Jesaja
51 Luister naar me, jullie die rechtvaardigheid najagen,
jullie die Jehovah zoeken.
Kijk naar de rots waaruit jullie gehouwen zijn
en naar de groeve waaruit jullie gegraven zijn.
Er zal blijdschap en gejuich in haar gevonden worden,
dankbaarheid en melodieus gezang.+
5 Mijn rechtvaardigheid komt dichtbij.+
6 Sla je ogen op naar de hemel
en kijk naar de aarde beneden.
Want de hemel zal vervliegen als rook,
de aarde zal verslijten als een kledingstuk
en haar bewoners zullen sterven als muggen.
Wees niet bang voor de spot van sterfelijke mensen
en laat je geen angst aanjagen door hun beledigingen.
8 Want een mot zal ze opeten alsof ze kleding zijn,
Maar mijn rechtvaardigheid zal er altijd zijn
en mijn redding tot in alle generaties.’+
9 Word wakker! Word wakker, arm van Jehovah!+
Bekleed u met kracht.
Word wakker zoals lang geleden, zoals in vroegere generaties.
10 Bent u het niet die de zee liet opdrogen, het water van de grote diepte?+
Degene die de diepte van de zee veranderde in een weg, zodat de teruggekochten konden oversteken?+
Grote vreugde en blijdschap zullen ze krijgen
en verdriet en gezucht zullen verdwijnen.+
12 ‘Ikzelf ben het die jullie troost.+
Waarom zou je bang zijn voor een sterfelijk mens die uiteindelijk doodgaat+
en voor een mensenzoon die zal verdorren als groen gras?
13 Waarom vergeet je Jehovah, je Maker,+
die de hemel heeft uitgespannen+ en de fundamenten van de aarde heeft gelegd?
En voortdurend, de hele dag, was je bang voor de woede van de onderdrukker,*
alsof hij in staat was je te vernietigen.
Waar is nu de woede van de onderdrukker?
14 Degene die voorovergebogen vastgeketend is, zal binnenkort bevrijd worden.+
Hij zal niet sterven en de kuil in gaan,
hij zal geen tekort hebben aan brood.
16 Ik zal mijn woorden in je mond leggen
en met de schaduw van mijn hand zal ik je bedekken+
om de hemel te planten en de fundamenten van de aarde te leggen+
en tegen Sion te zeggen: “Jij bent mijn volk.”+
17 Word wakker! Word wakker! Sta op, Jeruzalem.+
Uit Jehovah’s hand heb je de beker van zijn woede gedronken.
Je hebt gedronken uit de kelk,
de beker die je laat zwalken heb je leeggedronken.+
18 Niet één van alle zonen die ze ter wereld heeft gebracht leidt haar
en niet één van alle zonen die ze heeft opgevoed neemt haar bij de hand.
19 Deze twee dingen zijn je overkomen.
Wie zal met je meeleven?
Vernietiging en verwoesting, honger en zwaard!+
Wie zal je troosten?+
Ze liggen op elke straathoek,*
als wilde schapen in een net.
Ze zijn volgegoten met de woede van Jehovah, de bestraffing van je God.’
21 Luister daarom alsjeblieft hiernaar,
o vrouw, ellendig en dronken maar niet van wijn.
22 Dit zegt je Heer Jehovah, je God, die zijn volk verdedigt:
‘Kijk! De beker die je laat zwalken+ zal ik uit je hand pakken,
de kelk, mijn beker van woede.
Je zult die nooit meer drinken.+
23 Ik zal die geven aan hen die je kwellen,+
aan hen die tegen je* zeggen: “Buig, dan kunnen we over je heen lopen!”
Je maakte je rug als de grond,
als een straat waar ze overheen konden gaan.’