HOOFDSTUK ACHT
Zul je „in leven blijven”, zoals Jeremia?
1, 2. Waarom is het logisch dat niet alleen de afzonderlijke persoon maar ook het gezin in beeld komt?
NADAT Jozua er bij de Israëlieten op had aangedrongen te kiezen wie ze wilden dienen, zei hij: „Wat mij en mijn huisgezin betreft, wij zullen Jehovah dienen” (Joz. 24:15). Jozua was vastbesloten God trouw te blijven, en hij wist zeker dat zijn gezin ook loyaal zou zijn. Eeuwen later, toen de vernietiging van Jeruzalem dichterbij kwam, zei Jeremia tegen koning Zedekia dat als hij zich overgaf aan de Babyloniërs ’hijzelf en zijn huisgezin stellig in leven zouden blijven’ (Jer. 38:17). De slechte keus van de koning raakte hemzelf, zijn vrouwen en zijn zoons. Hij moest toekijken hoe zijn zoons werden vermoord; daarna werd hij blind gemaakt en als gevangene naar Babylon gevoerd (Jer. 38:18-23; 39:6, 7).
2 In allebei de gecursiveerde zinsneden ging het eigenlijk om één persoon, maar ook zijn gezin werd genoemd. Dat is logisch. Elke volwassene moet verantwoording aan God afleggen, maar de meeste Israëlieten maakten tevens deel uit van een gezin. Het gezin is ook voor christenen belangrijk. Dat blijkt uit wat we in de Bijbel lezen en op de vergaderingen bespreken over het huwelijk, de opvoeding van kinderen en respect voor gezinsleden (1 Kor. 7:36-39; 1 Tim. 5:8).
EEN ONGEWOON GEBOD
3, 4. In welke opzichten bevond Jeremia zich in een andere situatie dan de meesten, en welke voordelen had dat voor hem?
3 Jeremia was iemand die in zijn tijd ’in leven bleef’. Hij overleefde de vernietiging van Jeruzalem, hoewel zijn persoonlijke situatie anders was dan die van de meesten (Jer. 21:9; 40:1-4). God had hem gezegd niet te trouwen, geen kinderen te krijgen en niet mee te doen aan andere normale aspecten van het Joodse leven in die tijd. (Lees Jeremia 16:1-4.)
4 In Jeremia’s tijd en cultuur was het gebruikelijk dat Joodse mannen trouwden en een gezin stichtten. Op die manier bleef het land dat ze hadden geërfd in de stam en in de familie (Deut. 7:14).a Waarom trouwde Jeremia niet? Dat had te maken met wat er te gebeuren stond. God had hem gezegd niet mee te doen aan normale gelegenheden voor rouw of vreugde. Hij mocht mensen die rouwden niet troosten en na een begrafenis niet met hen eten; ook mocht hij niet delen in de vrolijkheid van een bruiloft. Al gauw zou er voor niemand meer een reden zijn tot feestvreugde (Jer. 7:33; 16:5-9). Jeremia’s gedrag maakte zijn boodschap geloofwaardiger en benadrukte hoe zwaar het komende oordeel zou zijn. Uiteindelijk kwam de voorzegde rampspoed. Kun je je voorstellen hoe degenen zich gevoeld hebben die tot kannibalisme vervielen of die zagen dat hun dierbaren als een kadaver op straat kwamen te liggen? (Lees Jeremia 14:16; Klaagl. 2:20.) Niemand hoefde dus medelijden te hebben met de ongetrouwde Jeremia. Terwijl er door de belegering van anderhalf jaar en het bloedbad dat erop volgde hele gezinnen verdwenen, bleef Jeremia het verlies van een huwelijkspartner of kinderen bespaard.
5. Welke invloed moeten de instructies in Jeremia 16:5-9 op christenen hebben?
5 Zouden we kunnen zeggen dat Jeremia 16:5-9 voor ons geldt? Nee, want christenen krijgen de aansporing ’hen die in enigerlei verdrukking zijn, te vertroosten’ en ’zich te verheugen met mensen die zich verheugen’ (2 Kor. 1:4; Rom. 12:15). Jezus ging naar een bruiloft en leverde een bijdrage aan de feestvreugde. Toch staan dit goddeloze stelsel zware tijden te wachten. Christenen kunnen ook met lijden en ontberingen te maken krijgen. Jezus benadrukte dat we bereid moeten zijn alles te doen wat nodig is om te volharden en trouw te blijven, zoals onze broeders en zusters die in de eerste eeuw Judea ontvluchtten. Daarom moeten we er goed over nadenken of we wel of niet trouwen, en wel of niet aan kinderen beginnen. (Lees Mattheüs 24:17, 18.)
6. Voor wie kan het nuttig zijn na te denken over de instructie die God aan Jeremia gaf?
6 Welke betekenis heeft het voor ons dat God Jeremia gebood niet te trouwen en geen gezin te stichten? In deze tijd zijn er loyale christenen die niet getrouwd zijn of geen kinderen hebben. Wat kunnen zij van Jeremia leren? En waarom moeten zelfs christenen die wel getrouwd zijn en kinderen hebben, stilstaan bij dit facet van Jeremia’s leven?
7. Waar moeten echtparen bij stilstaan gezien het feit dat Jeremia geen kinderen mocht hebben?
7 Neem eerst het feit dat Jeremia kinderloos moest blijven. Jezus gaf zijn volgelingen niet het gebod ervan af te zien kinderen te hebben. Toch is het opmerkelijk dat hij een „wee” uitsprak over vrouwen die tijdens de verdrukking die in 66-70 G.T. over Jeruzalem kwam, zwanger zouden zijn of de zorg voor een baby zouden hebben. Die tijd zou vooral voor hen moeilijk zijn (Matth. 24:19). We staan nu voor een nog grotere verdrukking. Dat is iets waar christelijke echtparen serieus over na moeten denken als ze overwegen aan kinderen te beginnen. Je bent het er vast mee eens dat het steeds moeilijker lijkt deze kritieke tijden door te komen. En sommige echtparen erkennen dat het echt niet makkelijk is om kinderen zo op te voeden dat ze tijdens het einde van het huidige stelsel „in leven blijven”. Hoewel elk echtpaar natuurlijk zelf moet beslissen of ze kinderen willen, is het nuttig over Jeremia’s situatie na te denken. Maar hoe staat het met Gods gebod dat hij niet eens mocht trouwen?
Welk ongewone gebod kreeg Jeremia, en waar moeten we dus over nadenken?
LEER VAN JEREMIA’S ONGEHUWD-ZIJN
8. Waarom kunnen we zeggen dat iemand niet getrouwd hoeft te zijn om Gods goedkeuring te hebben?
8 Toen God tegen Jeremia zei dat hij niet moest trouwen, stelde hij geen norm vast waar al zijn aanbidders zich aan moeten houden. Het huwelijk is iets goeds. Jehovah heeft het huwelijk ingesteld om de aarde te bevolken en als bron van wederzijdse voldoening en vreugde te dienen (Spr. 5:18). Toch was in de tijd dat Jeremia als profeet diende niet iedereen getrouwd. Er kunnen enkele eunuchen met Gods volk verbonden zijn geweest.b En er waren beslist weduwen en weduwnaars. Jeremia was dus niet de enige ware aanbidder die geen huwelijkspartner had. Hij had natuurlijk een reden om niet te trouwen, en dat is met sommige christenen in deze tijd ook het geval.
9. Welke geïnspireerde raad over het huwelijk moeten we serieus overdenken?
9 Veel christenen trouwen wel, maar andere niet. Jezus was niet getrouwd, en hij zei dat sommige discipelen de gave zouden hebben om er in hun geest en hart ’plaats voor te maken’ ongehuwd te blijven. Hij drong er bij hen die het konden op aan dat te doen. (Lees Mattheüs 19:11, 12.) Het zou daarom goed zijn dat we iemand die ongehuwd wil blijven om meer in Gods dienst te doen, prijzen en niet plagen. Sommige christenen zijn natuurlijk door omstandigheden ongehuwd, al is het maar een tijdlang. Ze hebben bijvoorbeeld nog geen geschikte christelijke partner gevonden en zijn vastbesloten zich aan Gods norm te houden om „alleen in de Heer” te trouwen, waarvoor ze te prijzen zijn (1 Kor. 7:39). En sommige aanbidders van God zijn alleenstaand omdat hun partner overleden is.c Ze mogen nooit vergeten dat God (alsook Jezus) altijd al zorg heeft getoond voor zulke alleenstaanden (Jer. 22:3; lees 1 Korinthiërs 7:8, 9).
10, 11. (a) Wat heeft Jeremia geholpen als ongehuwde gelukkig te zijn? (b) Hoe laten hedendaagse ervaringen zien dat personen die niet getrouwd zijn een lonend leven kunnen hebben?
10 Als ongehuwde kon Jeremia dus rekenen op Gods steun. Hoe kreeg hij die steun? Hij putte vreugde uit Jehovah’s woord. Dat zal voor Jeremia een bron van kracht en geruststelling zijn geweest in de jaren dat hij zich concentreerde op de bediening die God hem had toegewezen. Daarnaast vermeed hij zorgvuldig het gezelschap van personen die hem zouden kunnen bespotten omdat hij vrijgezel was. Liever dan onder mensen met zulke neigingen te verkeren, was hij bereid ’helemaal alleen te zitten’. (Lees Jeremia 15:17.)
11 Veel ongehuwde christenen — mannen en vrouwen, jong of al wat ouder — volgen Jeremia’s goede voorbeeld. Ervaringen laten zien dat het een goede hulp is helemaal op te gaan in Gods dienst door een groot aandeel te hebben aan geestelijke activiteiten. Zo zegt een Getuige die in een Chinese gemeente dient: „Pionieren geeft me een doel in het leven. Als alleenstaande zuster leid ik een druk en actief leven, waardoor ik me niet eenzaam voel. Ik voel me aan het eind van elke dag voldaan omdat ik kan zien dat mijn prediking mensen echt helpt. Dat geeft me heel veel vreugde.” Een pionierster van 38 zegt: „Het geheim van geluk is volgens mij dat je kunt genieten van de positieve kanten van de situatie waarin je verkeert.” Een ongehuwde zuster in Zuid-Europa zei eerlijk: „Mijn leven is misschien niet direct wat ik ervan verwacht had, maar ik ben gelukkig en zal dat ook blijven.”
12, 13. (a) Wat is een realistische kijk op ongehuwd blijven en trouwen? (b) Welk feit over ongehuwd zijn wordt door Paulus’ leven en raad beklemtoond?
12 Het kan zijn dat het leven voor Jeremia anders liep dan hij gedacht had toen hij opgroeide. Maar misschien heeft een realistische kijk hem ook doen beseffen dat dit net zo goed geldt voor velen die getrouwd zijn en kinderen hebben. Een pionierster in Spanje deelde die kijk: „Ik ken stellen die gelukkig zijn en stellen die dat niet zijn. Dat overtuigt me ervan dat het niet bepalend is voor mijn geluk of ik in de toekomst trouw of niet.” Jeremia’s ervaring, die maar één van de duizenden is, laat zonder enige twijfel zien dat een interessant, lonend leven mogelijk is voor iemand die niet getrouwd is. Nog een bevestiging daarvan gaf Paulus, die schreef: „Tot de ongehuwden en de weduwen nu zeg ik dat het goed voor hen is als zij blijven zoals ik” (1 Kor. 7:8). Paulus was misschien weduwnaar. Hij was in elk geval niet getrouwd toen hij zo veel deed in de zendingsdienst (1 Kor. 9:5). Is het niet redelijk te concluderen dat het voor hem voordelen had niet getrouwd te zijn? Daardoor kon hij „voortdurende dienst voor de Heer” verrichten, „zonder te worden afgeleid”, en kon hij veel goeds tot stand brengen (1 Kor. 7:35).
13 Paulus werd geïnspireerd om er nog iets aan toe te voegen: „Zij echter die het doen [trouwen], zullen verdrukking hebben in hun vlees.” God liet Paulus ook deze belangrijke waarheid opschrijven: ’Indien iemand vaststaat in zijn hart om zijn maagdelijkheid te bewaren, hij zal goed doen. Bijgevolg doet ook wie zijn maagdelijkheid uithuwelijkt goed, maar wie ze niet uithuwelijkt, zal beter doen’ (1 Kor. 7:28, 37, 38). Jeremia heeft die woorden nooit gelezen, maar zijn lange loopbaan bewijst dat ongehuwd zijn geen belemmering hoeft te zijn om een voldoening schenkend leven in Gods dienst te hebben. Het kan zelfs in grote mate bijdragen tot een zeer zinvol leven dat om de ware aanbidding draait. Koning Zedekia was getrouwd maar volgde Jeremia’s raad niet op, waardoor hij niet ’in leven bleef’, terwijl de ongehuwde profeet zo handelde dat hij wel bleef leven.
Wat kun je leren van het voorbeeld dat Jeremia gaf door vele tientallen jaren ongehuwd te blijven?
WEES EEN STEUN VOOR ELKAAR
14. Wat wordt benadrukt door de band die Paulus met Aquila en Priskilla had?
14 Zoals al is gezegd, waren de meeste mannen en vrouwen in Jeremia’s tijd getrouwd en maakten ze deel uit van een gezin. In Paulus’ tijd was het net zo. De meeste christenen die een gezin hadden konden natuurlijk niet zoals Paulus in het buitenland dienen, maar in hun eigen omgeving was genoeg te doen, met inbegrip van het steunen van ongehuwde broeders en zusters. Toen Paulus in Korinthe aankwam, ontvingen Aquila en Priskilla hem bij hen thuis en werkten ze met hem samen in hun ambacht. Maar er was meer bij betrokken. De vriendschap van Aquila en Priskilla deed Paulus ongetwijfeld goed. Denk eens aan de gezellige maaltijden en andere momenten waarop ze van elkaars omgang genoten. Werd Jeremia ook door zulke omgang geholpen? Hij gebruikte het feit dat hij ongehuwd was voor Gods dienst, maar we moeten niet denken dat hij een kluizenaar was. Hij kan warme vriendschappen hebben gehad met gezinnen van toegewijde aanbidders van God, zoals Baruch, Ebed-Melech en anderen (Rom. 16:3; lees Handelingen 18:1-3).
15. Hoe kunnen gezinnen een grote hulp zijn voor ongehuwde christenen?
15 Ongehuwde christenen in deze tijd hebben ook veel aan hechte vriendschappen zoals die van Paulus met Aquila en Priskilla. Als je een gezin hebt, doe je dan moeite om personen die niet getrouwd zijn gezelschap te bieden? Een zuster zei openhartig: „Ik heb de wereld verlaten en wil niet meer terug. Maar ik heb nog steeds behoefte aan zorg en liefde. Ik bid dat Jehovah alleenstaande christenen extra geestelijk voedsel en aanmoediging zal geven. We zijn niet onzichtbaar, en niet iedereen wil heel graag trouwen. Toch lijkt het op de een of andere manier alsof we op onszelf aangewezen zijn. We kunnen natuurlijk altijd bij Jehovah terecht, maar als we behoefte hebben aan contact met mensen, kunnen we dan met onze geestelijke familie praten?” Duizenden alleenstaande broeders en zusters kunnen die vraag eerlijk met ja beantwoorden. Ze hebben dat contact in hun gemeente. In hun vriendenkring hebben ze ook broeders en zusters die niet van hun eigen leeftijd zijn. Omdat ze belangstelling voor mensen hebben, zijn ze bevriend met personen van verschillende leeftijden, onder wie ouderen en de jongeren uit gezinnen in hun gemeente.
16. Welke eenvoudige dingen zou je kunnen doen om een ongehuwde christen in je gemeente tot steun te zijn?
16 Met een beetje overleg kun je een echte steun voor alleenstaanden zijn door hen af en toe te betrekken bij de dingen die jullie als gezin samen doen, zoals jullie avond voor gezinsaanbidding. Samen eten met een ongetrouwde broeder of zuster kan veel meer betekenen dan een lekkere maaltijd. Kun je het initiatief nemen om een afspraak voor de velddienst te maken? Of kun je een alleenstaande christen vragen samen met jou en je gezin iets voor het onderhoud van de Koninkrijkszaal te doen of misschien eens samen te gaan winkelen? Sommige gezinnen vragen een weduwe, weduwnaar of vrijgezelle pionier met hen mee te gaan naar een congres of op vakantie. Zulke gelegenheden zijn wederzijds aanmoedigend.
17-19. (a) Waarom moeten kinderen liefdevol en evenwichtig zijn bij het regelen van de zorg voor hun bejaarde of hulpbehoevende ouders? (b) Welke praktische les kunnen we trekken uit wat Jezus deed in verband met de zorg voor zijn moeder?
17 Een ander terrein waar we over na moeten denken in verband met ongehuwde broeders en zusters is de zorg voor bejaarde ouders. In Jezus’ tijd waren er vooraanstaande Joden die heel slinks onder de zorg voor hun ouders uit kwamen. Ze beweerden dat religieuze verplichtingen die ze zichzelf hadden opgelegd, belangrijker waren dan de verplichting tegenover hun ouders die God hun had opgelegd (Mark. 7:9-13). Zo moet het in christelijke families niet gaan (1 Tim. 5:3-8).
18 Maar stel dat ouders die op leeftijd zijn meerdere kinderen hebben die in de waarheid zijn. Als een van hun kinderen niet getrouwd is, moet hij of zij dan altijd de voornaamste verzorger zijn? Een zuster uit Japan schrijft: „Ik zou graag willen trouwen, maar omdat ik voor mijn ouders moet zorgen, kan dat niet. Ik ben ervan overtuigd dat Jehovah begrijpt hoeveel druk het geeft om voor ouders te zorgen en wat voor pijn alleenstaanden voelen.” Zou ze misschien getrouwde broers en zussen hebben die zonder met haar te overleggen, hebben besloten dat zij hun ouders maar moet verzorgen? Dan zouden ze net zo zijn als de broers van Jeremia die hem niet eerlijk behandelden. (Lees Jeremia 12:6.)
19 Jehovah begrijpt ongehuwden en voelt met hen mee als ze het moeilijk hebben (Ps. 103:11-14). Maar ouders die op leeftijd zijn of lichamelijke gebreken hebben, zijn de ouders van al hun kinderen, niet alleen van de kinderen die ongetrouwd zijn. Misschien zijn sommige kinderen getrouwd en hebben ze zelf kinderen. Maar daardoor verdwijnt de band van natuurlijke genegenheid met hun ouders niet, en evenmin ontslaat het hen van hun christelijke plicht om te helpen als dat nodig is. Jezus was zich zelfs vlak voordat hij aan de martelpaal stierf, bewust van zijn plicht en hij regelde dat er voor zijn moeder gezorgd zou worden (Joh. 19:25-27). De Bijbel geeft geen gedetailleerde regels over de zorg voor bejaarde of hulpbehoevende ouders; ook wordt er niet in geopperd dat ongehuwde kinderen automatisch meer verantwoordelijkheid hebben in de zorg voor hen. Bij deze gevoelige kwestie moeten de details door alle betrokkenen in redelijkheid en met wederzijdse consideratie worden uitgewerkt, waarbij ze het voorbeeld in gedachte houden dat Jezus gaf in verband met de zorg voor zijn moeder.
20. Hoe vind je het om met ongehuwde personen in jullie gemeente om te gaan?
20 Onder inspiratie voorzei Jeremia: „Zij zullen niet meer een ieder zijn metgezel en een ieder zijn broeder leren, door te zeggen: ’Kent Jehovah!’, want zij allen zullen mij kennen” (Jer. 31:34). In beginsel hebben we nu zulke bijzondere vriendschappen met de leden van de christelijke gemeente, ook met alleenstaande broeders en zusters. We willen natuurlijk allemaal wederzijds aanmoedigende omgang met hen hebben en zien hoe ook voor hen geldt dat ze „in leven blijven”.
Wat zou je nog meer kunnen doen om voor wederzijdse aanmoediging te zorgen tussen jou en ongehuwde broeders of zusters?
a In de Hebreeuwse Geschriften komt geen woord voor vrijgezel voor.
b Jesaja richtte zich in een profetie tot letterlijke eunuchen in zijn tijd, die maar een beperkt aandeel aan de aanbidding van de Israëlieten hadden. Hij voorspelde dat eunuchen door gehoorzaam te zijn „iets wat beter is dan zonen en dochters” zouden krijgen, „een naam tot onbepaalde tijd” in Gods huis (Jes. 56:4, 5).
c Anderen zijn alleen omdat hun partner, misschien een ongelovige, bij hen is weggegaan of van hen gescheiden is.