PREFECT
Een hoogwaardigheidsbekleder die in de regering van Babylon lager in rang was dan een satraap. De titel komt in Daniël 2:48 in verband met de „wijzen van Babylon” voor. Naar het schijnt werden deze „wijzen” ingedeeld naar hun regeringsfunctie. Daniël werd als opperprefect over alle „wijzen van Babylon” aangesteld. — Da 3:2, 3, 27.
Onder de heerschappij van koning Darius de Meder traden de koninklijke hoogwaardigheidsbekleders „in menigte” bij Darius binnen (waaruit blijkt dat het een aanzienlijk aantal betrof) en deelden hem mee dat alle hoogwaardigheidsbekleders, met inbegrip van de prefecten, de aanbeveling deden een wet uit te vaardigen waarin werd bepaald dat men gedurende dertig dagen tot niemand anders dan tot de koning een smeekbede mocht richten. Daniël bleef smeekbeden tot Jehovah opzenden, en Jehovah bevrijdde hem, terwijl de samenzweerders in de leeuwekuil de dood vonden. — Da 6:6, 7, 24.