Psalmen
2 Waarom zijn de natiën in tumult geweest+
En zijn ook de nationale groepen over iets ijdels blijven mompelen?+
2 De koningen der aarde stellen zich op+
En de hoogwaardigheidsbekleders zelf hebben zich als één [blok] aaneengesloten+
Tegen Jehovah+ en tegen zijn gezalfde,*+
3 [Zeggend:] „Laten wij hun banden verscheuren+
En hun koorden van ons afwerpen!”+
5 In die tijd zal hij tot hen spreken in zijn toorn,+
En in zijn brandend misnoegen zal hij hen met ontsteltenis slaan,+
7 Laat mij melding maken van de verordening van Jehovah;
Hij heeft tot mij gezegd: „Gij zijt mijn zoon;+
Heden ben ík uw vader geworden.+
8 Vraag van mij,+ opdat ik natiën tot uw erfdeel moge geven+
En de einden der aarde tot uw eigen bezitting.+