Een maatschappij die rechtvaardigheid oefent
DE WENS bij iets of iemand te horen, is het mensdom eigen. In wezen is de mens tot aaneensluiting geneigd. Hij wil zijn leven en belangen met anderen delen. Thans, in een moreel ontaarde en strijdlustige wereld, koesteren velen het verlangen te horen bij een maatschappij van mensen die rechtvaardigheid oefenen, een maatschappij waar hartelijkheid en vriendschap heerst en waar alle leden elkaar volkomen vertrouwen. Bestaat er een dergelijke maatschappij?
Onder de vele maatschappijen die op de aarde worden aangetroffen, bevindt zich één wereldomvattende maatschappij die zozeer van alle andere verschilt, dat ze werkelijk uniek is. Waarin verschilt ze dan wel van al die andere maatschappijen? Niet in het ledental, dat ruim een miljoen bedraagt, want vele maatschappijen kunnen zich op evenveel of meer leden beroemen. Niet in de grote rijkdom van de leden, want wij treffen onder hen mensen van elk financieel niveau aan, van rijk tot heel arm. Noch is deze maatschappij uniek wegens de grote geleerdheid van de leden, want onder hen bevinden zich niet alleen natuurkundigen, maar ook mensen die pas lezen en schrijven hebben geleerd nadat zij zich bij deze maatschappij hadden aangesloten. Ook een bepaalde huidkleur of nationaliteit of taal is geen onderscheidend kenmerk, want onder de leden zijn alle rassen, naties en tongen vertegenwoordigd. Evenmin valt deze maatschappij op door een eigenaardige klederdracht. Voor de oppervlakkige waarnemer verschillen de leden uiterlijk geenszins van de mensen onder wie zij wonen.
Wat maakt deze maatschappij dan zo anders, uniek zelfs? Het feit dat de leden God de eerste plaats in hun leven hebben geschonken. Hoe? Door de duidelijke raad die het Woord van God, de bijbel, in de hierna volgende en vele andere, soortgelijke passages bevat, ernstig op te nemen en in hun leven in praktijk te brengen. „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.” „Dit betekent eeuwig leven, dat zij kennis in zich opnemen van u, de enige ware God, en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus” (Matth. 22:37; Joh. 17:3, NW). Dit vormt de degelijke, rotsvaste basis voor hun eenheid en vrede. In nauw verband hiermee staat natuurlijk hun gemeenschappelijke aanvaarding van de bijbel als de geschreven Gids voor een juiste levenswijze, want alle leden stemmen er volledig mee in dat Jezus’ woorden, „Uw woord is waarheid”, op alle zesenzestig bijbelboeken van toepassing worden gebracht. — Joh. 17:17, NW.
De leden van deze maatschappij houden zich stipt aan de hoge morele maatstaven die in de bijbel staan vermeld. Daarmee nog niet tevreden, erkennen en aanvaarden zij tevens de verantwoordelijkheid het voorbeeld van Jezus te volgen, die een trouw en onvermoeibaar prediker van Gods koninkrijk was. Een werkelijk onderscheidend kenmerk van deze maatschappij is daarom, dat alle leden, jong en oud, manlijk en vrouwelijk, christelijke predikers zijn. Er wordt onder hen geen onderscheid gemaakt tussen geestelijken en leken. Wanneer zij bijeenkomen, neemt iedereen, naarmate de gelegenheid zich voordoet, deel aan ’het vasthouden aan de openbare bekendmaking van zijn hoop, daardoor zijn medeleden tot liefde en voortreffelijke werken aansporend’. — Matth. 24:14; Hebr. 10:23, 24, NW.
Het koninkrijk dat zij prediken, hetzelfde koninkrijk als dat waarom Jezus zijn volgelingen leerde bidden, is de enige regering die zij onvoorwaardelijk trouw zijn. Alhoewel zij zich in de verschillende landen waar zij wonen, vreedzame en ordelievende burgers betonen, kennen zij wanneer menselijke wetten en goddelijke vereisten met elkaar in botsing komen, gehoorzaamheid aan God de eerste plaats toe (Hand. 5:29, NW). Daar zij Jezus’ woorden „Mijn koninkrijk is geen deel van deze wereld” en „Gij [zijt] geen deel van de wereld” naar waarde weten te schatten, mengen zij zich niet in de politiek en letten zij onder elkaar niet op enig verschil in nationaliteit. In dit opzicht zijn zij werkelijk een unieke maatschappij, de enige werkelijk internationale maatschappij. — Joh. 18:36; 15:19, NW.
Wegens het huidige rijzende getij van het nationalisme in vele delen der aarde, bijvoorbeeld in Afrika met zijn vele pas gestichte onafhankelijke staten, hebben leden van deze maatschappij verschrikkelijke vervolgingen moeten doorstaan. Regeringen en wetteloze elementen die hun bijbelse neutraliteit tegenover alle nationale en politieke facties van deze wereld niet volkomen hebben begrepen, hebben hun wrede straffen toegediend. Hun vergaderplaatsen zijn in vlammen opgegaan, honderden woningen zijn vernield, hun oogsten zijn verwoest en op talloze andere manieren zijn zij onheus behandeld in een poging hun loyaliteit jegens God en zijn koninkrijk te verbreken. Niettemin hebben deze getrouwe aanhangers van Gods koninkrijk dergelijke aanvallen weerstaan en zij zijn God en de rechtvaardigheid onwrikbaar trouw gebleven.
Uniek is ook het feit dat de leden van deze maatschappij werkelijk ’hun zwaarden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen hebben omgesmeed’. Zij beoorlogen elkaar niet en streven ernaar „vredelievend jegens alle mensen” te zijn. Zelfs onder provocatie, wanneer er bijvoorbeeld met geweld en onrechtvaardig tegen hen wordt opgetreden, hebben zij steeds geweigerd kwaad met kwaad te vergelden of terug te slaan. — Jes. 2:4; Rom. 12:18, NW.
Ook reinheid is een kenmerk van deze maatschappij. De leden houden zich lichamelijk rein en netjes en vermijden smerige gewoonten zoals het roken en pruimen van tabak. Zij houden zich moreel rein door te weigeren de hoge bijbelse maatstaven inzake seksuele verhoudingen, eerlijkheid in financiële en andere kwesties, enzovoorts, te verlagen. In religieus opzicht blijven zij rein doordat zij weigeren gemene zaak te maken met niet-christelijke groeperingen of met zogenaamd christelijke groeperingen die niet aan de geschreven vereisten uit Gods Woord voldoen. Zij houden zich consequent aan de geïnspireerde raad: „Laten wij ons reinigen van elke verontreiniging van vlees en geest, en in de vreze Gods heiligheid tot volmaaktheid brengen.” — 2 Kor. 7:1, NW.
Hoe heet deze werkelijk verschillende maatschappij, deze maatschappij van mensen die rechtvaardigheid oefenen, de soort van maatschappij waartoe eerlijke mensen altijd al hebben willen behoren? Het is de maatschappij van christelijke getuigen van Jehovah. Zoals in de bijbel wordt onthuld, is JEHOVAH de persoonlijke naam die de enige ware God zichzelf heeft gegeven, en deze maatschappij bestaat uit mensen die zich eraan hebben opgedragen te getuigen dat hij de oppermacht bezit en het waardig is door elk schepsel in het universum gediend en aanbeden te worden. — Jes. 42:8; 43:10.