Wat zijn kinderen hun ouders verschuldigd?
ELK kind staat vanaf het moment dat het voor het eerst ademhaalt, in de schuld. Het heeft deze schuld jegens zijn ouders, die ervoor verantwoordelijk zijn dat het leeft, en die schuld groeit elk jaar dat zij hun kind voeden, kleden, opvoeden en voor hem zorgen. Sommige kinderen geven er blijk van dit te waarderen, door hun ouders te geven wat zij hun verschuldigd zijn, doch heel velen doen dit niet.
In de bijbel, in Spreuken 30:11, wordt een waarheid vermeld die op heel wat kinderen van onze tijd van toepassing is. Er staat: „Er is een geslacht, dat zijn vader vervloekt en zijn moeder niet zegent.” Op een andere plaats heeft de bijbel voorzegd dat kinderen in de „laatste dagen” ongehoorzaam aan hun ouders zouden zijn en geen natuurlijke genegenheid zouden hebben (2 Tim. 3:1-4). Wij nemen in deze tijd waar wat is voorzegd. Er zijn jongelui die hun ouders in vlagen van toorn vervloeken. Sommigen hebben hun ouders zelfs gedood. In het algemeen kan echter worden gezegd dat kinderen een opstandige houding jegens hun ouders aan de dag leggen, die zich openbaart door ongehoorzaamheid, gebrek aan achting, onvriendelijkheid en oneerbiedigheid. Is zulk een gedrag de manier waarop dankbaarheid wordt geuit voor de liefde die ouders hun kinderen vanaf de geboorte hebben gegeven en de zorg die zij aan hen hebben besteed? Kennelijk niet!
Als jonge mensen in hun adolescentiejaren komen, zijn zij geneigd de gevolgtrekking te maken dat hun ouders hen niet begrijpen omdat hun persoonlijke verlangens onveranderlijk tegen die van hun ouders schijnen in te druisen. Hun ouders zouden bijvoorbeeld van hen kunnen verlangen dat zij ’s avonds op een bepaalde tijd thuis zijn, maar de jongelui zullen dit waarschijnlijk als een onredelijke dwang beschouwen die op hen wordt uitgeoefend. Ouders staan er wellicht op dat hun dochter minder onthullende kleding draagt dan velen van haar leeftijdgenoten, of wellicht verbieden zij hun zoon met een bepaalde groep jongens uit de buurt om te gaan. In de ogen van zulke jonge mensen, die de neiging hebben zich er al te veel om te bekommeren of zij zich wel naar de populaire rages richten of door hun leeftijdsgroep worden geaccepteerd, vormen zulke restricties een bewijs van gebrek aan begrip. Maar is dat nu wel zo? Bedenk dat hun ouders ook eens tieners zijn geweest. Hun ouders leggen hun juist zulke beperkingen op omdàt zij hen en de wereld waarin zij leven, begrijpen.
Ouders weten dat laat naar bed gaan, een tekort aan slaap betekent, hetgeen de gezondheid van de jeugdige persoon kan aantasten en invloed kan hebben op zijn prestaties op school. Zij zijn beter van de morele ineenstorting van de wereld op de hoogte dan de kinderen en weten beter welke slechte invloed deze op onvolwassen jonge mensen kan hebben. Zij zijn zich ook terdege bewust van de moeilijkheden waarin jongelui kunnen geraken als zij met andere jeugdige personen laat opblijven. Het getuigt dus niet van gebrek aan begrip dat ouders hun kinderen beperkingen opleggen, maar zij doen dit juist omdat zij een duidelijk begrip hebben van hetgeen voor hun bestwil is. Kinderen zijn het derhalve aan hun ouders verschuldigd te erkennen dat het oordeel van hun ouders beter is dan dat van henzelf.
EERBIED VOOR OUDERS
In elke organisatie heeft degene die autoriteit uitoefent, recht op het respect van de anderen in de organisatie. Het gezin, dat in feite een kleine organisatie van verschillende personen is, maakt hierop geen uitzondering. De ouders — en vooral de vader — nemen een plaats van gezag in krachtens het feit dat zij de stichters van hun speciale gezin zijn en de kinderen leven hebben geschonken. Is het, daar de kinderen in deze gezinsorganisatie de minderen zijn, daarom niet redelijk dat zij het gezag van hun ouders respecteren?
Dat kinderen hun ouders eerbied verschuldigd zijn, werd in Gods wet aan de natie Israël duidelijk gemaakt. Het vijfde van de Tien Geboden luidde: „Eer uw vader en uw moeder” (Ex. 20:12). Een van de betekenissen van het woord „eer” is het tonen van eerbied. Getuigt het van eerbied als een zoon zijn ouders tegenspreekt omdat zij van hem verlangen op een bepaalde tijd thuis te zijn of omdat zij hem gebieden zich afzijdig te houden van kameraden van wie zij vermoeden dat dezen een slechte invloed uitoefenen? Zou het niet meer van eerbied voor zijn ouders getuigen als hij hun wensen zonder tegenspraak zou opvolgen?
Het eren van iemands ouders omvat ook de wijze waarop men in tegenwoordigheid van vrienden over hen spreekt. Als men zijn ouders vervloekt of onvriendelijke uitdrukkingen ten aanzien van hen gebruikt, maakt dit een groep jongelui die volwassenen minachten misschien aan het lachen, maar men is dan deloyaal jegens zijn vader en moeder. Zou het niet meer in overeenstemming zijn met de liefde die ouders voor hun kinderen hebben getoond als kinderen op loyale wijze met eerbied over hen spreken?
Het was in de natie Israël zulk een ernstige zaak eerbied voor ouders te hebben dat een zoon of dochter die zijn of haar vader of moeder sloeg of vervloekte, ter dood gebracht moest worden. De goddelijke wet stelde: „Wie zijn vader of zijn moeder slaat, zal zeker ter dood gebracht worden. Wie zijn vader of zijn moeder vervloekt, zal zeker ter dood gebracht worden” (Ex. 21:15, 17). Zulk een deloyaliteit jegens de leiding van het gezin en een dergelijke oneerbiedigheid was een ernstige aangelegenheid. Hoewel christenen niet onder het wetsverbond staan, wordt door dit gebod wel een beginsel ten aanzien van hen vastgesteld, het beginsel altijd eerbied voor hun ouders te hebben.
GEHOORZAAMHEID
De bijbel geeft kinderen de wijze raad: „Gij kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in alles, want dit is de Heer welgevallig” (Kol. 3:20). Dit is iets dat zij hun ouders verschuldigd zijn. Door hun gehoorzaamheid tonen zij respect voor het gezag van hun ouders en voor de leidinggevende positie die de vader schriftuurlijk in de gezinsorganisatie bekleedt. Aangezien dit tot de vrede en eenheid van het hele gezin bijdraagt, trekken zij er persoonlijk voordeel van.
Kinderen hebben de leiding van een volwassene nodig om te weten wat goed of verkeerd is en hun ouders zijn de natuurlijke personen naar wie zij voor zulk een leiding kunnen opzien. Wanneer zij hun christelijke ouders gehoorzamen door verboden dingen na te laten, leren zij het slechte te mijden, en als zij samenwerken door te doen wat hun ouders hun zeggen, leren zij het goede te doen. Wanneer ouders hun oordeel ten aanzien van wat goed en slecht is op de rechtvaardige wetten en beginselen van Gods geschreven Woord baseren, leren hun kinderen door gehoorzaamheid de beste manier om te leven en trekken zij aldus ten volle voordeel van de leiding van volwassenen.
Als ouders hun kinderen zeggen iets op een bepaalde manier te doen, wordt gehoorzaamheid niet alleen getoond door het te doen, maar door het te doen op de wijze zoals hun werd opgedragen. Een fout die bij kinderen — en zelfs bij volwassenen — niet ongewoon is, is te denken dat hun eigen manier om iets te doen beter is dan de manier waarop hun gezegd werd het te doen. Of hun manier beter is of niet, doet niet ter zake. Hun meerdere heeft hun gezegd het op een bepaalde manier te doen en dat is de manier waarop zij er door het beginsel van gehoorzaamheid toe verplicht zijn het te doen. Zijn zij hierin ongehoorzaam, dan zal het overgedaan moeten worden op de manier waarop het hun werd gezegd. Als een jongen dus naar de kruidenier gaat om een paar boodschappen te halen die zijn moeder voor hem heeft opgeschreven, toont hij geen gehoorzaamheid als hij besluit iets anders te nemen. Zijn moeder had er een reden voor om datgene te vragen wat zij had opgeschreven en het stond niet aan hem te besluiten iets anders te kopen. Door zowel in kleine als in grote dingen gehoorzaam te zijn, kunnen kinderen waardering tonen voor hetgeen hun ouders voor hen hebben gedaan en hun gezag respecteren.
STRENG ONDERRICHT
Het is verstandig als kinderen het strenge onderricht dat hun door hun ouders wordt gegeven, ter harte nemen. De uitdrukking „streng onderricht” houdt de gedachte in van een opleiding waardoor men wordt gekneed en terechtgewezen. Soms moet een kind dat iets doet wat zijn ouders verkeerd achten, terechtgewezen worden door lichamelijke straf en andere keren is alleen mondelinge terechtwijzing nodig (Spr. 13:24; 29:15). In beide gevallen behoort streng onderricht tot de opleiding waardoor de persoonlijkheid van de kinderen wordt gevormd. Zij worden er aldus op voorbereid het hoofd te bieden aan de problemen en situaties die zij in hun contacten met de wereld zullen tegenkomen. Hun onvolwassen verstand wordt erdoor geleid, doordat hun een basis wordt gegeven voor het nemen van juiste beslissingen met betrekking tot hun gedrag. Terecht geeft de bijbel kinderen dus de raad: „Luister, mijn zoon, naar het strenge onderricht van uw vader en verlaat de wet van uw moeder niet.” — Spr. 1:8.
Het is niet ongewoon dat jongelui er bezwaar tegen maken als zulk een streng onderricht bestaat in het doen van karweitjes in en om het huis of als zij hun ouders moeten helpen een zaak te drijven. Toch is zulk werk een essentieel onderdeel van het strenge onderricht van hun ouders. Het leert hun vlijtig te zijn en hoe zij verantwoordelijkheid moeten dragen, en het helpt hen ook waardevolle bekwaamheden te verkrijgen. Een bepaalde hoeveelheid werk doet jonge mensen meer goed dan wanneer hun wordt toegestaan al hun vrije tijd te besteden aan waar zij maar zin in hebben. Ofschoon jonge mensen wellicht niet de waarde van het werk beseffen, zullen zij er door liefde en eerbied voor hun ouders toe worden aangespoord welk werk maar ook dat hun ouders hun opdragen, te doen. Is het niet alleen maar juist dat zij hun jeugdige kracht gebruiken om hun ouders te helpen? Ook dit zijn zij hun verschuldigd.
Jonge volwassenen kunnen blijk geven van liefde voor hun ouders door rekening te houden met de gezondheid en de gevoelens van hun ouders. Zij kunnen dit onder andere doen door slechte daden, waarover hun ouders zich kopzorgen zouden maken en die hun geestelijk pijn zouden doen, te mijden. Hierdoor wordt liefde getoond. Verder dienen zij ook vriendelijk tot hen te spreken. Het is werkelijk oneerbiedig en liefdeloos als men grof, sarcastisch en kortaf tegen zijn ouders is of tegen hen schreeuwt. Hoeveel beter is het voor het gestel van allen en voor de vrede van het gezin als jongelui op een vriendelijke, zachtaardige en eerbiedige wijze tot hun ouders spreken.
De schuld die kinderen ten opzichte van hun ouders hebben, kan nooit helemaal betaald worden. Zij zullen hun altijd liefde, vriendelijkheid en eerbied verschuldigd zijn, zelfs als zij ouder worden en hun ouders geen zeggenschap meer over hen hebben.