Een gedrag ’het goede nieuws waardig’
1. Welke bijzondere waarde bezit de bijbel voor ons?
DE BIJBEL openbaart wat Gods wil is voor zijn schepselen. Door er een studie van te maken, kan iemand die voordien zonder ervaring of begrip was, wijs worden; dit boek vormt voor hem een leidraad naar een reine levenswijze, welke een goed geweten tot gevolg heeft en het hart vreugde schenkt. Daarom zijn de in de bijbel opgetekende inlichtingen over de wetten, geboden en beginselen van Jehovah, begerenswaardiger dan alle stoffelijke rijkdommen in de wereld. „De wet des HEREN is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des HEREN is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid den onverstandige. De bevelen des HEREN zijn waarachtig, zij verheugen het hart; het gebod des HEREN is louter, het verlicht de ogen. De vreze des HEREN is rein, voor immer bestendig; de verordeningen des HEREN zijn waarheid, altegader rechtvaardig. Kostelijker zijn zij dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig, ja, dan honigzeem uit de raat. Ook laat uw knecht zich daardoor ernstig vermanen; in het houden er van ligt rijke beloning.” — Ps. 19:8-12 7-11.
2. Hoe is een nauwkeurige kennis van de bijbel voor ons een leidraad bij een gedrag dat ’het goede nieuws waardig’ is?
2 Aan de hand hiervan bemerken wij dus dat wij, wil ons gedrag ’het goede nieuws waardig’ zijn, als fundament een nauwkeurige kennis van Gods Woord de bijbel, een oprechte waardering voor de daarin opgetekende inlichtingen en een heilzame vrees voor Jehovah dienen te bezitten. Wanneer dit juiste fundament bij ons aanwezig is, zullen wij op juiste wijze kunnen onderscheiden wat goed en verkeerd is. Wij zullen erdoor geholpen worden de fout te vermijden zelf-rechtvaardigheid aan te kweken ten einde door de mensen gezien te worden. De apostel Paulus schreef in Romeinen 10:3 over dergelijke personen: „Want onbekend met Gods gerechtigheid en trachtende hun eigen gerechtigheid te doen gelden, hebben zij zich aan de gerechtigheid Gods niet onderworpen.” Hij die God oprecht aanbidt, wil niet gelijk de Farizeeën van Jezus’ dagen zijn, tot wie Jezus zei: „Van buiten schijnt gij den mensen wel rechtvaardig, doch van binnen zijt gij vol huichelarij en wetsverachting” (Matth. 23:28). Door een oprechte en ijverige studie van Gods Woord leert de dienstknecht van God veeleer ’het goddeloze te verafschuwen en het goede aan te hangen’. — Rom. 12:9, NW.
3, 4. (a) Op welke twee grote geboden is een juist gedrag gebaseerd? (b) Op welke verhoudingen zijn de regels en geboden van God van invloed, en welke verhouding is de allerbelangrijkste?
3 Een gedrag ’het goede nieuws waardig’ is op dezelfde twee grote geboden gebaseerd als die welke de basis vormden van de wijze waarop God met de Israëlieten omging, namelijk ’God lief te hebben met geheel uw hart, ziel, kracht en geest en uw naaste als u zelf’. Laten wij daarom met deze twee geboden in gedachten, enige van de fundamentele vereisten voor rechtvaardigheid onderzoeken, zoals ze door onze Schepper en hemelse Vader in de bijbel worden uiteengezet. Bij dit onderzoek zullen wij bemerken dat de regels en geboden van God van invloed zijn op verschillende onderdelen van ons leven en op onze verhouding tot anderen: onze verhouding tot God, tot ons gezin en tot onze naasten. Wanneer wij deze door God gegeven geboden beschouwen, is het goed in gedachten te houden dat er geen blinde gehoorzaamheid van ons wordt geëist, maar veeleer dat wij met ’onze gehele geest en ons gehele hart’ trachten te begrijpen en te beseffen waarom God ons zegt dit of dat te doen of iets niet te doen, opdat wij hem met begrip mogen dienen. — Fil. 1:9; Matth. 22:37.
4 Zoals wij hebben bemerkt, is onze verhouding tot God van levensbelang. Wij moeten hem op een reine, zuivere en onverdeelde wijze aanbidden. Hiervoor is een vast geloof in zijn Woord nodig, terwijl wij alleen hem als God moeten vrezen en hem exclusieve toewijding moeten geven.
5. (a) Wat dient iemand die God op een waarachtige wijze wil aanbidden, uit zijn leven te bannen? (b) Wat zou erdoor worden aangetoond wanneer iemand die belijdt een christen te zijn, er bijgelovige gewoonten op na houdt?
5 Opdat wij Jehovah aldus kunnen aanbidden en daardoor in een juiste verhouding tot hem kunnen komen te staan, moeten wij elke foutieve aanbiddingsgewoonte — welke op een verkeerde leer, op het heidendom of op bijgeloof is gebaseerd — uit ons leven bannen. Sommigen vinden het wegens bijgeloof moeilijk zich uit de greep van een schadelijke vrees los te rukken. In vele landen komt het algemeen voor dat men de „geesten” van de doden vreest of bang is voor bepaalde personen (soms „tovenaars” genoemd) die beweren bovennatuurlijke krachten te bezitten. Bijgelovige mensen dragen als bescherming hiertegen amuletten om de hals, de armen of andere delen van het lichaam, welke amuletten uit verschillende materialen vervaardigd kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld de beenderen van een dood kind, daar men denkt dat de geest van het kind bescherming zal verschaffen. Zo houdt men er ook uitgebreide ceremoniën bij begrafenissen op na ten einde de „geest van de overledene” tevreden te stellen. Na het overlijden van een persoon blijft men nachtenlang op en laat betaalde rouwklagers heel veel lawaai maken, opdat de „geest” van de dode niet zal denken dat hij vergeten is of niet wordt geëerd en daarom zal terugkeren ten einde het gezin het een of andere kwaad te berokkenen. Al dergelijke ideeën zijn gebaseerd op de valse leerstelling dat de menselijke ziel onsterfelijk is en na de dood blijft voortleven. Uit de bijbel blijkt duidelijk dat dit niet zo is. (Zie Prediker 9:5, 10; Psalm 146:3, 4.) Wanneer iemand die belijdt een christen te zijn, dergelijke gewoonten in ere houdt, geeft hij daardoor te kennen geen geloof en begrip te bezitten, terwijl er tevens door wordt aangetoond dat hij niet beseft in welke verhouding hij tot Jehovah staat. Voor het beoefenen van de ware aanbidding is het niet alleen nodig dat wij weten wat er in de bijbel staat, maar ook dat wij er geloof in stellen en dat geloof kracht bijzetten door daden welke met Gods Woord in overeenstemming zijn. Alhoewel het heel natuurlijk is dat een christen zich oprecht bedroefd voelt wanneer hem een geliefde in de dood ontvalt, vermijdt hij elk huichelachtig uiterlijk vertoon van verdriet om daardoor alleen maar aan heidense gewoonten en tradities te voldoen. — Jak. 1:22-25.
6. Wie zijn de „boze geesten”, en hoe wapenen christenen zich tegen hen?
6 Er bestaan stellig boze geesten, maar dit zijn niet de geesten van mensen die in het verleden zijn gestorven. In werkelijkheid waren zij eens engelen en zonen van God, die met Satan in opstand zijn gekomen en thans bekendstaan als demonen of goddeloze geesten (Jak. 2:19; Openb. 16:14; Ef. 6:12). Een ware christen wordt echter van de juiste wapenrusting voorzien, zodat hij zich tegen de kuiperijen van deze bozen kan verdedigen. Zij die vaststaan in de waarheid van Gods Woord, die druk bezig zijn „het goede nieuws van vrede” bekend te maken, wier geloof sterk is gelijk een groot schild en die voor redding op Jehovah hopen en vertrouwen, krijgen de verzekering dat zij tegen alle aanvallen van deze goddelozen beschermd zullen worden (Ef. 6:14-18). Een christen zou daarom voor bescherming of voor genezing nooit zijn toevlucht nemen tot demonisme of toverij. Een christen die zich heeft opgedragen, heeft van God het bevel ontvangen in Hem geloof te stellen.
EERBIED VOOR GODS WET BETREFFENDE BLOED
7. (a) Wat kan een christen doen wanneer hij ziek wordt, maar wat kan hij niet doen? (b) Waarom is Gods wet welke het gebruik van bloed verbiedt, in deze tijd nog steeds op ons van toepassing?
7 Dit wil niet zeggen dat een christen die lichamelijk ziek wordt, dwaas de juiste medische hulp moet verwerpen. Hij kan niet op zelfzuchtige wijze verwachten dat God hem op een wonderbaarlijke manier zal genezen. Een christen dient veeleer gezond verstand te gebruiken doordat hij zijn lichaam op behoorlijke en juiste wijze verzorgt, en mocht hij ziek worden, dan zal hij dankbaar elke medische hulp die hem tot nut kan strekken, aanvaarden. Hij neemt echter niet zijn toevlucht tot „genezing door geloof”, daar wonderbaarlijke genezingen en andere dergelijke gaven die in de tijd van de apostelen in de vroege gemeente bestonden, sindsdien reeds lang zijn voorbijgegaan (1 Kor. 13:8). Evenmin zal hij zich met toverij inlaten. Terzelfder tijd ziet hij er ook scherp op toe dat hij door de soort van medische behandeling welke hij ontvangt, niet Gods wet betreffende bloed zal schenden. De goddelijke wet betreffende bloed geldt thans evenzeer voor christenen als vroeger voor de natie Israël. Alhoewel het met Israël gesloten wetsverbond niet langer van kracht is, is Gods wet welke het verbiedt dat bloed in het menselijke lichaam wordt opgenomen, nog steeds van toepassing. Dit komt omdat deze wet oorspronkelijk aan de gemeenschappelijke voorvader der mensheid, Noach, werd gegeven, en wel direct nadat hij na de wereldomvattende vloed uit de ark was gekomen. Bij die gelegenheid vermeldde God duidelijk aan Noach: „Alleen vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten.” — Gen. 9:3-6.
8. Hoe werd dit verbod op het gebruik van bloed tijdens een speciale vergadering van de apostelen en oudere broeders te Jeruzalem duidelijk uiteengezet?
8 Enige jaren na de dood en opstanding van Jezus Christus werd dit verbod op het gebruik van bloed tijdens een speciale vergadering van de apostelen en oudere broeders te Jeruzalem zeer duidelijk aan de christelijke gemeente uiteengezet. De onder inspiratie genomen beslissing luidde: „Het heeft den Heiligen Geest en ons goed gedacht, u verder geen last op te leggen dan dit noodzakelijke: onthouding van hetgeen den afgoden geofferd is, van bloed, van het verstikte en van hoererij; indien gij u hiervoor wacht, zult gij wèl doen. Vaart wel!” (Hand. 15:28, 29) U zult opmerken dat zich van bloed te onthouden even noodzakelijk werd geacht als zich van hoererij te onthouden.
9. Hoe tonen christenen eerbied voor de heiligheid van het bloed in verband met het eten van vlees?
9 Heel duidelijk blijkt dus dat ware christenen eerbied dienen te tonen voor de heiligheid van het bloed, daar bloed het leven vertegenwoordigt (Lev. 17:11). Jehovah’s getuigen tonen deze eerbied door elke schending van deze wet zorgvuldig te vermijden. De wet ten aanzien van bloed is van toepassing op alle soorten van bloed, zowel dierlijk als menselijk. Op een christen rust de verplichting niets ’verstikts’ te eten, daar men het niet heeft laten uitbloeden. In Leviticus 17:13 (PC) staat in verband met deze aangelegenheid het te volgen beginsel opgetekend: „Iedereen . . . die wild of gevogelte heeft gejaagd, dat gegeten mag worden, moet het bloed uitgieten en met aarde bedekken.” Om dezelfde reden zou ook een dier dat dood wordt aangetroffen doordat het in een val is gevangen of door een ander dier is verscheurd, geen geschikt voedsel voor een christen zijn, aangezien men het ten tijde van het intreden van de dood niet heeft laten uitbloeden. Evenzo dient een christen die op de markt of van een jager vlees koopt, zich ervan te hebben overtuigd dat het dier op de juiste wijze is uitgebloed, zodat hij niet het risico loopt deze wet van God te schenden. Alhoewel het in de meeste landen in het algemeen gesproken veilig is vlees te eten dat van de officiële abattoirs en van erkende slagerijen afkomstig is, aangezien men daar het vlees heeft laten uitbloeden, is dit niet altijd het geval, en zeker niet wanneer wij van een individuele jager vlees kopen. Een christen zou ook geen pikante sausen kunnen gebruiken waarin men bloed heeft verwerkt. Natuurlijk blijft er altijd een klein beetje bloed in het vlees achter, ook al heeft men het dier laten uitbloeden; dit is onvermijdbaar. Het bloed dat door de aderen stroomt, moet echter worden uitgegoten, wil men aan de vereisten van Gods wet hebben voldaan.
10. Waarom weigeren Jehovah’s getuigen medische bloedtransfusies?
10 In ziekenhuizen over de gehele wereld is het in deze tijd een zeer veelvuldig voorkomende gewoonte bloedtransfusies toe te dienen in gevallen waar de patiënt veel bloed heeft verloren ten gevolge van een ongeval of een operatie, of waarin wordt gezegd dat bloed noodzakelijk is om weer op krachten te komen. In overeenstemming met de hierboven aangehaalde schriftuurplaatsen erkennen Jehovah’s getuigen dat het eveneens een schending van Gods wet zou betekenen wanneer zij op een dergelijke manier bloed in het lichaam zouden opnemen. De apostelen zeiden heel duidelijk: ’Onthoudt u van bloed.’ Dat Jehovah’s getuigen weigeren door middel van een medische transfusie bloed in hun lichaam op te nemen, is niet vanwege dwaze halsstarrigheid, maar omdat zij Gods wet respecteren; zij hebben eerbied voor Zijn beslissing met betrekking tot de wijze waarop bloed gebruikt mag worden, daar bloed het leven vertegenwoordigt en leven een gave uit Gods hand is. Jehovah’s getuigen zullen echter elke andere medische behandeling welke geen schending van Gods wet betekent, zoals transfusies met zoutoplossingen of andere medische substanties in plaats van bloed, aanvaarden.
11. Welk door Jezus in Matthéüs 10:39 bekendgemaakt beginsel is in die omstandigheden van toepassing?
11 Iedereen wil graag leven, en het is slechts heel natuurlijk naar elk middel te zoeken waardoor men zijn leven, of het leven van hen die men liefheeft, zou kunnen verlengen. Een christen die zich heeft opgedragen, zal zijn leven echter niet trachten te redden op een manier waardoor Gods wet zou worden geschonden. Hij beseft dat zijn eeuwige leven op het spel staat. Hij houdt de woorden in gedachten die Jezus uitsprak: „Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden” (Matth. 10:39). Er is in die tijden geloof voor nodig om zich aan Gods wet te houden, maar door zo te handelen toont een christen dat hij werkelijk het eerste grote gebod nakomt en Jehovah met zijn gehele hart, ziel en geest en met al zijn kracht liefheeft. Hij beseft dat hij er ten koste van alles voor moet waken dat hij als een opgedragen christen in de juiste verhouding tot Jehovah blijft staan.
EEN EERBAAR GEDRAG IN HET HUWELIJK
12. (a) Waarom bezit Jehovah het recht om te beslissen wat een juist gedrag tussen de seksen is? (b) Hoe dient het huwelijk dus bezien te worden?
12 Het was niet de bedoeling dat de mens alleen zou leven. Jehovah had zich met betrekking tot de aarde voorgenomen dat ze met menselijke schepselen gevuld zou worden, en hij trof regelingen dat dit tot stand zou komen doordat mannen en vrouwen in het huwelijk verenigd zouden worden en gezinnen zouden stichten. Daarom schiep God de twee seksen, „man en vrouw”, en hij gaf het eerste paar de opdracht: „Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde.” Aangezien Jehovah God de Schepper is van de verschillende seksen en ook van hun voortplantingsorganen, bezit hij het recht te beslissen wat een juist gedrag tussen man en vrouw is. Het huwelijk dient zeer terecht met eer en respect bezien te worden. — Gen. 1:27, 28.
13. (a) Wie alleen mogen zich terecht in seksuele omgang verheugen? (b) Wordt het christenen toegestaan polygamie te bedrijven, of wat is voor hen de maatstaf?
13 Reeds direct van het begin af heeft God bepaalde beginselen welke op deze verhouding betrekking hebben, duidelijk gemaakt. Slechts in de huwelijke staat mochten man en vrouw het voorrecht van seksuele gemeenschap genieten. Daarom bracht God, nadat hij de eerste vrouw had geschapen, haar tot de man en gaf haar aan hem als vrouw (Gen. 2:21-24). Alhoewel Jehovah later in de natie Israël polygamie toestond, was dit toch niet de standaard die God in Eden had aangegeven, en ook nu staat hij niet toe dat christenen polygamisten zijn. Door bemiddeling van Christus Jezus herstelde hij het fundamentele beginsel van het huwelijk: dat de man slechts één vrouw mocht hebben. Dit beginsel werd door de vroege gemeente duidelijk begrepen, en derhalve treffen wij in 1 Timótheüs hoofdstuk 3 vers 2, het vereiste aan dat een opziener in de gemeente de „man van één vrouw” dient te zijn.
14. Welke beslissing zal een polygamist moeten nemen voordat hij in de Nieuwe-Wereldmaatschappij als een medelid dat zich aan God heeft opgedragen, aanvaard kan worden?
14 Voor enkelen die in landen wonen waar het de gewoonte is dat mannen meer dan één vrouw hebben, kan dit bijbelse beginsel wellicht een moeilijkheid opleveren. Een man die meer dan één vrouw heeft, hoort het „goede nieuws”, gaat het waarderen en wil zich met de Nieuwe-Wereldmaatschappij van Jehovah’s getuigen verbinden. Zijn huwelijke staat is echter niet in overeenstemming met de beginselen zoals ze voor christenen in de bijbel zijn uiteengezet; wat dient hij nu te doen? Ja, in dit opzicht vormt het „goede nieuws” een uitdaging voor hem. Het zal een grote verandering in zijn leven betekenen wanneer hij al zijn bijvrouwen wegdoet en slechts de ene vrouw houdt die hij op grond van de Schrift mag hebben. Hij zal die beslissing zelf moeten nemen, maar het is een beslissing die genomen móet worden wil hij als een opgedragen dienstknecht van Jehovah die met Gods volk mag omgaan, aanvaard worden.
15. (a) Hoe dient het huwelijkscontract beschouwd te worden? (b) Wat kan er over hoererij en een „proefhuwelijk” worden gezegd? (c) Wat dient er eerst gedaan te worden opdat een paar een eerbaar huwelijk kan aangaan?
15 Het was de bedoeling dat het huwelijk tussen man en vrouw, hetwelk hun het recht geeft zich tezamen in seksuele omgang te verheugen, een hechte band zou zijn, welke niet om elke willekeurige reden verbroken zou kunnen worden. Direct nadat Jezus over het eerste huwelijk in de hof van Eden had gesproken, zei hij: „Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet” (Matth. 19:6). Door deze woorden toonde Jezus aan dat het huwelijk voor christenen een ernstige zaak is en dat men er niet lichtvaardig over kan denken. Alles wat de goddelijke huwelijksregeling zou schenden, zou derhalve onrechtvaardig zijn en als zodanig een daad van ongehoorzaamheid vormen jegens ’s mensen Schepper Jehovah, wat hem stellig niet zou behagen. Daar men slechts in de huwelijke staat seksuele omgang met elkaar mag hebben — de man met zijn wettige vrouw en de vrouw met haar wettige echtgenoot — is hoererij verboden. Het zou dus onjuist zijn en een schending van Gods geboden inhouden wanneer een ongehuwde man seksuele omgang zou hebben met een gehuwde of ongehuwde vrouw. Evenzo zou het ook voor een ongetrouwde vrouw onjuist zijn om seksuele omgang met een man te hebben. Elk „proefhuwelijk” — zoals in sommige landen de gewoonte is, waar een jong paar samenleeft alleen om te zien of zij bij elkaar passen maar zonder een blijvend en bindend huwelijk te zijn aangegaan — wordt hierdoor uitgesloten. Het is daarentegen noodzakelijk dat er een juist huwelijk wordt aangegaan dat zowel door de man als de vrouw als bindend en permanent wordt erkend, terwijl het huwelijk op de juiste wijze wordt geregistreerd als een getuigenis met betrekking tot hun eerbare bedoelingen, voordat een paar ertoe kan overgaan op grond van het huwelijk het voorrecht van seksuele gemeenschap te genieten. Ook al zijn er soms enkele maanden voor nodig om al deze regelingen te treffen, dan dienen de jonge man en vrouw die zich op het huwelijk voorbereiden, zich toch moreel rein te houden door tot aan de tijd dat het huwelijk is geregistreerd, geen seksuele omgang met elkaar te hebben. Hierdoor zullen zij het juiste respect aan de dag leggen voor de goddelijke huwelijksvoorziening en ze als iets eerbaars behandelen.
16, 17. Hoe dient een echtpaar respect te tonen voor de huwelijksregeling, en welke hoedanigheid zal hen hierbij helpen?
16 Nadat het huwelijk is gesloten, dient het paar respect te blijven tonen voor de huwelijksregeling. In de bijbel staat over het christelijke huwelijk opgetekend: „Het huwelijk zij eerbaar onder allen en het huwelijksbed zonder verontreiniging, want God zal hoereerders en overspelers oordelen” (Hebr. 13:4, NW). De gehuwde man en vrouw zullen worden geholpen elke ontrouw jegens hun huwelijkspartner te vermijden door in gedachten te houden dat Jehovah de rechter is en dat al onze handelingen voor hem openbaar zijn. Ook zal hun liefde voor elkaar hun loyaliteit jegens elkaar versterken en ontrouw helpen vermijden. „Zo zijn ook de mannen verplicht hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief; want niemand haat ooit zijn eigen vlees, maar hij voedt het en koestert het, zoals Christus de gemeente, omdat wij leden zijn van zijn lichaam. Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn.” Een echtgenoot zou zijn vrouw stellig niet liefhebben wanneer hij met een andere vrouw overspel zou plegen. Evenmin zou hij die andere vrouw liefhebben, daar hij er de oorzaak van zou zijn dat ook zij zou zondigen en zich het oordeel van God op de hals zou halen. — Ef. 5:28-31.
17 Het was de bedoeling dat de man en de vrouw elkaar zouden ’aanhangen’, wat wil zeggen dat zij vast aaneengesloten zouden blijven, terwijl zij beiden de wens zouden koesteren het huwelijk blijvend te laten zijn. Hoe kan dit verwezenlijkt worden? Alleen wanneer de hoedanigheid liefde aanwezig is. Deze hoedanigheid is in vele huwelijken dikwijls ver te zoeken. In sommige landen bestaat er weinig of geen kameraadschap tussen de man en de vrouw in het huwelijk; zij delen elkaars gedachten niet, besteden geen tijd in elkaars gezelschap en nuttigen zelfs hun maaltijden niet te zamen. De vrouw wordt vaak meer als een dienstmeisje in het huis beschouwd dan als een metgezellin en partner in de huwelijksovereenkomst.
18. (a) Welk voorbeeld stelde Jezus voor christelijke echtgenoten? (b) Op welke praktische manieren toont een echtgenoot dat hij zijn vrouw liefheeft?
18 Welke houding dient een christelijke echtgenoot derhalve jegens zijn vrouw aan de dag te leggen? Dit wordt in Efeze 5:25 en 28 prachtig toegelicht, welke verzen luiden: „Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft. Zo zijn ook de mannen verplicht hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam.” Jezus was lankmoedig, geduldig en vriendelijk jegens zijn christelijke broeders in de gemeente. Hij vond het heerlijk met hen samen te zijn en met hen over de wonderbaarlijke dingen van Gods koninkrijk te spreken. Behalve dat hij het „goede nieuws” in het openbaar aan de mensen in Palestina bekendmaakte, bracht hij vele uren met zijn getrouwe discipelen door om hun de waarheid uit te leggen. Hij toonde hoe sterk hij hen wel liefhad doordat hij tenslotte zijn aardse leven als een offer aflegde opdat de gemeente gered mocht worden en eeuwig leven mocht ontvangen. Zo’n liefde dient een echtgenoot voor zijn vrouw te hebben. Hij leert haar gezelschap op prijs te stellen. En omdat hij wil dat ook zij het eeuwige leven zal verwerven, grijpt hij graag alle gelegenheden aan om zich met haar te onderhouden over de wonderbaarlijke hoop van leven in een nieuwe wereld, waarvan hij door middel van het „goede nieuws” heeft vernomen. Ook al hebben man en vrouw beiden het „goede nieuws” aanvaard, dan zullen zij toch nog met elkaar over deze dingen blijven spreken om elkaar in het geloof op te bouwen.
19. In welke twee opzichten rust op een christelijke echtgenoot de plicht voor zijn gezin te zorgen?
19 Een echtgenoot heeft weliswaar de plicht in stoffelijk opzicht voor zijn vrouw en kinderen te zorgen. In de bijbel staat heel duidelijk: „Doch zo iemand de zijnen, en voornamelijk zijn huisgenoten, niet verzorgt, die heeft het geloof verloochend, en is erger dan een ongelovige” (1 Tim. 5:8, SV). Behalve dat hij voor de stoffelijke dingen zorg draagt, dient hij echter nog veel meer te voorzien in de geestelijke noden van zijn gezin, evenals Christus zorg droeg voor de gemeente.
20. Welke voorbereidingen zullen christelijke ouders voor hun kinderen treffen, en wat zal dit tot resultaat hebben?
20 Hebt u kinderen? Indien ja, welke voorbereidingen treft u dan voor hun toekomst? Een goede ontwikkeling in de wereld, zodat zij hun economische en sociale positie kunnen verbeteren? Dit is niet het allerbelangrijkste. In gedachten houdend dat het huwelijk door Jehovah is ingesteld en dat de vrucht van het huwelijk, kinderen, eveneens een van Jehovah afkomstige gave is, zullen ouders die Jehovah liefhebben, de wens koesteren dat hun kinderen opgroeien om Hem te dienen (Ps. 127:3). Daarom zullen christelijke ouders hun kinderen van jongs af aan opvoeden in een heilzaam gedrag, in het bestuderen van de bijbel en in het bekendmaken van het „goede nieuws” aan anderen, dit alles tot heerlijkheid van God. „En gij vaders, irriteert uw kinderen niet, maar blijft hen grootbrengen in het strenge onderricht en de gezaghebbende raad van Jehovah.” Wanneer dit gebod wordt opgevolgd, zullen de opgroeiende kinderen geestelijk sterk worden en de verleidingen in de wereld kunnen weerstaan, terwijl hun geloof en juiste werken zowel hun ouders als Jehovah tot eer zullen strekken. — Ef. 6:4, NW.
21. Hoe toont een christelijke vrouw het beste haar liefde voor haar echtgenoot?
21 De vrouw zal haar echtgenoot en hoofd in dit alles op liefderijke wijze bijstaan. Zij toont het beste haar liefde voor haar echtgenoot door de manier waarop zij met hem samenwerkt, waarbij zij nederig Jehovah’s regeling aanvaardt dat ’het hoofd van de vrouw de man is’ (1 Kor. 11:3). Wanneer alle leden van het gezin — de man, de vrouw en de kinderen — met elkaar als metgezellen de bijbel bestuderen, te zamen met Gods volk de vergaderingen bezoeken, het „goede nieuws” aan anderen bekendmaken en bij alle andere werkzaamheden in het huis samenwerken, zullen zij gezamenlijk in liefde en vreugde opwassen. Elk oprecht persoon zal er door waardering voor het ’goede nieuws van Gods koninkrijk’ toe worden bewogen zijn eigen gezinsleven met deze voortreffelijke bijbelse beginselen in overeenstemming te brengen.
22. (a) Alleen op welke grond staat de bijbel een echtscheiding toe waardoor er werkelijk een einde aan het huwelijk komt? (b) Welke wijze raad dient men, gezien de ernst van het huwelijk, bij het kiezen van een partner op te volgen?
22 Wat kan er echter worden gedaan in gevallen waar het huwelijk niet gelukkig is, waar zich geschillen over religie of over andere zaken voordoen? Zijn er enige gronden aanwezig waarop zulk een huwelijk door een echtscheiding tot een einde gebracht kan worden, waardoor de man of de vrouw met een andere partner kan trouwen met wie hij of zij beter denkt te kunnen opschieten? Op grond van de bijbel kunnen wij niet zo maar om elke reden een echtscheiding aangaan. Alhoewel er op grond van de wetten van het land wellicht een echtscheiding mogelijk is wanneer man en vrouw niet met elkaar kunnen opschieten en vrij willen zijn om met iemand anders te trouwen, vermeldt de bijbel slechts één grond waarop een echtscheiding verkregen kan worden en waardoor het huwelijk werkelijk tot een einde gebracht wordt, namelijk overspel. Jezus maakte dit duidelijk toen hij zei: „Ik zeg u, dat al wie zich van zijn vrouw laat scheiden behalve op grond van hoererij [dat wil zeggen, overspel], en een ander trouwt, overspel pleegt” (Matth. 19:9, NW). Door overspel te plegen, wordt de ontrouwe partner in werkelijkheid één vlees met iemand anders dan zijn wettige huwelijkspartner. De getrouwe partner mag natuurlijk vergiffenis schenken en met zijn metgezel blijven samenleven, maar indien hij zich wil laten scheiden op grond van het door zijn metgezel gepleegde overspel, is hij vrij om iemand anders te huwen, daar het huwelijkscontract zowel schriftuurlijk als wettelijk verbroken is. Daar begrip en liefde een huwelijk blijvend zullen doen zijn, zal een christen die zich heeft opgedragen, de wijze raad van de Schrift opvolgen om ’alleen in de Heer’ te trouwen, dat wil zeggen, iemand te huwen die evenals hij een christen is die zich aan God heeft opgedragen. — 1 Kor. 7:39.
23. Wat zal een christelijke partner trachten te doen wanneer er in het huis verdeeldheid bestaat?
23 De christelijke partner, die inziet welk een ernstige aangelegenheid het huwelijk is, zal wanneer het huis bijvoorbeeld met betrekking tot religieuze zaken verdeeld is, alles doen wat hij kan om de in het huis bestaande meningsverschillen op te lossen. Hij zal niet naar wegen zoeken om van zijn ongelovige partner weg te gaan, maar zal er veeleer door geduld en vriendelijkheid aan werken dat zijn metgezel, indien het ook maar enigszins mogelijk is, wordt gered. — 1 Kor. 7:10-16.
24. Hoe kan het „goede nieuws” voor de gezinskring een uitdaging vormen, en wat zal het tot resultaat hebben wanneer wij deze uitdaging op de juiste wijze beantwoorden?
24 Dat wij een gedrag aan de dag leggen dat ’het goede nieuws waardig’ is, houdt dus meer in dan dat wij er slechts met anderen over spreken en belijden God te dienen. Het dient een gedrag te zijn dat voortspruit uit het aandoen van de ’nieuwe persoonlijkheid’, welke op elk tijdstip en stellig binnen de gezinskring tot uitdrukking wordt gebracht — de man jegens zijn vrouw, de vrouw jegens haar man, de ouders jegens de kinderen en de kinderen jegens hun ouders. Wanneer uw gezinsleven, wegens de een of andere gewoonte of om een andere reden, niet aan deze bijbelse maatstaven voldoet, vormt het stellig een uitdaging voor u deze voortreffelijke, op de bijbel gebaseerde raad te vernemen. Zult u de noodzakelijke verandering aanbrengen? Indien u dit doet, zult u stellig door Jehovah, Degene die het huwelijk heeft ingesteld en die aan alle gehoorzame gezinnen der mensheid eeuwig leven in een nieuwe wereld zal schenken, rijkelijk gezegend worden.