2 Daarop begonnen Zerubba̱bel,+ de zoon van Sea̱lthiël, en Je̱sua,+ de zoon van Jo̱zadak, het huis van God in Jeruzalem te herbouwen.+ De profeten van God waren met hen en stonden hen bij.+
22 ‘Want net zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde+ die ik maak vóór mij zullen blijven bestaan,’ verklaart Jehovah, ‘zo zal jullie nageslacht* en jullie naam blijven bestaan.’+