Hoofdstuk 10
Hoe denk je over je ouders?
1-3. (a) Wat onthult iemands houding ten opzichte van zijn ouders? (b) Welke houding hebben de jongelui die jij kent, ten opzichte van hun ouders? Ben je het met hen eens? (c) Wat voor opleiding kan jonge mensen helpen hun ouders te respecteren, en waarom?
WANNEER anderen je vertellen hoe zij over hun ouders denken, vertellen zij ook iets over zichzelf. Ja, hoe je over je ouders spreekt en hoe je hen behandelt, onthult wat er in je geest en hart leeft. Men kan eruit opmaken wat voor persoon je op het ogenblik bent, en laat ook duidelijk zien wat voor persoon je waarschijnlijk in de toekomst zult zijn. Dit komt doordat de gedragspatronen die je thuis ontwikkelt, een deel van je persoonlijkheid worden.
2 Sommige jonge mensen ontwikkelen op bijna elk gebied een negatieve houding ten opzichte van hun ouders. Velen menen dat hun ouders hen nimmer begrijpen of zelfs niet proberen te begrijpen, en zij geloven dat hun ouders hopeloos ouderwets zijn en hun in deze snel veranderende wereld geen nuttige leiding kunnen geven. Dit gevoel ontwikkelt zich snel in een algemene houding van opstandigheid. Wanneer deze neiging niet wordt ingedamd, kan ze gemakkelijk een gewoonte worden, die zich dan ook zal weerspiegelen in de houding ten opzichte van mensen buiten de gezinskring. En voordat je erop verdacht bent, kun je ook in ernstige moeilijkheden geraken omdat je niet bereid bent de wetten te gehoorzamen die tot nut en bescherming van de menselijke samenleving moeten dienen.
3 Toch zijn er ook anderen die niet zo denken en handelen. Zij groeien op als personen die hun ouders met respect bezien. Deze jonge mensen weten waarom de wereld zo in moeilijkheden verkeert en wat de toekomst hun te bieden heeft. Daarom laten zij zich er niet onder druk toe brengen net zo’n negatieve houding jegens hun ouders te ontwikkelen als anderen hebben. Zij zijn dankbaar dat hun ouders hun respect hebben bijgebracht voor de hoogste beginselen die aan het menselijke gedrag ten grondslag liggen — die welke worden aangetroffen in het geïnspireerde geschreven Woord van God. De bijbel geeft de raad: „En gij, vaders, irriteert uw kinderen niet, maar blijft hen in het strenge onderricht en de gezaghebbende raad van Jehovah grootbrengen” (Efeziërs 6:4). Deze jonge mensen hebben gunstig op die opleiding gereageerd en dragen bereidwillig hun deel bij. Ten gevolge daarvan erkennen zij hun plaats in de gezinsregeling. Bij hen thuis heerst een goede onderlinge verhouding.
OUDERS VERDIENEN GEHOORZAAMHEID
4-6. (a) Wat hebben je ouders tot dusver in het leven voor je gedaan? (b) Hoe kun je tonen dat je daar dankbaar voor bent? (Efeziërs 6:1, 2)
4 Maar hoe staat het met degenen die door hun ouders niet in de bijbelse beginselen worden onderwezen? Betekent dit dat zij geen respect en gehoorzaamheid aan hun ouders verschuldigd zijn? Hoewel het waar is dat de ouderlijke leiding beslist aan waarde inboet als de goddelijke maatstaven niet in aanmerking worden genomen, betekent dit nog niet dat deze jongeren geen juiste houding jegens hun ouders aan de dag behoeven te leggen. Waarom niet? Hier zijn verschillende redenen voor.
5 Omdat je nog nooit op eigen benen hebt gestaan, zul je misschien niet de volle omvang kunnen beseffen van wat je ouders voor je hebben gedaan. Maar denk eens over het volgende na: Vanaf je geboorte hebben je vader en moeder dagelijks voor je gezorgd. Zij hebben je van voedsel en kleding voorzien, je een thuis gegeven en ervoor gezorgd dat je onderwijs kon genieten.
6 Als je iemand in dienst moest nemen om datgene te doen wat je ouders vanaf je geboorte voor je hebben gedaan, zou je dat een klein fortuin kosten. Voor dit alles verdienen je ouders respect. Als je later trouwt en zelf kinderen hebt, zul je beter beseffen hoeveel je ouders voor je hebben gedaan. Maar waarom zou je niet nu reeds van je waardering blijk geven? Als je je ouders wat van de liefde die je hun verschuldigd bent, terug betaalt door hen te respecteren en te gehoorzamen, zul je er blijk van geven dat je tot rijpheid opgroeit, tot iemand die verstandig is en waardering heeft voor degenen die hem goed doen.
7-12. (a) Hoe dient een jeugdig persoon over de fouten van zijn ouders te denken? (Matthéüs 6:14, 15) (b) Welke positie heeft God volgens de bijbel aan de ouders toegewezen? (Spreuken 6:20) Waarom is dit een noodzakelijke regeling? (c) Hoe ernstig is het als iemand zijn ouders niet gehoorzaamt?
7 Dit wil niet zeggen dat je ouders volmaakt zijn. Natuurlijk maken zij fouten, maar jij ook. Waarschijnlijk maak jij nog veel meer fouten, aangezien je hun levenservaring mist. Oefen je kritiek uit op je ouders vanwege de fouten die zij maken, terwijl je terzelfder tijd verwacht dat zij niets over jouw fouten zeggen? Wees consequent en leer hun fouten door de vingers te zien, net zoals zij waarschijnlijk veel van jouw fouten door de vingers moeten zien. En aangezien je ouders een veel zwaardere verantwoordelijkheid hebben dan jij, is het te begrijpen dat zij soms te kort schieten. Het bijbelse beginsel geldt: „Wie geen barmhartigheid beoefent, zal zijn oordeel hebben zonder barmhartigheid. Barmhartigheid juicht in triomf over oordeel.” — Jakobus 2:13.
8 Soms kan het echter voorkomen dat wat jij als een fout van je ouders beschouwt, eenvoudig een verschil van zienswijze betreft. Als dit het geval is en je ouders ten aanzien van de desbetreffende kwestie een definitief standpunt hebben ingenomen, wat dien je dan te doen?
9 Denk eraan dat jij je niet in dezelfde positie bevindt als je ouders. Ouders nemen in Gods regeling een hogere positie in. God heeft je ouders een bevoegdheid en een verantwoordelijkheid gegeven die jij nog niet hebt. Vandaar dat de uiteindelijke beslissing in kwesties die jou aangaan, bij je ouders berust. Daarom geeft Gods Woord de raad: „Gij kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in alles, want dit is de Heer welgevallig” (Kolossenzen 3:20). Hiermee wordt natuurlijk bedoeld dat je je ouders gehoorzaam moet zijn in alles wat niet in strijd is met Gods wetten.
10 In de menselijke samenleving moet nu eenmaal orde zijn. Zonder orde zou er verwarring zijn, ja, zelfs anarchie. Een matroos beveelt bijvoorbeeld de kapitein niet hoe hij het gezag over het schip moet voeren, en een voetbalspeler vertelt de voorzitter niet hoe hij de voetbalclub moet leiden. Natuurlijk zijn een goede kapitein en een goede verenigingsvoorzitter blij wanneer anderen met suggesties komen, en zij moedigen hen hier zelfs toe aan. Wanneer zij echter toelaten dat anderen commanderen en bepalen wat er gedaan moet worden, zou hun autoriteit spoedig ondermijnd zijn en zou er verwarring en wanorde ontstaan. Denk je ook niet?
11 Zo moet er ook in de gezinskring orde zijn. En daar heeft God de vader als het hoofd aangesteld, terwijl de moeder nauw met hem samenwerkt. Beide ouders zijn met het toezicht over hun kinderen belast. Wanneer je ouders dus bepaalde dingen van je verlangen, bijvoorbeeld hoe laat je ’s avonds thuis moet zijn, met wie je kunt omgaan, hoe je je uiterlijk dient te verzorgen, enzovoort, en je hun gehoorzaamt, respecteer je Gods regeling. Ben je ongehoorzaam aan je ouders, dan toon je geen respect voor Gods regeling. Dat betekent dat je met God in conflict raakt, die zowel jou als je ouders heeft geschapen! En je weet wie in dat geval aan het kortste eind trekt. Dus door de wijze waarop je op de leiding van je ouders reageert, wordt weerspiegeld hoe je over Degene denkt die boven je ouders staat en aan wie ook zij zich moeten onderwerpen, namelijk Jehovah God.
12 Daarom zegt Gods Woord: „Het oog dat een vader bespot en dat gehoorzaamheid aan een moeder veracht — de raven van het stroomdal zullen het uitpikken en de zonen van de arend zullen het opeten.” Ja, een verkeerde houding jegens ouders kan jongeren hun leven kosten. — Spreuken 30:17.
WAT MEN LEREN KAN WANNEER MEN ZICH ONDERWERPT
13-17. (a) Hoe kan het je later als vader of moeder helpen wanneer je nu leert je ouders te respecteren en te gehoorzamen? (b) Hoe kan het op school en op je werk een hulp voor je zijn? (c) Nog belangrijker, hoe is het van invloed op je verhouding tot God?
13 Eens zul je meerderjarig zijn en misschien zelf een gezin hebben. Zou je dan niet willen dat je kinderen respect voor je hebben en je gehoorzamen? Maar als je zelf niet geleerd hebt je ouders te respecteren, zou het je dan lukken je kinderen zulk een respect bij te brengen? De bijbel zegt dat je oogst wat je zaait (Galáten 6:7). Leer je te schikken in de ondergeschikte positie waarin je je nu bevindt, want dit zal je helpen opgewassen te zijn tegen de grotere verantwoordelijkheden die je later als volwassene, misschien wel als vader of moeder, zult dragen.
14 Als je een negatieve houding jegens je ouders ontwikkelt, kan dit later ook in andere dingen tot uiting komen. Zul je bijvoorbeeld, als je voor een werkgever werkt, altijd geërgerd zijn over de autoriteit die hij over je uitoefent? Als hij je iets opdraagt, zal het je dan zwaar vallen eraan te voldoen? Zul je voortdurend over je werk klagen? En hoe is je houding jegens je collega’s op je werk? Misschien klaag je wel voortdurend over hen, zonder hen ooit te danken voor het goede dat zij misschien voor je doen. Of als je naar school gaat om een vak te leren of opgeleid wordt in een vak, zou je na een paar weken misschien kunnen denken dat je meer weet dan je leermeester. Al deze houdingen kunnen je later in het leven veel verdriet en moeilijkheden bezorgen. Ze kunnen voortvloeien uit het feit dat je in de eerste plaats een verkeerde houding jegens je ouders hebt ontwikkeld.
15 Erken derhalve de gezinsregeling en je plaats daarin. Besef dat dit Gods regeling is en dat Hij het beste weet wat goed voor ons is.
16 Maar als je in je jeugd weigert je plaats in het gezin in te nemen, dan vraag je om moeilijkheden. Niet alleen zal dit van invloed zijn op je verhouding tot je ouders en anderen, alsook op je latere leven, maar, wat veel ernstiger is, ook je verhouding tot God zal erdoor worden geschaad. En Hij is degene die bepaalt of je eeuwig in zijn nieuwe ordening zult leven of het leven zult verliezen wanneer dit goddeloze samenstel van dingen binnenkort wordt vernietigd. Sla acht op de raad: „Mijn zoon, vergeet niet mijn wet, en mijn geboden beware uw hart, want lengte van dagen en jaren van leven en vrede zullen u worden toegevoegd.” — Spreuken 3:1, 2.
17 Denk eens aan de beloning die degenen zullen ontvangen die de geboden van onze hemelse Vader nakomen en Zijn wet niet vergeten. De beloning is „lengte van dagen en jaren van leven en vrede”. Zou je dat willen? Ja, heb je werkelijk de wens lang te leven en een vredig, gelukkig leven te leiden? Bewijs dit dan door te luisteren naar de aanmoediging die God geeft je ouders te gehoorzamen.
[Illustratie op blz. 76]
Heb je voor je ouders het respect dat zij verdienen?