Het woord des levens stevig vasthouden
„Blijft alle dingen zonder gemurmureer en tegenspraak doen, opdat gij onberispelijk en onschuldig moogt worden, kinderen van God, zonder smet te midden van een krom en verdraaid geslacht, onder wie gij schijnt als lichtgevers in de wereld, het woord des levens stevig vasthoudend.” — Fil. 2:14-16.
1-3. (a) Hoe zou iemand reageren wanneer hij een brief van zijn geliefde vader ontvangt? (b) Wat voor „brieven” hebben wij van Jehovah God ontvangen, en wat heeft het voor resultaat de erin opgetekende raad toe te passen?
ALS uw vader in een ver land woonde, hoe zou u dan reageren als u een brief van hem zou ontvangen? Zou u hem in de dichte envelop laten zitten? Of zou u maar één of twee zinnen lezen en de brief dan te zamen met andere correspondentie opbergen?
2 Als u uw vader werkelijk liefhad, zou u zijn brief met veel waardering ontvangen. U zou hem haastig openmaken. Met grote belangstelling zou u elk woord ervan lezen. Ongetwijfeld zou u waardering hebben voor eventuele gezonde raad die de brief bevatte. U zou de brief misschien zelfs een paar keer achter elkaar lezen, uit genoegen of om u ervan te vergewissen dat u begreep wat erin stond. Is dat niet zo?
3 Welnu, als u uw leven aan Jehovah God hebt opgedragen, bezit u iets wat belangrijker is dan eventuele correspondentie van een menselijke ouder. Van uw hemelse Vader hebt u een boek ontvangen dat uit zesenzestig „brieven” bestaat, Gods eigen heilige Woord, de bijbel. Door de hierin opgetekende raad toe te passen, zijn gezalfde volgelingen van Jezus Christus onschuldig gebleven „te midden van een krom en verdraaid geslacht”en hebben zij er blijk van gegeven geestelijke lichtdragers in de wereld te zijn. Of u nu tot hun aantal behoort of de hoop koestert eeuwig in Gods beloofde nieuwe ordening op aarde te leven, het is van het grootste belang dat u ’het woord des levens stevig vasthoudt’. — Fil. 2:14-16.
4. Wat is het „woord des levens”?
4 Wat is het „woord des levens”? Het is Gods boodschap over de hoop op leven, te beginnen met zijn belofte omtrent het Zaad (Gen. 3:15). Hierdoor werd de uiteindelijke zege van rechtvaardigheid verzekerd. Ongeveer vierduizend jaar lang heeft Jehovah aan dat „woord” toegevoegd, totdat de bijbel omstreeks het jaar 98 G.T. voltooid was. Sindsdien bestaat het „woord des levens” uit alle heilige geschriften. Hierin wordt onthuld dat God door bemiddeling van Jezus Christus eeuwig leven mogelijk maakt (Joh. 3:16) . Mensen die graag Gods goedkeuring en eeuwig leven ontvangen, moeten Gods Woord begrijpen, het aan anderen bekendmaken en overeenkomstig de bijbel leven, waardoor zij ’het woord des levens stevig vasthouden’.
5. Waarom is het bijzonder waardevol ’het woord des levens stevig vast te houden’?
5 Het is bijzonder waardevol ’het woord des levens stevig vast te houden’. Iedereen die er aldus aan vasthoudt, kan in een intieme verhouding tot Jehovah God blijven staan. Ook is de persoon beter in staat aan de problemen van het leven het hoofd te bieden. Door ’het woord des levens stevig vast te houden’, kan een christen bovendien onder moeilijke omstandigheden volharden. Misschien wilt u nu eens kijken hoe waar dit is.
HET HOOFD BIEDEN AAN ZIEKTE
6, 7. Uit welke kennis kunnen Jehovah’s dienstknechten in geval van ziekte troost en kracht putten?
6 Zowel arm als rijk wordt door ziekte getroffen (Pred. 5:16, 17; 6:1, 2). Uit de beschrijving die Jezus Christus van zijn geestelijke broeders gaf, blijkt dat zij af en toe ziek waren (Matth. 25:39, 40). En ook vroege christenen zoals Epafrodítus, Timótheüs en Trófimus werden door ziekte getroffen (Fil. 2:25-30; 1 Tim. 5:23; 2 Tim. 4:20). Jehovah’s hedendaagse dienstknechten kunnen derhalve enige troost putten uit de kennis dat niet alleen Gods volk in deze tijd met ziekte te kampen heeft.
7 Het is echter versterkend te weten dat Jehovah God ziekte kan wegnemen (Deut. 7:15). Dit blijkt bijvoorbeeld uit het fysieke herstel van de zieke koning Hizkía. God genas hem en verhoorde Hizkía’s gebed (2 Kon. 20:1-11). Toen Jezus Christus op aarde was, bracht hij zowel fysieke als geestelijke genezingen teweeg (Matth. 8:14-17; Jes. 53:4). De basis voor deze genezingen was het loskoopoffer dat God door bemiddeling van Christus verschafte, en dat het hoogtepunt vormde van de loopbaan die Jezus volgde nadat Gods geest in 29 G.T. bij de rivier de Jordaan op hem was neergedaald. Christenen kunnen er derhalve van overtuigd zijn dat de gehoorzame mensheid door bemiddeling van de uit de doden opgewekte Jezus Christus en onder de heerschappij van Gods koninkrijk blijvend van zonde, ziekte en de dood bevrijd zal worden. Hoe passend is het derhalve dat David Jehovah zegende als Degene „die al [onze] kwalen geneest”! — Ps. 103:1-3.
8. Wat kan een zieke christen thans doen?
8 Wat kan een zieke christen intussen doen? Terwijl hij een geschikte behandeling ondergaat, kan hij Jehovah terecht in gebed vragen of hij de kracht mag hebben zijn ziekte te dragen en ook de geestelijke kracht om zijn rechtschapenheid jegens God onder deze moeilijke omstandigheden te bewaren. Zo iemand kan er zeker van zijn dat ’Jehovah zelf hem zal schragen op een divan van ziekte’. — Ps. 41:1-3.
HET HOOFD BIEDEN AAN DRUK
9, 10. (a) Wat zal iemand helpen onder druk evenwichtig te blijven? (b) Hoe werden koning Sauls emoties gekalmeerd?
9 Voor velen, met inbegrip van sommige christenen, vormt druk thans een aanzienlijk probleem. Er kunnen zich in het leven benarde, zenuwslopende situaties voordoen. Soms wordt de druk zo intens dat men zich geestelijk erg gespannen voelt. Toch zal men worden geholpen zijn evenwicht te bewaren wanneer men ’het woord des levens stevig vasthoudt’.
10 Wat kan ertoe bijdragen iemand die onder grote emotionele druk staat, rustig te stemmen? De bijbel geeft hier enig inzicht in. Toen een boze geest over Israëls koning Saul kwam en hem terroriseerde, speelde David voor hem op de harp. Met welke uitwerking? Het bijbelse verslag zegt: „Dat gaf Saul verlichting en het ging goed met hem en de boze geest week van hem” (1 Sam. 16:14-23). Ja, zachte, rustige muziek kan iemand kalmeren en een vredig gevoel veroorzaken.
11. Waar kan in tijden van druk de grootste hulp worden gevonden?
11 David zelf wist wat het wilde zeggen druk te moeten verduren. Meer dan eens trachtte de achterdochtige koning Saul hem met een speer tegen de muur te spietsen (1 Sam. 18:6-11; 19:9, 10). Saul verklaarde David ook vogelvrij, waardoor hij hem dwong als een achternagezeten vluchteling te leven. David heeft toen en ook op latere tijden beslist druk ondervonden. Voor hulp wendde hij zich in gebed tot Jehovah God. „Wend uw aangezicht tot mij en betoon mij gunst; want ik ben eenzaam en ellendig”, smeekte David Jehovah. „De noden van mijn hart hebben zich vermenigvuldigd; o voer mij uit mijn benauwenissen” (Ps. 25:16, 17). Welnu, kunnen wij ons erop verlaten dat Jehovah zijn dienstknechten in tijden van druk te hulp zal komen? Zeer beslist! David kon zeggen: „Jehovah zal een veilige hoogte worden voor iedere verbrijzelde, een veilige hoogte in tijden van nood. En zij die uw naam kennen, zullen op u vertrouwen, want gij zult hen die u zoeken, stellig niet verlaten, o Jehovah.” — Ps. 9:9, 10.
TROOST VOOR DEGENEN DIE TERNEERGESLAGEN ZIJN
12, 13. (a) Is het waar dat personen die Jehovah dienen, zich nooit geestelijk terneergeslagen zullen voelen? (b) Waardoor werd Paulus in staat gesteld ontberingen te verduren die tot neerslachtigheid hadden kunnen leiden? (2 Kor. 12:7-10)
12 Personen die ’het woord des levens stevig vasthouden’, kunnen ook troost vinden in de Schrift als zij zich geestelijk terneergeslagen voelen. Zij zullen opmerken dat anderen, die Jehovah in het verleden dienden, soms terneergeslagen waren. Isaäk en Rebekka zullen beslist gedeprimeerd geweest zijn wegens de twee Hethitische vrouwen van hun zoon Esau, want wij lezen: „Zij waren een bron van bitterheid des geestes voor Isaäk en Rebekka.” — Gen. 26:34, 35.
13 Neerslachtigheid heeft klaarblijkelijk sommige vroege christenen gekweld, want de apostel Paulus gaf medegelovigen in Thessaloníka de raad ’bemoedigend tot de terneergeslagen zielen te spreken’ (1 Thess. 5:14). Paulus zelf onderging moeilijkheden die tot neerslachtigheid hadden kunnen leiden, maar hij verwerkte deze omstandigheden in de kracht die God schenkt. De apostel schreef: „Wij worden in elk opzicht bestookt, maar toch niet zo in het nauw gedreven dat wij ons niet meer kunnen bewegen; wij worden in verlegenheid gebracht, maar niet totaal zonder uitweg; wij worden vervolgd, maar niet in de steek gelaten; wij worden neergeworpen, maar niet vernietigd” (2 Kor. 4:8, 9). Ja, Paulus is voor alle christenen een aanmoedigend voorbeeld.
14. Waarom zouden wij, als wij wegens persoonlijke problemen terneergeslagen zijn, aan Nehemía moeten denken?
14 Misschien bent u terneergeslagen wegens persoonlijke problemen of andere kwesties die veel voor u betekenen. Als dit zo is, denk dan aan Nehemía. Hij was droefgeestig in tegenwoordigheid van koning Artaxerxes, en wel wegens de desolate toestand van Jeruzalem en de muren van die stad. Toen de Perzische heerser hem vragen stelde, „bad [Nehemía] tot de God des hemels”. Daarna vroeg hij toestemming om in verband met de herbouwwerkzaamheden naar Jeruzalem te mogen gaan. De koning reageerde hier gunstig op en willigde dit verzoek in. De ’goede hand van God’ rustte beslist op Nehemía (Neh. 2:1-8). Zo dient Jehovah’s volk ook in deze tijd tot hem te bidden voor hulp en leiding betreffende problemen of andere kwesties die zorgen baren. Dan kunnen zij het vertrouwen bezitten dat Jehovah met hen zal zijn als zij zijn leiding volgen.
15. Wat moeten wij volgens de raad die Paulus gaf, in tijden van neerslachtigheid doen?
15 Wat is het in tijden van geestelijke neerslachtigheid belangrijk ons vertrouwen op Jehovah God te stellen! Het is zoals de apostel Petrus zei: „Vernedert u daarom onder de machtige hand van God, opdat hij u te zijner tijd moge verhogen, terwijl gij al uw bezorgdheid op hem werpt, want hij zorgt voor u.” — 1 Petr. 5:6, 7.
HET DRAGEN VAN VERDRIET
16, 17. Wat kan worden veroorzaakt door de dood van een geliefde, zoals in de Schrift wordt aangetoond?
16 Iedereen kan in zijn leven door verdriet getroffen worden. Hier kunnen veel oorzaken voor bestaan. De psalmist verklaarde: „Benauwdheid en droefheid bleef ik vinden” (Ps. 116:3). Een veel voorkomende oorzaak van intens verdriet is de dood van iemand die men liefheeft.
17 De patriarch Abraham weende wegens de dood van zijn geliefde vrouw Sara (Gen. 23:2). David was erg bedroefd over Absaloms dood, terwijl hij uitriep: „Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon Absalom! O was ik maar gestorven, ikzelf, in plaats van u, Absalom mijn zoon, mijn zoon!” (2 Sam. 18:33) Zelfs de volmaakte man Jezus Christus „begon te wenen”, zo groot was zijn verdriet over de dood van zijn vriend Lazarus. — Joh. 11:35.
18, 19. (a) Hoe kan de nabestaande worden geholpen verdriet te dragen? (b) Hoe kan hij troost putten uit bijbelse verslagen?
18 De nabestaande wordt geholpen het verdriet te dragen wanneer hij ’het woord des levens stevig vasthoudt’. Het verdriet zal natuurlijk toenemen wanneer men vol verlangen terugdenkt aan vroegere vreugden die men met de overledene heeft gedeeld. Hoeveel beter is het derhalve aan de toekomst te denken! De bijbel geeft te kennen dat miljarden menselijke doden tot leven opgewekt zullen worden. Paulus koesterde de hoop dat er „een opstanding zal zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen” (Hand. 24:15). God bepaalt vanzelfsprekend wie opgewekt zal worden. Een getrouwe christen die leven in het toekomstige aardse paradijs verwerft, kan echter de hoop koesteren een andere loyale dienstknecht van Jehovah terug te zien die met overeenkomstige vooruitzichten was gestorven. — Joh. 5:28, 29.
19 Een nabestaande die ’het woord des levens stevig vasthoudt’, kan troost putten uit bijbelse verslagen. Stelt u zich bijvoorbeeld het geluk van Maria en Martha voor toen Jezus hun vleselijke broer Lazarus opwekte (Joh. 11:38-44). En kunt u zich herinneren wat er gebeurde toen Jezus Christus het dochtertje van Jaïrus opwekte? „Haar ouders nu”, zo zegt het verslag, „waren buiten zichzelf”, klaarblijkelijk van vreugde (Luk. 8:40-42, 49-56). Staat u er eens bij stil hoe blij de bewoners van Gods beloofde nieuwe ordening zullen zijn als zij de uit de doden opgewekte personen verwelkomen! Zulke gedachten kunnen iemand helpen het verdriet te dragen dat kan toeslaan wanneer een geliefde sterft. Christenen die pas een geliefde in de dood hebben verloren, dienen echter bovenal heel dicht tot Jehovah te naderen in gebed, want hij is „de Vader der tedere barmhartigheden en de God van alle vertroosting”. — 2 Kor. 1:3.
HOE SCHUCHTERHEID EN VREES AAN TE PAKKEN
20, 21. (a) Wat kunnen schuchtere personen leren uit Mozes’ ervaring leren? (b) Wat kan er uit de ervaring van Jeremia geleerd worden? (Jer. 1:5-8)
20 Sommigen die hun leven aan Jehovah God hebben opgedragen, hebben een hele strijd moeten voeren tegen emoties als verlegenheid of schuchterheid, en vrees. Aangezien zij verschrikkelijk verlegen zijn, hebben sommige personen het erg moeilijk gevonden hun innerlijke geloof in woorden tot uitdrukking te brengen. Degenen die erin geslaagd zijn ’het woord des levens stevig vast te houden’, beseffen echter dat andere dienstknechten van God met succes het hoofd hebben kunnen bieden aan problemen die met de hunne overeenkwamen.
21 De profeet Mozes had er klaarblijkelijk moeite mee zich vlot te uiten. Toen God Mozes vertelde dat hij hem naar Egypte zou terugsturen om de Israëlieten aldaar uit slavernij te bevrijden, was Mozes erg bedeesd en zei hij: „Neem mij niet kwalijk, Jehovah, maar ik ben geen vlotte spreker, noch sinds gisteren, noch sinds daarvoor, noch sinds gij tot uw knecht gesproken hebt, want ik ben traag van mond en traag van tong.” Jehovah zond Mozes toch naar Egypte, terwijl hij Aäron als zijn woordvoerder liet optreden. Mozes gaf de moed echter niet op door altijd iemand anders voor zich te laten spreken. Later heeft hij vol vertrouwen zelf tot de Israëlieten gesproken. — Ex. 4:10-17; Deut. 1:1-5.
22. Welke voortreffelijke raad met betrekking tot bevreesdheid heeft Paulus aan Timotheüs gegeven?
22 Beschouwt u ook eens de raad van de apostel Paulus aan Timótheüs. Of Timótheüs soms enigszins bevreesd was geworden, kunnen wij niet met zekerheid zeggen. Paulus zei hem echter: „God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar van kracht en van liefde en van gezond verstand. Schaam u daarom niet voor het getuigenis over onze Heer, noch voor mij, een gevangene om zijnentwil, maar draag uw deel in het lijden van kwaad voor het goede nieuws overeenkomstig de kracht van God.” — 2 Tim. 1:7, 8
23. Hoe kunnen verlegenheid of schuchterheid, en vrees overwonnen worden?
23 Een christen kan het hoofd bieden aan problemen zoals het probleem waarmee Mozes te maken kreeg. Ook is het mogelijk verlegenheid of schuchterheid, en vrees te overwinnen door Jehovah God vurig om kracht te bidden (Fil. 4:6, 7, 13). Personen die Jehovah liefhebben, kunnen zijn aangezicht altijd zonder vrees of angst in gebed zoeken, en zij kunnen Gods waarheden altijd moedig aan anderen bekendmaken. „Op deze wijze is de liefde bij ons tot volmaaktheid gebracht”, schreef de apostel Johannes, „dat wij vrijmoedigheid van spreken hebben op de oordeelsdag, want zoals hij is, zo zijn ook wij in deze wereld. Er is in de liefde geen vrees, maar volmaakte liefde werpt vrees buiten, want vrees legt een beperking op.” — 1 Joh. 4:17, 18.
IMMOREEL GEDRAG VERMIJDEN
24. (a) Hoe kan de „vrees voor Jehovah” als een bescherming dienen? (b) Welke gevolgen kan seksuele immoraliteit hebben?
24 Aan de andere kant bestaat er een juiste vrees, zodat de bijbel zegt dat ’de vrees voor Jehovah zuiver is’ en „betekent het kwade te haten” (Ps. 19:9; Spr. 8:13). Deze vrees is geen ziekelijke angst, maar omvat eerbied en een gezonde vrees om Jehovah te mishagen. Dit vormt een bescherming tegen het volgen van een slechte handelwijze. Iemand die ’het woord des levens stevig vasthoudt’, weet natuurlijk dat de Schrift bijvoorbeeld seksuele immoraliteit veroordeelt (Deut. 5:18; 1 Kor. 6:9, 10). Toch toont de bijbel aan dat zulk een moreel verdorven gedrag ook tot smart kan leiden. Nadat koning Davids zoon Amnon zijn eigen halfzuster Tamar had onteerd, ging hij „haar haten met een zeer grote haat”. Amnon liet Tamar zijn huis uitzetten als een persoon die nu weerzinwekkend voor hem was geworden en wier aanwezigheid hem waarschijnlijk van zijn onreinheid bewust maakte. — 2 Sam. 13:1-19.
25. Waarom kan men zich, wanneer men aan verleiding blootstaat, met veel profijt Jozefs gedrag te binnen roepen?
25 Wat hebben wij bij wijze van tegenstelling een schitterend voorbeeld in Jozef, de zoon van Jakob! Hoewel hij herhaaldelijk door de vrouw van zijn meester Potifar werd verleid, weigerde Jozef resoluut seksuele betrekkingen met haar te hebben. Hoewel Jozef valselijk werd beschuldigd en wegens zijn weigering gevangen werd gezet, had hij niet tegen God gezondigd (Gen. 39:7-23). Mocht zich in het leven van iemand die ’het woord des levens stevig vasthoudt’ verleiding tot het bedrijven van seksuele immoraliteit voordoen, dan kan hij of zij zich met veel profijt Jozefs gedrag te binnen brengen.
’ALS LICHTGEVERS SCHIJNEN’
26-28. (a) Op welke manieren kunnen wij bij wijze van samenvatting geholpen worden wanneer wij ’het woord des levens stevig vasthouden’? (b) Hoe kunnen wij „als lichtgevers” blijven schijnen?
26 Degenen die ’het woord des levens stevig hebben vastgegrepen’, hebben derhalve beslist vele redenen om de zesenzestig door God geïnspireerde boeken van de bijbel te waarderen. De toepassing van de raad uit de Schrift stelt christenen bijvoorbeeld in staat het hoofd te bieden aan ziekte en druk. In Gods Woord treffen zij troost aan wanneer zij zich neerslachtig voelen. De bijbel helpt hen ook verdriet te dragen, met succes schuchterheid en vrees aan te pakken en immoreel gedrag te vermijden.
27 Degenen die ’het woord des levens stevig vastgrijpen’, zijn bovendien in staat „onberispelijk en onschuldig” te blijven met betrekking tot de misdaden van dit ’kromme en verdraaide geslacht’, de van God vervreemde mensenwereld. Christenen blijven onder hen ’als lichtgevers schijnen’ (Fil. 2:14-16). Bij de gezalfde volgelingen van Jezus Christus, die in de eerste plaats de verantwoordelijkheid dragen als zulke geestelijke „lichtgevers” dienst te verrichten, heeft zich een „grote schare” personen aangesloten die het vooruitzicht hebben eeuwig op een paradijsaarde te leven. — Openb. 7:4-9.
28 Alle getrouwe christenen, die zich op Jehovah God verlaten, zullen ermee voortgaan geestelijk licht te weerspiegelen. Met goddelijke hulp zullen zij voortgaan de juiste aandrijvende kracht of geest aan de dag te leggen, een geest welke personen die Jehovah God aanbidden, past. Zij zullen trachten de vruchten van Gods geest aan te kweken en ten toon te spreiden en houden wijselijk de schitterende hoedanigheden in gedachten van de vroege christenen en anderen die Jehovah in de loop der eeuwen hebben gediend. En de Heer zal er beslist mee voortgaan met de geest te zijn welke aan de dag wordt gelegd door alle godvruchtige personen van thans die ’het woord des levens stevig vasthouden’. Behoort u tot degenen die de juiste christelijke geest aan de dag leggen, en houdt u het „woord des levens” werkelijk stevig vast?