Waar geluk hangt van uzelf af
„Gelukkig het volk welks God Jehovah is!” — Ps. 144:15.
1. Waarom is het goed na te denken over datgene wat u gelukkig zal maken?
WAT is ervoor nodig om u gelukkig te maken? In welke mate wordt uw geluk bepaald door toestanden om u heen, door materiële dingen of door andere mensen? Zijn God en de bijbel betrokken bij uw zoeken naar geluk? Laten wij deze factoren eens onderzoeken, aangezien wij allemaal naar geluk verlangen.
2, 3. (a) Hoe kan er gezegd worden dat dingen of andere mensen tot uw geluk kunnen bijdragen? (b) Hoe denkt God hierover?
2 Het is duidelijk dat uiterlijke dingen, zoals het tot ons nemen van een voldoende hoeveelheid smakelijk voedsel waarvan wij in een aangename omgeving kunnen genieten, tot ons geluksgevoel kunnen bijdragen. Wij kunnen dit vooral waarderen als wij in het verleden hebben ervaren hoe pijnlijk het is lang honger te lijden. Het is niet in strijd met Gods wil dat goed voedsel ons een mate van geluk schenkt. Koning Salomo schreef onder goddelijke inspiratie:
„Ik ben te weten gekomen dat er voor hen niets beters is dan zich te verheugen en goed te doen tijdens zijn leven; en ook dat ieder mens eet en inderdaad drinkt en het goede ziet voor al zijn harde werk. Het is de gave Gods.” — Pred. 3:12, 13; vergelijk Psalm 104:14, 15.
3 Andere mensen kunnen eveneens tot ons geluk bijdragen. Wat schenkt het geen voldoening geliefden te hebben die om ons geven, of zij nu familieleden zijn of intieme vrienden! — Ps. 127:3-5; 128:3.
4. Waarom vormt het feit dat u bezittingen of metgezellen hebt, er nog geen verzekering voor dat u gelukkig bent? (Spr. 23:4, 5; Pred. 5:11; Luk. 12:16-20)
4 Maar u weet misschien wel heel goed dat het bezitten van materiële dingen en intieme metgezellen op zichzelf geen verzekering vormt dat u echt en blijvend gelukkig bent. Sommige mensen hebben heerlijk voedsel in overvloed en omringen zich met moderne weeldeartikelen; en toch schijnt het geluk ongrijpbaar voor hen te zijn. Twee jaar voordat hij stierf, merkte de multimiljonair en oliemagnaat J. P. Getty op: „Geld brengt niet noodzakelijkerwijs geluk. Misschien wel ongeluk”a (1 Tim. 6:9, 10). Ook zal geld er niet toe bijdragen dat wij werkelijk gelukkig zijn als degenen die beweren om ons te geven, mensen zijn wier gezelschap op de een of andere manier is gekocht. — Spr. 19:6.
5. Waarom heeft geluk veel weg van een paradox?
5 Men heeft wel opgemerkt dat geluk in zeker opzicht een grote paradox is. Hoewel het woord „geluk” misschien doet denken aan aangename toestanden, kan geluk in werkelijkheid op elke bodem groeien, onder alle omstandigheden bestaan en elk milieu trotseren. Geluk heeft niet zozeer te maken met wat wij hebben, als wel met wat wij zijn. Dat verklaart waarom velen die in weelde leven, niet speciaal gelukkig zijn, terwijl sommigen die betrekkelijk weinig hebben en wier leven tamelijk eenvoudig is, werkelijk geluk vinden. Verder zult u misschien wel mensen hebben ontmoet die, hoewel zij in een ziekenhuis worden verpleegd of een handicap hebben, toch opgewekt van aard zijn en een blijmoedige, tevreden levenskijk hebben. Zij vinden het vanzelfsprekend niet prettig dat zij ziek of gebrekkig zijn en zouden dit graag anders willen zien (Hand. 3:1-8). Toch vinden zij redenen om gelukkig te zijn in het leven.
GELUK EN UW GEESTELIJKE BEHOEFTEN
6, 7. (a) Welke fout hebben velen gemaakt in het nastreven van geluk? (b) Kunt u specifieke voorbeelden hiervan aanhalen?
6 Velen zijn jaloers op gelukkige mensen en zouden zelf ook graag gelukkig zijn. Misschien proberen zij hun ongelukkige gevoel kwijt te raken door allerlei kunstmatige middelen aan te grijpen — drugs, een overmatig gebruik van alcoholische dranken, onwettige seks of altijd maar relaxen. Zij verbazen zich er dan nog over dat het geluk ongrijpbaar schijnt. De sensaties die zulke activiteiten hun eventueel geven, bezorgen hun alleen maar een onecht of vals gevoel van geluk, dat, als het erop aankomt, even waardeloos is als vals geld.
7 De lange geschiedenis die achter ons ligt en de ervaring van miljoenen mensen die op dit ogenblik leven, leveren het bewijs dat het niet mogelijk is morele maatstaven of beginselen de rug toe te keren en toch blijvend gelukkig te zijn. Degenen die ’elk zedelijkheidsbegrip verloren hebben en zich hebben overgegeven aan een losbandig gedrag om hebzuchtig allerlei onreinheid te bedrijven’, zijn beslist niet gelukkig (Ef. 4:17-19; Rom. 13:13). Zo’n handelwijze brengt onmiddellijk daarna of later nog meer narigheid, waardoor er barrières worden opgeworpen op de weg naar geluk. Kent u werkelijke gevallen die dit bevestigen? Anderzijds worden de problemen van het leven verminderd wanneer wij de dingen op Gods manier doen, in overeenstemming met zijn morele maatstaven, waardoor obstakels die ons beletten geluk te verwerven, worden verwijderd. Gaan wij echter alleen maar problemen uit de weg, dan vormt dit nog geen waarborg dat wij gelukkig zullen zijn. Er is meer noodzakelijk. Wij kunnen hier zeker van zijn, aangezien onze Maker ons dit zegt.
8, 9. (a) Welke fundamentele behoefte hebben wij? (b) Wat zei Jezus hierover?
8 Wij moeten een band ontwikkelen met de Schepper, zijn wil en voornemens leren kennen en deze zelf aanvaarden. Ja, wij hebben dat nodig. In zijn boek Man, God and Magic zet Dr. Ivar Lissner uiteen dat een „fundamenteel verschil tussen mens en dier” gelegen is in het feit dat „de mens er niet tevreden mee is alleen maar te slapen, te eten en zich te warmen”. Wij mensen hebben een „vreemde en aangeboren drang” die „spiritualiteit” (geestelijke levenshouding) genoemd zou kunnen worden. Dr. Lissner bericht zelfs dat ’alle beschavingen van de mensheid geworteld zijn in een zoeken naar God’. — Hand. 17:26-28.
9 Jezus erkende deze fundamentele drang met de woorden: „Gelukkig zijn zij die zich bewust zijn van hun geestelijke nood”, of degenen die hun geestelijke honger erkennen en dienovereenkomstig handelen (Matth. 5:3). Men kan die behoefte echter gemakkelijk over het hoofd zien. Zelfs iemand die reeds lange tijd in een goede verhouding tot God staat, zou uit het oog kunnen verliezen hoeveel geluk er uit deze verhouding voortspruit. Misschien ziet hij anderen om zich heen die een luxueus leventje leiden of er populaire hobby’s op na houden en zich aan vormen van ontspanning overgeven. Hij zou dus jaloers kunnen denken: ’Misschien mis ik wel veel.’ Als hij hun handelwijze navolgt ten koste van tijd of belangstelling die feitelijk aan zijn verhouding tot God besteed zou moeten worden, zou zijn leven, in stoffelijk opzicht, gevarieerder kunnen lijken, zodat het meer strookt met de huidige levensstijl. Maar zal hij werkelijk gelukkiger zijn? Een hongerige man zou, in plaats van te gaan eten, een autoritje kunnen maken of naar een film kunnen kijken. Zulke activiteiten zouden hem kunnen afleiden of amuseren. Maar zullen ze zijn honger stillen?
10. Hoe staat geluk in verband met het feit dat u zich van uw geestelijke nood bewust bent?
10 Vermont Royster, een voormalig redacteur van The Wall Street Journal, gaf commentaar op ’s mensen technische vooruitgang. Vervolgens zei hij:
„Hier hebben wij met iets merkwaardig te doen. Beschouwen wij de mens zelf, zijn dilemma’s, zijn plaats in dit universum, dan zijn wij nog niet veel verder dan aan het begin van de tijd. Wij zitten nog steeds met vragen als wie wij zijn, waarom wij er zijn en waarheen wij gaan.” — „Science Digest.”
U kunt begrijpen dat degenen die geen vaste grond onder zich voelen, doordat zij de antwoorden niet weten, niet helemaal tevreden of gelukkig kunnen zijn. Wanneer wij echter voldoende aandacht schenken aan onze geestelijke behoeften en inzicht uit Gods Woord trachten te verkrijgen, zullen wij zien waar wij in het beeld passen. Wij krijgen dan een doel in het leven, terwijl ons leven zinvoller wordt en meer kans heeft gelukkig te worden.
11. Waarom zult u gelukkiger zijn als u Gods maatstaven erkent? (Ps. 19:7, 8, 11)
11 Ook in een ander opzicht vergroten wij ons geluk door onze geestelijke behoeften te erkennen en in een goede verhouding tot God te staan. Wij hebben reeds opgemerkt dat aanvaarding van Gods morele maatstaven ons helpt problemen te vermijden, maar hierdoor wordt nog meer bereikt. Wij hebben in werkelijkheid behoefte aan waarden die redelijk en met elkaar in overeenstemming zijn. Gods Woord voorziet op volmaakte wijze in die behoefte. En Gods maatstaven zijn in harmonie met ons inherente geweten. Wanneer wij dus aan die maatstaven voldoen, voelen wij ons beter, meer op ons gemak, rustiger (Ps. 1:1-4; Rom. 2:14, 15). Wij kunnen ook onze kinderen helpen gelukkiger te worden door Gods maatstaven met hen te delen. Dr. Robert Coles, van de Harvard Universiteit, merkte over jongeren het volgende op:
’Zij hebben niet alleen streng onderricht nodig om de excessen op het gebied van hun emoties in te dammen, maar ook streng onderricht in verband met bekendgemaakte en toegelichte morele waarden. Zij hebben iets nodig waarin zij geloof kunnen stellen, iets wat groter is dan hun eigen begeerten en driften. . . . Zij hebben een ruimer beeld van de wereld nodig, een morele samenhang, als het ware — een geloof dat zich bezighoudt met de betekenis van dit leven, dat wij allemaal leiden.’
12. Welke fundamentele waarheid met betrekking tot geluk kunt u vaststellen?
12 Het is derhalve eerlijk om te zeggen dat waar geluk verband houdt met de erkenning van onze geestelijke behoeften en het feit dat wij in een goede verhouding staan tot God, zoals de bijbel nauwkeurig te kennen heeft gegeven: „Gelukkig is de fysiek sterke man die Jehovah tot zijn vertrouwen heeft gesteld”, die „tot hem zijn toevlucht neemt”, die „Jehovah vreest”, die „in de wet van Jehovah” wandelt en die ’met geheel zijn hart God blijft zoeken’ (Ps. 40:4; 34:8; 112:1; 119:1, 2). God wil werkelijk heel graag zijn liefde tot ons uitstrekken en in een goede verhouding tot ons geraken. Tonen wij op consequente wijze dat wij de verhouding waarin wij tot hem staan, dierbaar achten? — Rom. 8:38, 39.
GELUK — DOOR TE HOREN EN TE DOEN
13. Hoe gaf Jezus ons inzicht ten aanzien van geluk?
13 Een vrouw die Jezus onderwijs hoorde geven, riep eens uit: „Gelukkig is de schoot die u heeft gedragen en de borsten die u hebben gezoogd!” (Luk. 11:27) Zij was zich er waarschijnlijk van bewust dat de bijbel een verheven plaats toekent aan het moederschap en zij dacht klaarblijkelijk dat Maria gezegend was of bijzonder gelukkig kon zijn dat haar zoon Jezus zo’n uitstekende, rechtvaardige leraar was. Jezus wist evenwel dat er iets was wat het geluk van het vaderschap of moederschap te boven ging, iets wat zelfs verhevener was dan het geluk dat Maria had ontvangen door de moeder van de Messías te zijn. Hij antwoordde: „Neen, gelukkig zijn veeleer zij die het woord Gods horen en het bewaren!” — Luk. 11:28.
14, 15. Wat is er van uw zijde bij betrokken om ’het woord Gods te horen’?
14 Merk op welk een nadruk Jezus legde op betrokkenheid bij „het woord Gods” — door het te horen of te lezen. De bijbel geeft ons herhaaldelijk de verzekering hoe nuttig het is zich met Gods Woord bezig te houden. De eerste Psalm zegt over de ’gelukkige man’: „Zijn lust is in de wet van Jehovah, en in diens wet leest hij dag en nacht met gedempte stem” (Ps. 1:1, 2). Wij kunnen ons dus afvragen: ’Tracht ik uit die bron geluk te putten?’
15 De Schrift is als een schatkamer van geluk, want ze verrijkt de geest en het hart. Ze beurt de geest op. Ze geeft hoop. Ze wijst de weg naar een produktief, aangenaam leven. Ze bevat gedachten van God waarover wij te allen tijde kunnen nadenken. Ze vormt de basis voor ware wijsheid. — Vergelijk Spreuken 3:13-18.
16. Hoe zou u dus, door veranderingen aan te brengen, uw geluk kunnen vergroten?
16 Er zijn zoveel publikaties die wij zouden kunnen lezen — kranten, tijdschriften, romans, geschiedenisboeken, periodieken over bijvoorbeeld woninginrichting of vakbladen. Hoewel sommige van deze bladen wellicht interessant zijn en hun plaats hebben, zouden wij onszelf kunnen afvragen: ’Kan ik, in het belang van mijn geluk, mijn schema of leesgewoonten wijzigen ten einde meer in Gods Woord te lezen en ervan te genieten?’ Ja, inderdaad, lees het louter voor uw genoegen. Lees elke dag een gedeelte, eventueel volgens een schema. Lees de bijbel progressief van begin tot eind door. Lees de Schrift met raadpleging van waardevolle bijbelse hulpmiddelen. Lees af en toe uit een andere vertaling of in een andere taal als u meer talen beheerst. Ja, door meer in Gods Woord te lezen, doet u een stap in de richting van geluk. — Openb. 1:3.
17, 18. Wat is één aspect van ’het bewaren van het woord Gods’, waardoor u meer geluk kunt verwerven?
17 Willen wij gelukkig zijn, dan moeten wij volgens Jezus ook ’het woord Gods bewaren’. Wij hebben reeds eerder opgemerkt dat dit waar blijkt te zijn omdat wij aldus problemen vermijden. Het is echter ook waar van andere gezichtspunten uit bezien.
18 Veel mensen houden zich thans voornamelijk bezig met „IK”. Zij zijn bijzonder egocentrisch in hun krachtsinspanningen en zorgen. Zijn zij echter werkelijk gelukkig? In tegenstelling hiermee ademt het Woord van God de geest van belangstelling voor anderen, van geven, van het helpen van andere mensen. Wij zien dit toegelicht in het voorbeeld dat Jehovah zelf geeft, want hij is Degene die „de wereld zozeer [heeft] liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, . . . eeuwig leven zou hebben”. Jehovah wordt „de gelukkige God” genoemd (Joh. 3:16; 1 Tim. 1:11). Evenzo heeft „Christus . . . zichzelf niet behaagd”, maar is hij ten behoeve van ons gestorven. — Rom. 15:3; Gal. 1:3-5.
19-21. (a) Hoe kunt u dit in een vollediger mate doen? (b) Waarom denkt u dat dit u gelukkiger zal maken?
19 Wij kunnen en moeten op vele verschillende manieren geven. Wat wij geven, behoeft echter niet iets uitgebreids te zijn en dient niet ten doel te hebben indruk op anderen te maken. Jezus gaf de raad:
„Wanneer gij een middag- of avondmaal aanrecht, roep dan niet uw vrienden of uw broers of uw bloedverwanten en ook geen rijke buren. Zij zouden te eniger tijd bij wijze van tegenprestatie ook u kunnen uitnodigen en dan zoudt gij het terugbetaald krijgen. Maar wanneer gij een feestmaal aanrecht, nodig dan armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden uit; en gij zult gelukkig zijn, omdat zij niets hebben waarmee zij u kunnen terugbetalen. Want het zal u in de opstanding der rechtvaardigen worden terugbetaald.” — Luk. 14:12-14.
20 Dat onderstreept de waarheid dat geluk voortspruit uit geven (Hand. 20:35). Zou u in verband met een maaltijd of iets anders kunnen bedenken hoe u Jezus’ raad zou kunnen toepassen? Indien u een echtgenoot, een echtgenote of een ander gezinslid bent, waarom zou u zich vandaag dan niet ten doel stellen te bespreken hoe u Jezus’ raad in praktijk kunt brengen? Let dan eens op hoe gelukkig u zult zijn.
21 U zult dit geluk onder andere kunnen verwerven door met anderen bijbelse waarheden te delen die hun geluk kunnen vergroten. Stelt u zich eens voor hoe u zich zult voelen als u iemand ontmoet die in geestelijk opzicht werkelijk honger lijdt en u hem kunt helpen door die honger te stillen (Hand. 13:48, 52). Het kan inderdaad betekenen dat u er met volharding moeite voor moet blijven doen om zo’n persoon te vinden en veel geduldige zorg aan de dag moet leggen om hem te helpen geestelijk voedsel uit Gods Woord tot zich te nemen. Toch zal hij bemerken dat Jezus’ woorden waar zijn: „Gelukkig zijn . . . zij die het woord Gods horen en het bewaren!” (Luk. 11:28; Joh. 13:17) En ook u zult gelukkiger zijn omdat u iets van uzelf hebt gegeven om iemand anders gelukkig te maken.
GELUK — EEN DOEL OF EEN RESULTAAT?
22-24. (a) In welke mate dient u geluk tot een doel te maken? (b) Hoe kunt u derhalve waar geluk vinden? (Spr. 8:32-35)
22 Wij hebben opgemerkt dat geluk niet in de eerste plaats betekent dat u iets bezit, maar dat u iets bent en u verheugt. Met het oog hierop zullen wij onze zienswijze vaak moeten veranderen, zodat wij tevreden zijn met wat wij hebben, in het besef dat „godvruchtige toewijding gepaard aan het genoegen nemen met wat men heeft” waardevol is (1 Tim. 6:6). Maar tot in welke mate dienen wij geluk tot een doel te maken, tot iets wat wij per se willen bereiken?
23 Wat wij over het ontwikkelen van een goede verhouding tot God en over geven hebben gezegd, dient ons in werkelijkheid te helpen het volgende in te zien: Geluk is niet iets wat wij als het allerbelangrijkste in ons leven dienen na te jagen. Het valt ons niet ten deel omdat wij geluk als een doel op zichzelf beschouwen, maar het is een ’bijprodukt’, als voortvloeisel van onze godvruchtige levenswijze, omdat wij Gods eigenschappen ten toon spreiden en handelen zoals hij wil dat wij handelen. Het is een vrucht van liefde en van dienst. Geluk is wel met een vlinder vergeleken. Als wij er enthousiast achteraan rennen, in een poging dat geluk te pakken te krijgen, zullen wij er altijd naast grijpen. Wanneer wij het uit onze geest zetten en een vreedzaam leven overeenkomstig Gods wil leiden, zal die „vlinder” komen en op onze schouder neerstrijken. — Rom. 12:9-21.
24 Het is dus waar dat geluk voor een groot deel van uzelf afhangt. Jaag het niet vurig na als was geluk het belangrijkste doel in uw leven. Wees u veeleer bewust van uw geestelijke behoefte, uw behoefte om uw Schepper te leren kennen en te aanbidden. Wanneer u zijn morele maatstaven volgt, zal dit u tegen veel problemen beschermen en uw leven de noodzakelijke stabiliteit verlenen. Werk eraan dat u in een intieme verhouding tot Jehovah God staat, want u zult tevredenheid en vreugde vinden wanneer u als „de gelukkige God” bent. Maak in uw leven mee tijd vrij om ’het woord Gods te horen’. Ervaar vervolgens hoe lonend het is te geven en anderen te helpen Jehovah en zijn voornemen te leren kennen. Evenals miljoenen anderen in deze tijd, zult u beslist bemerken dat u aldus de zegen hebt verworven heel gelukkig te zijn. — Ps. 146:5.
[Voetnoten]
a Merk ook het commentaar op van de psychologe J. Brothers op bladzijde 6.