Het hoofd bieden aan heimwee in Gods dienst
JEZUS CHRISTUS gaf zijn volgelingen de opdracht: „Gaat . . . en maakt discipelen van mensen uit alle natiën” (Mattheüs 28:19). Voor veel christenen heeft het uitvoeren van die opdracht betekend dat zij moeilijke omstandigheden ver van huis hebben moeten aanvaarden. Reizende opzieners, hun vrouwen en anderen laten veel dingen achter ter wille van Gods dienst. Heimwee kan een ware uitdaging zijn voor al deze getuigen van Jehovah.
Heimwee steekt de kop op wanneer herinneringen uw gedachten doen teruggaan naar een aangename tijd van geborgenheid en liefde. Hierdoor kunnen zulke sterke emoties worden opgewekt dat u zich terneergeslagen voelt en het gevoel hebt niet verder te kunnen. Sommigen hebben zelfs, nadat zij hun bezittingen hadden verkocht en een dure reis naar een ander land hadden gemaakt, hun plannen laten varen en zijn naar huis teruggekeerd. Zij werden overmand door heimwee.
Zulke aanvallen op de emoties komen meestal vlak na de verhuizing veelvuldig voor, maar sommigen blijven er hun leven lang last van hebben. Nadat Jakob meer dan twintig jaar weg was geweest, ’verlangde hij intens vurig naar het huis van zijn vader’ (Genesis 31:30). Wie kan verwachten last te krijgen van heimwee? Waardoor wordt dat gevoel opgewekt? Hoe kan men met zulke gevoelens omgaan?
Waardoor wordt de droefheid veroorzaakt?
Heimwee kan iedereen overkomen. Amytis, een dochter van de Medische koning Astyages, had ogenschijnlijk alle reden om gelukkig te zijn: rijkdom, aanzien en een prachtig huis. Toch had zij zo’n heimwee naar de bergen van Medië dat haar man, koning Nebukadnezar, in een poging om haar te troosten, de hangende tuinen van Babylon bouwde.
Heimwee kan vooral een grote beproeving zijn wanneer het leven moeilijker lijkt dan vóór de verhuizing. Toen de bewoners van Juda ballingen werden, klaagden zij: „Aan de rivieren van Babylon — daar zaten wij. Ook weenden wij als wij aan Sion dachten. Hoe kunnen wij het lied van Jehovah zingen op vreemde grond?” — Psalm 137:1, 4.
De melancholie van heimwee kan door veel dingen worden opgewekt. Terri, die uit Canada was weggegaan, zegt: „Op een dag viel er een familiefoto uit een boek. Toen ik de foto oppakte, werd ik plotseling overmand door een golf van heimwee, en ik begon te huilen.” Chris, die vanuit Engeland naar een veel armer land is verhuisd, geeft toe: „Alleen maar het herkennen van de melodie van een oud liedje of het aroma van een bekend gerecht kon mij doen verlangen naar dingen die ik had achtergelaten.” — Vergelijk Numeri 11:5.
Hechte familiebanden dragen vaak bij tot heimwee. Roseli, een Braziliaanse die nu in een naburig land woont, vertelt: „Ik voel mij terneergeslagen wanneer ik slecht nieuws van thuis krijg en er niet heen kan om te helpen. Soms gaat het nog slechter wanneer ik niets van hen hoor en mij van alles ga inbeelden.” Janice is van Noord-Amerika naar een stadje in het tropische Amazonegebied verhuisd. Zij zegt: „Ik krijg heimwee wanneer ik goed nieuws van thuis krijg. Ik hoor hoe gezellig zij het samen hebben, en ik wilde dat ik bij hen kon zijn.”
Het is niet alleen maar het achterlaten van mensen dat heimwee veroorzaakt. Linda verklaart: „Ik raakte gefrustreerd wanneer ik niet wist waar ik dingen kon kopen die ik nodig had. Ik kende de prijzen niet en wist niet hoe ik moest afdingen. Een eigen auto was te duur, en ik werd altijd gestompt en geduwd als ik probeerde mij een overvolle bus of trein in te worstelen. Alleen al hierdoor ging ik naar huis verlangen.” Over de culturele en economische kloof merkt Janet op: „Het was de armoede die mij van streek maakte. Ik had nog nooit mensen zien bedelen om brood, of grote gezinnen in één kamer zonder watervoorziening zien wonen. . . . Zulke dingen maakten mij zo van streek dat ik dacht dat ik er niet langer kon blijven.”
Leren omgaan met uw gevoelens
Wij hoeven ons er niet voor te schamen dat wij sterke gevoelens koesteren voor de mensen van wie wij houden of voor de vertrouwde omgeving waar wij zijn opgegroeid. Jehovah God heeft ons emoties gegeven opdat wij ons in hartelijke persoonlijke relaties zouden kunnen verheugen. De christelijke opzieners van de gemeente in Efeze waren emotioneel rijpe mannen. Maar wat gebeurde er toen het bezoek van de apostel Paulus ten einde liep? Welnu, „er barstte heel wat geween onder hen allen uit, en zij vielen Paulus om de hals en kusten hem teder”! (Handelingen 20:37) Natuurlijk ging het in dat geval niet om heimwee. Toch geeft het ons voldoende stof tot nadenken. Het is normaal dat wij gevoelens hebben, maar wij mogen niet toelaten dat wij erdoor worden beheerst. Hoe kunt u dan met succes het hoofd bieden aan heimwee?
De plaatselijke taal leren spreken is een belangrijke manier om u thuis te gaan voelen. Gevoelens van heimwee zouden versterkt kunnen worden wanneer de communicatie belemmerd wordt omdat u met een vreemde taal te maken hebt. Leer daarom zo mogelijk de taal van het gebied te lezen en te spreken voordat u erheen verhuist. Concentreer u anders in de eerste paar weken na uw aankomst op taallessen. Dat is de tijd waarin u het meest gemotiveerd bent en dus de beste vooruitzichten hebt om de taal te leren. Als u die weken voornamelijk aan taalstudie wijdt, zult u al gauw gesprekken kunnen voeren, en dat kan ertoe bijdragen dat u minder last van heimwee hebt.
Maak zo snel mogelijk nieuwe vrienden, want daardoor zult u zich thuis voelen. De gemeente van Jehovah’s Getuigen is de beste plaats om echte vrienden te maken. Neem het initiatief en heb belangstelling voor anderen. Doe moeite om hun achtergrond, hun gezin, hun problemen en hun interesses te leren kennen. Nodig medegelovigen bij u thuis uit. U zult bemerken dat anderen op hun beurt belangstelling voor u zullen krijgen.
Onder Gods volk kunnen vriendschappen net zo hecht zijn als familiebanden. Jezus zei: „Al wie de wil van God doet, die is mijn broer en zuster en moeder” (Markus 3:35). Christus gaf zijn volgelingen ook de verzekering: „Niemand heeft huis of broers of zusters of moeder of vader of kinderen of velden ter wille van mij en ter wille van het goede nieuws verlaten, die niet nu, in deze tijdsperiode, honderdvoudig zal ontvangen, huizen en broers en zusters en moeders en kinderen en velden, mèt vervolgingen, en in het komende samenstel van dingen eeuwig leven” (Markus 10:29, 30). Met zo’n geweldige geestelijke broederschap staan wij niet alleen, zelfs niet in een vreemd land.
Door de vriendschappen met de mensen thuis aan te houden, kunt u eveneens geholpen worden het hoofd te bieden aan heimwee. U zult wellicht verbaasd zijn te bemerken dat nu u verhuisd bent, de communicatie per brief meer betekenis krijgt, aangezien u waarschijnlijk heel goed zult nadenken over uw woorden. Er zullen opwindende dingen te vertellen zijn. Janet, die eerder genoemd werd, doet de suggestie: „Interlokale telefoongesprekken zijn duur, maar een cassetteopname over de post versturen is betrekkelijk goedkoop. In het begin doet het vreemd aan tegen een apparaat te praten. Maar als u met iemand anders een gesprek voert met de microfoon tussen u beiden in, is het gemakkelijk en interessant.” U zou ook kunnen vragen of u een cassetteopname terugkrijgt.
Shirley, die 25 jaar geleden vanuit de Verenigde Staten naar Latijns-Amerika is geëmigreerd, zegt: „Ik schrijf altijd over opbouwende ervaringen in plaats van problemen. Dat moedigt anderen aan mij te blijven schrijven.” Maar wees voorzichtig. Te veel schrijven kan een belemmering vormen voor het maken van nieuwe vrienden. Del, die van Canada naar een ander land is verhuisd, zegt: „Vermijd het thuis te gaan zitten kniezen over de dingen die u mist. Ga er in plaats daarvan op uit en geniet van uw nieuwe omgeving.”
Leer de gewoonten, de geschiedenis, de humor en de interessante en mooie plaatsen van het nieuwe land kennen. Dit zal u helpen niet bij negatieve factoren stil te blijven staan. En als u van plan bent in het land te blijven waar u naar toe bent verhuisd, kunt u het best niet te snel of te vaak uw land van herkomst bezoeken. Het kost tijd om nieuwe vriendschappen te sluiten en aan de nieuwe omgeving te wennen. Uitgebreide bezoeken aan uw eigen land onderbreken dat proces. Als u eenmaal ingeburgerd bent, kunt u met plezier uw land van herkomst bezoeken — en vervolgens terugkeren. Blijf er intussen druk mee bezig u te hechten aan uw nieuwe thuis.
Blijf vooruitkijken
Jehovah heeft ons de hele aarde ter bewoning gegeven (Psalm 115:16). Met een vreugdevolle christelijke geest kan het leven in elk land aangenaam zijn. Als u verhuist om in een ander land of elders in uw eigen land de Koninkrijksbelangen te bevorderen en het goede nieuws te prediken, doe dat dan met positieve verwachtingen. Kijk ernaar uit nieuwe vriendschappen te sluiten, meer over andere gewoonten te leren, discipelen te maken, of lonend werk in Gods dienst te doen.
Jehovah God is een Vriend die altijd bij u zal zijn, waar u zich ook bevindt (Psalm 94:14; 145:14, 18). Blijf dus in gebed dicht bij hem (Romeinen 12:12). Dit zal u helpen uw doel in het leven als een dienstknecht van God voor ogen te houden. Abraham en Sara hielden hun doel voor ogen toen zij hun gerieflijke huis in de stad Ur verlieten. Gehoorzaam aan Jehovah’s opdracht lieten zij vrienden en bloedverwanten achter (Handelingen 7:2-4). Als zij waren blijven denken aan en verlangen naar de plaats die zij hadden verlaten, zouden zij gelegenheid hebben gehad om terug te keren. Maar zij trachtten een betere plaats te verkrijgen — uiteindelijk leven op een paradijsaarde onder Gods hemelse koninkrijk. — Hebreeën 11:15, 16.
Het prediken in buitenlandse velden of daar waar in uw eigen land de behoefte aan Koninkrijksverkondigers groter is, kan een hele uitdaging zijn. Maar het is ook een vruchtbaar en zeer lonend werk (Johannes 15:8). En als u tijdelijk door negatieve gedachten wordt overmand, kunt u ze overwinnen door uw doel voor ogen te houden en vooruit te kijken. Een ongetrouwde zendelinge zei: „Wanneer ik voel dat ik verdrietig ga worden, probeer ik aan de nieuwe wereld te denken en mij voor te stellen hoe de hele mensheid één familie zal worden.” Zulke prettige gedachten kunnen u helpen uw vreugde te bewaren en niet aan heimwee ten prooi te vallen.
[Illustratie op blz. 29]
Heimwee hoeft de christelijke bediening niet in de weg te staan