-
JohannesIndex van Wachttoren-publikaties 1946-1985
-
-
19:36 w85 15/2 17-18; g69 22/9 28; si63 24, 197; w65 233; w60 126
-
-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 19Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
Geen van zijn botten zal worden gebroken: Dit is een citaat uit Ps 34:20. Toen het Pascha werd ingesteld, zei Jehovah over het slachten van het lam (of de geit): ‘De botten mogen niet gebroken worden’ (Ex 12:46; Nu 9:12). Paulus noemde Jezus ‘ons paschalam’ en in overeenstemming met het patroon en met de profetie in Ps 34:20 werd geen van Jezus’ botten gebroken (1Kor 5:7; zie aantekening bij Jo 1:29). Die profetie kwam uit, ook al was het blijkbaar gebruikelijk dat Romeinse soldaten de benen braken van slachtoffers aan een paal, waarschijnlijk om hun dood te bespoedigen. (Zie aantekening bij Jo 19:31.) De soldaten braken wel de benen van de twee misdadigers die naast Jezus hingen, maar toen ze zagen dat Jezus al gestorven was, braken ze zijn benen niet. In plaats daarvan stak een van hen ‘met een speer in zijn zij’ (Jo 19:33, 34).
-