot God nadert, moet geloven dat hij bestaat en dat hij de beloner wordt van wie hem ernstig zoeken” (Hebreeën 11:6). Essentieel is ook geloof te oefenen in Gods Zoon. „Er [is] in niemand anders redding, want er is onder de hemel geen andere naam die onder de mensen is gegeven waardoor wij gered moeten worden” — ja, geen andere naam dan die van Jezus Christus. — Handelingen 4:12.
11. Welke raad van de apostel Petrus zal iemand vanwege zijn vertrouwen in Jehovah volgen?
11 Vertrouwen in Gods Woord, in Jehovah en in zijn Zoon Jezus Christus zal een persoon ertoe bewegen acht te slaan op Petrus’ raad aan de joden in zijn dagen: „Hebt daarom berouw en keert u om, opdat uw zonden worden uitgewist, opdat er tijden van verkwikking mogen komen van de persoon van Jehovah” (Handelingen 3:19). Door kennis van Jehovah en zijn vereisten tot zich te nemen, leert iemand dat Gods wil met betrekking tot hem is dat hij een volgeling van Jezus Christus wordt. Petrus zei het aldus: „Gij werdt . . . tot deze loopbaan geroepen, want ook Christus heeft voor u geleden, u een model nalatend opdat gij nauwkeurig in zijn voetstappen zoudt treden” (1 Petrus 2:21). Jezus maakte duidelijk wat daarbij betrokken was toen hij zei: „Wil iemand achter mij komen, dan moet hij zichzelf verloochenen en zijn martelpaal opnemen en mij voortdurend volgen” (Matthéüs 16:24). Dat betekent zich aan Jehovah God op te dragen om zijn wil te doen en in de voetstappen van Jezus Christus te treden.
Opdracht is niet gewoon nog een verplichting erbij aanvaarden
12. Hoe wordt in de christenheid de term „verplichting” vaak gebruikt?
12 In de christenheid wordt de term „verplichting” herhaaldelijk gebruikt wanneer iemand een christen wordt. Zo kunnen wij lezen dat evangelikalen in de Verenigde Staten „de nadruk leggen op een persoonlijk aangegane verplichting jegens Jezus”. Een rooms-katholieke geestelijke sprak van een „katholieke religieuze verplichting”. Ter verdediging van zijn politieke betrokkenheid zei een katholieke priester eens: „In de politiek gaan was een kwestie van het doortrekken van mijn (priesterlijke) verplichting.” En firma’s adverteren met „onze verplichting tegenover onze klanten”. In werkelijkheid kan iemand dan een heleboel verplichtingen tegelijkertijd hebben: zakelijke verplichtingen, sociale verplichtingen, politieke verplichtingen en religieuze verplichtingen.
13. Wat is er betrokken bij een opdracht aan Jehovah?
13 Wanneer men zich aan Jehovah God opdraagt, is dat echter niet gewoon het aanvaarden van nog een verplichting erbij. Een verplichting is eenvoudig „een overeenkomst of belofte om in de toekomst iets te doen”. Maar zich opdragen betekent ’zich exclusief wijden aan de dienst of aanbidding van een goddelijk wezen of aan gebruik voor heilige doeleinden’. De meeste mensen stellen zich ermee tevreden een extra verplichting te aanvaarden in plaats dat zij zich opdragen. Dit verklaart ongetwijfeld waarom hun religie eenvoudig een soort achtergrondmuziek is. Ze is aangenaam om naar te luisteren maar belemmert de persoon niet in wat hij werkelijk wil doen.
14. Waarom is louter het erkennen van een verplichting tegenover Jehovah God niet aanvaardbaar voor hem?
14 Een opdracht aan God maakt het doen van zijn wil tot het belangrijkste in het leven. Het vereist dat een individu het eerste en grootste gebod gehoorzaamt, dat door Jezus werd geciteerd toen hij zei: „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand en met geheel uw kracht.” Jezus benadrukte de exclusieve aard van het dienen van God toen hij verklaarde: „Niemand kan twee meesters als slaaf dienen, want hij zal òf de een haten en de ander liefhebben, òf zich aan de een hechten en de ander verachten. Gij kunt niet God en de Rijkdom als slaaf dienen” (Markus 12:30; Matthéüs 6:24). Het is dan ook duidelijk dat louter een extra verplichting op zich nemen niet aanvaardbaar is voor Jehovah.
Waarom een onderdompeling in water?
15. Welk voorbeeld heeft Jezus gesteld ten aanzien van het publiekelijk uiting geven aan geloof in God?
15 Waarom dient men een opdracht aan God te symboliseren door gedoopt te worden? Als iemand een getuige van Jehovah wil worden, heeft hij geen andere keus. Dat is ook het geval als hij bekend wil staan als een christen, een volgeling van Jezus Christus. Jehovah’s „Getrouwe Getuige”, Jezus, gaf hierin het voorbeeld, want hij werd in de Jordaan gedoopt. Aangezien Johannes berouwvolle zondaars doopte, kon hij niet begrijpen waarom Jezus gedoopt wilde worden, maar Jezus zei hem: „Laat het deze keer zo zijn, want aldus past het ons alles wat rechtvaardig is te volbrengen” (Openbaring 1:5; Matthéüs 3:13-17). Gods Zoon gaf aldus publiekelijk uiting aan zijn geloof door zich aan Jehovah aan te bieden, hiermee het voorbeeld gevend aan allen die de goddelijke wil wensen te doen.
16. Welk gebod gaf Jezus zijn volgelingen met betrekking tot de doop, en waaruit blijkt dat zijn discipelen dat gebod gehoorzaamden?
16 Meer dan dat, kort voordat Jezus naar zijn Vader in de hemelen terugkeerde, gaf hij zijn volgelingen het gebod: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb” (Matthéüs 28:19, 20). Het verslag in het boek Handelingen laat zien dat Jezus’ discipelen dat gebod ijverig gehoorzaamden. — Handelingen 2:40, 41; 8:12; 9:17, 18; 19:5.
17. Waarom kan alleen besprenkelen geen geldige doop zijn?
17 Hoe werden dezen gedoopt? Kregen zij alleen maar wat water over zich heen gesprenkeld, zoals dat in de meeste kerken van de christenheid gebruikelijk is? Zeker niet! Jezus ’kwam op uit het water’ nadat hij gedoopt was. Dit toont duidelijk aan dat hij in water werd ondergedompeld (Markus 1:9, 10). Feitelijk zou niets anders een doop vormen, want het Griekse woord dat met „dopen” wordt weergegeven, betekent „indompelen, onderdompelen”. — Handelingen 8:36-39.
18. Waarom is onderdompeling zo’n passend symbool van iemands opdracht aan God?
18 Een dergelijke doop is een bijzonder passend symbool van een opdracht. Onder water gaan, illustreert heel goed dat de persoon sterft ten aanzien van zijn vroegere gedragswijze. Weer uit het water opgeheven worden, beeldt af dat hij een opstanding krijgt tot een nieuwe levenswijze. Zoals een huwelijksceremonie ertoe bijdraagt bruid en bruidegom te doordringen van hun gehuwde staat, zo zal de onderdompeling in water ten overstaan van getuigen waarschijnlijk een blijvende indruk maken op de doopkandidaat. Het lijdt geen twijfel: Doordat iemand gedoopt wordt, behoort zijn opdracht aan Jehovah onuitwisbaar in zijn geest en herinnering gegrift te worden als de belangrijkste gebeurtenis in zijn leven. Het markeert het punt waarop hij van het dienen van zichzelf overging op het dienen van Jehovah God.
19. Wat is nog een reden om gedoopt te worden?
19 Laten wij ook niet voorbijgaan aan het feit dat de waterdoop een vereiste is voor het verkrijgen van een goed geweten tegenover Jehovah. Dit wordt duidelijk gemaakt in 1 Petrus 3:21, welk vers luidt: „Ook nu wordt gij gered door dat wat hiermee overeenkomt, namelijk de doop (niet het wegdoen van de vuiligheid van het vlees, maar het verzoek aan God om een goed geweten), krachtens de opstanding van Jezus Christus.”
Op welke leeftijd gedoopt?
20. Waarom zouden baby’s niet voor de doop in aanmerking kunnen komen?
20 Jezus’ woorden in Matthéüs 28:19, 20 laten zien dat degenen die tot zijn discipelen zijn gemaakt, gedoopt moeten worden. Hieruit volgt dat geen baby of klein kind zou kunnen voldoen aan de schriftuurlijke vereisten om gedoopt te worden. Een baby zou geen geloof kunnen oefenen in Gods Woord, noch in God de Schepper en in zijn Zoon Jezus Christus. Een baby zou niet kunnen vatten dat de heilige geest Gods werkzame kracht is; ook zou hij geen berouw kunnen hebben van in het verleden begane zonden en geen plechtige belofte kunnen doen om Gods wil te doen.
21. Is het passend als jongeren gedoopt worden?
21 Maar het schijnt dat sommigen onder Jehovah’s volk in het andere uiterste zijn vervallen. Veel christelijke ouders laten hun kinderen wachten tot zij in hun late tienerjaren zijn voordat zij het onderwerp doop aanroeren. Steeds weer horen wij van jongeren die geheel op eigen initiatief tot een geldige opdracht komen. Zo was er een zoon van een ouderling, een jongen van nog geen dertien, die echt het verlangen had gedoopt te worden. Zijn vader liet dus drie andere ouderlingen met de jongen de vragen doornemen die zijn opgesteld voor degenen die de doop overwegen.a Hun conclusie was dat hij ondanks dat hij behoorlijk jong was, ervoor in aanmerking kwam gedoopt te worden als een geordineerde bedienaar van Jehovah God. En onlangs was er op de pioniersschool op de Bahamas een tien jaar oud gedoopt meisje, de dochter van twee volle-tijdbedienaren!
22. Als ouders een christelijke persoonlijkheid in hun kinderen bouwen, wat kunnen zij dan van hen verwachten?
22 Sommige ouders lijken in dit opzicht te kort te schieten. In welke mate gebruiken zij ’vuurbestendige materialen’ om in hun kinderen een christelijke persoonlijkheid te bouwen? (1 Korinthiërs 3:10-15) Dit te doen vereist allereerst dat de zuivere aanbidding van Jehovah het belangrijkste is in het leven van de ouders. Bovendien moeten de ouders acht geven op de voortreffelijke raad in Deuteronomium 6:6, 7 en Efeziërs 6:4. Het resultaat is dan misschien dat de ouders hun kinderen ervan moeten weerhouden te vroeg gedoopt te worden in plaats van hen daar later toe te moeten stimuleren.
23. Wanneer iemand het punt van opdracht en doop heeft bereikt, wat wordt er dan nog meer vereist?
23 Wanneer iemand eenmaal vertrouwen in Jehovah heeft gedemonstreerd door middel van de opdracht en waterdoop, moet hij dat vertrouwen blijven demonstreren. Het volgende artikel, „In vertrouwen dienen als Jehovah’s medewerkers”, zal ons helpen beseffen wat daarbij betrokken is.
[Voetnoten]
a De reeks vragen die beantwoord moeten worden door allen die als Jehovah’s Getuigen gedoopt willen worden, staat in het boek Georganiseerd om onze bediening te volbrengen. Het wordt beschikbaar gesteld aan degenen die zich op de doop voorbereiden.
Wat zou u antwoorden?
◻ Welke feiten laten duidelijk uitkomen hoe dwaas het is ons vertrouwen op mensen te stellen?
◻ Waarom geven Jehovah’s eigenschappen en handelingen ons goede redenen om op hem te vertrouwen?
◻ Waarom moet uit vertrouwen stellen in Jehovah voortvloeien dat wij ons aan hem opdragen en niet alleen maar een verplichting jegens hem aangaan?
◻ Hoe kunnen ouders hun kinderen het verlangen bijbrengen zich op een vroege leeftijd aan Jehovah op te dragen?
[Illustratie op blz. 10]
Wij kunnen ons vertrouwen op Jehovah stellen als de Grote Bevrijder