-
Jeremia 39:4-7Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
4 Zodra koning Zedeki̱a van Juda en alle soldaten hen zagen, vluchtten ze.+ Die nacht gingen ze de stad uit via de koningstuin, door de poort tussen de beide muren, en ze gingen verder over de weg van de Ara̱ba.+ 5 Maar het Chaldeeuwse leger zette de achtervolging in, en in de woestijnvlakte van Jericho haalden ze Zedeki̱a in.+ Ze namen hem gevangen en brachten hem naar koning Nebukadne̱zar* van Babylon in Ri̱bla,+ in het land van Ha̱math,+ waar hij het vonnis over hem uitsprak. 6 Daar in Ri̱bla liet de koning van Babylon de zonen van Zedeki̱a voor zijn ogen afslachten. De koning van Babylon liet ook alle vooraanstaande personen van Juda afslachten.+ 7 Daarna maakte hij Zedeki̱a blind. Hij deed hem koperen boeien om en bracht hem naar Babylon.+
-