-
Hoeveel geeft u om mensen?De Wachttoren 1973 | 1 april
-
-
Jehovah’s christelijke getuigen in deze tijd nemen dezelfde positie in als de profeet Ezechiël in de oudheid. Ezechiël kreeg van God te horen: „Tot een wachter heb ik u gemaakt voor het huis van Israël, en gij moet uit mijn mond een woord horen en gij moet hen mijnentwege waarschuwen.” — Ezech. 3:17.
Evenals Ezechiël uit de oudheid niet in gebreke bleef zich van zijn plichten als wachter te kwijten, zullen Jehovah’s getuigen in deze tijd als groep niet in gebreke blijven de waarschuwing te laten weerklinken. Afzonderlijke personen kunnen hierin echter wel in gebreke blijven door toe te laten dat hun liefde voor Jehovah en hun medemensen door andere genegenheden wordt verdrongen. Het is derhalve in het geval van iedereen belangrijk ernstig te beschouwen of zijn hart hem in de goede richting aanspoort.
Misschien bent u al vele jaren met het predikingswerk en het maken van discipelen bezig. Dan hebt u er reden toe thans ijveriger te zijn dan ooit tevoren. U hebt een zinvol leven geleid. U hebt u in kostbare omgang met medegelovigen verheugd. U kunt zien dat de bewijzen dat het einde van dit samenstel voor de deur staat, nog nooit zo duidelijk zijn geweest. Hoezeer dient dit bij u het verlangen aan te wakkeren anderen te helpen een handelwijze te gaan volgen waardoor zij voor redding in aanmerking komen!
Indien u er nog maar pas mee bent begonnen aan het predikingswerk en het maken van discipelen deel te nemen, kunt ook u inzien dat het noodzakelijk is u krachtig in te spannen. U kunt u nog heel goed de problemen herinneren waarmee u nog niet zo lang geleden te kampen had en hoe u door Gods Woord werd geholpen thans de beste levenswijze te volgen. Wanneer u beseft in welke gevaarlijke omstandigheden u zich zo laat in deze tijd van het einde bevond, hebt u voldoende reden anderen graag te willen helpen.
Aan de andere kant bent u er misschien nog maar pas mee begonnen Gods Woord te bestuderen. In dat geval zult u er de belangrijkheid van gaan inzien een ware discipel van Jezus Christus te worden. Wij moedigen u ertoe aan met het oog hierop krachtsinspanningen in het werk te blijven stellen.
Mogen wij allen bewijzen dat wij veel om mensen geven en dat wij een oprechte liefde voor onze God Jehovah bezitten door met onze gehele ziel aan het predikingswerk en het maken van discipelen deel te nemen.
-
-
Hoe hemels gezag leiding geeft aan een aardse gemeenteDe Wachttoren 1973 | 1 april
-
-
Hoe hemels gezag leiding geeft aan een aardse gemeente
WIE heeft na Christus Jezus’ dood, opstanding en hemelvaart de leiding over het lichaam van discipelen op aarde overgenomen?
Niet één bepaalde persoon. Jezus had zijn discipelen voordien gezegd dat zij „geen leiders” genoemd moesten worden, „want één is uw Leider, de Christus” (Matth. 23:10). Ja, hoewel God Christus Jezus „aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten” deed zitten, is hij tot „hoofd over alle dingen gemaakt met betrekking tot de gemeente”. „Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente.” — Ef. 1:20, 22; Kol. 1:18.
Maar hoe kon Christus Jezus vanuit de hemel gezag uitoefenen? Zond hij door bemiddeling van engelen op een geregelde basis boodschappen naar de aarde? Zo niet, had hij dan niet een mens, zoals Petrus, nodig om als zijn belangrijkste vertegenwoordiger, een plaatsbekleder, op aarde op te treden?
Het bijbelse verslag toont aan dat alhoewel hemelse boodschappers af en toe instructies aan de jonge christelijke gemeente doorgaven, dit niet de belangrijkste manier was waarop Jezus gezag uitoefende. En hoewel enkelen van Jezus’ apostelen en discipelen werden aangesteld om hun broeders in een bepaald gebied te dienen, zoals Paulus, Petrus en anderen, werd er toch niet één bepaalde persoon aangesteld om op wereldomvattende schaal op de gemeente toezicht uit te oefenen.
-