-
’Heb altijd volop te doen in het werk van de Heer’Koninkrijksdienst 1978 | november
-
-
stellen. De bereidheid verantwoordelijkheid te aanvaarden en leiding te volgen, helpt ons de betekenis van nederigheid te leren. Zijde aan zijde met anderen te werken verschaft ons waardevolle lessen in geduld en broederlijke liefde. Wanneer wij een taak niet voortijdig in de steek laten, leren wij getrouw te zijn en de waarde van volharding te beseffen, en het herinnert ons eraan dat wij ons „krachtig” moeten inspannen om Jehovah’s zegen te verdienen. — Luk. 13:24.
6 Bij te blijven met alles wat van ons wordt verwacht, betekent dat wij zullen moeten doorgaan ’hard te werken en ons in te spannen’ (1 Tim. 4:10). Niettemin ligt er een grote beloning in de wetenschap dat God ingenomen is met dergelijke inspanningen. Altijd volop te doen hebben in Jehovah’s dienst kan ertoe bijdragen dat wij worden gerekend onder de getrouwe dienstknechten die ’vele zegeningen zullen verkrijgen’. — Spr. 28:20.
-
-
Toon een levend geloofKoninkrijksdienst 1978 | november
-
-
Toon een levend geloof
1 Toen Jakobus het onderwerp ’geloof’ besprak, vroeg hij: „Gij gelooft toch dat er één God is?” Hij liet erop volgen: „Daaraan doet gij heel goed. En toch geloven de demonen ook en zij sidderen” (Jak. 2:19). Het Griekse woord voor „geloven” is hetzelfde als dat voor „geloof stellen in”. — Jak. 2:23.
2 De demonen geloven dus dat er een God is en zijn bevreesd voor hem, maar zij hebben hem niet gehoorzaamd. Zo zou het ook in ons geval kunnen zijn. Als wij in God geloven maar God niet gehoorzamen, is zulk een „geloof afgescheiden van werken inactief” (Jak. 2:20). Ons geloof dient te zijn als dat van Abraham, tot volmaaktheid gebracht door zijn werken. — Jak. 2:21, 22.
TOON GELOOF
3 In november willen wij ons levende geloof tonen door werken in de velddienst. Om ons te helpen, heeft Jehovah edelmoedig een doeltreffend instrument verschaft, het nieuwe traktaat Verlichting van druk — Is dat mogelijk? Hoe voortreffelijk zou het zijn als wij in november een nieuwe bijbelstudie zouden kunnen oprichten. Houd in gedachten dat je aan sterk geïnteresseerde personen ook de twee nieuwste tijdschriften kunt aanbieden.
4 Ondanks goede voornemens kunnen wij ongeregeld worden in onze velddienstactiviteit. Hoe kunnen wij deze mogelijke valstrik vermijden? Door Jehovah na te volgen. Jakobus beschrijft Jehovah als „de Vader der hemelse lichten”, bij wie „geen verandering van het keren van de schaduw” is (Jak. 1:17). Hij is een God van orde, onveranderlijkheid en betrouwbaarheid. Om thuis, op school en op ons werk de dingen klaar te krijgen, houden wij ons aan een vaste regelmaat. Dat het verstandig is dingen volgens schema te doen, lijdt geen twijfel. Wij kunnen Jehovah’s voorbeeld van orde navolgen door een weekschema op te stellen waarin vaste periodes zijn ingeruimd om ons geloof door werken in het veld te tonen.
5 Waarom bijvoorbeeld niet in november een gezinsschema uitgewerkt waarmee jullie iedere week drie uur of langer aan de velddienst kunnen deelnemen, of waardoor misschien de hulppioniersdienst in december mogelijk wordt? Als hulppionier behoef je er gemiddeld per dag slechts twee uur aan te besteden de mensen in het gebied geestelijk te helpen. Sommige broeders en zusters nemen deze dienst dikwijls, soms zelfs iedere maand op zich. Eén broeder schreef onlangs aan het Genootschap: „Hulppionieren heeft me een nieuwe waardering voor de velddienst gegeven. Ik besteed meer zorg aan het nagaan van gevonden belangstelling en ik ben veel doeltreffender in het helpen van mensen. Hulppionieren heeft mij werkelijk geholpen meer de geest van de oogst te pakken te krijgen.” — Matth. 9:35-38.
6 Voel je de behoefte meer tijd samen met je gezin door te brengen? Waarom regel je het niet zo dat jullie als compleet gezin samen van de velddienst genieten? Als jullie kinderen hun godvrezende ouders activiteit zien ontplooien, zal dat hen helpen hun geloof te tonen, niet alleen in de velddienst, maar ook op school.
NEEM DE LEIDING
7 Petrus moedigde oudere mannen aan voorbeelden voor de kudde te worden (1 Petr. 5:3). Wanneer ouderlingen en dienaren in de bediening in november ijverig de leiding in de velddienst nemen en vreugdevol met hun medeverkondigers werken, zal de gemeente hun geloof navolgen. Toen een ouderling zich verontschuldigde dat hij niet met een zuster had kunnen werken omdat hij met anderen had gewerkt en er geen tijd was overgebleven, zei zij: „Dat is in orde. Ik heb je aan de overkant zien werken en dat was genoeg voor mij.” Het lichaam van ouderlingen zal voor de gemeente zodanige regelingen voor velddienstactiviteit treffen dat elk er een zo groot mogelijk aandeel aan kan hebben zijn geloof bekend te maken. Op deze wijze zullen wij door Jehovah gebruikt worden om eraan mee te helpen degenen op te sporen die het waard zijn, en hun leven te redden. De maand november biedt ons allen een voortreffelijke gelegenheid te bewijzen dat ons levende geloof in Jehovah ons ertoe beweegt ’daders van het werk’ te worden, met geluk als resultaat. — Jak. 1:25.
-
-
’Laat alle dingen betamelijk geschieden’Koninkrijksdienst 1978 | november
-
-
’Laat alle dingen betamelijk geschieden’
1 De apostel Paulus was een ordelijk mens. Hij wilde dat ’alle dingen betamelijk geschiedden [„overeenkomstig goed gedrag”, Int.]’ (1 Kor. 14:40). Wij in deze tijd doen er goed aan de beginselen die in Paulus’ woorden liggen opgesloten, in heel ons gedrag na te volgen.
2 Hoe voelen bezoekers zich bijvoorbeeld wanneer zij de Koninkrijkszaal binnenkomen? Worden zij verwelkomd en geholpen zich op hun gemak te voelen? Worden zij door degenen die hen als eersten hebben begroet, aan anderen in de gemeente voorgesteld? Of treffen zij bij binnenkomst iedereen in druk gesprek aan, zonder dat er notitie van hen wordt genomen? Soms zijn verkondigers zozeer in beslag genomen door hun gesprekken met elkaar, dat zij nieuwelingen niet eens opmerken of in gebreke blijven broeders en zusters die in de gemeente op bezoek zijn, te begroeten. Is dit een terrein waarop wij onze aangelegenheden beter kunnen regelen?
3 Ook is opgemerkt dat in sommige Koninkrijkszalen de kinderen zich betamelijker zouden kunnen gedragen. Sommigen rennen door de Koninkrijkszaal rond. Anderen praten luid buiten de Koninkrijkszaal, zodat ze de buurtbewoners storen. Natuurlijk willen in de eerste plaats de ouders zelf een dergelijk gedrag van hun kinderen corrigeren door op hun kinderen te letten en thuis al met het onderrichten van hun kinderen te beginnen. Maar ook de ouderlingen dragen een bepaalde verantwoordelijkheid om degenen die hulp nodig hebben, te helpen.
4 Er is geconstateerd dat het veel kinderen wordt toegestaan om tijdens de vergaderingen herhaaldelijk naar het toilet te gaan. Ook zijn er ouderlingen die tijdens de vergaderingen rondlopen. Misschien kunnen wij het vermijden nodeloos onze plaats te verlaten — ook onder het lied en gebed, aangezien deze een onderdeel vormen van onze aanbidding van Jehovah. Toch zien wij dat velen wel hele periodes achtereen, misschien wel een uur of langer, met een of andere vorm van ontspanning bezig kunnen zijn, zonder dan de noodzaak te voelen zo’n activiteit te onderbreken. Is het niet veel belangrijker geestelijke aangelegenheden en de vergaderingen naar juiste waarde te schatten en aanwezig te blijven zolang ze aan de gang zijn?
5 In sommige Koninkrijkszalen zijn de stoelen beschadigd. Ook is opgemerkt dat er na afloop van de vergadering soms propjes papier op de grond liggen. Zouden we meer aandacht aan deze dingen kunnen schenken dan momenteel het geval is? Zijn we er trots op onze Koninkrijkszaal aan bezoekers en nieuwelingen te laten zien omdat hij schoongehouden wordt en goed onderhouden is, of schrikken we hiervoor terug vanwege de slechte toestand waarin de zaal verkeert?
6 Misschien zouden we allemaal aandacht aan deze kwesties kunnen schenken. Het is onze verantwoordelijkheid om erop toe te zien dat Jehovah’s huis van aanbidding schoongehouden wordt. Wij willen ons allemaal tot de Koninkrijkszaal aangetrokken voelen omdat onze zaal, zowel van binnen als van buiten, zo schoon en goed onderhouden is, en ook vanwege het betamelijke gedrag dat men binnen aan de dag legt. Jehovah’s Getuigen staan overal in de wereld, waarheen zij ook gaan, bekend om hun goede gedrag. Wij willen die voortreffelijke reputatie beslist niet verliezen. Laten wij dus allemaal aandacht schenken aan ons gedrag opdat het onze Hemelse Vader, Jehovah, tot eer mag strekken. — 1 Petr. 2:12.
-
-
MededelingenKoninkrijksdienst 1978 | november
-
-
Mededelingen
◼ Lectuuraanbieding voor december: De Nieuwe-Wereldvertaling plus het boek Van het verloren naar het herwonnen paradijs voor ƒ 7,00.
◼ Lectuuraanbieding voor januari: Een jaarabonnement op De Wachttoren met een dik boek gratis voor ƒ 7,00.
◼ In de tweede helft van de maand november zal op de gemeenteboekstudie met de bestudering van het boek Onze toekomstige wereldregering — Gods koninkrijk begonnen worden. Indien dit boek niet meer voorradig is in de gemeente neem dan s.v.p. eerst contact met een naburige gemeente op, om te zien of die gemeente het benodigde aantal kan overdoen. Indien naburige gemeenten ook niets hebben, plaats dan een telefonische bestelling bij het Genootschap. Wij hebben nog een kleine voorraad. Het is de bedoeling alleen maar zoveel boeken in voorraad te hebben als nodig zijn voor de studie op de gemeenteboekstudie.
◼ De jaartekst voor 1979 luidt: „Hierin wordt mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht blijft dragen en u mijn discipelen betoont.” — Joh. 15:8.
-
-
Augustus-dienstberichtKoninkrijksdienst 1978 | november
-
-
Augustus-dienstbericht
Gem. Gem. Gem. Gem.
Verk. uren nab. b.st. t.schr.
Spec. pion. 163 110,6 43,1 2,3 92,6
Pioniers 636 71,9 25,6 1,2 62,5
Hulppioniers 243 63,4 18,9 0,7 56,8
Gem. verk. 25.547 8,5 3,5 0,3 9,5
TOTAAL 26.589
Nieuw opgedragen en gedoopt: 26
Totaal gedoopten dienstjaar 1978: 686
-
-
GemeenteboekstudieKoninkrijksdienst 1978 | november
-
-
Gemeenteboekstudie
Schema voor gemeenteboekstudies uit het Ware vrede-boek:
5 november: Bladzijden 178 t/m 183*
12 november: Bladzijden 183 t/m 189
19 november: Overzicht van het boek vanaf hoofdstuk 5
Schema voor gemeenteboekstudies uit het Wereldregering-boek:
26 november: Bladzijden 5 t/m 17
* tot onderkopje
-