CHALAK, BERG
(Cha̱lak) [Gladde berg].
Een berg die bij de verovering van het Beloofde Land door de Israëlieten onder leiding van Jozua de zuidelijke geografische grens vormde (Joz 11:16, 17; 12:7). Chalak wordt gewoonlijk geïdentificeerd met Jebel Halaq (Har He-Halaq), de laatste Westpalestijnse hoogte op de weg van Berseba naar de Araba. De bergrug, die bij Jebel Halaq begint, scheidt het weideland in het O van de zandwoestijn in het W. Indien deze identificatie juist is, zou de bijbelse beschrijving dat de Chalak naar Seïr „oploopt” betekenen dat de van het ZW naar het NO lopende lange zijde van deze berg tegenover Seïr lag.