29 Wanneer Jehovah, je God, je in het land brengt dat je in bezit zult nemen, dan moet je op de berg Ge̱rizim de zegen uitspreken* en op de berg E̱bal de vloek.+
29 En het moet geschieden dat wanneer Jehovah, uw God, u brengt in het land waarheen gij gaat om het in bezit te nemen,+ dan moet gij de zegen geven* op de berg Ge̱rizim+ en de vervloeking op de berg E̱bal.+