Laat uw vooruitgang openbaar zijn
„Denk diep over deze dingen na, ga er geheel in op, opdat uw vooruitgang aan allen openbaar moge zijn.” — 1 TIMOTHEÜS 4:15.
1. Hoe weet u dat een vrucht rijp is en gegeten kan worden?
ROEP u eens uw lievelingsvrucht voor de geest — een perzik, een peer, een mango of iets anders. Weet u wanneer ze rijp is en gegeten kan worden? Beslist. Uw ogen en neus en vingers vertellen u dat u een verrukkelijke traktatie wacht. Op het moment dat u een stukje van de vrucht in uw mond neemt, slaakt u misschien een diepe zucht. Wat sappig! Wat zoet! Het verschaft u veel plezier en genoegen.
2. Hoe wordt rijpheid tentoongespreid, en welke uitwerking heeft die op persoonlijke relaties?
2 Deze eenvoudige doch aangename ervaring vertoont overeenkomst met andere terreinen van het leven. Zoals bijvoorbeeld met de rijpheid van vruchten het geval is, is ook de geestelijke rijpheid van een persoon op verschillende manieren duidelijk. Wij herkennen dat een persoon rijpheid bezit wanneer wij zien dat hij blijk geeft van onderscheidingsvermogen, inzicht, wijsheid, enzovoort (Job 32:7-9). Het is beslist een genoegen wanneer wij omgang hebben en werken met mensen die zulke hoedanigheden in hun houdingen en daden tentoonspreiden. — Spreuken 13:20.
3. Wat onthulde Jezus’ beschrijving van de mensen in zijn tijd over rijpheid?
3 Daarentegen kan een persoon fysiek volwassen zijn, maar door zijn manier van spreken en handelen onthullen dat hij emotioneel en geestelijk onrijp is. Toen Jezus Christus bijvoorbeeld over het eigenzinnige geslacht van zijn tijd sprak, zei hij: „Johannes is gekomen, niet etend en niet drinkend, en toch zegt men: ’Hij heeft een demon’; de Zoon des mensen is gekomen, wèl etend en wèl drinkend, en nog zegt men: ’Ziet! Een mens die een veelvraat is en verslaafd aan het drinken van wijn.’” Hoewel die mensen fysiek volwassen waren, zei Jezus dat zij handelden als „jonge kinderen” — allesbehalve volwassen. Derhalve voegde hij eraan toe: „Niettemin wordt de wijsheid gerechtvaardigd door haar werken.” — Mattheüs 11:16-19.
4. Op welke manieren worden vooruitgang en rijpheid openbaar gemaakt?
4 Uit Jezus’ woorden kunnen wij opmaken dat door de werken die een persoon verricht en de eruit voortvloeiende resultaten te kennen wordt gegeven of hij in het bezit is van ware wijsheid — een onderscheidend kenmerk van rijpheid. Merk met betrekking hiertoe de raad van de apostel Paulus aan Timotheüs op. Na een opsomming van de dingen die Timotheüs diende na te streven, zei Paulus: „Denk diep over deze dingen na, ga er geheel in op, opdat uw vooruitgang aan allen openbaar moge zijn” (1 Timotheüs 4:15). Ja, de vooruitgang van een christen tot rijpheid is „openbaar” of duidelijk waarneembaar. Christelijke rijpheid is, net als een schijnend licht, niet een onzichtbare of verborgen hoedanigheid (Mattheüs 5:14-16). Wij zullen derhalve twee belangrijke manieren beschouwen waarop vooruitgang en rijpheid openbaar gemaakt kunnen worden: (1) door te groeien in kennis, begrip en wijsheid; (2) door de vrucht van de geest aan de dag te leggen.
Eenheid in geloof en kennis
5. Hoe kan rijpheid gedefinieerd worden?
5 De meeste woordenboeken omschrijven rijpheid als de toestand van volledige ontwikkeling, van volwassenheid en als iets waarvan het eindstadium of de verlangde maatstaf is bereikt. Een vrucht, zoals eerder genoemd, is volgroeid of rijp wanneer ze haar natuurlijke groeicyclus heeft voltooid en haar uiterlijk, kleur, aroma en smaak het punt hebben bereikt dat wenselijk wordt geacht. Rijpheid is daarom synoniem met uitnemendheid, volkomenheid, ja volmaaktheid. — Jesaja 18:5; Mattheüs 5:45-48; Jakobus 1:4.
6, 7. (a) Waaruit blijkt dat Jehovah er intens in geïnteresseerd is dat al zijn aanbidders tot geestelijke rijpheid voortgaan? (b) Waarmee staat geestelijke rijpheid nauw in verband?
6 Jehovah God is er intens in geïnteresseerd dat al zijn aanbidders tot geestelijke rijpheid voortgaan. Daartoe heeft hij schitterende voorzieningen in de christelijke gemeente getroffen. Aan de christenen in Efeze schreef de apostel Paulus: „Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, sommigen als profeten, sommigen als evangeliepredikers, sommigen als herders en leraren, met het oog op het terechtbrengen van de heiligen, voor het werk der bediening, tot opbouw van het lichaam van de Christus, totdat wij allen geraken tot de eenheid in het geloof en in de nauwkeurige kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de mate van wasdom die tot de volheid van de Christus behoort; opdat wij niet langer kleine kinderen zouden zijn, heen en weer geslingerd als door golven en her- en derwaarts gevoerd door elke wind van leer door middel van de bedriegerij van mensen, door middel van listigheid in het beramen van dwaling.” — Efeziërs 4:11-14.
7 In deze verzen zette Paulus uiteen waarom God zulke overvloedige geestelijke voorzieningen in de gemeente heeft getroffen. Zo dienen allen ’tot de eenheid in het geloof en in de nauwkeurige kennis’ te geraken, „een volwassen man” te worden, en de ’mate van wasdom van Christus’ te hebben. Alleen dan zullen wij ervoor gevrijwaard worden net als geestelijk kleine kinderen door valse ideeën en leringen heen en weer geslingerd te worden. Aldus zien wij het nauwe verband dat er bestaat tussen het voortgaan tot christelijke rijpheid en het verwerven van de „eenheid in het geloof en in de nauwkeurige kennis van de Zoon van God”. Er zijn een aantal punten in Paulus’ raad die wij ter harte dienen te nemen.
8. Wat is ervoor nodig om tot „eenheid” in het geloof en nauwkeurige kennis te geraken?
8 Ten eerste: aangezien de „eenheid” gehandhaafd dient te worden, moet een rijpe christen met betrekking tot geloof en kennis in eenheid en volledige harmonie met medegelovigen zijn. Als het op begrip van de bijbel aankomt, propageert hij geen persoonlijke meningen en vindt niet dat anderen er net zo over moeten denken. In plaats daarvan heeft hij het volste vertrouwen in de waarheid zoals die door Jehovah God via zijn Zoon, Jezus Christus, en „de getrouwe en beleidvolle slaaf” wordt onthuld. Door geregeld het „te rechter tijd” via christelijke publicaties, vergaderingen, grote bijeenkomsten en congressen verschafte geestelijke voedsel tot ons te nemen, kunnen wij er zeker van zijn dat wij de „eenheid” met medechristenen in geloof en kennis zullen bewaren. — Mattheüs 24:45.
9. Leg de betekenis uit van de uitdrukking „het geloof” zoals door Paulus in zijn brief aan de Efeziërs wordt gebruikt.
9 Ten tweede: de uitdrukking „het geloof” doelt niet op de overtuiging die elke individuele christen belijdt, maar op de totaliteit van wat wij geloven, „de breedte en lengte en hoogte en diepte” ervan (Efeziërs 3:18; 4:5; Kolossenzen 1:23; 2:7). Hoe kan een christen feitelijk in eenheid met medegelovigen zijn als hij slechts een bepaald gedeelte van „het geloof” voor waar aanneemt of aanvaardt? Dit betekent dat wij er niet tevreden mee moeten zijn alleen maar de grondleringen van de bijbel te kennen of slechts een vage of gedeeltelijke kennis van de waarheid te hebben. In plaats daarvan dienen wij er belang in te stellen profijt te trekken van al Jehovah’s voorzieningen die hij via zijn organisatie treft om diep in zijn Woord te graven. Wij moeten trachten een zo nauwkeurig en zo volledig mogelijk begrip van Gods wil en voornemen te verwerven. Dit houdt in dat wij er de tijd voor nemen om de bijbel en bijbelse publicaties te lezen en te bestuderen, tot God om zijn hulp en leiding te bidden, geregeld christelijke vergaderingen te bezoeken en een volledig aandeel te hebben aan het werk dat erin bestaat het Koninkrijk te prediken en discipelen te maken. — Spreuken 2:1-5.
10. Wat is de betekenis van de woorden „totdat wij allen geraken”, die in Efeziërs 4:13 gebruikt worden?
10 Ten derde: Paulus liet de beschrijving van het drievoudige doel voorafgaan door de woorden „totdat wij allen geraken”. Met betrekking tot de uitdrukking „wij allen” verschaft een bijbels handboek als betekenis: „niet allen, één voor één, afzonderlijk, maar allen tezamen”. Met andere woorden, elk van ons dient redelijke krachtsinspanningen in het werk te stellen om samen met de hele broederschap het doel, namelijk christelijke rijpheid, na te streven. The Interpreter’s Bible merkt op: „De persoon op zich kan niet tot volledige geestelijke ontplooiing geraken, net zoals één deel van het lichaam niet tot volledige ontwikkeling kan komen tenzij het hele lichaam een gezonde groei blijft doormaken.” Paulus herinnerde christenen in Efeze eraan dat zij moesten trachten „met alle heiligen” de volledige omvang van het geloof te begrijpen. — Efeziërs 3:18a.
11. (a) Wat houdt het maken van geestelijke vorderingen niet in? (b) Wat hebben wij nodig om vorderingen te maken?
11 Uit Paulus’ woorden blijkt duidelijk dat het maken van geestelijke vorderingen niet slechts betekent dat wij onze geest met kennis en grote geleerdheid vullen. De rijpe christen is niet iemand die anderen met zijn genialiteit imponeert. In plaats daarvan zegt de bijbel: „Het pad van de rechtvaardigen is als het glanzende licht, dat steeds helderder wordt tot de dag stevig bevestigd is” (Spreuken 4:18). Ja, het is „het pad”, niet het individu, dat „steeds helderder wordt”. Als wij voortdurende krachtsinspanningen in het werk stellen om bij te blijven met het steeds helderder begrip van Gods Woord dat Jehovah zijn volk schenkt, zullen wij geestelijke vorderingen maken. In dit geval betekent bijblijven, voorwaarts gaan, en dat is iets waartoe wij allen in staat zijn. — Psalm 97:11; 119:105.
Leg „de vrucht van de geest” aan de dag
12. Waarom is het belangrijk de vrucht van de geest aan de dag te leggen bij ons streven naar geestelijke vooruitgang?
12 Hoewel het belangrijk is dat wij „tot de eenheid in het geloof en in de nauwkeurige kennis” geraken, is het net zo belangrijk dat wij in elk aspect van ons leven de vrucht van Gods geest aan de dag leggen. Waarom? Omdat rijpheid, zoals wij gezien hebben, niet onzichtbaar of verborgen is, maar ze wordt gekenschetst door duidelijk te onderscheiden kenmerken die heilzaam kunnen zijn voor anderen en hen kunnen opbouwen. Natuurlijk is ons streven naar geestelijke vooruitgang niet slechts een poging om ons een beschaafd voorkomen te geven of een air aan te nemen. Als wij geestelijk groeien door de leiding van Gods geest te volgen, zal er zich veeleer een schitterende verandering in onze houdingen en daden voltrekken. „Blijft door geest wandelen en gij zult in het geheel geen vleselijke begeerte volvoeren”, zei de apostel Paulus. — Galaten 5:16.
13. Welke verandering is een duidelijke aanwijzing van vooruitgang?
13 Vervolgens noemde Paulus „de werken van het vlees”, die talrijk en „openbaar” zijn. Voordat een persoon Gods vereisten begrijpt, wordt zijn leven gevormd naar de wegen van de wereld en is het misschien gevuld met sommige van de dingen die Paulus noemde: „hoererij, onreinheid, een losbandig gedrag, afgoderij, beoefening van spiritisme, vijandschappen, twist, jaloezie, vlagen van toorn, ruzies, verdeeldheid, sekten, uitingen van afgunst, drinkgelagen, brasserijen en dergelijke” (Galaten 5:19-21). Maar als de persoon geestelijke vorderingen maakt, overwint hij deze onwenselijke „werken van het vlees” geleidelijk en vervangt ze door „de vrucht van de geest”. Deze uiterlijk zichtbare verandering is een duidelijke aanwijzing dat de persoon tot christelijke rijpheid voortgaat. — Galaten 5:22.
14. Verklaar de twee uitdrukkingen „de werken van het vlees” en „de vrucht van de geest”.
14 Wij dienen nota te nemen van de twee uitdrukkingen „de werken van het vlees” en „de vrucht van de geest”. „Werken” zijn het resultaat van wat iemand doet, het gevolg van zijn handelen. Met andere woorden, de dingen die Paulus als de werken van het vlees noemde, zijn de resultaten van hetzij iemands bewuste keuze of van de invloed van het gevallen menselijke vlees (Romeinen 1:24, 28; 7:21-25). De uitdrukking „de vrucht van de geest” houdt daarentegen in dat de genoemde hoedanigheden niet het gevolg zijn van krachtsinspanningen op het gebied van zogenaamde karakterontwikkeling of persoonlijkheidsontwikkeling, maar het gevolg zijn van de inwerking van Gods geest op een persoon. Net als een boom vruchten zal voortbrengen als die op juiste wijze wordt verzorgd, zo zal een persoon de vrucht van de geest aan de dag leggen wanneer de heilige geest vrijelijk werkzaam is in zijn leven. — Psalm 1:1-3.
15. Waarom is het belangrijk aandacht te schenken aan alle aspecten van „de vrucht van de geest”?
15 Nog een punt om te beschouwen is Paulus’ gebruik van het woord „vrucht” waarmee al de door hem genoemde wenselijke hoedanigheden tezamen worden aangeduid. De geest brengt geen verscheidenheid aan vruchten voort, zodat wij onze lievelingsvrucht kunnen uitkiezen. Al de door Paulus genoemde hoedanigheden — liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid en zelfbeheersing — zijn even belangrijk en samen maken ze de nieuwe christelijke persoonlijkheid mogelijk (Efeziërs 4:24; Kolossenzen 3:10). Sommige van die hoedanigheden kunnen wegens onze eigen persoonlijkheid en neigingen duidelijker in ons leven aan het licht treden, maar het is dus wel degelijk van belang dat wij aandacht schenken aan al de door Paulus genoemde aspecten. Door dit te doen, zijn wij vollediger in staat een christelijke persoonlijkheid in ons leven te weerspiegelen. — 1 Petrus 2:12, 21.
16. Wat is ons doel bij het nastreven van christelijke rijpheid, en hoe kan het bereikt worden?
16 De belangrijke les die wij van Paulus’ bespreking kunnen leren, is dat bij het nastreven van christelijke rijpheid het noch ons doel is om veel kennis en wijsheid op te doen, noch gedistingeerde persoonlijkheidskenmerken aan te kweken. Het doel is een vrije doorstroom van Gods geest in ons leven te verwerven. In de mate dat onze denkwijze en daden ontvankelijk zijn voor de leiding van Gods geest, in die mate worden wij geestelijk rijp. Hoe kunnen wij dit doel bereiken? Wij moeten ons hart en onze geest openstellen voor de invloed van Gods geest. Dit houdt in dat wij getrouw christelijke vergaderingen bijwonen en er een aandeel aan hebben. Ook dienen wij geregeld Gods Woord te bestuderen en erover te mediteren, en ervoor te zorgen dat de erin vervatte beginselen het richtsnoer vormen bij onze omgang met anderen en de keuzes die wij doen en de beslissingen die wij nemen. Dan zal onze vooruitgang beslist duidelijk openbaar zijn.
Maak vorderingen tot Gods heerlijkheid
17. Hoe houdt het maken van vooruitgang verband met het verheerlijken van onze hemelse Vader?
17 Uiteindelijk zal het, wanneer wij onze vooruitgang openbaar laten zijn, niet ons heerlijkheid en lof schenken, maar onze hemelse Vader, Jehovah, die het voor ons mogelijk maakt om geestelijke rijpheid te verwerven. Op de avond voordat Jezus werd gedood, zei hij tot zijn discipelen: „Hierin wordt mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht blijft dragen en u mijn discipelen betoont” (Johannes 15:8). Zowel door de vrucht van de geest als door de Koninkrijksvruchten van hun bediening schonken de discipelen Jehovah heerlijkheid. — Handelingen 11:4, 18; 13:48.
18. (a) Welke vreugdevolle oogst vindt in deze tijd plaats? (b) Welke uitdaging vormt deze oogst?
18 In deze tijd rust Jehovah’s zegen op zijn dienstknechten terwijl zij deelnemen aan een wereldomvattende geestelijke oogst. Al enige jaren hebben zich nu jaarlijks ongeveer 300.000 nieuwelingen aan Jehovah opgedragen en hun opdracht door middel van de waterdoop gesymboliseerd. Dit maakt ons gelukkig en verheugt ongetwijfeld ook Jehovah’s hart (Spreuken 27:11). Wil dit echter een voortdurende bron van vreugde en lof voor Jehovah zijn, dan moeten al zulke nieuwelingen ’ermee voortgaan in eendracht met [Christus] te wandelen, geworteld en opgebouwd in hem en standvastig gemaakt in het geloof’ (Kolossenzen 2:6, 7). Dit vormt een tweevoudige uitdaging voor Gods volk. Als u pas gedoopt bent, zult u dan de uitdaging aannemen om u krachtig in te spannen zodat „uw vooruitgang aan allen openbaar moge zijn”? En als u reeds enige tijd in de waarheid bent, zult u dan de uitdaging aanvaarden om de zorg voor het geestelijke welzijn van nieuwelingen op u te nemen? In beide gevallen is de noodzaak om tot rijpheid voort te gaan duidelijk. — Filippenzen 3:16; Hebreeën 6:1.
19. Welk voorrecht en welke zegeningen kunnen u ten deel vallen als u uw vooruitgang openbaar laat zijn?
19 Schitterende zegeningen wachten allen die hun uiterste best doen om hun vooruitgang openbaar te laten zijn. Denk aan Paulus’ aanmoedigende woorden nadat hij Timotheüs had aangespoord vorderingen te maken: „Schenk voortdurend aandacht aan uzelf en aan uw onderwijs. Blijf bij deze dingen, want door dit te doen, zult gij zowel uzelf redden als hen die naar u luisteren” (1 Timotheüs 4:16). Door ijverig uw vooruitgang openbaar te laten zijn, kunt ook u een aandeel hebben aan het voorrecht Gods naam te verheerlijken en u in zijn zegeningen te verheugen.
Kunt u zich dit herinneren?
• Op welke manieren kan geestelijke rijpheid openbaar gemaakt worden?
• Wat voor kennis en begrip getuigen van rijpheid?
• Hoe wijst het aan de dag leggen van „de vrucht van de geest” op geestelijke vooruitgang?
• Welke uitdaging dienen wij aan te nemen als wij tot rijpheid voortgaan?
[Illustratie op blz. 13]
Rijpheid is duidelijk waarneembaar
[Illustratie op blz. 15]
Wij maken geestelijke vorderingen door gelijke tred te houden met de geopenbaarde waarheid
[Illustratie op blz. 17]
Het gebed helpt ons om „de vrucht van de geest” aan de dag te leggen