-
Hong Kongs nieuwe soort van voorspoedDe Wachttoren 1976 | 1 oktober
-
-
DE UITDAGING OM ALLEN TE BEREIKEN
Of Jehovah’s Getuigen nu jong zijn of oud, zij hebben „volop te doen . . . in het werk van de Heer” (1 Kor. 15:58). De levenreddende activiteit van de Koninkrijksprediking breidt zich nu uit naar de stadjes en dorpen van het plattelandsgebied, dat bekend staat als de New Territories. Een ijverig zendelingenechtpaar werd naar het groeiende stadje Juen Long gestuurd, om verder zorg te dragen voor de belangstelling voor de bijbelse waarheid die daar als gevolg van het predikingswerk door bezoekende Getuigen, was ontstaan. Er werd al gauw een gemeente opgericht, en binnen een jaar waren vierentwintig bekendmakers van het goede nieuws ermee verbonden. Als gevolg van zulk werk horen de mensen in dorpen en nederzettingen dicht bij de grens van China het goede nieuws van Jehovah’s beloofde nieuwe ordening.
Voor de kust van Hong Kong liggen enkele tamelijk grote bewoonde eilanden. De huizen zijn meestentijds verlaten, terwijl slechts enkele oudere, ongeletterde mensen er zorg voor dragen. De rest van de familie is weg en werkt òf in Hong Kong òf is op zee om er soms dagen achtereen te vissen. Anderen zijn er druk mee bezig hun velden te verzorgen. Hoe zou aan deze mensen het goede nieuws verteld kunnen worden?
Welnu, hoe staat het met openbare feestdagen? Deze verschaffen een uitstekende gelegenheid om zulke eilandbewoners te bereiken. Op 31 januari 1976, de eerste dag van de Chinese nieuwjaarsvieringen, trof de gemeente van Jehovah’s Getuigen te Hong Kong er regelingen voor het eiland Tsjeoeng Tsjau te bezoeken. Vijfennegentig Koninkrijksbekendmakers maakten de reis en bezochten alle huizen op het eiland. De vijfennegentig Getuigen konden niet alleen vele fijne bijbelse gesprekken voeren, maar zij verspreidden bijna 2000 exemplaren van de tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! en ook nog 120 boeken aan de eilandbewoners.
HET WERK DRINGT TOT IN CHINA DOOR
Tijdens de afgelopen Chinese nieuwjaarsvieringen stroomden duizenden mensen naar het vasteland China om daar familieleden en vrienden te bezoeken. Sommige Getuigen van Jehovah benutten deze gelegenheid om hun familieleden een bezoek te brengen. Wegens de strenge grenscontrole door de douane kan er geen bijbelse lectuur in dat land binnengebracht worden. Maar wanneer een christen bij zijn familieleden is, kan hij in de beslotenheid van hun huis zijn schriftuurlijke kennis gebruiken om de reden voor de wereldellende aan te tonen. De berichten die uit dat land binnenkomen, geven te kennen dat de levenswijze aldaar erg streng en gecontroleerd is, terwijl de bevolking slechts de allernoodzakelijkste levensbehoeften heeft.
Eén Getuige die de gelegenheid had haar familieleden in China te bezoeken, zegt dat zij niet konden begrijpen waarom het leven zo onderdrukkend was. Toen zij hun vertelde dat er een levende God is, de Schepper, die zich om de mensheid en deze aarde bekommert, vond zij horende oren. Zij vertelde hun dat er over de gehele wereld ellendige toestanden zijn, maar dat deze er een zeker teken van vormen dat Jehovah God binnenkort handelend zal optreden en een verandering tot stand zal brengen. Deze Getuige is van mening dat deze mensen, en misschien nog velen meer, de bijbelse waarheid zouden aanvaarden als zij de gelegenheid zouden krijgen deze te horen. Ja, Jehovah’s Getuigen spreken zelfs over de Koninkrijkshoop als zij naar China gaan. De tijd zal leren wat er in dat land met betrekking tot het ware christendom zal gebeuren.
De tijd zal ook leren tot in welke mate de geestelijke voorspoed zich in Hong Kong zal uitbreiden. Een van de zendelingen merkte op dat er in de loop der jaren hard is gewerkt. Er is veel tijd aan besteed om de mensen op te zoeken en er is veel bijbelse lectuur aan hen verspreid. Hij vergeleek deze noeste en geduldige arbeid met het werk van de hardwerkende boer, die geduldig „de kostbare vrucht van de aarde” blijft afwachten (Jak. 5:7). Op overeenkomstige wijze gaan Jehovah’s Getuigen er blijmoedig mee voort dit veld te bewerken, terwijl zij geduldig wachten totdat God voor groei zorgt en verdere geestelijke voorspoed verschaft. — 1 Kor. 3:5-9.
-
-
„Sneeuw ten dage van de oogst”De Wachttoren 1976 | 1 oktober
-
-
„Sneeuw ten dage van de oogst”
● In Spreuken 25:13 wordt de verkwikkende uitwerking die een getrouwe afgezant heeft op degenen die hem uitzenden, vergeleken met de „koelte der sneeuw ten dage van de oogst”. Klaarblijkelijk doelen deze woorden op de verkwikkende koelte van een drank die met sneeuw uit de bergen is gekoeld — een verfrissing die ten zeerste zou worden gewaardeerd door arbeiders die hard werken in de oogst.
-