3 ‘Luister! Vanwege jullie zal ik jullie gezaaide zaad vernietigen.*+ Ik zal mest op jullie gezicht strooien, de mest van jullie feesten, en jullie zullen ernaar worden weggedragen.*
3 „Ziet, ik bestraf vanwege U het [gezaaide] zaad,+ en ik wil drek* op UW aangezicht strooien, de drek van UW feesten; en iemand zal U werkelijk daarheen wegdragen.