Predik het goede nieuws overal
1 De eerste christenen predikten het goede nieuws overal. Zij waren zo ijverig dat de Koninkrijksboodschap binnen dertig jaar na de opstanding van Jezus Christus „in heel de schepping die onder de hemel is, [was] gepredikt”. — Kol. 1:23.
2 Jehovah’s ijverige dienstknechten in deze tijd hebben hetzelfde doel — zoveel mogelijk mensen bereiken met het goede nieuws van het Koninkrijk. Wat kan ons helpen dit doel te verwezenlijken? Steeds meer mensen werken hele dagen en zijn vaak niet thuis wanneer wij aan de deur komen. Als zij niet werken, dan zijn zij misschien op reis, aan het winkelen of met de een of andere vorm van ontspanning bezig. Hoe worden degenen die het waard zijn onder hen met de Koninkrijksboodschap bereikt? — Matth. 10:11.
3 Sommigen worden op hun werk bereikt. Zelfs kleine plaatsen hebben wel een zakenwijk waar veel mensen het grootste deel van de dag doorbrengen. In grote steden krijgen mensen die op industrieterreinen of in hoge kantoorgebouwen werken, of zij die in gesloten flatgebouwen wonen, getuigenis — velen voor de eerste keer. In de weekends bleken sommigen die werden aangesproken terwijl zij ontspanning zochten in parken, recreatiegebieden, op kampeerterreinen, in vakantiehuisjes of terwijl zij op een parkeerterrein of winkelpromenade stonden te wachten, positief tegenover het goede nieuws te staan.
4 Steeds meer verkondigers doen speciaal moeite om op openbare plaatsen, overal waar maar mensen te vinden zijn, getuigenis te geven. Aanvankelijk waren die Getuigen beschroomd en wat nerveus omdat zij gewend waren om onder formelere omstandigheden te prediken, zoals van huis tot huis. Hoe denken zij er nu over?
5 „Het heeft mijn bediening nieuw leven ingeblazen!”, roept een ervaren broeder uit. Een ander voegt eraan toe: „Het houdt me geconcentreerd.” Een oudere pionier merkt op: „Het heeft me mentaal, fysiek en geestelijk gesterkt, . . . en ik maak nog steeds vorderingen.” Een verkondiger zegt dat hij nu veel mensen bereikt die nog nooit met Jehovah’s Getuigen gesproken hebben. Ook jonge mensen krijgen de smaak te pakken van dit fijne werk. Een jongere drukt zich als volgt uit: „Het is leuk omdat je zo veel mensen te spreken krijgt.” Een ander zegt: „Ik verspreid meer lectuur dan ooit tevoren!” Dit alles vindt plaats in gebied dat talloze malen bewerkt is.
6 Reizende opzieners nemen de leiding: In het besef dat ’het toneel van deze wereld bezig is te veranderen’, stelde het Genootschap onlangs voor dat de reizende opzieners hun velddienstschema van week tot week zouden aanpassen om zoveel mogelijk mensen met het goede nieuws te kunnen bereiken (1 Kor. 7:31). Jarenlang hebben de kringopzieners de doordeweekse ochtenden opzij gezet voor het van-huis-tot-huiswerk, terwijl de middagen aan het brengen van nabezoeken en het leiden van huisbijbelstudies werden besteed. In sommige gebieden kan dat schema nog steeds praktisch zijn. In andere gebieden wordt er op sommige doordeweekse ochtenden wellicht weinig bereikt in het van-huis-tot-huiswerk. In dat geval kan de reizende opziener besluiten dat het goed zou zijn om ’s morgens vroeg van winkel tot winkel te werken of straatwerk te doen. Of hij kan regelingen treffen om kleine groepjes te laten prediken in hoge kantoorgebouwen, winkelbuurten, op parkeerterreinen of andere openbare plaatsen. Wanneer de verkondigers een doeltreffender gebruik maken van de tijd die zij voor velddienst hebben uitgetrokken, zullen er veel meer mensen worden bereikt.
7 Uit berichten blijkt dat deze wijziging zowel door de reizende opzieners als door de verkondigers heel gunstig ontvangen is. Enkele lichamen van ouderlingen hebben de kringopziener gevraagd een paar verkondigers op te leiden in aspecten van het werk die plaatselijk aandacht behoefden. Het is voor deze verkondigers een hulp geweest de reizende opziener in een van deze activiteiten te vergezellen. Zij hebben op hun beurt weer anderen kunnen opleiden (2 Tim. 2:2). Als gevolg daarvan worden er nu meer mensen met het goede nieuws bereikt.
8 Natuurlijk hoef je niet op het bezoek van de kringopziener te wachten om enkele van deze andere manieren van prediken uit te proberen. Hier zijn verscheidene ideeën die je wellicht voor jullie gebied praktisch vindt:
9 Straatgetuigenis: ’Waar zijn alle mensen?’, vragen wij ons soms af wanneer wij op een doordeweekse ochtend een uitgestorven woonwijk bewerken. Sommige mensen doen misschien boodschappen of zijn aan het winkelen. Heb je geprobeerd hen met straatgetuigenis te bereiken? Wanneer het goed wordt gedaan, kan deze tak van dienst heel produktief zijn. Het is het beste om niet op één plaats met de tijdschriften te staan, maar mensen te benaderen en een vriendelijk gesprek te beginnen. Je hoeft niet aan iedere voorbijganger getuigenis te geven. Spreek degenen aan die geen haast hebben, zoals mensen die etalages bekijken, in een geparkeerde auto zitten of op het openbaar vervoer staan te wachten. Eerst kun je iemand misschien gewoon vriendelijk groeten en dan op een reactie wachten. Als de persoon wil praten, vraag dan naar zijn mening over een onderwerp dat hem volgens jou wellicht interesseert.
10 Een reizende opziener nodigde zes verkondigers uit om hem en zijn vrouw te vergezellen in het straatwerk. Met welke resultaten? „Wij hadden een heerlijke ochtend!”, zegt hij. „Er waren geen afwezigen. Er werden tachtig tijdschriften en vele traktaten verspreid. Wij hadden verscheidene aanmoedigende gesprekken. Een van de verkondigers, die voor het eerst straatwerk deed, riep uit: ’Ik ben al jaren in de waarheid en ik wist niet wat ik miste!’ Tegen het einde van de week was de veel te grote tijdschriftenvoorraad van de gemeente uitgeput.”
11 Bij zijn bezoek aan de volgende gemeente hoorde deze zelfde reizende opziener dat verscheidene verkondigers ’s morgens vroeg straatwerk hadden gedaan, maar niet veel succes hadden gehad. Eén zuster had tijdens de hele velddienstperiode maar met twee mensen gesproken, omdat alle anderen die zij tegenkwam zich naar hun werk haastten. De reizende opziener stelde voor dat zij allemaal wat later op de ochtend naar diezelfde straat terug zouden gaan. Dat deden zij, en zij werkten tot twaalf uur door. De zuster die vroeger op de ochtend maar twee gesprekken had kunnen voeren, had veel meer succes toen zij terugging. Zij verspreidde 31 tijdschriften en 15 brochures, kreeg van zeven personen hun naam en adres en richtte twee huisbijbelstudies op! Anderen in de groep hadden soortgelijke aanmoedigende resultaten.
12 Wanneer je iemand vindt die belangstelling toont, probeer dan zijn naam, adres en telefoonnummer te krijgen. In plaats dat je daar rechtstreeks naar vraagt, zou je kunnen zeggen: „Ik vond het een fijn gesprek. Zouden wij het een andere keer kunnen voortzetten?” Of vraag: „Kan ik u thuis bezoeken?” Velen met wie op deze manier contact wordt gelegd, vinden het goed dat je hun een nabezoek brengt. Zorg dat je ruim voldoende strooibiljetten bij je hebt om mensen uit te nodigen die onze vergaderingen zouden willen bezoeken.
13 Wanneer je met een belangstellende spreekt die in het gebied van een andere gemeente woont, dien je de informatie door te geven zodat de broeders daar de belangstelling verder kunnen aanwakkeren. Zou straatgetuigenis in jullie gebied een doeltreffende manier zijn om het goede nieuws te verbreiden? Zo ja, lees dan het artikel „Belangstellenden vinden door middel van doeltreffend straatwerk” in Onze Koninkrijksdienst van juli 1994 nog eens door. Tref vervolgens regelingen om op een geschikt moment van de dag straatwerk te doen, zodat je zoveel mogelijk mensen kunt bereiken.
14 Getuigenis geven in het openbaar vervoer: Op een ochtend besloten enkele pioniers getuigenis te geven aan mensen die bij een plaatselijk universiteitsgebouw op de bus stonden te wachten. Hoewel zij een paar fijne gesprekken konden voeren, was er een probleem. Tegen de tijd dat het gesprek goed op gang was, kwam de bus en werd de conversatie abrupt afgebroken. De pioniers losten het probleem op door in de bus te stappen en de passagiers getuigenis te blijven geven terwijl zij door de stad reden. Aan het eind van de rit gingen de pioniers weer met de bus terug en predikten onderweg. Na verscheidene keren heen en terug te zijn gereden, telden zij de resultaten van hun inspanningen op: Zij hadden meer dan 200 tijdschriften verspreid en zes bijbelstudies opgericht. Sommige passagiers gaven graag hun adres en telefoonnummer zodat zij thuis bezocht konden worden. De week daarop gingen de pioniers naar de bushalte terug en volgden dezelfde methode als de vorige keer. Zij verspreidden 165 tijdschriften en richtten nog een bijbelstudie op. Bij één halte stapte er een passagier in die op de enige nog vrije plaats ging zitten — naast een pionier. Hij keek naar de broeder en zei met een glimlach: „Ik weet het, je hebt een Wachttoren voor me.”
15 Veel verkondigers geven een doeltreffend getuigenis wanneer zij met de bus, de trein of het vliegtuig reizen. Hoe kun je een gesprek beginnen met een passagier die naast je zit? Een twaalfjarige verkondiger ging in de bus gewoon een Ontwaakt! zitten lezen, in de hoop de nieuwsgierigheid te wekken van een tienermeisje dat naast hem zat. Het werkte. Het meisje vroeg hem wat hij aan het lezen was, en de jongere antwoordde dat hij iets las over de oplossing van problemen waar jonge mensen mee te maken hebben. Hij voegde eraan toe dat hij heel veel aan het artikel had gehad en dat het haar ook kon helpen. Zij nam de tijdschriften graag. Hun gesprek werd gehoord door twee andere jongeren, die ook om de tijdschriften vroegen. Hierop stopte de chauffeur aan de kant van de weg en vroeg waarom er zo veel belangstelling voor die tijdschriften was. Toen hij dat te weten was gekomen, nam ook hij de tijdschriften. Natuurlijk was dit allemaal niet mogelijk geweest als de jonge verkondiger niet genoeg tijdschriften bij zich had gehad om ze te delen met iedereen die belangstelling toonde!
16 Getuigenis geven in parken en op parkeerterreinen: Getuigenis geven in parken en op parkeerterreinen is een uitstekende manier om mensen te bereiken. Heb je al eens geprobeerd te prediken op het parkeerterrein van een winkelcentrum? Neem altijd even een paar momenten om de omgeving in je op te nemen. Zoek naar iemand die geen haast heeft of die in een geparkeerde auto zit te wachten en probeer een vriendelijk gesprek te beginnen. Als het gesprek loopt, breng dan de Koninkrijksboodschap ter sprake. Probeer alleen te werken, maar wel met een andere verkondiger in de buurt. Vermijd het een grote, uitpuilende tas te dragen of op een andere manier de aandacht op je werk te vestigen. Wees discreet. Het is wellicht het beste om maar kort op één parkeerterrein te blijven en dan naar een ander terrein te gaan. Als iemand niet met je wil praten, ga dan beleefd weg en zoek iemand anders om te benaderen. Op deze manier verspreidde een broeder negentig tijdschriften in één maand tijdens het prediken op parkeerterreinen.
17 Sommige mensen gaan naar een park om zich te ontspannen; anderen gaan erheen om een spelletje te doen of tijd met hun kinderen door te brengen. Zoek naar een gelegenheid om getuigenis te geven zonder hen te veel in hun activiteiten te storen. Eén broeder begon een gesprek met de beheerder van een park en bemerkte dat deze zich zorgen maakte over drugs en de toekomst van zijn kinderen. Er werd een huisbijbelstudie opgericht en die werd geregeld in het park geleid.
18 Informeel getuigenis op winkelpromenades: Hoewel het niet altijd mogelijk is om op winkelpromenades formeel van winkel tot winkel te werken wegens plaatselijke beperkingen ten aanzien van dergelijke activiteiten, scheppen sommige verkondigers gelegenheden om daar informeel getuigenis te geven. Zij gaan op een bank zitten en beginnen een vriendelijk gesprek met anderen die daar even komen uitrusten. Wanneer er belangstelling wordt getoond, bieden zij discreet een traktaat of een tijdschrift aan en proberen een afspraak voor een nabezoek te maken. Nadat zij enkele minuten op één gedeelte van de promenade getuigenis hebben gegeven, gaan zij naar een ander gedeelte en beginnen een gesprek met iemand anders. Natuurlijk moet je oppassen dat je niet te veel aandacht trekt terwijl je op deze manier informeel getuigenis geeft.
19 Wanneer je iemand groet, begin het gesprek dan op vriendelijke toon. Als je luisteraar gunstig reageert, stel dan een vraag en luister aandachtig naar zijn antwoord. Toon persoonlijke belangstelling voor wat hij zegt. Laat zien dat je waarde hecht aan zijn mening. Geef hem waar mogelijk gelijk.
20 Een zuster kreeg een fijn gesprek met een oudere vrouw door ter sprake te brengen hoe hoog de kosten van het levensonderhoud zijn geworden. De vrouw was het daar roerend mee eens, en er volgde een levendige conversatie. De zuster kreeg de naam en het adres van de vrouw, en diezelfde week bracht zij een nabezoek.
21 Van winkel tot winkel werken: Sommige gemeenten hebben zakenwijken in het hun toegewezen gebied. De broeder die voor het gebied zorgt, kan speciale gebiedskaartjes maken van deze wijken waar zich uitsluitend bedrijven bevinden. Als er gebiedskaartjes zijn met een woonwijk die een zakenwijk overlapt, dient daarop duidelijk te worden aangegeven dat de bedrijven niet als een deel van het gebied bewerkt moeten worden. In andere gebieden kunnen de bedrijven tegelijk met de woonhuizen worden bewerkt. De ouderlingen kunnen bekwame verkondigers uitnodigen om de zakengebieden geregeld te bewerken, zodat het van-winkel-tot-winkelwerk niet wordt verwaarloosd.
22 Als je wordt uitgenodigd om een aandeel aan dit werk te hebben en het nooit eerder hebt gedaan, is een goede manier om ’vrijmoedigheid te verzamelen’ eerst een paar kleinere winkels te bewerken; vervolgens, wanneer je je wat zekerder voelt, kun je de grotere bewerken (1 Thess. 2:2). Wanneer je van winkel tot winkel werkt, kleed je dan zoals je naar een vergadering in de Koninkrijkszaal zou gaan. Ga zo mogelijk de winkel binnen wanneer er geen klanten staan te wachten om geholpen te worden. Vraag de chef of de bedrijfsleider te spreken. Wees hartelijk, en bovenal, wees kort. Het is niet nodig je te verontschuldigen. In veel zaken is men klantgericht en eraan gewend even in de werkzaamheden gestoord te worden.
23 Nadat je de winkelier hebt begroet, zou je kunnen zeggen: „Zakenmensen hebben zo’n bezet schema dat wij hen zelden thuis treffen, dus bezoeken wij u hier op uw werk om een heel interessant artikel bij u achter te laten.” Zeg dan een paar woorden over het tijdschrift dat je aanbiedt.
24 Of wanneer je een bedrijfsleider benadert, zou je kunnen zeggen: „Wij hebben bemerkt dat zakenmensen graag goed geïnformeerd zijn. De nieuwste uitgave van De Wachttoren (of Ontwaakt!) bevat een artikel dat ons allemaal persoonlijk aangaat.” Leg uit wat het is, en besluit met te zeggen: „Wij zijn er zeker van dat u het met plezier zult lezen.”
25 Als er personeel is, en het lijkt passend, zou je eraan kunnen toevoegen: „Hebt u er bezwaar tegen als ik uw personeel dezelfde korte aanbieding doe?” Als je toestemming krijgt, houd dan in gedachte dat je beloofd hebt kort te zijn en dat de bedrijfsleider verwacht dat je je aan je woord houdt. Als werknemers een lang gesprek willen beginnen, zou het het beste zijn hen thuis te bezoeken.
26 Onlangs vergezelden een paar verkondigers in een kleine plaats de kringopziener in het van-winkel-tot-winkelwerk. Sommige verkondigers waren eerst wat bevreesd omdat zij dat werk nooit eerder hadden gedaan; maar zij voelden zich al gauw op hun gemak en begonnen het leuk te vinden. In minder dan een uur spraken zij met 37 mensen en verspreidden 24 tijdschriften en 4 brochures. Eén broeder merkte op dat zij in het van-huis-tot-huiswerk in een maand gewoonlijk niet zoveel mensen konden bereiken als in die korte tijd in het van-winkel-tot-winkelwerk.
27 Gelegenheden scheppen om te prediken: Jezus gaf niet alleen onder formele omstandigheden getuigenis. Hij verbreidde het goede nieuws bij elke geschikte gelegenheid (Matth. 9:9; Luk. 19:1-10; Joh. 4:6-15). Let eens op hoe sommige verkondigers gelegenheden scheppen om te prediken.
28 Sommigen maken het tot een gewoonte getuigenis te geven aan ouders die bij de ingang van een school op hun kinderen staan te wachten. Aangezien veel ouders wel twintig minuten te vroeg komen, is er tijd om hen in een aanmoedigend gesprek over een bijbels onderwerp te betrekken.
29 Veel pioniers zijn erop bedacht mensen te bereiken die wellicht speciaal geïnteresseerd zijn in een bepaald onderwerp dat in onze tijdschriften wordt behandeld. Eén zuster bijvoorbeeld kreeg gunstige reacties toen zij zes scholen in het gebied van haar gemeente bezocht met de serie „Crisis op scholen”, in de Ontwaakt! van 22 december 1995. Ook bezocht zij instellingen voor gezinshulp met tijdschriften over het gezinsleven en kindermishandeling en kon een vaste afspraak maken om terug te komen met toekomstige uitgaven over soortgelijke onderwerpen. De reactie die zij op het arbeidsbureau kreeg op de Ontwaakt! van 8 maart 1996 over werkloosheid, beschreef zij als „overweldigend”.
30 Een districtsopziener bericht dat hij en zijn vrouw geregeld informeel getuigenis geven terwijl zij in een levensmiddelenzaak hun boodschappen doen. Zij doen dit op een moment van de dag dat de winkel niet al te vol is en de klanten op hun gemak langs de schappen lopen. Zij berichten dat zij veel fijne gesprekken kunnen voeren.
31 Veel verkondigers berichten goede resultaten met getuigenis geven aan mensen in wasserettes. Zij leggen niet gewoon tijdschriften neer wanneer er niemand is. Het is hun bedoeling om mensen met het goede nieuws te bereiken, dus streven zij ernaar persoonlijk met degenen te spreken die van de wasserette gebruik maken.
32 Op sommige plaatsen hebben bepaalde verkondigers toestemming om op het vliegveld getuigenis te geven. Soms hebben zij de vreugde beleefd getuigenis te geven aan internationale reizigers die in landen wonen waar weinig getuigen van Jehovah zijn. Wanneer er belangstelling wordt getoond, bieden zij een traktaat of de tijdschriften aan.
33 Daar waar het niet toegestaan is persoonlijk getuigenis te geven aan bewoners van gesloten flatgebouwen in het gebied van de gemeente, hebben sommigen het tot een gewoonte gemaakt tactvol te prediken tot de dienstdoende bewaker of tot de beheerder in het kantoor van het gebouw. Dezelfde methode wordt toegepast in besloten woongemeenschappen. Een kringopziener en een paar verkondigers bezochten zeven flatgebouwen op deze manier. In elk van deze gevallen vertelden zij de beheerder dat hoewel zij de woningen niet op de voor ons gebruikelijke manier mochten bezoeken, zij hem toch niet de informatie in de nieuwste tijdschriften wilden onthouden. De beheerders van alle zeven flatgebouwen namen de tijdschriften graag en vroegen tevens om de volgende uitgaven! Vervolgens worden de bewoners van deze gebouwen per telefoon benaderd. Je zult praktische informatie over dit onderwerp vinden in het inlegvel „Getuigenis geven per telefoon — Een manier om velen te bereiken” in Onze Koninkrijksdienst van augustus 1993.
34 Span je krachtig in om overal te prediken: Overeenkomstig onze opdracht leven, betekent dat wij een gevoel van dringendheid bezitten in verband met onze toewijzing om de Koninkrijksboodschap te prediken. Om mensen te bereiken op een tijd die hun schikt, moeten wij onze persoonlijke voorkeur opzij zetten „om er toch maar enkelen te redden”. Alle opgedragen dienstknechten van Jehovah willen net als de apostel Paulus kunnen zeggen: „Ik doe alles ter wille van het goede nieuws, om er met anderen deel aan te mogen verkrijgen.” — 1 Kor. 9:22, 23.
35 Paulus schreef verder: „Zeer gaarne zal ik daarom veeleer ten aanzien van mijn zwakheden roemen, opdat de kracht van de Christus gelijk een tent over mij moge blijven. . . . Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik krachtig” (2 Kor. 12:9, 10). Met andere woorden, niemand van ons zou dit werk in eigen kracht tot stand kunnen brengen. Wij moeten tot Jehovah bidden om zijn krachtige heilige geest. Als wij God om kracht vragen, kunnen wij erop vertrouwen dat hij onze gebeden zal verhoren. Vervolgens zal onze liefde voor mensen ons ertoe aanzetten naar gelegenheden te zoeken om het goede nieuws tot hen te prediken, waar zij zich ook maar bevinden. Waarom zou je de komende week niet eens een van de suggesties in dit inlegvel uitproberen?