„Uw wil geschiede op aarde” — Deel 33
Toen de nazi-fascistische Asmogendheden aan het einde van de 2de Wereldoorlog in 1946 werden omvergeworpen, gingen de heersende elementen van het communistische Rusland de positie bekleden van de „koning van het Noorden”, wiens lange geschiedenis in het elfde hoofdstuk van Daniëls profetie wordt uiteengezet. Deze symbolische koning van het noorden tart niet alleen de koning van het zuiden, de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht, maar eveneens de God der goden, namelijk, Jehovah, de God van de profeet Daniël. In de verzen 41-43 wordt ons vervolgens gezegd: „Ook het Sieraadland zal hij binnenvallen, en velen zullen struikelen [vele landen zullen worden omvergeworpen, JP]; maar aan zijn macht zullen ontkomen: Edom, Moab en de keur der Ammonieten. En hij zal zijn hand uitstrekken tegen de landen, en het land Egypte zal niet ontkomen, maar hij zal de schatten bemachtigen van goud en zilver en alle kostbaarheden van Egypte; en Libyërs en Ethiopiërs zullen in zijn gevolg zijn”. Wat betekent dit?
59. Waar bleek het „sieraadland” in Daniël 8:9, 23-25 een afbeelding van te zijn, en wie worden in Daniël 11:41 daarom voor een laatste aanval door de koning van het noorden gewaarschuwd?
59 In het visioen dat Daniël voordien ontving en in Daniël 8:9 (JP), 23-25 staat opgetekend, wordt over het „sieraadland” gesproken tot waar de „kleine horen” of ’koning, hard van aangezicht’ in de laatste tijd van de wereldse koninkrijken — in welke tijd wij ons thans bevinden — zijn macht zou uitbreiden. In die profetie werd er aan het „sieraadland” een geestelijke betekenis toegekend. Het was geen afbeelding van Palestina, maar van de aardse toestand van Jehovah’s heiligdomklasse in de verhouding waarin deze krachtens zijn nieuwe verbond tot hem staat. In de laatste activiteiten van de koning van het noorden is het gebied dat hij binnenvalt eveneens dit geestelijke „sieraadland” van de heiligdomklasse. Hij heeft reeds getracht het heiligdom te ontheiligen (Dan. 11:31). Ditmaal, op Gods bestemde tijd voor de strijd van Armageddon, trekt de koning van het noorden er echter op uit om het „sieraadland” te vernietigen en van de aardbodem weg te vagen. Door zo te handelen, is hij een aards werktuig van Gog van Magog, namelijk, Satan de Duivel. In Ezechiël 38:14-17 en 39:1-6 wordt voorzegd dat Gog met zijn aardse krijgsbenden dit „sieraadland” van het herstelde geestelijke Israël werkelijk zal binnenvallen. Nu breekt voor Jehovah de tijd aan om de oorlog van zijn grote dag te beginnen. Dientengevolge wordt de heiligdomklasse in Daniël 11:41 voor de laatste aanval gewaarschuwd die de koning van het noorden onder de onzichtbare leiding van Gog van Magog zal ondernemen.
60. Welke betekenis moet er hier derhalve aan Edom, Moab, en de voornaamste van de kinderen van Ammon worden toegekend, en wie beelden zij dus af?
60 Voor een juiste overeenstemming met de geestelijke betekenis van het „sieraadland” van het geestelijke Israël, moet aan de landen Edom en Moab en aan de keur der Ammonieten eveneens een geestelijke betekenis worden toegekend, zodat ze geen betrekking hebben op het huidige Jordanië met zijn hoofdstad Ammon (het Rabbat Ammon uit de oudheid). De heiligdomklasse van Jehovah bevindt zich niet in de hedendaagse Republiek Israël, ofschoon er wellicht enkele leden wonen. Het overblijfsel van de heiligdomklasse wordt over de gehele aarde aangetroffen, en hun „land” of aardse toestand bloeit met de schoonheid van geestelijke voorspoed. Aangezien Edom, Moab en Ammon in de oudheid aan het land van Jehovah’s volk grensden, moeten het symbolische Edom, Moab en Ammon van de profetie derhalve degenen afbeelden die in nauw contact met Jehovah’s hedendaagse heiligdomklasse staan en met deze klasse te maken hebben. De landen Edom, Moab en Ammon van vroeger waren oude, onveranderlijke vijanden van Jehovah’s getrouwe volk. Dientengevolge werden zij door God veroordeeld (Jer. 48:1 tot en met 49:22; Ezech. 25:1-14; 35:1-15). De redelijke gevolgtrekking is daarom dat zij de onbuigzame vijanden van Jehovah’s hedendaagse heiligdomklasse, zijn geestelijke Israël, afbeelden.
61. Waarom strekt de koning van het noorden zijn hand derhalve niet tegen hen, zoals tegen andere „landen”, uit?
61 Het is vanzelfsprekend dat de vijanden van de heiligdomklasse met de koning van het noorden bevriend zouden zijn of aan zijn zijde zouden staan. Daarom zou hij zijn hand niet tegen de door Edom, Moab en Ammon afgebeelde vijanden uitstrekken. Deze moderne organisaties zouden aan zijn macht ontkomen, terwijl vele andere „landen” of moderne aardse organisaties, instellingen of posities „omvergeworpen” zouden worden.
62. Aan wiens macht zullen de symbolische landen Edom en Moab alsmede het voornaamste deel der symbolische kinderen van Ammon niet ontkomen, en waar?
62 Ofschoon de symbolische landen Edom, Moab en Ammon aan de macht van de communistische koning van het noorden kunnen ontsnappen, zullen ze te Armageddon niet aan Jehovah’s macht ontkomen. Toen Ammon, Moab, en het volk van het gebergte Seïr (de Edomieten) in de dagen van koning Josafat uit de oudheid tegen Jeruzalem optrokken, ontstond er door Jehovah’s vreemde macht verwarring onder hen en gingen zij er in hun razernij toe over elkaar af te slachten. Insgelijks zal Jehovah in de komende strijd van Armageddon door zijn onweerstaanbare macht beroering en verwarring in de gelederen van de symbolische Edomitische, Moabitische en Ammonitische vijanden van zijn heiligdomklasse doen ontstaan. Zij zullen hun vernietigingswapens tegen elkaar aanwenden (2 Kron. 20:1-24). Een ieder die aan deze zelfmoord ontkomt, zal door Jehovah’s legerscharen van engelen onder aanvoering van Christus worden achtervolgd en vernietigd. Zijn heiligdomklasse in het „sieraadland” zal worden beschermd en die strijd overleven.
63. Wanneer was het letterlijke Egypte een rijk land aangezien er in Daniël 11:42, 43 over de „kostbaarheden van Egypte” wordt gesproken?
63 Jehovah’s engel voorzei dat de communistische koning van het noorden voordat hij in Armageddon zijn einde zou vinden, nog meer aanvallen zou doen: „En hij zal zijn hand uitstrekken tegen de [sommige, Le] landen, en het land Egypte zal niet ontkomen, maar hij zal de schatten bemachtigen van goud en zilver en alle kostbaarheden van Egypte; en Libyërs en Ethiopiërs zullen in zijn gevolg zijn” (Dan. 11:42, 43). Egypte was destijds in de dagen der Ptolemaeïsche koningen een rijk land. Zijn zeehaven en tevens hoofdstad Alexandrië was op Rome na de grootste stad en zowel een groot handels- als cultureel centrum.
64. Wanneer verkreeg het tegenwoordige Egypte zijn onafhankelijkheid, en wat leidde tot de vorming van de Verenigde Arabische Republiek als een neutraal land?
64 Laten wij ons nu tot het tegenwoordige Egypte bepalen. In 1936 verkreeg het volledige onafhankelijkheid en werd de Britse hoogste Vertegenwoordiger teruggeroepen, terwijl tevens de Britse troepen — op een leger na dat bleef voor de bewaking van het Suezkanaal en de Britse vlootbasis te Alexandrië — aan het land werden onttrokken. Gedurende de 2de Wereldoorlog hebben de Britse troepen het optrekken van de nazi-koning van het noorden naar het Suezkanaal en Alexandrië tegengehouden waardoor de verovering ervan werd voorkomen en Egypte niet onder de voet werd gelopen. In 1945 bleek Egypte een van de eenenvijftig natiën te zijn welke onmiddellijk tot de Verenigde Naties toetraden. In 1952 werd koning Faroek verbannen en deden er zich veranderingen in de regering voor. Ten slotte werd kolonel Gamal Abdel Nasser president van de Republiek. Tegen 13 juni 1956 trokken de Britten zich uit Alexandrië en van het Suezkanaal terug. Het gevaarlijke Suezkanaal-incident vond later in 1956 plaats, maar president Nasser heeft daardoor in de gehele Arabische wereld slechts een groter prestige verworven. Op 1 februari 1958 sloten de republieken Egypte en Syrië zich als een verenigde staat onder de naam van de Verenigde Arabische Republiek aaneen. President Nasser dankte Allah voor deze vereniging. Toen het koninkrijk Jemen zich op 8 maart 1958 bij deze Verenigde Arabische Republiek (V.A.R.) aansloot en de Verenigde Arabische Staten werden gevormd, zond president Nasser ten behoeve van deze uitgebreide unie een gebed tot Allah op. Hij maakte op krachtige wijze zijn vaste besluit kenbaar om zijn land de weg van „positieve neutraliteit” ten aanzien van het communistische Oostelijke blok en het democratische Westelijke blok te doen bewandelen.
65. Waarom moet Egypte in Daniël 11:42, 43 symbolisch worden bezien, en in welk opzicht stelt de koning van het noorden zelfzuchtig belang in dit symbolische Egypte?
65 In de door de engel geuite profetie aan Daniël was Egypte de zetel van de koning van het zuiden. Vandaar dat er vanuit het noorden een aanval op werd gericht welke ten doel had de koning van het zuiden terug te dringen. In de vervulling der profetie in deze tijd heeft dit geen betrekking op het letterlijke land Egypte, want het „sieraadland” dat er ten noorden van ligt, heeft een geestelijke of symbolische betekenis gekregen. Egypte moet derhalve eveneens geestelijk worden bezien, zoals in het laatste boek van de bijbel, waarin over Jehovah’s „twee getuigen” wordt gezegd: „Hun dode lichamen zullen op de brede weg liggen van de grote stad welke in geestelijke zin Sodom en Egypte wordt genoemd, waar ook hun Heer aan de paal werd genageld” (Openb. 11:8, NW). Aangezien Jezus Christus, de Heer, in werkelijkheid te Jeruzalem in Judea ter dood werd gebracht, kon hij alleen in de geestelijke betekenis dat Egypte een afbeelding van deze wereld was, waarover Jezus zei dat hij en zijn getrouwe volgelingen er geen deel van waren, in „Egypte” aan de paal zijn genageld (Luk. 13:33, 34; Joh. 15:18, 19; 17:14-16). In déze wereld is de communistische koning er op uit de dominerende positie te veroveren. Thans beweert hij dat hij zonder een algemene oorlogvoering, maar door middel van een ideologische, commerciële, wetenschappelijke en culturele campagne, de wereldheerschappij in de wacht kan slepen. Hij legt het er niet slechts op aan het neutrale blok van natiën voor zich te winnen, maar tracht eveneens de natiën die trouw blijven aan de democratische koning van het zuiden, de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht, in te rekenen of te onderwerpen. Derhalve blijft hij door verscheidene middelen „zijn hand uitstrekken tegen sommige landen [of aardse belangenterreinen]”.
66. Hoe heeft de koning van het noorden zijn offensief sedert de 2de Wereldoorlog naar alle mogelijke richtingen doorgevoerd?
66 In het verleden heeft hij zich onderscheiden doordat hij geleidelijk aan communistische spionnen en omverwerpende vertegenwoordigers in andere landen heeft binnengebracht, verder door omkoperij en corruptie, door handelsovereenkomsten, door leningen en technische bijstand aan te bieden, door natiën die zich trachtten te verdedigen met wedervergelding te dreigen en door op het gebied van propaganda het initiatief te nemen om zijn tegenstanders in een slecht daglicht te plaatsen, hierbij gebruik makend van de radio, van politieke conferenties op verschillende niveaus, tot topconferenties aan toe, en door — zelfs in de Vergadering der Verenigde Naties — redevoeringen te houden. Hij heeft zich als de leider van de krachten die zich voor de vrede inzetten, voorgedaan en heeft vredesvoorwaarden gesteld. Hij heeft bevrijding van het koloniale stelsel, het imperialisme en het tot oorlog ophitsende kapitalisme beloofd. Hij heeft het spits afgebeten op het gebied van geleide projectielen en heeft gedurende het Internationale Geofysische Jaar 1957-1958, door gebruikmaking van intercontinentale ballistische projectielen de eerste en de tweede spoetnik de interplanetaire ruimte ingeschoten.a Hij heeft een verschrikkelijke „koude oorlog” gevoerd alsmede strijd geleverd om de geest der mensen te veroveren. Hij heeft de verdedigingsbonden van natiën, zoals de NAVO, de SEATO en het Bagdadpact, op heftige wijze met woorden aangevallen. Hij heeft officiële beleefdheidsbezoeken aan neutrale landen gebracht en heeft natiën die tevergeefs bij de koning van het zuiden hadden aangeklopt, van oorlogsmateriaal voorzien. Hij heeft zijn offensief in alle richtingen doorgevoerd.
67. Wat zou de koning van het noorden volgens de voorzegging in Daniël 11:43 bemachtigen, en op welke wijze zullen de Libyërs en Ethiopiërs „in zijn gevolg” zijn?
67 Hoever de koning van het noorden gekomen zal zijn wanneer hij zijn „eindtijd” bereikt, zal alleen de toekomst uitwijzen, maar volgens de voorzegging zal hij de schatten van goud en zilver en alle kostbaarheden van deze commercieel en materialistisch ingestelde wereld, met inbegrip van haar olie, bemachtigen. Zij die in goede nabuurschap met deze wereld leven — zoals door Egypte’s buren, de Libyërs en Ethiopiërs wordt afgebeeld — zullen „in zijn gevolg” zijn en de koning van het noorden hetzij gedwongen hetzij bereidwillig wegens zelfzuchtige redenen, volgen. Voor de koning van het zuiden brengt dit natuurlijk in verscheidene opzichten aanzienlijke verliezen met zich mee.
68. Wordt in Daniëls profetie te kennen gegeven dat de koning van het noorden de koning van het zuiden zal vernietigen of dat hijzelf door de koning van het zuiden tot zijn einde zal komen?
68 Hij vernietigt de koning van het zuiden niet noch vernietigt de koning van het zuiden hem. Wat brengt de koning van het noorden er dan toe om de laatste stap te doen die op zijn vernietiging uitloopt? Jehovah’s engel werpt licht op deze aangelegenheid door de volgende profetie uit te spreken: „Doch geruchten [berichten, Le] uit het Oosten en uit het Noorden zullen hem ontstellen, zodat hij in grote grimmigheid zal uittrekken om velen te verdelgen en te vernietigen. Hij zal zijn staatsietenten opslaan tussen de zee [zeeën, Le] en den berg van het heilig Sieraad [de schitterende heilige berg, JP] — maar dan komt hij aan zijn einde, zonder dat iemand hem helpt”. — Dan. 11:44, 45.
69. Van wie kunnen die ontstellende berichten voor de koning van het noorden niet afkomstig zijn?
69 De ontstellende berichten uit het oosten en noorden kunnen geen berichten van de koning van het zuiden zijn en ook komen ze niet van zijn eigen koninkrijk van het noorden. Ze moeten van buiten de gebieden van de koning van het noorden en de koning van het zuiden tussen wie deze aarde wordt verdeeld, afkomstig zijn. De neutrale natiën tellen niet zozeer mee omdat ze geen atoomnatiën zijn. Ofschoon er met betrekking tot de symbolische Gog van Magog wordt geprofeteerd dat hij „uit het verre Noorden” komt (Ezech. 39:2), zijn de ontstellende berichten toch niet van Satan de Duivel afkomstig, want deze symbolische Gog van Magog voert zowel de koning van het noorden als de koning van het zuiden met zich mee. Van wie zijn de berichten die zo’n ontstelling veroorzaken dan afkomstig?
70. Van wie moet het ontstellende nieuws, gezien het van het oosten en het noorden komt, dan afkomstig zijn, en wat bevat het nieuws?
70 In de profetie van Daniël was de koning van het noorden naar het zuiden opgerukt en tot in Egypte doorgedrongen, waar hij de kostbaarheden van dat land wist te bemachtigen en de zuidelijke volken, de Libyërs en de Ethiopiërs, er door zijn invloed toe bracht zich in zijn gevolg te begeven. Vanuit deze strategische zuidelijke positie van de koning van het noorden bevond het „sieraadland” of het land Juda zich ten noorden en ten oosten, of ten noordoosten, van hem, evenals het Judea uit de oudheid ten noordoosten van Egypte was gelegen. De ontstellende berichten moeten derhalve van Jehovah’s heiligdomklasse, die zich in het „sieraadland” van geestelijke voorspoed bevindt, afkomstig zijn. Tot nu toe heeft de heiligdomklasse — hierbij door de grote schare der „andere schapen” ondersteund — berichten over Jehovah’s universele soevereiniteit, de oprichting van zijn door Christus geregeerde koninkrijk aan het einde van de „bestemde tijden der natiën” in 1914 en de aanstaande „oorlog van de grote dag van God de Almachtige” — gewoonlijk de strijd van Armageddon genoemd — laten horen. Welke inhoud de berichten ten slotte zullen hebben, zodat hij er in grote grimmigheid toe bewogen zal worden er op uit te trekken om de leden van de heiligdomklasse en hun medeaanbidders te verdelgen en aan de vernietiging prijs te geven, weet Jehovah thans en zal hij alsnog bepalen.
71. Wat zal de koning van het noorden, behalve het nieuws, nog meer van het noorden en het oosten overvallen, en hoe lang zal het nieuws hem derhalve blijven bereiken?
71 Aangezien de berichten in werkelijkheid van Jehovah en door bemiddeling van zijn regerende Koning Jezus Christus uitgaan, is het schriftuurlijk juist gezegd dat de berichten uit het noorden en het oosten komen. In de Schrift wordt de plaats waar Jehovah God troont, in betrekkelijke zin als in het noorden aangeduid (Ps. 75:7, 8; 48:3). Over hem, de Koning der eeuwigheid, en zijn regerende Koning Jezus Christus, wordt symbolisch gesproken als de „koningen, die van den opgang der zon” of van het oosten komen en tegen de organisatie die door het aan de rivier de Eufraat gelegen Babylon werd voorschaduwd, optrekken (Openb. 16:12). Jehovah spreekt erover dat hij zijn regerende Koning uit het oosten of van de opgang der zon roept (Jes. 46:10, 11). Derhalve zullen niet alleen berichten maar eveneens vernietigende strijdkrachten de koning van het noorden vanuit die richtingen overvallen. Daar de berichten deze koning door middel van Jehovah’s zichtbare aardse kanaal van nieuwsberichtgeving moeten bereiken ten einde de koning tot grimmigheid te verwekken en hem zijn ruïneuze loopbaan te doen volgen, maakt deze profetie één ding duidelijk, en wel, dat de leden van Jehovah’s heiligdomklasse en de met hen verbonden grote schare medeaanbidders Matthéüs 24:14 zullen blijven gehoorzamen door tot aan de „eindtijd” van de koning van het noorden „dit evangelie van het Koninkrijk” op de gehele bewoonde aarde te prediken. Hij zal hen niet de mond snoeren!
72. Waar zal hij volgens Jehovah’s engel zijn staatsietenten opslaan met het doel te vernietigen?
72 De koning van het noorden zal er op uittrekken om velen te vernietigen en te verdelgen, maar hoever zal hij met zijn vernietigingsdoeleinden komen? Waar vestigt hij zijn operatiebasis? Jehovah’s engel profeteerde dat de koning zijn staatsietenten „tussen de zeeën en de schitterende heilige berg” zou opslaan. — JP.
73. Waartegen zou de aanval van de koning van het noorden, met het oog op deze basis van zijn veldtocht, voornamelijk zijn gericht, en door wie zal hij ten slotte in deze aanval worden bijgestaan?
73 Van Daniëls gezichtspunt uit bezien, zou deze tentplaats zich tussen de Middellandse of Grote Zee en de heilige berg van Jehovah’s heiligdom of tempel bevinden. Omdat de Middellandse Zee in vergelijking met de Palestijnse Dode Zee en de Zee van Galilea buitengewoon groot was, kon over deze zee in het Hebreeuws als „zeeën” worden gesproken. Het kamp van de koning zou zich derhalve in het land van Jehovah’s aan Hem opgedragen volk, het „sieraadland”, bevinden, terwijl de aanval van de koning voornamelijk tegen de „schitterende heilige berg”, waar Jehovah’s heiligdom is gevestigd en waar hij door zijn „heilige natie” alsmede door vreemdelingen van goede wil wordt aanbeden, gericht zou zijn. Het is duidelijk dat de koning van het noorden er op uit is Jehovah’s aanbidding uit te roeien, want in het verleden heeft hij het heiligdom waar deze aanbidding wordt beoefend, ook al ontheiligd en vertrapt. Dat het voortdurend is blijven bestaan en op een niet te stuiten wijze — zelfs ondergronds — is gegroeid, irriteert de koning. De berichten die van huis tot huis, in het openbaar en niet openlijk of ondergronds door de heiligdomklasse en de aanbiddende „andere schapen” worden bekendgemaakt, brengen de communistische dictatoriale macht in beroering. Een veldtocht tegen deze Koninkrijksverkondigers wordt voor de koning belangrijker dan zijn aanvalsoorlog tegen de koning van het zuiden. De betrekkingen tussen de koning van het noorden en de koning van het zuiden zijn niet zo ernstig en dreigend. In werkelijkheid manoeuvreert de onzichtbare grote geest, de symbolische Gog van Magog, het zo dat beide koningen zich bij hem aansluiten om een laatste, allesomvattende aanval op Jehovah’s „sieraadland” te doen.
74. Waarom heeft hij zijn aanval op de „schitterende heilige berg” gericht, en wat zegt de profetie over het succes van zijn aanval?
74 De berg waarop Jehovah’s stoffelijke tempel tot het jaar 70 n. Chr. heeft gestaan en die door het koninkrijk Jordanië is aangehouden omdat de mohammedaanse Rotskoepel daar staat, is in de ogen van Jehovah God niet meer heilig. Daarom is deze aardse berg in het Midden-Oosten niet het werkelijke doelwit waarop de in grimmigheid ontstoken koning van het noorden het heeft gemunt. Hij heeft het op Jehovah’s overblijfsel van de heiligdomklasse en de grote schare der „andere schapen” voorzien omdat zij Jehovah aanbidden en weigeren het „beeld van het beest” of de zichzelf vergoddelijkende koning van het noorden of de politieke Staat of de „god der vestingen” te aanbidden. Zal de koning van het noorden succes hebben? Zal hij deze afgekeurde, veroordeelde en verboden aanbidding doen ophouden? De stem der profetie antwoordt: „Maar dan komt hij aan zijn einde, zonder dat iemand hem helpt”. Hij bereikt zijn „eindtijd” en wel op de „vastgestelden tijd”.
75. Waarom voert hij zijn strijd te ver, en waarom zal hij niemand hebben om hem te helpen?
75 Hij hecht geen geloof aan de „berichten uit het Oosten en uit het Noorden” die hem waarschuwen dat hij vernietigd zal worden omdat hij tegen Jehovah God en zijn koninkrijk strijdt. Hij gaat in zijn strijd te ver, door onder Gogs leiding Jehovah’s heiligdom op zijn „schitterende heilige berg” aan te vallen. Hij komt op de door Jehovah daarvoor vastgestelde tijd aan zijn einde, zijn Armageddon, terwijl hij niemand heeft om hem te helpen, zelfs niet de koning van het zuiden, want deze koning wordt eveneens te Armageddon vernietigd, „zonder mensenhanden zal hij vernietigd worden” (Dan. 8:25). De demonische Gog van Magog, Satan de Duivel, en al zijn demonen, zullen de koning van het noorden in zijn laatste strijd waarvan in de geschiedenis melding gemaakt zal worden, niet kunnen helpen, want Gog zelf zal in een nederlaag worden verbrijzeld.
76. Hoe vernemen wij waarom hij te Armageddon in volkomen hulpeloosheid ’aan zijn einde moet komen’?
76 Waarom zal deze tweeduizend jaar oude „koning van het Noorden” daar aldus in volkomen hulpeloosheid ’aan zijn einde komen’? In het verdere gedeelte van de door de engel geuite profetie wordt het grootse, bezielende antwoord gegeven.
(Wordt vervolgd)
[Voetnoten]
a Op 15 mei 1958 lanceerde de Sowjet-Unie haar derde spoetnik, die 1327 kilo woog.