-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1962 | 15 november
-
-
Het stelt een dergelijke vrouw die de waarheid heeft leren kennen, in de gelegenheid aan het gemeentecomité bewijzen te overleggen dat zij gewetensvol pogingen heeft gedaan om haar partner in dit huwelijk volgens gewoonterecht ertoe te bewegen het huwelijk wettelijk te laten registreren. Het gemeentecomité zal haar dan een verklaring laten ondertekenen waarin zij plechtig belooft de onwillige man in de huwelijksverhouding trouw te zullen blijven, waarna zij voor de doop kan worden geaccepteerd en aan de gemeenteactiviteit mag deelnemen. Hetzelfde geldt voor een man die de vrouw met wie hij in een huwelijk volgens gewoonterecht samenwoont, er niet toe kan brengen dit huwelijk te laten registreren.
In staten of provincies waar het huwelijk volgens gewoonterecht niet als wettig wordt erkend, leven ongehuwde personen die op grond van een wederzijdse overeenkomst met elkaar samenwonen, in hoererij. Dergelijke personen kunnen, totdat zij hun status door middel van een passende wettelijke huwelijksplechtigheid wettelijk hebben bekrachtigd, niet door de Nieuwe-Wereldmaatschappij voor de doop worden geaccepteerd. Er is geen wet die hen belet hun huwelijk wettelijk te laten bekrachtigen, want zij zijn ongehuwd. In alle landen kennen ongehuwde personen het voorrecht van het huwelijk; daarom is dit vereiste van een wettig huwelijk in alle delen van de wereld van toepassing. De Watch Tower Bible and Tract Society accepteert in dergelijke gevallen daarom niet een getekende verklaring van ongehuwde personen die op grond van een wederzijdse overeenkomst met elkaar samenleven. Zij moeten het huwelijk op passende wijze wettelijk laten bekrachtigen of bij elkaar weg gaan, willen zij voor de waterdoop worden aanvaard.
Indien een van de partijen in de wederzijds overeengekomen samenwoning nog steeds met iemand anders wettelijk getrouwd is, dient hij of zij dit wettige huwelijk overeenkomstig de wetten van het land te laten ontbinden en dan wettig te huwen met de partner met wie hij of zij in een huwelijk op grond van wederzijdse overeenkomst samenleeft; pas daarna kan hij of zij zich voor de waterdoop aanbieden.
In bepaalde landen onder strenge religieuze overheersing is geen echtscheiding toegestaan. Soms gebeurt het dat een niet-gescheiden gehuwde persoon reeds jarenlang met een ongetrouwde persoon samenleeft, omdat zijn wettelijke huwelijkspartner hem heeft verlaten en in een overspelige verhouding met iemand anders is gaan samenwonen. Deze niet-gescheiden persoon komt dan tot een kennis van de waarheid en wil Jehovah dienen. Hij kan echter geen wettelijke echtscheiding verkrijgen. Uit de wederzijds overeengekomen verbintenis waarin hij met een vrouw samenleeft, kunnen echter kinderen zijn geboren en het kan zelfs zijn dat ook de vrouw Jehovah wil dienen en de kinderen in de raad van Jehovah wenst op te voeden. In dergelijke landen doen wij het paar dat, wanneer het de waarheid leert kennen, samenwoont zonder het voordeel van een huwelijk te genieten, een concessie.
Hoewel echtscheiding van een wettige huwelijkspartner onmogelijk is, moeten zij alle mogelijke wettelijke stappen doen om het gescheiden wonen van de wettelijke huwelijkspartner te laten registreren; voorts moeten zij een bekentenis op schrift stellen en tevens een verklaring afleggen waarin zij plechtig beloven elkaar in de huwelijksregeling trouw te blijven en ondanks de wettelijke banden met anderen, die door de bestaande wet niet ontbonden kunnen worden, bij elkaar te blijven. Zij moeten ook overeenkomen om, zodra het wettelijke obstakel daartoe verdwenen zou zijn — hetgeen het geval is wanneer de gescheiden levende wettelijke huwelijkspartner zou sterven — hun verhouding tot elkaar wettelijk te laten bekrachtigen.
Wij doen dit omdat de wet van het land onredelijke verbodsbepalingen bevat en echtscheiding weigert doordat ze Gods wet, die echtscheiding op gronden van hoererij of overspel toestaat, niet erkent. Indien het paar in een land zou hebben gewoond waar wel echtscheiding mogelijk was, zouden zij reeds lang geleden ten aanzien van hun huwelijkssituatie orde op zaken hebben gesteld en zich als wettelijk gehuwde personen aan de Nieuwe-Wereldmaatschappij hebben voorgesteld. Het Genootschap heeft deze concessie op grond van Jezus’ verklaring in Matthéüs 19:8, 9 gedaan, en wij vertrouwen er op dat dit Gods goedkeuring heeft.
Neem nu eens het geval van iemand die in een land waar het wettelijke obstakel bestaat dat er geen echtscheiding wordt erkend, in een dergelijke verhouding op grond van wederzijdse overeenkomst met een vrouw samenleeft. Indien hij nu de waarheid leert kennen, maar degene met wie hij samenleeft, de waarheid niet erkent en geen medewerking wil verlenen door een geschreven verklaring waarin plechtig trouw wordt beloofd, te ondertekenen, zal de Nieuwe-Wereldmaatschappij een verklaring accepteren die alleen maar is ondertekend door de persoon die de waarheid heeft leren kennen en die zich wil opdragen en God dienen. Het is in een dergelijk geval van een wederzijds overeengekomen verbintenis, dat de verklaring waarin plechtig trouw wordt beloofd, wordt geaccepteerd, hetgeen ook in paragraaf 20 op bladzijde 573 van de Watchtower van 15 september 1956 ter sprake wordt gebracht. Deze verklaring wordt niet geaccepteerd in een land waar een wettelijke echtscheiding mogelijk is.
(Gemeenten die in hun archief een exemplaar van Kingdom Service Questions hebben, dienen — speciaal in verband met bladzijde 11 — voor toekomstig gebruik in de brochure een notitie betreffende deze aangelegenheid te maken.)
● Volgens wereldse geschiedkundigen is Amman thans een welvarende stad en gebouwd op de ruïnes van de stad Rabbath Ammon uit de oudheid. Hoe dienen wij dan een schriftplaats als Zefanja 2:9 te verstaan, waar staat: „Moab zal aan Sodom gelijk worden, en de Ammonieten aan Gomorra, een veld van distelen en een zoutgroeve en een woestenij tot in eeuwigheid”? — F. R., Verenigde Staten.
De verwoestingen die volgens de voorzeggingen over Moab en Ammon zouden komen, zijn werkelijkheid geworden, en dit blijkt ook uit de geschiedenis. De Moabieten en Ammonieten bestaan niet langer als volk. De stad Amman die thans op de plek staat waar zich in de oudheid de stad Rabbath Ammon bevond, wordt niet bewoond door Ammonieten, de nakomelingen van het volk waarover de profetieën werden uitgesproken. De stad wordt veeleer bewoond door de nakomelingen van de Nabateeïsche Arabieren, met wie de Ammonieten omstreeks de eerste eeuw n. Chr. zijn samengesmolten.
Het huidige Amman is het regeringscentrum van het tegenwoordige koninkrijk Jordanië. De Arabieren die er wonen, zijn geen Ammonieten, noch wordt hun koning geacht een Ammonietische koning te zijn. De hoofdstad Rabbath Ammon uit de oudheid is slechts een ruïne die zich rondom het moderne Amman van de Arabieren uitstrekt. De profetie dat Moab en de zonen van Ammon als Sodom en Gomorra zouden worden, is dus werkelijk in vervulling gegaan; zij bestaan niet langer.
-
-
MededelingenDe Wachttoren 1962 | 15 november
-
-
Mededelingen
VERENIGDE VERKONDIGING VAN HET „WOORD DES LEVENS”
„Verkondig het woord” luidt de opdracht die Paulus ons in 2 Timótheüs 4:2 geeft. Welk woord? Het „woord des levens”. Wordt dit thans verkondigd? Meer dan ooit tevoren. Het gehele menselijke geslacht wordt met de dood bedreigd door wapens met een vernietigende kracht waarvan men voor onze tijd nog nooit had gehoord. Het ergste wat de wereld te wachten staat, is echter de „oorlog van de grote dag van God de Almachtige”, waaruit ze niet levend te voorschijn zal komen (Openb. 16:14, NW). Sommige mensen zullen echter wel levend te voorschijn komen en dat zijn zij die het „woord des levens” stevig vasthouden. Zij zullen het „woord des levens” echter niet uitsluitend voor zichzelf houden, maar het tot de verste uiteinden der aarde verkondigen, want het is voor de gehele mensheid. Jehovah’s getuigen doen dit op wereldomvattende schaal. Ook in de maand november zullen zij u met dat oogmerk een bezoek brengen. Wilt u eveneens aan de verkondiging van het „woord des levens” deelnemen? Stel u dan met Jehovah’s getuigen in verbinding door naar de dichtst bijzijnde Koninkrijkszaal te gaan of door aan het bureau van dit blad te schrijven.
-