De belangrijke gezondmaking
1. Hoe zijn God en Christus nog steeds als Gezondmakers werkzaam?
JEHOVA God en Christus Jezus zijn nog steeds als de grote Gezondmakers werkzaam. Maar in welk opzicht is dit zo indien de dag waarin de gave van de geest werd geschonken ter genezing van hen die krank van lichaam waren, ongeveer negentien eeuwen in het verleden ligt? In welk opzicht is het ook dat zijn gezondheidsprogramma voor zijn Christelijke getuigen tot op deze dag voortgang heeft gevonden? In welk opzicht verricht hij in deze tijd genezingen en gezondmakingen? De Schrift antwoordt dat hij zulke wonderen thans in een grootser opzicht verricht dan in een physiek of lichamelijk opzicht, namelijk in een geestelijk opzicht.
2. Wat wordt in dit opzicht in deze tijd door voorstanders van goddelijke gezondmaking over het hoofd gezien? En waarom begrijpen natuurlijk gezinde personen het niet?
2 Religie-aanhangers die wonderen welke ten aanzien van het menselijke lichaam worden verricht, tot hun markantste leerstuk maken en er voornamelijk daardoor aanspraak op maken dat zij Gods volk zijn, leggen in hoofdzaak de nadruk op datgene wat physiek of natuurlijk is. Zij zien Gods grotere wonderen, die in een geestelijk opzicht worden verricht, over het hoofd. De physieke wonderen die zo lang geleden, in de apostolische tijden, werden verricht, waren slechts ondergeschikt aan de wonderbaarlijkere en belangrijkere geestelijke wonderen. Zoals was voorzegd, gingen de physieke gezondmakingen ter bestemder tijd voorbij, maar de werken van geestelijke verandering hebben alle eeuwen door, tot op deze tijd, voortgang gevonden. Natuurlijk gezinde mensen van deze wereld zullen deze grotere en belangrijkere wonderen niet kunnen begrijpen, en zij zullen er geen prijs op stellen en er evenmin enige waarde aan hechten of geloven dat ze werkelijk zijn. Hierover zegt de apostel: „Maar een physiek mens neemt de dingen die van de geest Gods zijn, niet aan, want ze zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet begrijpen, omdat ze geestelijk worden onderzocht.” — 1 Kor. 2:14, NW.
3. In welk opzicht zijn de geestelijke wonderen belangrijker en hebben ze duurzame gevolgen?
3 Maar in deze tijd beginnen honderdduizenden personen van goede wil deze wonderwerken te begrijpen die voor eeuwig leven in de nieuwe wereld belangrijker zijn dan tijdelijke physieke genezingen in deze wereld ooit kunnen zijn. De goede gevolgen welke degenen die in apostolische tijden op wonderbaarlijke wijze lichamelijk werden genezen, physiek ondervonden, eindigden met hun dood. De goede gevolgen welke degenen ondervinden die hebben geloofd en door bemiddeling van Christus in geestelijk opzicht Gods kracht deelachtig zijn geworden, blijven, omdat zij deze gevolgen nog zullen bezitten wanneer zij tot leven in de beloofde nieuwe wereld worden opgewekt. Laten wij dus niet beweren Christenen te zijn en toch slechts ’physieke mensen zijn die de dingen welke van de geest Gods zijn, niet aannemen noch begrijpen’.
4. Welke genezing van blindheid was belangrijker, de natuurlijke of de geestelijke?
4 Jezus en zijn begaafde discipelen gaven het gezicht aan de blinden opdat dezen de natuurlijke wereld rondom zich konden zien. Er is echter een dodelijke geestelijke blindheid, waarvoor Satan de Duivel inderdaad verantwoordelijk is. „De god van dit samenstel van dingen [heeft de geest der ongelovigen . . . verblind, opdat de verlichting van het glorierijke goede nieuws over de Christus, die het beeld van God is, niet zou kunnen doorschijnen” (2 Kor. 4:4, NW). De ogen des geestes of des verstands moeten worden geopend ten einde het licht des levens te zien, anders zullen wij struikelen en worden vernietigd. De blinde religieuze leidslieden hebben het blinde Joodse volk naar de kuil geleid waarin beiden tezamen in de vernietiging zijn gestort (Matth. 15:14, NW). Het wegnemen waarvan is dus belangrijker, van de physieke of van de geestelijke blindheid? Welk wonder is groter, het physieke of het geestelijke?
5, 6. Hoe waren de physieke wonderen met de geestelijke wonderen van een overeenkomstige soort te vergelijken?
5 Jezus en zijn discipelen maakten met de gave van gezondmaking ook dat de doven hoorden, de stommen spraken, de lammen liepen, de melaatsen rein genoeg werden om met andere aanbidders van God de tempel in te gaan. Maar die physieke wonderen zijn niet te vergelijken met de geestelijke wonderen die veroorzaken dat mensen die vroeger doof waren voor Gods Woord, er thans met begrip naar luisteren. Door geestelijke wonderen openden zij wier tong stom was wat het loven van God betreft, hun mond om zijn roem bekend te maken, zijn Woord te prediken en getuigenis af te leggen van zijn koninkrijk. Zij die volgens menselijke maatstaven van zedelijkheid, traditionele zelfrechtvaardigheid en werelds fatsoen gelijk kreupelen onzeker voortstrompelden, verkregen sterkte om zonder te weifelen het pad van Gods rechtvaardigheid door Christus te bewandelen, terwijl zij onbuigzaam vasthielden aan het smalle pad, dat tot eeuwig leven leidt. Zij die met de melaatsheid van zonde waren besmet, aanvaardden ware reiniging, waardoor zij uit de weerzinwekkende staat geraakten waarin zij overtreders van Gods wet waren, daar zij nu in Jezus’ bloed waren gewassen.
6 Jezus en zijn apostelen wekten de doden op: De dochter van Jaïrus, de zoon van de weduwe van Naïn, Lazarus, Dorkas, Eutychus. Maar waren deze wonderen van het doen herleven van de physiek doden, die toch wederom in het vlees stierven, groter dan het wonder dat werd verricht ten aanzien van mensen die jegens God dood waren in hun zondige staat van vervreemding en die nu tot een toestand werden opgewekt waarin zij voor Jehova God leefden, werkzaam waren en hem dienden? Voor de gezalfde Christenen betekent dit onsterfelijk leven in de nieuwe wereld, heerlijkheid met Jezus Christus in zijn hemelse koninkrijk. Tot hen die gedurende deze wereld deze geestelijke opstanding ontvangen, zijn de woorden gericht: „Bovendien heeft God u levend gemaakt, ofschoon gij dood waart in uw overtredingen en zonden, . . . God, die wegens zijn grote liefde waarmede hij ons heeft liefgehad, rijk in barmhartigheid is, heeft ons tezamen met de Christus levend gemaakt, zelfs toen wij dood in overtredingen waren door onverdiende goedgunstigheid zijt gij gered en hij heeft ons tezamen opgewekt en heeft ons tezamen een plaats gegeven in de hemelse gewesten in eendracht met Christus Jezus.” — Ef. 2:1-6, NW.
7. Welke profetieën waarin van wonderen van gezondmaking werd gewag gemaakt, haalde Jezus aan? En van welke soort van gezondmaking werd gewag gemaakt?
7 Toen Jezus als de door God Gezondene, de Messias, te Nazareth aan de Joden die in de synagoge waren, zijn opdracht bekendmaakte, maakte hij gewag van de wonderen van geestelijke gezondmaking die hij zou verrichten, en hij zeide: „Jehova’s geest is op mij, omdat hij mij heeft gezalfd om goed nieuws aan de armen bekend te maken, hij heeft mij uitgezonden om tot de gevangenen een bevrijding te prediken en tot de blinden een herstel van gezicht, om de onderdrukten bevrijd heen te zenden, om Jehova’s aangename jaar te prediken” (Luk. 4:16-19, NW). Jezus legde wederom de nadruk op de noodzakelijkheid van geestelijke genezing als iets wat op de eerste plaats kwam, toen hij nog eens een gedeelte uit de profetie van Jesaja aanhaalde, ten einde te verklaren waarom hij in gelijkenissen tot de mensen predikte: „Hierom spreek ik tot hen door gebruik te maken van illustraties, omdat zij kijkende, tevergeefs kijken, en horende, tevergeefs horen, noch begrijpen zij de betekenis er van; en ten aanzien van hen gaat de profetie van Jesaja in vervulling, die zegt: ’Met het gehoor zult gij horen doch geenszins de betekenis er van begrijpen; en kijkende, zult gij kijken doch geenszins zien. Want het hart van dit volk is dik geworden, en met hun oren hebben zij met ergernis gehoord, en zij hebben hun ogen gesloten; opdat zij nimmer met hun ogen zien en met hun oren horen en met hun hart de betekenis er van begrijpen en terugkeren, en ik hen gezond make.’” — Matth. 13:13-15, NW.
8. Welke wonderen waren voor die religieuze Joden noodzakelijk? Waarom?
8 Voor die religieuze Joden waren de geestelijke wonderen noodzakelijk, opdat hun geestesoog zou worden geopend, hun oren des verstands zouden worden opengemaakt en het vette omhulsel van zelfzucht van hun hart zou worden verwijderd. Dan pas konden zij doorgronden wat God deed, de identiteit vaststellen van de Messias die hij had gezonden, zich afwenden van de wereldse weg die zij bewandelden en welke in hun eigen ogen rechtvaardig was, en door Jehova God geestelijk gezond worden gemaakt. Ondanks alle wonderen die Jezus ten aanzien van menselijke lichamen verrichtte, keerde de meerderheid der Joden zich nimmer tot hem en zijn apostelen; zij lieten hun ogen, oren en harten niet geestelijk gezond maken; zij werden niet van zonde en de gevolgen er van genezen en niet als het geestelijke Israël Gods tot leven opgewekt. Om deze reden werd de natie van het natuurlijke Israël, die niet wilde geloven wanneer er geen tekenen en wonderen geschiedden, door God verworpen. Hun heilige stad en tempel werden vernietigd, hun natie werd ontbonden en de leden er van werden als een veracht en vervloekt volk naar de vier windstreken verstrooid.
GENEESMIDDEL TOT HERSTELLING
9, 10. Ten aanzien van wie in deze eeuw heeft God een in het oog springend wonder gewrocht, en hoe heeft hij het door Jeremia voorzegd?
9 Mensen die worden betoverd door de gedachte dat goddelijke gezondmaking in deze tijd met physieke wonderen gepaard gaat, zijn blind voor het feit dat Jehova’s grote gezondheidsprogramma tegenwoordig op machtige wijze werkzaam is, dat hij verbazingwekkende wonderen van geestelijke gezondmaking verricht opdat wij mogen leven in die glorierijke nieuwe wereld, die vlak voor ons ligt. Het in het oog springende wonder is het wonder dat hij heeft gewrocht ten aanzien van het overblijfsel van zijn getrouwe getuigen, die zijn zichtbare theocratische organisatie vormen. Hij heeft dit wonder vijf en twintig eeuwen geleden, toen het Jeruzalem uit de oudheid door de Chaldeeuwse legers onder Nebukadnezar, de koning van Babylon, met vernietiging werd bedreigd, voorzegd. Wij lezen:
10 „Want aldus zegt Jehova, de God van Israël, aangaande de huizen van deze stad, en aangaande de huizen van de koningen van Juda, die zijn afgebroken om een verdediging te maken tegen de wallen en tegen het zwaard; terwijl mensen komen om tegen de Chaldeeën te strijden, en om ze te vullen met de dode lichamen van mensen, die ik in mijn toorn en in mijn gramschap heb geslagen, en wegens al wier goddeloosheid ik mijn aangezicht van deze stad heb verborgen: Ziet, ik zal haar gezondheid en genezing brengen, en ik zal hen genezen; en ik zal hun overvloed van vrede en waarheid openbaren. En ik zal maken dat de gevangenschap van Juda en de gevangenschap van Israël zich wenden, en ik zal hen bouwen als in het begin. En ik zal hen reinigen van al hun ongerechtigheid, waardoor zij tegen mij hebben gezondigd; en ik zal al hun ongerechtigheden vergeven, waardoor zij tegen mij hebben gezondigd, en waardoor zij tegen mij hebben overtreden. En deze stad zal mij zijn tot een naam van vreugde, een eer en een heerlijkheid, voor het aangezicht van alle natiën der aarde, die al het goede dat ik hun doe, zullen horen, en zullen vrezen en sidderen wegens al het goede en alle vrede die ik jegens haar bewerk.” — Jer. 33:1-9, AS.
11. Hoe geraakte het overblijfsel in een toestand waarin zij gezondmaking nodig hadden?
11 Gedurende de jaren van de eerste wereldoorlog, van 1914 tot 1918, haalde het overblijfsel van het geestelijke Israël zich het misnoegen van Jehova op de hals. Zijn koninkrijk onder zijn Christus was in 1914, aan het einde van de „bestemde tijden der natiën” in dat jaar, in de hemelen geboren, maar, onder de grote benardheid van vervolging, onderdrukking en internationale tegenstand, welke gedurende die oorlogsjaren in 1918 een hoogtepunt bereikten, bleven Gods gezalfde getuigen in gebreke, hun organisatie werd ontbonden en zij geraakten in gevangenschap aan het wereldstelsel van het huidige Babylon. Maar sedert 1919 kwamen zij tot besef van hun geestelijke toestand. Zij smeekten om een goddelijk geneesmiddel waardoor zij zouden worden hersteld. Hun smeekbede werd goed onder woorden gebracht door Jeremia, die de gevangenschap van het geestelijke Israël voorzegde: „Maak mij gezond, o Jehova, en ik zal gezond worden gemaakt; red mij, en ik zal worden gered; want gij zijt mijn lof. Zie, zij zeggen tot mij: Waar is het woord van Jehova? laat het nu komen. Wat mij betreft, ik heb niet geaarzeld als een herder u na te volgen” (Jer. 17:14-16, AS). Het hart van het overblijfsel was gebroken omdat zij schijnbaar niet in Gods gunst stonden en omdat zij, door vrees en een onjuist begrip, uit zijn dienst waren gedreven.
12. Hoe maakte hij het overblijfsel gezond en gaf hij hun nieuw leven? Hoe reageerden zij er op?
12 God verhoorde het gebed van zijn berouwvolle overblijfsel, wier hart was gebroken. Hij vergaderde hen weer bijeen, herstelde de breuken van hun organisatie en reorganiseerde hen voor doeltreffender dienst dan ooit. Hij bouwde hen op aarde op als de zichtbare theocratische organisatie die zijn hemelse Jeruzalem, dat nu van Koninkrijksheerlijkheid straalde, zou vertegenwoordigen. Hier was geen physieke genezing van vleselijke organismen nodig, maar geestelijke genezing van het overblijfsel van zijn getuigen, ten einde hen te herstellen van onreine vrees en religieuze dwaasheid. „Hij zendt zijn woord, en maakt hen gezond, en bevrijdt hen uit hun ondergang” (Ps. 107:17-20, AS). Hij opende hun ogen en oren vollediger opdat zij inzicht in de Schrift mochten verkrijgen. Een tijdlang hadden zij als dood onder de onderdrukkende wetten en maatregelen der wereld gelegen, maar nu waren zij door Gods geest weer tot leven gebracht. Zij stonden op en gingen zich als zijn getuigen met een vrije en onbevreesde activiteit bezighouden ten einde alle natiën het goede nieuws van Zijn koninkrijk mede te delen. Inderdaad een geestelijke opstanding (Openb. 11:7-12)! Zij werden dus uit hun gevangenschap bevrijd en in een onverbreekbare eenheid van geloof en werkzaamheid bijeenvergaderd. Door al dit inzicht in de Schrift en deze vreugdevolle dienstvoorrechten werden zij grotelijks vertroost. Hun tongen werden losgemaakt zodat zij zongen: „Prijst Jah; want het is goed onzen God te bezingen; want het is liefelijk — gepast is een loflied. Jahwe herbouwt Jeruzalem, herzamelt Israëls verdrevenen, hij die de gebrokenen van hart geneest en hun wonden verbindt.” — Ps. 147:1-3, LV.
13. Hoe is Jehova’s stad of organisatie dus een vreugde, eer en heerlijkheid voor het aangezicht van alle natiën geworden, en met welke lichtsterkte?
13 De grote hemelse Geneesheer heeft op deze wijze, door middel van dit herstellingswerk van barmhartigheid ten aanzien van zijn gezalfde overblijfsel, een huidig wonder van geestelijke gezondmaking verricht. Het heeft de Christenheid verbaasd, maar ook geërgerd. De herstelde organisatie van Jehova’s volk vloeit over van de vrede, waarheid en geestelijke voorspoed waarmede hij haar heeft vervuld. Door hen in alle delen der aarde in zijn getuigeniswerk actief te doen zijn, heeft Hij hun organisatie voor het aangezicht van alle natiën tot een eer en heerlijkheid gemaakt en de naam „Jehova’s getuigen” is voor talloze scharen een vreugde geworden. Voor zijn zichtbare theocratische organisatie is dit een dag van helderheid te midden van de steeds toenemende somberheid en dikker wordende duisternis van de wereldse natiën. Zij hebben dag en nacht hemels licht; en het licht neemt in sterkte toe tot de lichtsterkte van een volmaakte dag, de helderheid van een week van dagen in één dag geconcentreerd, zoals er was voorzegd: „En het licht der maan zal zijn als het licht der zon, en het licht der zon zal zevenvoudig zijn als het licht van zeven dagen; ten dage als de HERE [Jehova] de breuk Zijns volks zal verbinden, en de wonde, waarmede het geslagen is, genezen.” — Jes. 30:26.
14. Hoe wordt door deze gezondmaking bewezen dat Jehova’s koninkrijk is opgericht?
14 Dat God zijn getuigen tot zijn theocratische organisatie heeft hersteld en hun het ambt heeft toevertrouwd bij de mensen van alle natiën afgezanten van zijn koninkrijk te zijn, is een vervulling van Bijbelse profetieën. Het is voor zijn getuigen een overtuigend bewijs dat het beloofde koninkrijk in de hemelen is opgericht. Jehova regeert thans over de aarde door zijn Christus, die hij als Koning van de nieuwe wereld op de troon heeft geplaatst. Evenals Job lang geleden werd teruggebracht uit zijn gevangenschap in Satans macht, van zijn dodelijke ziekte werd genezen en werd gerechtvaardigd, is Gods getrouwe overblijfsel hersteld, heeft vergeving van zonden ontvangen en is geestelijk gezond gemaakt. En evenals de bedelaar Lazarus stierf ten aanzien van de toestand waarin hij ziek en hongerig aan de poort van de rijke man lag waar de verachte straathonden zijn zweren likten, heeft het overblijfsel van Jehova’s getuigen sedert 1918 een verandering van toestand ondergaan. Gelijk Lazarus bevinden zij zich nu in de boezem van gunst van de grotere Abraham, Jehova God (Luk. 16:19-25). Zij gevoelen zich niet meer geestelijk krank. Zij bevinden zich in Zijn theocratische organisatie, een stad van blakende geestelijke gezondheid. Zij die eens door de vijandige wereld waren lam geslagen, leggen thans beslag op de roof dezer wereld, de mensen van goede wil. Waarom is dit in deze tijd zo? Het profetische antwoord luidt: „Want de HERE [Jehova] is onze Rechter, de HERE [Jehova] is onze Wetgever, de HERE [Jehova] is onze Koning; Hij zal ons behouden. . . . dan zal de roof van een overvloedigen buit uitgedeeld worden, zelfs zullen de lammen den roof roven [zelfs kreupelen vergaren roof]. En geen inwoner zal zeggen: Ik ben ziek, want het volk, dat daarin woont, zal vergeving van ongerechtigheid hebben.” — Jes. 33:22-24, LV.
DE CHRISTENHEID WEIGERT HET ENIGE GENEESMIDDEL
15. Wat hebben de gezondmakers der Christenheid in het belang van haar physieke gezondheid tot stand gebracht?
15 Tegenover het overblijfsel van Jehova’s getuigen in deze tijd stelt zich de grote organisatie der Christenheid, die op een hoge ouderdom roemt daar ze beweert helemaal bij de apostel Petrus te zijn begonnen. Is ze na de eeuwen gedurende welke ze heeft bestaan, ten minste zestien eeuwen sedert de tijd van keizer Constantijn, een beeld van gezondheid op physiek gebied? op geestelijk gebied? De medische wetenschap die binnen deze organisatie wordt beoefend, heeft grote vorderingen gemaakt, maar wat is hierdoor voor haar tot stand gebracht? Hoeveel is er in het belang van het herstel der Christenheid tot stand gebracht door personen die Christelijke Wetenschap of Joodse Wetenschap van gezondmaking door geloof beoefenen en door hen die voorstanders zijn van rechtstreekse goddelijke gezondmaking door gebed en het opleggen van handen? Zelfs niet de verwijdering van de gewone verkoudheid, om nog maar niet te spreken van die grote doders: hartziekte, kanker, gewrichts-rheumatiek, tuberculose, longontsteking, nier- en leverziekten, maagzweren, enz.
16. In welke toestand verkeert ze op ander gebied, en welke gezondmaking heeft ze meer nodig?
16 Maar zie buiten dit, naar de slechte toestand waarin de Christenheid op sociaal, politiek, economisch rechterlijk, zedelijk en religieus gebied verkeert. De toestand waarin ze verkeert, wordt goed beschreven door Jesaja wanneer hij het over haar prototype uit de oudheid, Israël, heeft: „Wee der zondige natie, het volk met schuld beladen, het geslacht van kwaaddoeners, der kinderen die zich misdragen! Zij hebben Jahwe verlaten, Israëls Heilige versmaad, hem den rug toegekeerd. Waar kunt gij nog meer geslagen worden, dat gij steeds verder afwijkt? Het gansche hoofd is ziek, het gansche hart krank; van voetzool tot hoofdschedel geen gave plek; builen, striemen en ontstoken wonden, niet uitgedrukt of verbonden, noch met olie verzacht.” Wat heeft de Christenheid dan meer nodig, de genezing van de physieke organismen van haar mensen of hun geestelijke gezondmaking?
17. Waarom is deze gezondmaking belangrijker? Hoe heeft Jesaja deze gezondmaking voorgeschreven?
17 Toegegeven dat er een ernstige behoefte aan physieke gezondmaking bestaat, toch zou deze physieke gezondheid haar nimmer sparen voor de weeën en de vernietiging van de ophanden zijnde oorlog van Armageddon. De geestelijke gezondmaking is de gezondmaking die noodzakelijker, belangrijker en werkelijk van levensbelang is. Want alleen zij die het geestelijke herstel zoeken en verkrijgen, zullen de verschrikkelijke verwoestingen en vernietigingen van de „oorlog van de grote dag van God de Almachtige” overleven en de gezonde nieuwe wereld ingaan. Terwijl de profeet Jesaja de geestelijke therapie op de eerste plaats stelde, heeft hij voorgeschreven welke handelwijze de Christenheid moet volgen en heeft de stellige resultaten beschreven: „’Komt nu, en laten wij tezamen redeneren’ zegt de HERE: ’Indien uw zonden gelijk scharlaken zouden zijn, kunnen ze wit als sneeuw worden? Indien ze rood als karmozijn zouden zijn, kunnen ze als wol worden? Indien gij er blijk van geeft gewillig en gehoorzaam te zijn, zult gij het goede van het land eten; maar indien gij weigert en opstandig zijt, zult gij het zwaard smaken’; want de mond van de HERE heeft gesproken.” _ Jes. 1:4-6, LV; 1:18-20, AV.
18. Wat blijken de geneesheren die door de Christenheid worden geraadpleegd, te zijn?
18 Maar de Christenheid is gelijk Asa, de koning van het Jeruzalem uit de oudheid, ten tijde van zijn ernstige ziekte. Over hem staat geschreven: „Ook in zijn ziekte vroeg hij niet naar Jahwe, maar naar de geneesheren” (2 Kron. 16:12, LV). Tegenwoordig keert de Christenheid het werkelijke geneesmiddel dat Jehova in zijn Woord voorschrijft, de rug toe en ontbiedt haar religieuze medici aan haar doodbed. Dezen, met hun heidense philosophieën, overleveringen van mensen, ijdele riten, ceremoniën, heilige jaren en wereldsgezindheid blijken te zijn wat Job van zijn trouweloze vrienden zeide, namelijk, „leugenstoffeerders” en „nietige medicijnmeesters”. — Job 13:4.
19. Hoe zijn deze clericale geneesheren overeengekomen met de beschrijvingen die Jeremia en Ezechiël van priesters, profeten en herders geven?
19 Tezamen met Jeremia kunnen wij passend de vraag stellen: „Is er dan geen balsem in Gilead? is er geen geneesheer? waarom toch is de wond der dochter mijns volks niet geheeld?” (Jer. 8:22, LV) De clericale geneesheren zijn kwakzalvers voor zover het de geestelijke gezondheid van de mensen, de leken, betreft. De geestelijken, die reeds voor twee wereldoorlogen verantwoordelijk zijn terwijl de Christenheid door een derde wereldoorlog en, wat nog het ergste van alles is, onvermijdelijk door Armageddon wordt bedreigd, zijn overeengekomen met de beschrijving die Jeremia heeft gegeven van de religieuze leiders die er niet in slaagden Jeruzalems vernietiging af te wenden: „Van hun kleinste aan tot hun grootste toe pleegt een ieder van hen gierigheid, en van den profeet aan tot den priester toe bedrijft een ieder van hen valsheid. En zij genezen de breuk van de dochter Mijns volks op het lichtste, zeggende: Vrede, vrede! doch daar is geen vrede” (Jer. 6:13, 14). De profeet Ezechiël (34:4) getuigt dat zij de eeuwige, geestelijke belangen van Gods schapen hebben veronachtzaamd: „De zwakke sterkt gij niet, en het kranke heelt gij niet, en het gebrokene verbindt gij niet, en het weggedrevene brengt gij niet weder, en het verlorene zoekt gij niet; maar gij heerst over hen met strengheid en met hardigheid.” Derhalve roept Gods Woord wee tot hen uit en in Armageddon zal hun wee hun ten volle overkomen, hetgeen tot hun vernietiging zal leiden.