MERIB-BAÄL
(Me̱rib-Ba̱äl) [misschien: Strijder tegen Baäl; of: Baäl verdedigt zich wettelijk].
Kleinzoon van koning Saul, zoon van Jonathan en de vader van Micha (1Kr 8:33, 34). Merib-Baäl is kennelijk een andere naam voor Mefiboseth. Ook andere personen hadden twee namen, zoals Esbaäl, die tevens Isboseth werd genoemd. — Vgl. 2Sa 2:8 met 1Kr 8:33.
De naam Merib-Baäl komt in 1 Kronieken 9:40 in twee Hebreeuwse vormen voor (Merivʹ baʹʽal en Meri-vaʹʽal), die slechts weinig van elkaar verschillen. De eerste vorm wordt ook in 1 Kronieken 8:34 gebruikt. Dat beide namen betrekking hebben op dezelfde persoon, wordt te kennen gegeven door het feit dat zowel van Mefiboseth als van Merib-Baäl wordt gezegd dat zij een zoon hadden die Micha heette. — Vgl. 2Sa 9:12 met 1Kr 9:40.