Het walgelijke verbond van dit geslacht
1. Hoe werd Israël na haar beide verwoestingen in stand gehouden?
JEHOVAH gaf de natie Israël een goed begin, maar ze weigerde zich aan het door God aangegeven pad van de ware aanbidding te houden: „Ik had u toch geplant, een edelen wijnstok een geheel getrouw zaad; hoe zijt gij Mij dan veranderd in verbasterde ranken van een vreemden wijnstok? Want, al wiest gij u met salpeter, en naamt u veel zeep, zo is toch uw ongerechtigheid voor Mijn aangezicht getekend” (Jer. 2:21, 22). Israëls zonden brachten in 607 v. Chr. haar verwoesting teweeg. Maar lang voordat dit gebeurde, had Jesaja voorzegd dat een overblijfsel van Israël naar Jeruzalem zou terugkeren om de ware aanbidding te herstellen, hetgeen te zijner tijd ook gebeurde (Ezra 1:3, 4; 2:64, 65; Jes. 10:22). Eeuwen later, toen Christus kwam, was Israël wederom tot zonde vervallen en hij voorzeide de verwoesting die in 70 n. Chr. kwam; toch was er wederom een getrouw overblijfsel dat werd bevrijd en de ware aanbidding verbreidde, terwijl zij de eerste leden van de Christelijke organisatie werden. Ten einde aan te tonen hoe parallel deze twee perioden van Israëls geschiedenis waren, werd Jesaja’s profetie eveneens in verband gebracht met de vervulling in deze tweede bevrijding van een overblijfsel. — Rom. 9:27; 11:5.
2. Uit wie is het „Israël Gods” thans samengesteld, en waarom is het opstandige Israël een goede afbeelding van de Christenheid?
2 Aan dit Israëlietische overblijfsel werden personen uit andere natiën toegevoegd, totdat mettertijd het volledige geordineerde aantal van het „Israël Gods” was bereikt. Geestelijk gesproken, werden personen uit vele natiën dus Israëlieten, terwijl de opstandige vleselijke Israëlieten geen deel waren van het „Israël Gods” (Gal. 6:16; Rom. 2:28, 29; 9:6; 11:25, 26; 1 Kor. 10:18; Ef. 2:11-19). Van dit zuivere Christelijke begin scheidden zich verdeeldheid veroorzakende sekten en culten af die ten slotte de thans bestaande afvallige Christenheid vormden (Hand. 20:29, 30; 2 Petr. 2:1, 2). De afvallige Christelijke religiën van deze tijd zijn van een goed begin gedegenereerd en de Christenheid komt goed overeen met haar prototype, de opstandige natie Israël. Maar er is thans, eveneens in overeenstemming met de voorbeeldige gebeurtenissen in Israël, een getrouw overblijfsel dat zich van de Christenheid heeft afgescheiden en de laatste aardse leden van het geestelijke „Israël Gods” omvat. — Openb. 12:17.
3. Waarvoor werd de Christenheid gewaarschuwd, en wat verwachtte ze?
3 Gedurende vele jaren voorafgaande aan 1914 werd de Christenheid voor haar zonden gewaarschuwd. Reeds in 1877 werd het jaar 1914 als een veelbetekenend jaar aangekondigd en sinds die tijd is er alom bekendheid aan gegeven. Met de komst van 1914 begon er wereldoorlog, wat zoals Jezus had gezegd ten tijde van zijn tweede tegenwoordigheid zou gebeuren. Daarna volgde de opeenvolging van gebeurtenissen waarvan Jezus had gezegd dat ze er het teken van zouden zijn dat hij in de hemel als koning op de troon was geplaatst (Matth. 24:3-16). Deze gebeurtenissen waren zo treffend dat religieuze leiders in de Christenheid Christus’ komst verwachtten, evenals de Joden hem in 29 n. Chr. verwachtten. Opmerkenswaardig is een Manifest opgesteld door verscheidene vooraanstaande predikanten van verschillende denominaties, hetwelk in 1917 werd uitgegeven en gedeeltelijk luidde: „De openbaring van onze Heer kan elk ogenblik worden verwacht . . . Alle menselijke plannen tot wederopbouw moeten ondergeschikt zijn aan de tweede komst van onze Heer, omdat alle natiën dan aan Zijn heerschappij onderworpen zullen zijn.” Maar heeft de Christenheid de waarschuwingen voor haar zonden en dat ze zich moest verbeteren, ter harte genomen? Bestudeerde ze de profetieën en de wereldgebeurtenissen ten einde te onderscheiden dat Christus onzichtbaar in de hemel op de troon werd geplaatst? Waren haar wederopbouwplannen onderworpen aan Christus en onderwierp ze zich aan zijn regering? Neen, ze deed niets van dit alles. Integendeel, ze deed iets zeer walgelijks!
4. Wat heeft de Christenheid, in overeenstemming met haar prototype Israël, onmiddellijk nadat Christus op de troon was geplaatst, gedaan?
4 Toen Christus in 1914 op de troon werd geplaatst, werden de natiën, in overeenstemming met de profetie, toornig en hun gramschap ging over in wereldoorlog. Zij wensten niet dat Christus zou regeren en zij smeedden een samenzwering tegen hem door een internationaal regeringslichaam van hen zelf op te richten, de Volkenbond. De geestelijkheid gebruikte deze toornige natiën als een zwaard der kerk om het werk dat in het aankondigen van Christus’ koninkrijk bestaat, te doden. Zij zetten er toe aan het werk stil te leggen en vele getuigen van Jehovah in de gevangenis te werpen of te doden, terwijl zij hen valselijk van opruiing beschuldigden. Zij gebruiken de politieke natiën om datgene aan Christus’ volgelingen te doen wat het politieke Rome, dat door de Joodse religieuze leiders werd gebruikt, aan Christus zelf had gedaan. Dit aan Christus’ volgelingen te doen, wordt precies zo beschouwd alsof het aan Christus wordt gedaan. De geestelijken der Christenheid hebben niet alleen Christus’ koningschap over zich verworpen, maar zij hebben in de plaats er van de Volkenbond opgericht en verwelkomd, terwijl zij hem hebben toegejuicht als de „politieke uitdrukking van het koninkrijk Gods op aarde.” Zij hebben hem met nog veel meer lasterlijke vleierijen overladen, terwijl zij verkondigden dat deze bond de glorieuze dingen zou doen waarvan de Bijbel verklaart dat alleen Christus’ koninkrijk ze tot stand zal brengen. Aldus toonden zij dat zij de Volkenbond in de plaats van Christus’ koninkrijk plaatsten, dat zij deze bond hadden gekozen en de op de troon geplaatste Christus Jezus hadden verworpen. Evenals de Joodse religie-aanhangers negentien eeuwen tevoren hadden gedaan, hebben de geestelijken der Christenheid Christus verworpen en een politieke combinatie van Caesars regeringen gekozen. — Ps. 2:1, 2; Matth. 25:40, 45; Openb. 11:8-10, 15, 18.
5. Hoe worden de ontrouwe religiën der Christenheid terecht afgebeeld, en wat zal een studie onthullen betreffende de Volkenbond en de Verenigde Naties?
5 Deze goddeloze oude wereld waarvan Satan de god is, is iets afschuwelijks in Jehovah’s ogen, en toen de geestelijken der Christenheid, die beweerden hem te dienen, zich met de politici verenigden om het overblijfsel van de getrouwe dienstknechten die een deel van de „tempel Gods” vormen, aan te vallen, en de boodschap die een offerande des lofs was, een halt toeriepen en een internationaal politiek lichaam verdedigden als wereldregeerder, was dit iets walgelijks en het zal tot de verwoesting van de Christenheid leiden (Dan. 11:31; 1 Kor. 3:16, 17; Hebr. 13:15). Dat de geestelijken zich aldus op goddeloze wijze in de politiek mengen, is geestelijke hoererij en maakt het passend de georganiseerde religie der Christenheid zinnebeeldig door een hoerachtige vrouw voor te stellen, zoals in Openbaring 17:1, 2 (NW) wordt gedaan: „Kom, ik zal u het oordeel tonen over de grote hoer, die op vele wateren zit, met wie de koningen der aarde hoererij hebben bedreven.” Verder wordt getoond dat ze „op een scharlaken gekleurd wild beest zat dat vol was van godslasterlijke namen en dat zeven koppen en tien hoornen had” (Openb. 17:3, NW). Een zorgvuldige studie zal onthullen dat de Volkenbond en de Verenigde Naties, met welke beide organisaties de geestelijken der Christenheid zich nauw hebben verbonden en die zij godslasterlijk de naam hebben gegeven dat ze het werk van Christus’ koninkrijk volbrengen, door het scharlaken gekleurde wilde beest worden afgebeeld.
6. (a) Hoe worden zowel de Volkenbond als de Verenigde Naties mooi afgebeeld in Openbaring 17:8? (b) Hoe komt het einde van het beest, maar wat brengt het tot stand voordat dit gebeurt?
6 „Het wilde beest dat gij hebt gezien, was, maar is niet, en toch is het voorbestemd om uit de afgrond op te stijgen, en heen te gaan in de vernietiging.” Dit wilde beest bestond eerst als de Volkenbond, maar ging in 1939 in de afgrond van inactiviteit. Toen was het niet. Maar in 1945 steeg het als de Verenigde Naties uit de afgrond op en het is tot op deze dag blijven bestaan. Wat zal tot zijn voorzegde vernietiging leiden? Luister: „De tien hoornen die gij hebt gezien, betekenen tien koningen, die nog geen koninkrijk hebben ontvangen, maar zij ontvangen wel één uur autoriteit als koningen met het wilde beest. Dezen hebben één doel, en daarom geven zij hun macht en autoriteit aan het wilde beest. Dezen zullen tegen het Lam strijden, maar, omdat hij Here der heren en Koning der koningen is, zal het Lam hen overwinnen” (Openb. 17:8, 12-14, NW). De politieke heersers komen om een beslissende strijd te voeren tegen het Lam Gods, de op de troon geplaatste Koning, Christus Jezus. Deze strijd loopt op hun vernietiging uit. Maar merk op wat het tienhoornige beest als gevolg van goddelijk manoeuvreren, vóór zijn einde, ten opzichte van de hoer doet: „En de tien hoornen die gij hebt gezien, en het wilde beest, zullen de hoer haten en zullen haar woest en naakt maken, en zij zullen haar vleselijke delen eten en haar volledig met vuur verbranden. Want God heeft het in hun hart gelegd zijn voornemen te verwezenlijken” (Openb. 17:16, 17, NW). De verwoesting van de religie der Christenheid komt dus voort uit het midden van de politieke minnaars waarmede ze een verbond heeft aangegaan.
7. Hoe is het einde dat de religieuze Christenheid van de zijde van haar politieke bondgenoten zal ondergaan, in overeenstemming met de historische voorbeelden, en wat is sinds 1945 zichtbaar?
7 Evenals het afvallige Israël door haar voormalige bondgenoot Babylon werd verwoest voordat die derde wereldmacht viel, en evenals het opstandige Israël door haar vroegere bondgenoot Rome werd verwoest voordat die zesde wereldmacht uit elkaar viel, zal Israëls ontrouwe moderne tegenhanger worden verwoest door haar verkozen combinatie van de Verenigde Naties voordat die achtste wereldmacht door het Lam Gods wordt verpletterd (Openb. 17:11). Jehovah heeft Babylon gemanoeuvreerd om in 607 v. Chr. zijn oordeel aan zijn opstandige volk te voltrekken, en hij heeft het Romeinse rijk gebruikt om het in 70 n. Chr. te doen. In overeenstemming met de parallel zal hij het in deze tijd in het hart van de radicale politieke elementen binnen de Verenigde Naties leggen de huichelachtige religie aan het begin van Armageddon te verwoesten. Zelfs thans zijn er in de Verenigde Naties een aantal volkerenleden, waarvan de Sowjet-Unie de belangrijkste is, die openlijk vijandig staan tegenover de Christenheid en haar religiën. Sommige hoornen van het wilde beest, dat thans uit de afgrond is opgestegen, wijzen onheilspellend in de richting van de hoer. Sinds 1945 vormen ze een groeiend politiek leger van strijdbare radicalen waardoor de Christenheid wordt bedreigd, evenals haar prototype Israël in 609 v. Chr. en 66 n. Chr. door omsingelende legers werd bedreigd.
THANS DE TIJD OM TE VLUCHTEN!
8. Waarom is het bevel om te vluchten, sinds 1945 derhalve dringender geworden?
8 Jezus’ waarschuwing om ’wanneer gij het walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt in het oog krijgt,’ te „beginnen naar de bergen te vluchten,” is sinds 1945 dus krachtiger en steeds dringender geworden. Van die tijd af is het walgelijke wilde beest op een volkomen wijze zichtbaar geweest. Toen het als de Volkenbond aanwezig was, gaf het er geen noemenswaardige blijk van de religiën der Christenheid vijandig gezind te zijn, want het had in zijn gelederen geen volkerenleden van hoog aanzien die de religie tot het doelwit van hun haat hadden gemaakt. Het tegenbeeldige Jeruzalem, de Christenheid, werd niet door vijandige strijdmachten omringd; maar sinds het wilde beest in 1945 opnieuw is verschenen, omvat het natiën met strijdbare, kruistochten ondernemende, agressieve politieke elementen, wier radicale hoornen van macht dreigend op de Christenheid en haar religiën zijn gericht. Wie kan de vrees van de Christenheid loochenen als ze deze vijandelijke strijdmachten aan alle kanten ziet opkomen, en zelfs haar hysterie wanneer ze krankzinnig tracht zulke radicalen uit haar eigen regeringen te verdrijven? Zij lezen het handschrift op de muur. Het is er dus stellig de tijd voor dat zij die in de Bijbel geloven, het walgelijke ding zien en onderscheiden en de verwoesting die het zal veroorzaken, ontvluchten.
9. Waarheen dienen zij die rechtvaardigheid liefhebben, te vluchten?
9 Waarheen vluchten? Naar de bergen. Letterlijke bergen? Neen, dat zou te Armageddon geen veiligheid brengen (Amos 9:2, 3). De bergen moeten buiten het gebied van de Christenheid zijn, evenals de letterlijke bergen waarnaar de Christenen in 66 n. Chr. vluchtten, buiten Jeruzalem en Juda waren gelegen. De bergen waarheen zij die rechtvaardigheid liefhebben, thans in gehoorzaamheid aan Christus’ bevel vluchten, zijn het theocratische samenstel van dingen der Nieuwe Wereld, dat Jehovah heeft geschapen (Jes. 65:17). Dit nieuwe samenstel van dingen is geheel afgescheiden van deze oude wereld, die snel het einde van haar dagen nadert, en mensen uit alle natiën gaan naar de symbolische bergen om de ware aanbidding te leren kennen: ’En het zal geschieden in het laatste der dagen: dan zal de berg van het huis van Jehovah vast staan als de hoogste der bergen, en hij zal verheven zijn boven de heuvelen. En alle volkeren zullen derwaarts heenstromen en vele natiën zullen optrekken en zeggen. Komt, laten wij opgaan naar den berg van Jehovah, naar het huis van den God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen’ (Jes. 2:2, 3, NBG). Daar alleen kan veiligheid worden gevonden.
10. In welke verscheidene opzichten komt het geval van de Christenheid overeen met de historische voorbeelden van 607 v. Chr. en 70 n. Chr.?
10 Vele duizenden vluchten daar thans naar toe en vinden die veiligheid. Er zullen er nog duizenden meer komen. Zij die rechtvaardigheid liefhebben en nog niet zijn gevlucht, dienen zich de voorbeeldige gebeurtenissen van 607 v. Chr. en 70 n. Chr. in herinnering te brengen. Evenals in die gevallen, is de Christenheid gewaarschuwd voor haar zonden, haar politieke verbonden, haar ondergang van de zijde van die politieke boezemvrienden, en ze heeft de waarschuwing verworpen. Ze heeft de regeringen van Caesar gekozen in plaats van Christus — iets walgelijks wat haar verwoesting bezegelt. Evenals de Joden heeft ze de tijd waarin ze werd geïnspecteerd en geoordeeld, niet onderscheiden (Matth. 25:31, 32; Luk. 19:44). Ze weigert zelf te vluchten; ze verhindert hen die zouden willen vluchten. Ze heeft getracht het getrouwe gezalfde overblijfsel van het „Israël Gods” tot blijvende gevangenen van Satans samenstel te maken, maar Jehovah heeft het overblijfsel bevrijd. Nu tracht ze de vlucht van mensen van goede wil te beletten. Zij die toch vluchten, beschuldigt ze er van onpatriottisch en opruiend te zijn; en sommigen heeft ze gedood. Maar ze kan de bijeenvergadering naar het nieuwe samenstel van dingen geen halt toeroepen. Zij die naar de symbolische bergen vluchten, zullen zich in herinnering brengen wat de Joden is overkomen die in strijd met Jezus’ instructies de vlucht vertraagden of wereldse rijkdom trachtten te redden. Zonder uitstel en zonder wereldsgezindheid zullen zij vluchten, beseffend dat wij thans in de dringende periode leven die overeenkomt met 609-607 v. Chr. en 66-70 n. Chr. Zoals Jehovah toen de gelegenheid gaf tot vluchten, doet hij het thans. Grijp deze gelegenheid aan, nu of nooit!
11. Welke verstandige opvatting hebben Christenen dus over de aangelegenheid van religie in de politiek?
11 Christenen kunnen niet twee meesters dienen, kunnen niet zowel voor Satans wereld als voor Christus’ koninkrijk zijn (Matth. 6:24; Jak. 1:27). De geestelijken zeggen dat wij door niet te stemmen, voor corrupte regeringen verantwoordelijk zijn; wij zeggen dat zij de schuld delen doordat zij stemmen (1 Tim. 5:22). Wij moeten ons niet in de politiek begeven ten einde die rein te maken; wij moeten aan haar plagen ontkomen door er uit te blijven (Openb. 18:4). De politiek mijden, doet ons een verdedigende houding aannemen ten opzichte van mensen; door zich er in te begeven, nemen de geestelijken een verdedigende houding aan ten opzichte van God. Omdat wij ons afgescheiden houden, kunnen wij van opruiing tegen Caesar worden beschuldigd, maar omdat de geestelijken zich er mee afgeven, zijn zij schuldig aan overspel tegenover God. De mensen zijn verontwaardigd wanneer een vrouw haar echtgenoot onrecht aandoet; het laat hen koud wanneer de geestelijken God onrecht aandoen. Doch evenals een overspelige vrouw onenigheid met haar echtgenoot betekent, betekent religie in de politiek oorlog met God. Vrees God, niet de wereld. De wereld lijkt groot wanneer wij er alleen tegenover staan. Indien wij er met God tegenover staan, is ze niet meer dan een druppel in de emmer, niet meer dan een stofje op de weegschaal. En wie is bang voor een druppel water, of bevreesd voor een stofje?