-
Wordt uw toekomst bepaald door het lot?Ontwaakt! 1974 | 8 november
-
-
Wat valt er te zeggen over de predestinatie?
Maar hoe staat het dan met schriftplaatsen die spreken over bepaalde personen als zijnde „uitverkorenen overeenkomstig de voorkennis van God”, ’uitgekozen vóór de grondlegging van de wereld’, ’voorbestemd als zonen van God te worden aangenomen’? (1 Petr. 1:1, 2; Ef. 1:3-5, 11) Op basis van dit soort van bijbelverwijzingen hebben religieuze leiders als Augustinus, Martin Luther en Johannes Calvijn onderwezen dat Adam en Eva reeds vóór hun schepping gedoemd waren aan God ongehoorzaam te worden; en dat al hun nakomelingen reeds van tevoren waren uitgekozen voor redding of eeuwige verdoemenis.
Maar leren deze verzen werkelijk een dergelijke predestinatie van afzonderlijke personen? Zo ja, dan zou het voor elk van de uitverkorenen onmogelijk zijn om nog Gods gunst te verliezen. Toch schreven dezelfde apostelen van wie bovenstaande uitdrukkingen afkomstig zijn (Petrus en Paulus) eveneens over het feit dat sommigen die „gekocht” en „geheiligd” waren door het bloed van Christus, zouden afvallen zonder dat er nog berouw voor hen mogelijk was en zij zodoende vernietiging over zichzelf zouden brengen. — 2 Petr. 2:1, 2, 20-22; Hebr. 6:4-6; 10:26-29.
Derhalve kan het niet anders of bovengenoemde teksten moeten verwijzen naar de voorbeschikking van de christelijke gemeente als een klasse.
Hoe werd de christelijke gemeente echter „vóór de grondlegging van de wereld” gekozen? In Lukas 11:50, 51 verbindt Jezus die „grondlegging” met Abel. Het was dus vóór de geboorte van Abel, maar niet voordat Adam en Eva ongehoorzaam aan God werden, dat God de klasse van mensen voorbeschikte die met Christus erfgenamen zouden worden in diens koninkrijk. — Openb. 20:6.
Net zoals in het geval van het Israël uit de oudheid spoort God thans mensen ertoe aan ’terug te keren van al hun overtredingen en in leven te blijven’ (Ezech. 18:23, 30-32). Petrus schreef dat God „niet wenst dat er iemand vernietigd wordt maar wenst dat allen tot berouw geraken” (2 Petr. 3:9). Hoe oprecht zou die wens zijn als velen, ja misschien wel miljoenen, reeds door het lot gedoemd zouden zijn hun leven te verliezen? En zou de bijbelse leer nog waar kunnen zijn dat Christus Jezus „zichzelf gegeven heeft als een overeenkomstige losprijs voor allen”, als het alleen vanwege het lot reeds voor velen onmogelijk zou zijn van deze voorziening voordeel te trekken? — 1 Tim. 2:6.
Neen, noch uw eigen toekomst, noch die van een ander denkend schepsel wordt door het lot bepaald. U bent vrij om te kiezen of u God wel of niet wilt dienen. Alleen zal „een ieder van ons” wel „rekenschap” dienen af te leggen van de keuze die hij doet (Rom. 14:12). Wat zal uw keus zijn?
-
-
Kan zout zijn „zoutheid” verliezen?Ontwaakt! 1974 | 8 november
-
-
Kan zout zijn „zoutheid” verliezen?
■ Het lijkt vreemd dat zout zijn zoutheid zou kunnen verliezen, maar het kan gebeuren. In de Bergrede zei Jezus Christus: „Gij zijt het zout der aarde; maar als het zout zijn kracht verliest, hoe zal het dan zijn zoutheid terugkrijgen? Het is nergens meer bruikbaar voor dan om naar buiten geworpen te worden ten einde door de mensen te worden vertrapt.” — Matth. 5:13.
Hoewel het zout dat heden ten dage in de meeste landen gebruikt wordt, weliswaar van chemische samenstelling is, zodat, zou men de „zoutheid” eruit halen, er niets zou overblijven, is het opmerkenswaard wat bijbelcommentator Albert Barnes over deze kwestie te zeggen heeft: „In Oosterse landen evenwel, was het zout dat men gebruikte onzuiver, vermengd met bodem- en plantaardige substanties; het kon derhalve zijn zoutheid totaal verliezen, terwijl er een aanzienlijke hoeveelheid materie overbleef. Deze resterende materie was onbruikbaar, behalve dat ze, zoals ook gezegd wordt, voor paden of wegen gebruikt kon worden, zoals wij grint gebruiken. . . . Het wordt in aders of lagen in de aardkorst aangetroffen en wanneer het aan zon of regen wordt blootgesteld, verliest het zijn zoutheid volkomen.”
-