Vragen van lezers

Wij hebben met genoegen de profetieën van Daniël bestudeerd zoals ze in „De Wachttoren” zijn behandeld. Maar waarom zijn de datums voor de drie en een halve tijd uit Openbaring 11:3 anders dan die in het „Openbaring”-boek?

Ja, De Wachttoren van 1 november 1993 bevatte inderdaad een kleine wijziging in de datering van de hedendaagse vervulling van Openbaring 11:3. Waarom?

Laten wij eerst naar Openbaring 11:2 kijken, waar aan het eind melding wordt gemaakt van „tweeënveertig maanden”. Dan vervolgen wij met vers 3: „Ik zal mijn twee getuigen in zakken gehuld doen profeteren gedurende duizend tweehonderd zestig dagen.” Wanneer is dat van toepassing?

Welnu, Jehovah’s Getuigen erkennen reeds lang dat deze profetie haar vervulling vond in de met de geest gezalfde christenen na het einde van „de bestemde tijden der natiën” (de tijden der heidenen) in 1914 (Lukas 21:24; 2 Korinthiërs 1:21, 22). Het boek De Openbaring — Haar grootse climax is nabij!a (1988) zegt hierover op bladzijde 164: „[Er was] een gekenmerkte periode van drie en een half jaar — die begon bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in de tweede helft van 1914 en voortduurde tot de eerste helft van 1918 — waarin de moeilijke ervaringen van Gods volk overeenkwamen met de hier geprofeteerde gebeurtenissen.”

Merk op dat als datering werd aangegeven: „het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in de tweede helft van 1914 . . . tot de eerste helft van 1918”. Dit komt overeen met de datering die vaak is gepresenteerd, zoals in het boek ’Dan is Gods mysterie voleindigd’, bladzijde 303-306, (1970).b

In De Wachttoren werd echter vooral de aandacht gevestigd op profetieën in Daniël, een boek dat tweemaal melding maakt van een periode die vergelijkbaar is met die welke later in de Openbaring wordt genoemd — 3 1/2 jaar, ofte wel 42 maanden. Om precies te zijn: Daniël 7:25 zegt dat Gods heiligen „voor een tijd en tijden en een halve tijd”, ofte wel 3 1/2 tijd, bestookt zouden worden. Later voorzegt Daniël 12:7 „een bestemde tijd, bestemde tijden en een halve”, ofte wel 3 1/2 tijd, die hun climax zouden vinden in „[het tot een einde komen van] het verpletteren van de macht van het heilige volk”.

Wij hebben dus in Daniël 7:25, Daniël 12:7 en Openbaring 11:2, 3, alsook in Openbaring 13:5, profetieën die over een vergelijkbare periode handelen. In onze publikaties is aangetoond dat al deze profetieën hun vervulling vonden in de periode 1914–1918. Maar bij het behandelen van elk van deze profetieën afzonderlijk varieerden de datums voor het begin en voor het einde ervan enigszins.

In De Wachttoren van 1 november 1993 werd echter gevraagd: „Hoe werden al deze parallelle profetieën vervuld?” Ja, de profetieën van de in Daniël 7:25, Daniël 12:7 en Openbaring 11:3 genoemde 3 1/2 tijd werden als „parallelle profetieën” erkend. Derhalve komen ze wat hun begin en hun einde betreft overeen.

Wat hun einde betreft maakte het tijdschrift duidelijk dat het bestoken van Gods gezalfden (Daniël 7:25) een climax vond in juni 1918, toen J. F. Rutherford en andere bestuurders van de Watch Tower Bible and Tract Society „op valse beschuldigingen tot langdurige gevangenisstraf [werden] veroordeeld”. Met die gebeurtenis werd er beslist „een eind . . . gemaakt aan het verpletteren van de macht van het heilige volk”, zoals in Daniël 12:7 wordt opgemerkt.

Wanneer wij van juni 1918 terugrekenen, komen wij op december 1914 voor het begin van de 3 1/2 tijd. In die laatste maand van 1914 vernamen Gods gezalfden op aarde de thematekst voor het daaropvolgende jaar: „’Kunt gij uit mijn beker drinken?’ — Mattheüs 20:20-23”. Het artikel waarin deze tekst werd aangekondigd, waarschuwde: „Wie weet of er in 1915 wellicht de een of andere speciale beproeving, lijdensbeker of smaad voor de loyale volgelingen van het Lam zal zijn!” Zoals Daniël 7:25 voor deze periode van 3 1/2 tijd had voorzegd, ’ging men de heiligen van het Opperwezen voortdurend bestoken’. De natiën waren verwikkeld in de Eerste Wereldoorlog, wat het voor hen gemakkelijker maakte deze heiligen onrechtmatig te bestoken. De conclusie is: Alle drie de parallelle profetieën — Daniël 7:25, 12:7, en Openbaring 11:3 — vonden hun vervulling in de 3 1/2 jaar, ofte wel 42 maanden, van december 1914 tot juni 1918.

Dit verklaart de kleine verbetering in het dateren van de vervulling van Openbaring 11:3. Deze wijziging is iets dat wij in gedachte kunnen houden wanneer wij in de toekomst het Openbaring-boek gebruiken en bestuderen.

[Voetnoten]