Spreuken
1 De spreuken van Salomo,+ de zoon van David,+ de koning van Israël.+
5 Wie wijs is, luistert en neemt meer onderwijs in zich op.+
Wie verstandig is, zoekt deskundige leiding*+
6 om een spreuk en een moeilijk spreekwoord* te begrijpen,
de woorden van de wijzen en hun raadsels.+
7 Ontzag voor Jehovah is het begin van kennis.+
Alleen dwazen minachten wijsheid en correctie.+
10 Mijn zoon, als zondaars je proberen over te halen, ga daar dan niet op in.+
11 Als ze zeggen: ‘Ga met ons mee.
Laten we op de loer gaan liggen om bloed te vergieten.
We verbergen ons en wachten onschuldige mensen op, zomaar.
13 Laten we al hun kostbaarheden meenemen.
We vullen onze huizen met buit.
15 Mijn zoon, ga niet met ze mee.
Ze haasten zich om bloed te vergieten.+
17 Een net spannen als de vogel het kan zien, heeft natuurlijk geen zin.
18 Daarom liggen ze op de loer om bloed te vergieten.
Ze verbergen zich om anderen van het leven* te beroven.
19 Zo doen mensen die uit zijn op oneerlijke winst.
De bezitters ervan zullen het leven* verliezen.+
20 De ware wijsheid+ roept luid op straat.+
Ze blijft haar stem verheffen op de pleinen.+
21 Op de hoek* van de drukke straten roept ze.
Bij de ingangen van de stadspoorten zegt ze:+
22 ‘Onervarenen, hoelang blijven jullie onervarenheid liefhebben?
Spotters, hoelang blijven jullie genieten van spot?
En dwazen, hoelang blijven jullie kennis haten?+
23 Luister naar mijn terechtwijzing.*+
Dan stort ik mijn geest voor jullie uit.
Ik maak mijn woorden aan jullie bekend.+
24 Omdat ik riep maar jullie me bleven afwijzen,
ik mijn hand uitstak maar niemand er aandacht voor had,+
25 jullie al mijn advies in de wind bleven slaan
en mijn terechtwijzing bleven negeren,
26 daarom zal ik lachen als ellende jullie treft.
Ik zal spotten als wat jullie vrezen komt,+
27 als wat jullie vrezen komt als een storm,
en ongeluk jullie treft als een stormwind,
als ellende en moeilijkheden over jullie komen.
28 In die tijd zullen ze me blijven roepen, maar ik zal niet antwoorden.
Ze zullen me blijven zoeken, maar ze zullen me niet vinden,+
29 omdat ze kennis hebben gehaat+
en hebben geweigerd ontzag voor Jehovah te tonen.+
30 Ze hebben mijn advies afgewezen.
Ze hebben al mijn terechtwijzingen veracht.
32 Want de koppigheid van de onervarenen zal hun dood worden
en de gemakzucht van de dwazen hun ondergang.