Hebreeën 1:6 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave) 6 Maar als hij zijn Eerstgeborene+ de bewoonde aarde weer binnenleidt, zegt hij: ‘En al Gods engelen moeten hem eer bewijzen.’* Hebreeën 1:6 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 6 Doch wanneer hij wederom zijn Eerstgeborene+ de bewoonde aarde binnenleidt, zegt hij: „En al Gods engelen+ moeten hem hulde brengen.”*+ Hebreeën Index van Wachttoren-publicaties 1986-2023 1:6 it-1 1116; g00 8/4 26-27; w92 15/1 23; w91 15/4 12-13; rs 231-232 Hebreeën Index van Wachttoren-publikaties 1946-1985 1:6 rs 231-2; w84 1/12 30; w83 15/5 17-18, 31; w73 408; w71 126-7; w63 73; w62 335; w56 72, 190; w51 92; w48 340 Hebreeën Studiehulp voor Jehovah’s Getuigen 2019 1:6 Inzicht, Deel 1, blz. 1116 Ontwaakt!,8/4/2000, blz. 26-27 De Wachttoren,15/1/1992, blz. 2315/4/1991, blz. 12-131/12/1984, blz. 3015/5/1983, blz. 17-18, 311/7/1973, blz. 40815/2/1971, blz. 126-1271/2/1963, blz. 73-741/6/1962, blz. 334-33515/4/1956, blz. 190-1911/2/1956, blz. 71-7215/3/1951, blz. 92-93 Redeneren, blz. 231-232
6 Maar als hij zijn Eerstgeborene+ de bewoonde aarde weer binnenleidt, zegt hij: ‘En al Gods engelen moeten hem eer bewijzen.’*
6 Doch wanneer hij wederom zijn Eerstgeborene+ de bewoonde aarde binnenleidt, zegt hij: „En al Gods engelen+ moeten hem hulde brengen.”*+
1:6 rs 231-2; w84 1/12 30; w83 15/5 17-18, 31; w73 408; w71 126-7; w63 73; w62 335; w56 72, 190; w51 92; w48 340
1:6 Inzicht, Deel 1, blz. 1116 Ontwaakt!,8/4/2000, blz. 26-27 De Wachttoren,15/1/1992, blz. 2315/4/1991, blz. 12-131/12/1984, blz. 3015/5/1983, blz. 17-18, 311/7/1973, blz. 40815/2/1971, blz. 126-1271/2/1963, blz. 73-741/6/1962, blz. 334-33515/4/1956, blz. 190-1911/2/1956, blz. 71-7215/3/1951, blz. 92-93 Redeneren, blz. 231-232