Psalmen
33 Heft een vreugdegeroep aan, o GIJ rechtvaardigen, vanwege Jehovah.+
Van de zijde der oprechten is lofzang passend.+
5 Hij heeft rechtvaardigheid en gerechtigheid lief.+
Van de liefderijke goedheid van Jehovah is de aarde vol.+
7 Hij vergadert als door een dam* de wateren der zee,+
Plaatst de woelige wateren* in voorraadschuren.
8 Laten allen [op] de aarde* Jehovah vrezen.+
Laten voor hem alle bewoners van het productieve land* bevreesd zijn.+
11 Het is de raad van Jehovah die tot onbepaalde tijd zal standhouden;+
De gedachten van zijn hart zijn voor het ene geslacht na het andere geslacht.+
14 Vanuit de vaste plaats waar hij woont,*+
Heeft hij met gespannen aandacht gekeken naar allen die op de aarde wonen.
16 Geen koning wordt gered door de overvloed van strijdkrachten;+
Een sterke man zelf wordt niet bevrijd door de overvloed van kracht.+
17 Voor redding is het paard niets dan bedrog,+
En door de overvloed van zijn vitale kracht verschaft het geen ontkoming.+
18 Zie! Het oog van Jehovah is [gekeerd] naar hen die hem vrezen,+
Naar hen die op zijn liefderijke goedheid wachten,+
19 Om hun ziel van de dood zelf te bevrijden,+
En hen tijdens hongersnood in het leven te houden.+