Wat haar „juiste toestand” voor ons in deze tijd betekent
1. Welk conflict begon er in 1914, en waarom kwam dit voor opgedragen, gedoopte bijbelonderzoekers niet onverwacht?
IN HET jaar 1914 G.T. begon het heilige maanjaar in Jeruzalem op 1 Nisan, hetgeen overeenkwam met 27/28 maart, van zonsondergang tot zonsondergang. In de zomer van dat jaar brak plotseling de Eerste Wereldoorlog uit. Dit kwam voor bijbelonderzoekers die zich van de christenheid, waarin de Eerste Wereldoorlog begon, hadden afgescheiden, niet helemaal onverwachts. Waarom niet? Omdat deze opgedragen, gedoopte bijbelonderzoekers er tientallen jaren op hadden gewezen dat de door Jezus Christus in zijn profetie over de „voleinding der wereld” voorzegde „tijden der heidenen” in de vroege herfst van het jaar 1914 zouden eindigen (Luk. 21:24; Matth. 24:3, Statenvertaling). De tijden der heidenen waren ongeveer in de helft van de maanmaand Tisjri in 607 v.G.T. begonnen, zodat hun duur van 2520 jaar omstreeks 15 Tisjri — hetgeen overeenkomt met 4/5 oktober — 1914 zou eindigen. Het Britse Rijk en andere rijken van de christenheid waren tegen die tijd in de oorlog verwikkeld. Het andere lid van de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht begaf zich in de lente van 1917 in de oorlog.
2. (a) Welk internationale akkoord werd bij de ratificatie van het vredesverdrag in 1919 van kracht? (b) Wat gebeurde er tijdens de Eerste Wereldoorlog met de openbare aanbidding van Jehovah in zijn „heiligdom”, en wat werd er in 1919 aan gedaan?
2 In de herfst van 1918 kwamen de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht en haar bondgenoten als overwinnaars uit het wereldconflict te voorschijn. In 1919 werd het vredesverdrag van Versailles getekend en geratificeerd en daarmee werd ook het gedeelte van het Verdrag dat bekendstaat als het handvest van de Volkenbond van kracht. In die tijd was er een overblijfsel van de opgedragen, gedoopte, door de geest verwekte christenen die Jehovah in zijn „heiligdom” of „heilige plaats” aanbaden. Tijdens de wereldoorlog waren zij in de christenheid, met inbegrip van de gebieden van de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht, de zevende wereldmacht in de bijbelprofetie, hevig vervolgd en in hun aanbidding belemmerd. In de lente van 1919 deed Jehovah God hen uit hun machteloze geestelijke toestand herleven en bracht hen opnieuw voor moedige, openlijke aanbidding in zijn heiligdom bijeen. Wederom namen zij in het openbaar de in Matthéüs 24:14 voorzegde prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk ter hand.
3. In het aannemen van welke houding ten opzichte van de Volkenbond sloot dit overblijfsel zich niet bij de christenheid aan, en als wat identificeerden zij de Bond in 1921?
3 Zij beseften dat zij ambassadeurs van Jehovah’s Messiaanse koninkrijk waren dat aan het einde van de tijden der heidenen in 1914 in de hemelen was opgericht. Vandaar dat dit overblijfsel van aanbidders in Zijn heiligdom zich niet bij de christenheid aansloot door de Volkenbond als de „politieke uitdrukking van Gods koninkrijk op aarde” te begroeten. In de zomer van 1919, zelfs nog voordat het vredesverdrag van Versailles en het daartoe behorende handvest van de Volkenbond door het minimum aantal benodigde landen waren bekrachtigd, verklaarde het overblijfsel dat dit politieke vervangingsmiddel voor Gods koninkrijk niet Jehovah’s steun had en stellig zou falen. Moedig en onomwonden werd dit in het tijdschrift The Watchtower nog verder schriftuurlijk uiteengezet. In de uitgave van 1 januari 1921 werden op bladzijde 12, onder het onderkopje „Spoken of by Daniel” (waarvan gesproken is door Daniël), redenen genoemd waarom men geloofde dat de wereldorganisatie voor vrede en zekerheid, de Volkenbond, de door Jezus Christus in Matthéüs 24:15 (Statenvertaling) voorzegde „gruwel der verwoesting” was.
4. (a) Waar en in welk jaar werd die door mensen gemaakte organisatie voor wereldvrede en veiligheid als een wereldmacht geïdentificeerd? (b) Wat onderging ze door de Tweede Wereldoorlog, doch hoe is ze blijven functioneren?
4 Van 25-31 mei 1926 hield het gezalfde overblijfsel een internationaal congres in Londen. Daar werd de door mensen gemaakte organisatie voor wereldvrede en veiligheid in de openbare lezing aan de kaak gesteld als het in Openbaring 17:3-11 afgeschilderde symbolische scharlakengekleurde wilde beest met zeven koppen en tien horens. Als zodanig was het de achtste wereldmacht van de bijbelprofetie.a Juist zoals in die profetie was voorzegd, hield die internationale organisatie in de vorm van de Volkenbond met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 op te functioneren; doch in 1945 werd ze in de vorm van de organisatie van de Verenigde Naties weer tot leven gebracht. Onder deze naam is de achtste wereldmacht tot op heden blijven functioneren.
5. Welke uitdagende vraag werd het gezalfde overblijfsel in 1926 gesteld, en waarom waren zij niet aanmatigend toen zij in 1931 een nieuwe naam aannamen?
5 Enkele maanden vóór het gedenkwaardige congres dat in 1926 in Londen werd gehouden, begon de grootste naam in het universum, die van de grote Theocraat, Jehovah, op de voorgrond te treden. Dit kwam sterk uit toen de lezers van The Watchtower de uitgave van 1 januari 1926 onder de ogen kregen met het hoofdartikel, getiteld: „Wie zal Jehovah eren?” Die uitdagende vraag heeft het gezalfde overblijfsel zowel in woord als daad beantwoord. In de jaren onmiddellijk daarna gingen zij ermee voort te bewijzen wie zij eerden door wereldomvattend de naam en het Messiaanse koninkrijk van Jehovah bekend te maken. Dit verkondigingswerk stempelde hen inderdaad tot ware getuigen van Jehovah. Wie kan dit gezalfde overblijfsel er dus van beschuldigen aanmatigend te zijn omdat zij op 26 juli 1931, op een internationaal congres in Columbus, Ohio, de naam „Jehovah’s getuigen” aannamen? Niemand! Daar zij op aarde aanbidders in Zijn heiligdom waren, vormden zij de „vaste plaats van zijn heiligdom.
6. Welke regeringsvorm kwam vervolgens aan de orde, en wie behoorden hun leven en gemeenteorganisatie met die heerschappij in overeenstemming te brengen?
6 Uitstekend onder goddelijke leiding getimed, kwam vervolgens de kwestie van Theocratie, dat wil zeggen, Godsregering, aan de orde! Deze heerschappij diende stellig te gelden voor de zichtbare organisatie van degenen die Jehovah in zijn heiligdom aanbaden. Als God diende hij daar terecht Heerser te zijn. Alle aanbidders in zijn heiligdom behoorden hun leven en gemeenteorganisatie in overeenstemming te brengen met de Theocratie van de Allerhoogste God, de Soeverein van het universum.
7. Waarom werd het voor het gezalfde overblijfsel en hun metgezellen dringender, een gunstige beslissing ten aanzien van theocratie te nemen, en wanneer ontvingen zij richtlijnen?
7 Een beslissing door het overblijfsel ten gunste hiervan werd dringender naarmate in het ene land na het andere politiek totalitarisme en politieke dictatuur de kop opstaken en de politieke staat zich nationalistisch tot God verhief om door haar onderdanen te worden aanbeden. De wereldtoestanden maakten het voor het gezalfde overblijfsel en hun opgedragen metgezellen steeds noodzakelijker om tot de autoriteiten en rechters die hen tegenstonden en onderdrukten, te zeggen: „Wij moeten God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen” (Handelingen van apostelen 5:29). Vijftien maanden voor het begin van de Tweede Wereldoorlog, waardoor een groot deel van de wereld onder krijgswetten kwam te staan en de Volkenbond buiten werking werd gesteld, kwamen er ten slotte officiële instructies met betrekking tot theocratische organisatie.
8. Wat werd in de uitgave van 1 en 15 juni 1938 van The Watchtower gepubliceerd, en wat werd door de resolutie die werd voorgelegd, noodzakelijk gemaakt?
8 In The Watchtower van 1 juni 1938 (Nederlandse uitgave van augustus 1938) verscheen het eerste deel van het artikel, getiteld „Organisatie”. Voor aanbidders in Jehovah’s heiligdom was het aangrijpend in de eerste paragraaf de volgende zinnen te lezen: „Jehova’s organisatie is in geen enkel opzicht democratisch. Jehova is oppermachtig, en zijn regeering of organisatie is strikt theocratisch. Deze gevolgtrekking is niet vatbaar voor succesvolle tegenspraak.” In The Watchtower van 15 juni 1938 (Nederlandse uitgave van september 1938) verscheen het tweede deel van „Organisatie”, hetwelk een resolutie bevatte welke ter aanneming aan de gemeenten van Jehovah’s getuigen werd voorgelegd. De eerste paragraaf ervan begon met de woorden: „Wij, de groep van God’s volk voor zijn naam uitverkoren, te . . . . . ., erkennen, dat God’s bestuur een zuivere theocratie is en dat Christus Jezus in den tempel ten volle belast is met het toezicht op de zichtbare organisatie van Jehova, evenals op de onzichtbare” (Blz. 174). Dit maakte het noodzakelijk dat allen in de gemeenten die een dienaarsambt bekleedden op theocratische wijze, van bovenaf, werden aangesteld.
9. (a) Voor welke vraag werd Jehovah’s theocratisch georganiseerde volk door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 gesteld, en waarom? (b) Wanneer en hoe kwam het antwoord, en waarop kwam het neer?
9 Toen ondanks de Volkenbond, op 1 september 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was Jehovah’s volk theocratisch georganiseerd. Hoe diende hun theocratische houding ten opzichte van deze Tweede Wereldoorlog te zijn, die, evenals de eerste, in de christenheid uitbrak? Zij konden geen compromissen sluiten, zoals zij in de Eerste Wereldoorlog hadden gedaan. Het was nu geen kwestie van onzekerheid en besluiteloosheid. De Volkenbond was een dodelijke slag toegebracht, maar Jehovah’s Messiaanse koninkrijk der hemelen bestond en regeerde nog altijd. Jehovah’s getuigen, die tot op dat moment ononderbroken dat koninkrijk waren blijven bekendmaken, konden in dit nieuwe conflict voor niet één van de koninkrijken van deze ontheocratische wereld partij kiezen. Slechts twee maanden nadat Hitlers nazi-troepen Polen waren binnengevallen, waardoor plotseling de Tweede Wereldoorlog uitbrak, had het gezalfde overblijfsel de oorlogvoerende wereld afdoende gewaarschuwd. Hoe? Door de publikatie van het hoofdartikel „Neutraliteit” in The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom van 1 november 1939 (Nederlandse oorlogsuitgave van eind maart 1946). In dit artikel, waarin duidelijk werd uiteengezet wat theocratische oorlogvoering in de dagen van het oude Israël inhield, werd verklaard: „De ’Christenheid’ — niet theocratisch.” Wij zijn neutraal ten opzichte van haar oorlogen.
10. Wat zou de ’kleine horen’ volgens Daniël 8:10-12 doen, waardoor te kennen wordt gegeven wat de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht zou doen?
10 Hoe zou de geweldig groot geworden ’kleine horen’, de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht, nu op zo’n theocratisch standpunt als Jehovah’s gezalfde overblijfsel en hun loyale opgedragen metgezellen hadden ingenomen, gaan reageren? Feilloos voorzag de profetie van Daniël 8:10-12 dit, zeggende: „En hij bleef groter worden, totdat hij zelfs tot aan het heerleger van de hemel reikte, zodat hij er van het heerleger en van de sterren ter aarde deed vallen en ze vervolgens vertrapte. En zelfs tot aan de Vorst van het heerleger nam hij een groot air aan, en hem werd het bestendige kenmerk ontnomen, en de vaste plaats van zijn heiligdom werd omvergehaald. En een heerleger zelf werd geleidelijk overgegeven, te zamen met het bestendige kenmerk, wegens overtreding; en hij bleef waarheid ter aarde werpen, en hij handelde en had succes.”
DE „PLAATS VAN ZIJN HEILIGDOM” OMVERGEHAALD!
11, 12. (a) Wat betekende zulk een gedrag van de ’kleine horen’ met betrekking tot Jehovah? (b) Welk korte verhelderende commentaar gaf de engel Gabriël hierop?
11 Het is niet moeilijk te begrijpen dat de aldus beschreven handelwijze betrekking had op het binnenvallen van en inbreuk maken op het rechtmatige gebied of de rechtmatige belangen van de Allerhoogste God, de Schepper van het „heerleger van de hemel” en de „sterren”, en zelfs betekende dat de slachtoffers die als een ’bestendig kenmerk’ van zijn aanbidding aan Hem werden gebracht, werden weggenomen. Het korte commentaar dat de engel Gabriël hierop geeft, helpt ons de juiste betekenis van de profetie te krijgen, want hij zegt:
12 „En hij [de koning met bars gelaat] zal machtigen werkelijk in het verderf storten, ook het volk dat uit de heiligen bestaat. En naar zijn inzicht zal hij ook stellig het bedrog in zijn hand doen gelukken. En in zijn hart zal hij een groot air aannemen, en gedurende een tijd van onbezorgdheid zal hij velen in het verderf storten. En tegen de Vorst der vorsten zal hij opstaan, maar zonder hand zal hij verbroken worden.” — Dan. 8:24, 25.
13. Hoe heeft de zevende wereldmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog ten opzichte van Jehovah gehandeld en zelfs het „heerleger van de hemel”, ja, „sterren”, ter aarde geworpen?
13 Gedurende de Tweede Wereldoorlog heeft de zevende wereldmacht van de bijbelse geschiedenis velen, ja, zelfs machtigen, in het verderf gestort. Ze toonde geen eerbied voor de ware Theocratie. In de landen van het Britse Gemenebest en in Amerika heeft ze haar krijgswet en algehele mobilisatie voor het succes van haar oorlogsdoeleinden en voor wereldheerschappij boven Gods Messiaanse koninkrijk gesteld. Op deze wijze heeft ze een groot air aangenomen, zelfs tegen de Vorst der vorsten, Jehovah, de Soevereine „Vorst” van het hele universum. Zijn „heerleger van de hemel”, dat wil zeggen, Jehovah’s gezalfde overblijfsel, waarvan de leden in Zijn geestelijke „heiligdom” als onderpriesters dienst verrichtten, werd door de Anglo-Amerikaanse wereldmacht ter aarde geworpen, en wel door het feit dat zij ambassadeurs voor Gods Messiaanse koninkrijk zijn, te kleineren. Zelfs degenen die als „sterren” in de gemeenten van Jehovah’s getuigen waren, werden als minderwaardig beschouwd, als personen die geen geestelijke lichtdragers voor hun gemeenten en geen geestelijke „opzieners” waren met recht op vrijstelling van militaire dienstplicht, doch als louter aardse leken zonder theocratische aanstelling (Openb. 1:20; 2:1). Dank zij oorlogspropaganda, hoge oorlogskoorts en waanzinnig nationalisme werd het „volk dat uit de heiligen bestaat” wreed vervolgd.
14. Op welke wijze werd de „vaste plaats van zijn heiligdom” omvergehaald?
14 Aangezien zij de „vaste plaats van [Jehovah’s] heiligdom” vertegenwoordigden, werd deze plaats omvergehaald toen zij ter aarde werden geworpen. Dit was van invloed op hun geestelijke offers aan Jehovah God.
15. Hoe werd het „bestendige kenmerk” door de zevende wereldmacht weggenomen?
15 Bedenk dat er in het binnenste voorhof van Jehovah’s tempelheiligdom in het Israël uit de oudheid elke avond en morgen een ’bestendig kenmerk’, in de vorm van het offer van een lam, aan God werd geofferd (Ex. 29:38-42). Zo werden ook door het geestelijke overblijfsel dat in Jehovah’s „heiligdom” aanbad, ’s avonds en ’s morgens — dagelijks, voortdurend — slachtoffers van geestelijke aard aan Hem gebracht. Een belangrijke plaats onder die voortdurende of bestendige slachtoffers, nam de vrucht van hun lippen in, die in het openbaar Jehovah’s naam en zijn Messiaanse koninkrijk, zijn theocratische regering, bekendmaakten. Dit geestelijke „bestendige kenmerk” werd door de zevende wereldmacht door middel van de oorlogsmaatregelen en -beperkingen en zelfs door Jehovah’s getuigen zelf of hun van-huis-tot-huisprediking te verbieden, weggenomen. Zij werden ondergronds gedreven. Mannen en vrouwen werden in de gevangenis geworpen omdat zij aan hun christelijke neutraliteit vasthielden.
16. Op welke wijze sloeg de zevende wereldmacht in alle landen van het Gemenebest hard toe en belemmerde ze het offeren van het „bestendige kenmerk”?
16 De geschiedenis toont duidelijk aan hoe groot de toorn van de ’koning met bars gelaat’ was. Tijdens de donkere dagen van de Tweede Wereldoorlog sloeg hij over de hele wereld hard toe tegen Jehovah’s getuigen, vooral in landen die tot het Britse Gemenebest behoorden. Op 4 juli 1940 verbood de dominion Canada, die deel uitmaakt van het Gemenebest, het werk van Jehovah’s getuigen. In datzelfde jaar verbood Nieuw Zeeland de openbare bekendmaking van Jehovah’s naam. Omstreeks die tijd werd ook het werk in de Goudkust (Ghana) verboden. Vanaf die tijd werd het offerandelijke „bestendige kenmerk”, de vrucht der lippen, zeker belemmerd. In januari 1941 werd het werk in Australië en op de Fidzji-eilanden verboden. Zuid-Afrika, het meest zuidelijke land van Afrika, ondernam in 1941 officiële stappen tegen het werk. In nagenoeg alle Britse bezittingen in Afrika werden verbodsbepalingen uitgevaardigd, met inbegrip van Nigeria op 17 juni 1941. Ook de Britse bezittingen in Azië ondernamen soortgelijke stappen. In 1941 werd het werk in Burma, Ceylon en India verboden. In 1942 trad in Groot-Brittannië de neutraliteitskwestie op de voorgrond. Toen de militaire dienstplicht werd ingesteld, weigerden jonge christelijke getuigen aan de oorlog deel te nemen. De Britse rechtbanken die de zaken behandelden, veroordeelden 1593 mannen en vrouwen, van wie de meesten in de gevangenis werden geworpen. Van dezen werden 334 vrouwen tot gevangenisstraffen veroordeeld. Dit had tot gevolg dat het veel actieve verkondigers onmogelijk werd gemaakt in het openbaar lofoffers aan God te brengen.
17. Op welke wijze hadden de nazistisch-fascistische katholieke legers jaren hiervoor gepoogd de „vaste plaats van zijn heiligdom” omver te werpen?
17 Slechts enkele jaren hiervoor was de nazistisch-fascistische katholieke oorlogswals over heel Europa gerold. Jehovah’s getuigen werden wettelijke beperkingen en gevangenisstraffen opgelegd, waarbij het ene bijkantoor van de Watch Tower Bible and Tract Society na het andere werd gesloten. De druk die werd uitgeoefend had ten doel de „vaste plaats van zijn heiligdom” omver te halen.b
18. Welke moeilijkheden ondervonden Jehovah’s getuigen in de Verenigde Staten tijdens de jaren 1940 tot 1943?
18 Hoewel het werk van Jehovah’s getuigen in de Verenigde Staten niet officieel verboden was, werden er vele pogingen in het werk gesteld om de Getuigen tot zwijgen te brengen. In alle toenmalige 48 staten werden op tal van plaatsen acties door het gepeupel ondernomen. Om het vuur van geweld en haat nog aan te wakkeren, besliste het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten met 8 stemmen tegen 1 dat de vlaggegroet voor de onderdanen van het land verplicht was. Elk schoolkind dat weigerde deze groet te brengen, liep de kans van school gestuurd te worden. De vervolging van Jehovah’s getuigen vierde daarna hoogtij. Op 16 juni 1940 zei de advocaatgeneraal in een nationale radiouitzending welke door een netwerk van stations van kust tot kust werd gerayeerd: „Jehovah’s getuigen zijn herhaaldelijk aangevallen en geslagen. Zij hadden geen misdaad begaan; het gepeupel oordeelde echter dat zij dit wel hadden gedaan en deelde naar eigen maatstaven straffen uit. Het hoofd van het departement van justitie heeft onmiddellijk een onderzoek naar deze uitbarstingen gelast.” Pas op 14 juni 1943, toen het Hooggerechtshof zijn beslissing betreffende het groeten van de vlag herzag, begon de intense vervolging in de Verenigde Staten af te nemen.c
19. Hoe was het, te oordelen naar het aantal bijkantoren van het Genootschap en de mate van toename in het aantal Koninkrijksverkondigers, duidelijk dat het ’offeren van het bestendige kenmerk’ beperkt was?
19 Het is ook heel interessant op te merken dat de Watchtower Bible and Tract Society in 1938, het jaar vóór het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, over de hele aarde 39 bijkantoren had opgericht die toezicht hielden op het werk van Jehovah’s getuigen. In 1942 waren er ongeveer 106.000 getuigen van Jehovah die het goede nieuws van het Koninkrijk over de gehele aarde predikten, doch het aantal bijkantoren was verminderd tot 25. Tegen die tijd was de druk groot en waren er op de meeste plaatsen van de aarde verbodsbepalingen. In de daaropvolgende drie jaar van de gewelddadigste oorlog in de geschiedenis werd de vervolging van Jehovah’s getuigen nog heviger. Door het verbieden van het werk werden nog meer bijkantoren gesloten, totdat er in 1943 in heel de wereld nog maar 21 bijkantoren functioneerden. Jehovah’s getuigen hielden trouw aan hun van God ontvangen opdracht om het goede nieuws te prediken vast, maar van 1942 — toen zij 106.000 verkondigers hadden — tot eind 1944 waren zij met maar 4000 verkondigers toegenomen. Het ’offeren van het bestendige kenmerk’ was werkelijk beperkt.
„HOE LANG?”
20. Wat was de door de zevende wereldmacht begane „overtreding die verwoesting veroorzaakt”, toen het „heerleger” van Jehovah’s aanbidders en het „bestendige kenmerk” wegens overtreding werden overgeven?
20 In Daniël 8:12 werd gezegd dat het geestelijke „heerleger” van aanbidders in Jehovah’s tempel, alsook het offerandelijke „bestendige kenmerk”, aldus „wegens overtreding” zou worden overgegeven. Wat ook de mate van „overtreding” van de zijde van Jehovah’s getuigen tegen hem geweest mag zijn, er was onmiskenbaar sprake van „overtreding” van de zijde van de symbolische ’kleine horen’, de zevende wereldmacht. Klaarblijkelijk werd hierop gedoeld toen de engel ten aanhoren van Daniël de vraag stelde: „Hoe lang zal het visioen duren van het bestendige kenmerk en van de overtreding die verwoesting veroorzaakt, om zowel de heilige plaats als het heerleger tot dingen te maken om te vertrappen?” (Dan. 8:13). Door ervoor te zorgen dat het offerandelijke „bestendige kenmerk” werd weggenomen en vervolgens Jehovah’s theocratische, door het gezalfde overblijfsel van onderpriesters vertegenwoordigde „heilige plaats” te vertrappen, beging de zevende wereldmacht stellig een „overtreding die verwoesting veroorzaakt”. Hierdoor werden de aardse belangen van Jehovah’s theocratie en tempelaanbidding verwoest en werd op heiligschennende wijze tegen de dingen die Jehovah God heilig waren ’overtreden’.
21. Met welke overtreding waaraan de zevende wereldmacht schuldig was, staat de uitdrukking „overtreding die verwoesting veroorzaakt” nog meer in verband?
21 Die uitdrukking „overtreding die verwoesting veroorzaakt” schijnt bovendien met nog iets anders in verband te staan waaraan de zevende wereldmacht schuldig was. Wat dan wel? Het oprichten van iets ter vervanging van het weggenomen „bestendige kenmerk”, namelijk de „gruwel der verwoesting” of „het walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt” (Matth. 24:15; Dan. 11:31, Statenvertaling; Nieuwe-Wereldvertaling). Zoals hiervoor is gezegd, werd die „gruwel der verwoesting” in 1921 openlijk als de internationale organisatie voor wereldvrede geïdentificeerd’ die — van 1919 tot 1939 — de Volkenbond was. Deze werd opgericht voor internationale aanbidding, als een „beeld” van het politieke „wilde beest”, in oppositie tegen het offeren van het offerandelijke „bestendige kenmerk” in Jehovah’s „heiligdom”. — Openb. 13:1-15.
22. Wanneer en waarom ging de beestachtige achtste wereldmacht in de „afgrond”?
22 Zoals in Openbaring 17:7, 8 was voorzegd, ging die beestachtige achtste wereldmacht met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in de „afgrond” van op de dood gelijkende onmacht. Haar voornaamste ondersteuner en voorstander, het Britse Rijk, bleek niet opgewassen tegen de door de Katholieke Actie gesteunde militaire agressie door het nazisme en fascisme, en had haar niet in het leven kunnen houden.
23. Wat gebeurde er, nadat Amerika werd gedwongen zich in de Tweede Wereldoorlog te begeven, in januari 1942, waaruit blijkt dat er nog steeds rekening werd gehouden met het afgodische „beeld” voor internationale aanbidding?
23 Degenen die een groot air tegen de Vorst der vorsten, Jehovah de grote Theocraat, aannamen, hielden evenwel nog steeds rekening met dat afgodische „beeld” voor internationale aanbidding. Op zondag 7 december 1941 moest het Amerikaanse lid van de zevende wereldmacht zich noodgedwongen aan de zijde van het Britse lid van de Anglo-Amerikaanse wereldmacht in de Tweede Wereldoorlog begeven. Merk op wat er toen met betrekking tot deze afgodische aanbidders van een door mensen gemaakte organisatie voor wereldvrede en zekerheid gebeurde. De zogenaamde „asmogendheden” van het nazisme, fascisme en oosterse imperialisme, waren nog steeds agressief in opmars toen er op vrijdag 2 januari 1942 een betekenisvolle gebeurtenis plaatsvond. Welke gebeurtenis? In de in The Americana Annual gepubliceerde chronologie van gebeurtenissen in 1942 staat: „In een in Washington getekende ’Verklaring door Verenigde Naties’ verbinden alle zesentwintig landen die in oorlog zijn met de asmogendheden zich ertoe geen afzonderlijke wapenstilstand of vrede te sluiten en alle militaire of economische hulpbronnen tegen de vijand aan te wenden.” — Americana Annual voor 1943, blz. 737.d
24. Wat voor plannen was de beestachtige achtste wereldmacht toen naar het schijnt aan het smeden, en hoe waarschuwde Jehovah zijn volk hier op 20 september 1942 voor?
24 De beestachtige achtste wereldmacht was zich daar onder in de afgrond naar het schijnt aan het roeren en plannen aan het smeden om er voor internationale aanbidding uit te komen. Door middel van zijn heilige geest en profetische Woord waarschuwde Jehovah God zijn volk voor dit feit. Bijgevolg hield de president van de Watch Tower Bible & Tract Society op zondag 20 september 1942, op de laatste dag van de Theocratische Nieuwe-Wereldvergadering te Cleveland, Ohio, V.S., de openbare toespraak getiteld: „Vrede — Is hij van blijvende duur?” In deze lezing, die via telefoondraden en radiostations naar eenenvijftig steden in de Verenigde Staten werd overgebracht en gelijktijdig op vergaderingen in Noord- en Zuid-Amerika, Europa, Afrika en Hawaii werd beluisterd, werd naar Openbaring 17:7, 8 verwezen, en er werd in verklaard dat de Tweede Wereldoorlog zou eindigen en gevolgd zou worden door een vrede waarin het scharlakengekleurde wilde beest, de internationale organisatie voor wereldvrede en veiligheid, uit de „afgrond” zou komen. Deze „gruwel der verwoesting” zou daarna functioneren totdat Jehovah God hen door zijn regerende koning Jezus Christus zou vernietigen. — Openb. 17:12-14.e
25. Van de zijde van welke wereldmacht was dit een „overtreding”, en tegen wie stond ze op?
25 Het staat dus buiten alle twijfel vast dat er sprake was van een „overtreding” van de zijde van de symbolische ’kleine horen’, de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht, door voor het herstel van het afgodische „beeld” van het politieke „wilde beest” te werken opdat het na de Tweede Wereldoorlog door alle volken aanbeden kon worden. Op deze wijze gebruikte hij inzicht en deed hij bedrog „in zijn hand” gelukken. Dit gebeurde in dezelfde tijd dat hij het offerandelijke „bestendige kenmerk” belemmerde en Jehovah’s „heilige plaats” vertrapte. Dit was inderdaad een „overtreding”. Het was niets minder dan ’opstaan’ tegen de Vorst der vorsten, Jehovah, wiens aanbidders in zijn „heiligdom” tegengestaan, verdrukt en vervolgd werden. De voorzegde ’koning met bars gelaat’ overrompelde allen die in de waan verkeerden dat het een „tijd van onbezorgdheid” was en hij bleef „waarheid ter aarde werpen”, vooral waarheid met betrekking tot de theocratische regering van Jehovah God door bemiddeling van Jezus Christus. — Dan. 8:17, 25.
„TWEEDUIZEND DRIEHONDERD AVONDEN EN MORGENS”
26. Welke vraag werd er met betrekking tot het „bestendige kenmerk” en de „overtreding” gesteld, en welk antwoord gaf de engel?
26 Breng u nu de vraag te binnen die de engel ten aanhoren van Daniël stelde: „Hoe lang zal het visioen duren van het bestendige kenmerk en van de overtreding die verwoesting veroorzaakt, om zowel de heilige plaats als het heerleger [van tempeldienaars] tot dingen te maken om te vertrappen?” Het antwoord dat de engel hierop gaf, luidde: „Tweeduizend driehonderd avonden en morgens; en de heilige plaats zal stellig in haar juiste toestand worden gebracht.” — Dan. 8:13, 14.
27. Van wanneer zouden die 2300 avonden en morgens op zijn vroegst beginnen te tellen, en waarom, en wanneer was dat volgens de joodse maankalender?
27 Wanneer begonnen die 2300 avonden en morgens? Als wij dit weten, kunnen wij ook te weten komen wanneer ze eindigen en wanneer Jehovah’s „heilige plaats” dus „in haar juiste toestand [wordt] gebracht” of „in rechten staat hersteld” wordt (Nieuwe Vertaling van het Nederlandsch Bijbelgenootschap).f Indien Jehovah’s „heilige plaats” wordt „gebracht” of „hersteld” tot wat ze zou moeten zijn, dienen wij de dagen te tellen vanaf de tijd dat ze zich voordien van Jehovah’s standpunt uit, in de „juiste toestand” bevond. Dit was op zijn vroegst op 1 juni 1938, toen in het officiële tijdschrift van Jehovah’s gezalfde overblijfsel van onderpriesters in Zijn heiligdom, namelijk The Watchtower, het eerste deel van het artikel „Organisatie” verscheen, ten einde de theocratische vereisten waaraan ze moest voldoen vollediger uiteen te zetten. Als wij volgens de joodse maankalender rekenen die, eeuwen voordat de Juliaanse en Gregoriaanse kalender werden ingevoerd, ten tijde van Daniëls visioen werd gebruikt, valt 1 juni 1938 op de 2de dag van de maanmaand Sivan, 1938. Veertien dagen later, of 15 juni 1938, toen Deel Twee van het artikel „Organisatie” met de daarbij behorende resolutie in The Watchtower verscheen, zou dan op 16 Sivan 1938 vallen. Nu dus onze vraag:
28, 29. (a) Wanneer eindigden die 2300 dagen, gerekend vanaf het kritieke tijdstip? (b) Welke belangrijke gebeurtenissen vonden er toen plaats wat de achtste wereldmacht betreft?
28 Als wij dus beginnen te tellen vanaf de kritieke periode dat de theocratische organisatie vollediger in de gemeenten van Jehovah’s getuigen werd ingevoerd, wanneer eindigden de 2300 dagen dan?
29 Bedenk dat dit een profetische periode is. Er is dus een profetisch jaar van 360 dagen bij betrokken (Openb. 11:2, 3; 12:6, 14). 2300 dagen zouden dan op zes maanjaren, vier maanmaanden en twintig dagen komen. Gerekend vanaf 2 Sivan (1 juni) 1938 zou die periode dan eindigen op 21 Tisjri (8 oktober) 1944, of, gerekend vanaf 16 Sivan (15 juni) 1938, op 5 Chesvan (22 oktober) 1944.g Op dat speciale tijdstip bewogen de wereldgebeurtenissen zich dichter in de richting van het uit de afgrond halen van de beestachtige achtste wereldmacht kort na de Tweede Wereldoorlog, ditmaal in de vorm van de Verenigde-Natiesorganisatie voor wereldvrede en veiligheid. The Americana Annual maakt in zijn chronologie over 1944 melding van opmerkelijke gebeurtenissen op de volgende datums:
9 Oktober — Verenigde Staten, Groot Brittannië, Sovjet Rusland en China maken besluit van de Conferentie van Dumbarton Oaks bekend om te adviseren een internationale veiligheidsorganisatie in het leven te roepen die de naam „De Verenigde Naties” zal krijgen en die gemachtigd zal worden „door lucht-, zee- of landstrijdkrachten zulke stappen te doen als voor het handhaven of herstellen van internationale vrede en veiligheid noodzakelijk mochten zijn”.
23 Oktober — Waarnemend minister van buitenlandse zaken E. R. Stettinius, Jr., maakt officieel bekend dat Amerika de voorlopige Franse regering heeft erkend, waardoor Frankrijk een belangrijke plaats in de Verenigde Naties gaat innemen en de weg voor een snelle wederopbouw wordt gebaand de regeringen van de Sovjet-Unie, het Verenigde Koninkrijk en Canada doen soortgelijke bekendmakingen. — The Americana Annual voor 1945, blz. 730.
30. In welke richting bewogen de gebeurtenissen in het theocratische rijk zich omstreeks die tijd, zoals bijvoorbeeld in Buffalo, New York, in augustus?
30 Tegen deze tijd was het tij van de Tweede Wereldoorlog definitief ten gunste van de geallieerden gekeerd en waren de geallieerde legers reeds Hitler-Duitsland binnengevallen. Wat gebeurde er in dat jaar 1944 echter in het theocratische rijk van Jehovah’s aanbidders in zijn „heiligdom”? Daar bewogen de gebeurtenissen zich tegen het einde van de 2300 dagen in de richting van een opmerkelijke stand van zaken. Dit was het dertigste jaar sedert de geboorte van Gods Messiaanse koninkrijk in de hemelen aan het einde van de tijden der heidenen in 1914. Van 9-13 augustus werd in Buffalo, in de Amerikaanse staat New York, de „Theocratische vergadering van Verenigde Aanbidders” gehouden, waarmee via telefoondraden nog zestien andere Amerikaanse steden waren verbonden. Op 12 augustus sprak de president van het Wachttorengenootschap de vergadering toe over het onderwerp „Dit evangelie zal gepredikt worden”, en na zijn lezing werd voor het zichtbare publiek het 384 bladzijden tellende boek verkrijgbaar gesteld met als titel „The Kingdom is at Hand”. Twee dagen daarvoor was er nog een andere publikatie op de vergadering verkrijgbaar gesteld, namelijk de American Standard Version van de bijbel, die als kenmerk de goddelijke naam, Jehovah, bevatte en op de eigen persen van het Genootschap was gedrukt.
31, 32. (a) Welke gebeurtenissen kenmerkten de eerste twee dagen van de driedaagse vergadering in Pittsburgh, Pennsylvania, in 1944? (b) Waarom was de laatste dag — 2 oktober — van die vergadering opmerkelijk met betrekking tot de theocratische organisatie?
31 Van 30 september tot en met 2 oktober 1944 werden in Pittsburgh, Pennsylvania, V.S., de zetel waar de Watch Tower Bible & Tract Society officieel geregistreerd staat, een speciale dienstbijeenkomst en zakelijke bespreking gehouden. Op de eerste dag sprak de president van het Genootschap tot de 5000 aanwezigen over het onderwerp: „De organisatie thans volledig in overeenstemming brengen met de Theocratie.” De openbare toespraak van de volgende dag ging over het onderwerp: „Een wereld, een regering.” De jaarlijkse zakelijke bespreking werd van deze dag naar de volgende, maandag 2 oktober, verschoven. Deze zakelijke bespreking, die om 10 uur ’s morgens begon, was opmerkelijk. Hoe dat zo?
32 Nadat de bestuursleden van het Genootschap door de daar aanwezige aandeelhouders waren gekozen, werd er aandacht geschonken aan zes amendementen op de statuten van het Genootschap, een corporatie waaraan zestig jaar daarvoor, in het jaar 1884, onder de wet van Pennsylvania, rechtspersoonlijkheid was verleend. Hierdoor zouden artikel 2, 3, 5, 7, 8 en 10 gewijzigd worden. In de eerste amendementsresolutie die werd aangenomen, werd een verruiming van de doelstellingen van het Genootschap voorgesteld, opdat het zich op juiste wijze kon kwijten van het grote wereldomvattende werk dat in de toekomst lag. Door dit amendement kwam ook Gods naam, Jehovah, in de statuten te staan. Amendement nummer drie maakte een eind aan de oorspronkelijke bepaling in de statuten dat iemands lidmaatschap van het Genootschap op grond van zijn geldelijke bijdragen werd bepaald; van nu af aan zou het aantal leden tot hoogstens 500 beperkt zijn, terwijl allen gekozen zouden worden op grond van hun actieve dienst voor Jehovah. In het verslag in The Watchtower van 1 november 1944 werd met betrekking hiertoe gezegd: „Dit amendement brengt de statuten voor de corporatie zo dicht bij de theocratische regeling als onder de wetten van het land maar mogelijk is.” Alle zes amendementsvoorstellen werden aangenomen.
33. Wanneer gingen deze amendementen deel uitmaken van de statuten van het Genootschap, en als wier instrument heeft het Genootschap sedertdien gediend?
33 Het was noodzakelijk de goedkeuring van de rechtbank van de staat Pennsylvania te krijgen ten einde al deze amendementen wettelijk te bekrachtigen. Het volgende jaar (1945) werden de amendementen officieel geregistreerd en gingen aldus deel uitmaken van de statuten. Met deze gewijzigde statuten heeft het Wachttorengenootschap van die tijd af als een wettelijk instrument gediend van het gezalfde overblijfsel dat Jehovah in zijn „heiligdom” of „heilige plaats” aanbidt.
34. (a) Welke inlichtingen verschenen er daarna prachtig getimed in The Watchtower? (b) Wat werd er over het Engelse woord „president” en het „besturende lichaam” gezegd?
34 Prachtig getimed — hoewel het gezalfde overblijfsel zich daar toen niet van bewust was — verscheen in The Watchtower van 15 oktober 1944 het hoofdartikel getiteld: „Georganiseerd voor het laatste werk.” Direct daar achteraan, in de uitgave van 1 november kwam het hoofdartikel met de aankondiging. „Theocratische organisatie in actie.” Onder passende onderkopjes besprak dit artikel: „Voorzitter” (Engels: „President”), „Diakonos, Dienaar”, „Vereisten”, „Besturend lichaam” en „Theocratisch gedrag”. De Engelse uitdrukking „president” had hier geen betrekking op de president van het Wachttorengenootschap, doch paragraaf 12 zei: „De ouderlingen in de gemeenten, die ook geestelijke opzieners ervan waren, hadden de leiding op vergaderingen van de discipelen. Elke ouderling die aldus een vergadering presideerde, zou bij die gelegenheid de voorzitter van de vergadering zijn.” Onder het onderkopje „Besturend lichaam”, stond in paragraaf 33 en 34: „In de eerste eeuw vormden in het bijzonder de groep van apostelen, te zamen met het lichaam van ouderlingen die in Jeruzalem met hen verbonden waren, het zichtbare besturende lichaam van Jehovah’s theocratische organisatie op aarde. . . . Dat besturende lichaam bestond niet uit volmaakte mannen.”
35. Wat had het volgende artikel, „De organisatie thans volledig in overeenstemming brengen met de Theocratie”, over het „besturende lichaam” te zeggen?
35 In het daaropvolgende artikel, in dezelfde uitgave van The Watchtower, namelijk „De organisatie thans volledig in overeenstemming brengen met de Theocratie”, stond in paragraaf 3: „Het zichtbare besturende lichaam van de theocratische organisatie wordt en moet uitsluitend worden aangesteld door Jehovah God, de Opperste Heerser, en Christus Jezus, het Hoofd van zijn Kerk. Het doel ervan is richtlijnen uit te vaardigen en geestelijk voedsel te verschaffen voor heel Gods volk. Door in overeenstemming met het besturende lichaam te handelen, zijn heel de theocratische organisatie en haar metgezellen over de gehele aarde eensgezind werkzaam.”
„WAAR”
36. Waarop duidt heel die combinatie van betekenisvolle gebeurtenissen, zoals de tabel op de vorige bladzijde illustreert?
36 Waarop duidt heel die combinatie van betekenisvolle gebeurtenissen op het kritieke moment dan wel? Klaarblijkelijk hierop: dat Jehovah’s „heiligdom” of „heilige plaats” op tijd, aan het einde van de 2300 avonden en morgens, in de vroege herfst (8-22 oktober) van het jaar 1944, ’in haar juiste toestand was gebracht’. De engel zei dan ook tot Daniël: „En het gezicht omtrent de avond en de morgen, hetgeen gezegd is, dat is waar” (Dan. 8:26). De universeel aan Jehovah God toebehorende Theocratie was verheerlijkt. Voor alle andere plaatsen, is Jehovah’s „heiligdom” of „heilige plaats” de plaats waar Zijn theocratie behoort te zegevieren. Daar heeft ze, vooral sinds de herfst van 1944, dan ook inderdaad gezegevierd.
37. In welke opzichten werd het gezalfde overblijfsel van geestelijke onderpriesters in Jehovah’s heiligdom tijdens de Tweede Wereldoorlog op de proef gesteld, doch waarin zijn zij geslaagd?
37 Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de, door het overblijfsel van Jehovah’s „heiligen” vertegenwoordigde, „vaste plaats van zijn heiligdom” omvergehaald. De theocratische houding en organisatie van dit gezalfde overblijfsel van geestelijke onderpriesters was vanaf juni 1938 stellig zwaar op de proef gesteld. Het succes dat de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht en haar bondgenoten bij het wegnemen van het offerandelijke „bestendige kenmerk” van Jehovah’s openbare aanbidding en dienst hadden, maakte het voor de theocratische „heiligen” bijzonder moeilijk om God als regeerder meer te blijven gehoorzamen dan mensen. Toch zijn zij er desondanks in geslaagd Theocratie binnen zijn heiligdom te handhaven.
38. (a) Werd het overblijfsel van „heiligen” bedrogen door de politieke stappen die de zevende wereldmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog deed? (b) Hoe bewezen zij of het hinderde dat er na oktober 1944 nog tien maanden van beproeving als gevolg van de wereldoorlog restten?
38 De „overtreding die verwoesting veroorzaakt”, in het bijzonder de stappen die de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht zelfs tijdens de Tweede Wereldoorlog deed om de „gruwel der verwoesting” uit de afgrond te halen, misleidden het overblijfsel niet en zij lieten zich er niet door van hun theocratische aanbidding van Jehovah in zijn heiligdom afbrengen. Aan het einde van de 2300 dagen van grote beproeving bleken zij sterker dan ooit tevoren voor Jehovah’s theocratische regering door Christus te zijn. Weliswaar restten er, na oktober 1944, nog ongeveer tien maanden voordat de Tweede Wereldoorlog en de daarmee gepaard gaande druk eindigden, doch op het hoogtepunt van die 2300 dagen hadden zij een georganiseerd standpunt voor Gods heerschappij in zijn heiligdom ingenomen, en die theocratische regering hebben zij tot op deze dag onwankelbaar hooggehouden. De geschiedenis toont dat aan!h
39. Stonden de leden van het gezalfde overblijfsel gedurende die 2300 dagen alleen in hun streven de „heilige plaats” in haar juiste toestand te brengen, en welk visioen kreeg Johannes met betrekking hiertoe?
39 De leden van het gezalfde overblijfsel van Jehovah’s getuigen hebben gedurende die 2300 dagen van beproeving niet alleen gestaan in hun streven zijn „heilige plaats” onder goddelijke leiding in haar juiste toestand te brengen. Zij hebben loyale metgezellen en ondersteuners in Jehovah’s geestelijke „heiligdom” gehad. Wie? De apostel Johannes zag hen in een visioen en zei: „Zie! een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natiën en stammen en volken en talen, staande voor de troon en voor het Lam, gehuld in lange witte gewaden, en er waren palmtakken in hun handen. En zij blijven met een luide stem zeggen: ’Redding hebben wij te danken aan onze God, die op de troon is gezeten, en aan het Lam.’ . . . ’Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen, en zij hebben hun lange gewaden gewassen en hebben ze wit gemaakt in het bloed van het Lam. Daarom zijn zij voor de troon van God, en zij verrichten dag en nacht heilige dienst voor hem in zijn tempel’” (Openb. 7:9-15). Deze opgedragen, gedoopte volgelingen van het Lam Jezus Christus zijn even theocratisch als het gezalfde overblijfsel van Jehovah’s „heiligen”.
40. Wat zal er aan het einde van de „bestemde tijd van het einde” met de zevende wereldmacht en haar vrienden en vijanden gebeuren, en hoe zal het er met Jehovah’s Theocratie en zijn theocratische organisatie op aarde voorstaan?
40 Binnenkort, aan het besluit van deze „bestemde tijd van het einde”, zal de profetische ’koning met bars gelaat’, de zevende wereldmacht, in de „oorlog van de grote dag van God de Almachtige” „verbroken worden”, en al zijn politieke vrienden en vijanden met hem. Deze vernietiging zal „zonder hand”, zonder dat Jehovah’s christelijke getuigen er een hand voor opheffen, tot stand worden gebracht (Openb. 16:14, 16; Dan. 8:19). Jehovah’s Theocratie, die de getrouwe aanbidders in zijn „heiligdom” onveranderlijk trouw zijn gebleven, zal echter triomferend blijven bestaan. Zijn zichtbare theocratische regering op aarde zal over de gehele aarde blijven zegevieren en voor eeuwig de hele gehoorzame mensheid in aanbidding en dienst van de ene en enige Theocraat, Jehovah, verenigen.
[Voetnoten]
a Zie The Watchtower van 15 juli 1926, onder „London Convention”.
b Zie Jehovah’s Witnesses in the Divine Purpose, blz. 153 (Zie ook De Wachttoren van 15 oktober 1956, blz. 463.)
c Zie Jehovah’s Witnesses in the Divine Purpose, blz. 181, 206-210. (Zie ook De Wachttoren van 15 november 1956, blz. 522-525.)
d Op bladzijde 701 van The Americana Annual voor 1944 lezen wij: „VERENIGDE NATIES, de naam van de op 1 jan. 1942 te Washington gevormde internationale coalitie die zich, ertoe heeft verbonden tot het einde toe oorlog tegen de As-agressors te voeren en, na de overwinning op de slagvelden, samen te werken voor het stichten van blijvende vrede gebaseerd op gerechtigheid. Zesentwintig landen ondertekenden door bemiddeling van hun vertegenwoordigers de gezamenlijke verklaring op de oorspronkelijke dag van uitvaardiging, terwijl tot op 1 februari 1944 nog acht andere landen hebben getekend.”
e Zie The Watchtower van 16 oktober 1942, onder het kopje „Key Theocratic Assembly at Cleveland”, blz. 317-320. (Zie ook de brochure „Vrede — Is hij van blijvenden duur?”)
f Dr. Judah J. Slotki, M. A., Ph.D., zegt in zijn aantekeningen bij Daniëls profetie in de Soncino Press uitgave, blz. 68, over de „avonden en morgens” van Daniël 8:14: „Als er een hele dag is bedoeld, wordt er een totaal van 2300 dagen, ongeveer zeven jaar, aangegeven, waardoor er vanaf een willekeurig tijdstip vóór of na de ontwijding van de Tempel gerekend moet worden.”
g De zes (6) jaar, vier (4) maanden en twintig (20) dagen zijn als volgt van toepassing: Gerekend vanaf 2 Sivan (1 juni) 1938, zouden zes jaar eindigen op 1 Sivan (23 mei) 1944. Vier maanmaanden (Sivan, Tammuz, Ab en Elul) daarna zouden dan op 1 Tisjri (18 september) 1944 eindigen en als wij daarbij 20 dagen optellen, komen wij op 21 Tisjri (8 oktober) 1944. Rekenen wij de hele periode vanaf 15 juni 1938, dan tellen wij er veertien (14) dagen bij op hetgeen ons op 5 Chesvan (22 oktober) 1944 brengt.
h Zie het artikel „De noodzaak te kennen wat wij aanbidden”, paragraaf 17-27, in De Wachttoren van 15 februari 1971.
[Tabel op blz. 182]
GEBEURTENISSEN DIE HET BEGIN EN EINDE VAN DE 2300 DAGEN KENMERKEN
DATUM WERELDLIJK THEOCRATISCH
1 juni 1938 „Organisatie”, Deel I,
verschenen in „The
Watchtower”
15 juni 1938 „Organisatie”, Deel II,
met resolutie, verschenen
in „The Watchtower”
2 oktober 1944 Op de jaarlijkse zakelijke
bespreking van Watch Tower
Bible & Tract Society in
Pittsburg, Pennsylvania,
werden
amendementsvoorstellen
aangenomen om de
statuten ervan meer
in overeenstemming
te brengen met het
laatste, voor hen
liggende werk en met de
theocratische regeling
8 oktober 1944 Einde van de 2300 dagen,
gerekend vanaf 1 juni 1938
9 oktober 1944 Verenigde Staten,
Groot-Brittannië,
Sovjet-Unie en
China maken
besluit bekend
tot het in leven
roepen van „De
Verenigde Naties”
15 oktober 1944 „Georganiseerd voor
laatste werk”, verschenen
in „The Watchtower”
22 oktober 1944 Einde van de 2300 dagen,
gerekend vanaf 15 juni 1938
23 oktober 1944 Amerika maakt
bekend de
tijdelijke Franse
regering te hebben
erkend om Frankrijk
belangrijke plaats
in de Verenigde
Naties te geven;
Sovjet-Unie,
Verenigd Koninkrijk
en Canada doen
soortgelijke
bekendmakingen
1 november 1944 Artikelen „Theocratische
organisatie in actie”
en „De organisatie
thans volledig in
overeenstemming brengen
met de Theocratie”,
worden in „The
Watchtower” gepubliceerd