Kunt u zich dit herinneren?
Hebt u in de afgelopen tijd de inhoud van de uitgaven van De Wachttoren praktisch gevonden? Ga dan eens na of u zich het volgende nog kunt herinneren:
◻ Wat wil het zeggen om door de in Ezechiëls profetische visioen genoemde man met de inkthoorn van een secretaris, voor overleving gekentekend te zijn? (Ezechiël 9:2-6)
Het betekent dat men zich aan God heeft opgedragen om zijn wil te doen, als een discipel van Jezus Christus is gedoopt en de christelijke persoonlijkheid heeft aangedaan. — 15/4, blz. 11, 12.
◻ Wat is zoal het doel van bijbelse profetieën?
Profetieën stellen ons op de hoogte van de waarheid met betrekking tot God, zijn wil en zijn morele maatstaven. Ze verduidelijken ’s mensen verhouding tot Jehovah, ten einde de mensheid weer in harmonie met Zijn voornemen te brengen, zodat zij in de volledige verwezenlijking ervan kunnen delen (Jesaja 1:18-20; 2:1-5; 55:8-11). — 1/5, blz. 5.
◻ Welke doodaanbrengende hongersnood heerst er thans overal op aarde?
Een geestelijke hongersnood, „naar het horen van de woorden van Jehovah” (Amos 8:11). — 1/5, blz. 10, 11.
◻ Wat is „de vrees voor Jehovah”? (Spreuken 1:7)
Het is een gezonde vrees Jehovah te mishagen omdat wij zijn liefderijke goedheid en vriendelijkheid waarderen. Het betekent ook Jehovah als de Opperste Rechter en de Almachtige te erkennen, zich volledig op hem te verlaten en te haten wat in zijn ogen slecht is (Psalm 2:11; 115:11; Spreuken 8:13). — 15/5, blz. 28.
◻ Welke richtlijnen worden in 1 Timótheüs 5 verschaft met betrekking tot de zorg voor de bejaarden?
Hoewel familieleden in de eerste plaats verantwoordelijk zijn, gaan de problemen van de bejaarden de gehele gemeente aan; de zorg voor hen dient goed georganiseerd te worden; deze zorg dient beperkt te blijven tot degenen die werkelijk behoeftig zijn. — 1/6, blz. 9, 10.
◻ Op welke vier algemene manieren heeft Jehovah zijn volk in de afgelopen 69 jaar gelouterd?
(1) Qua organisatiestructuur, (2) deelname aan de velddienst, (3) steeds helderder schijnend waarheidslicht en (4) het breken met onreine praktijken. — 15/6, blz. 17-20.
◻ Op welke twee manieren worden in Daniël 12:1 vormen van het werkwoord ʽa·madhʹ (opstaan en optreden) gebruikt met betrekking tot Michaël?
Michaël wordt beschreven als iemand die „ten behoeve van de zonen van uw volk optreedt”. Christus Jezus heeft in dit opzicht autoriteit uitgeoefend ten behoeve van zijn volk op aarde sinds hij in 1914 als de regerende Koning van Gods koninkrijk op de troon werd geplaatst. Daniël zegt ook: „En gedurende die tijd zal Michaël opstaan.” Dit heeft betrekking op het feit dat zijn heerschappij een nieuwe fase ingaat waarin hij alsnog op een in het oog springende wijze zal optreden om Daniëls volk te bevrijden. Als gevolg daarvan zullen zij in „de tijd van het einde” voor de koning van het noorden en de koning van het zuiden, niet door de menselijke regeringen worden uitgeroeid (Daniël 11:40-45). — 1/7, blz. 18, 19.