Negentien eeuwen geleden legde God het fundament opdat deze vroegere vijanden met hem verzoend konden worden of wederom teruggebracht konden worden in vriendschappelijke betrekkingen met hem, en hij zond zijn afgezanten, de ware volgelingen van Jezus Christus, uit om tot ons te zeggen: „Wij zijn daarom afgezanten in de plaats van Christus, alsof God door bemiddeling van ons een dringend verzoek deed.
... Door Gods weg te volgen, die hij ons door bemiddeling van Jezus Christus, zijn Zoon, heeft geopenbaard, kan zulk een vurig verlangen naar redding, voor ons worden bevredigd doordat wij ten slotte zullen ontkomen aan alle lijden, ouderdom en droefheid en zullen geraken tot een eeuwig leven zonder pijn, onvolmaaktheid, armoede, geestelijke onwetendheid en verwarring, en vervreemding van een liefderijke, gelukkige God.