Spreuken
2 Een goed mens krijgt Jehovah’s goedkeuring,
maar wie kwade plannen heeft, wordt door Hem veroordeeld.+
3 Geen mens kan veilig zijn door het slechte te doen,+
maar de rechtvaardigen zullen nooit worden ontworteld.
4 Een bekwame vrouw is een kroon voor haar man,+
maar de vrouw die zich schandelijk gedraagt is als verrotting in zijn botten.+
6 De woorden van de goddelozen zijn een dodelijke hinderlaag,*+
maar de mond van de oprechten biedt redding.+
7 De goddelozen worden omvergeworpen en bestaan niet meer,
maar het huis van de rechtvaardigen blijft staan.+
8 Een mens wordt geprezen om zijn woorden* van inzicht,+
maar iemand met een verdorven hart wordt veracht.+
10 De rechtvaardige zorgt goed voor zijn dieren,*+
maar de slechte is zelfs in zijn medelijden* wreed.
11 Wie zijn land bebouwt, wordt met voedsel verzadigd,+
maar wie zinloze dingen najaagt, heeft geen verstand.*
12 De goddeloze is jaloers* op de prooi van andere slechte mensen,
maar de wortel van de rechtvaardige brengt vrucht voort.
13 De boosdoener raakt verstrikt door zijn eigen zondige woorden,+
maar de rechtvaardige ontsnapt aan ellende.
14 De vrucht van zijn woorden* verzadigt een mens met het goede,+
en het werk van zijn handen beloont hem.
19 Lippen die waarheid spreken blijven voor altijd,+
maar een leugentong houdt slechts een ogenblik stand.+
26 De rechtvaardige zoekt zijn weiden uit,
maar de slechte mens volgt een dwaalspoor.
28 Het pad van rechtvaardigheid leidt naar het leven.+
Haar wegen leiden niet naar de dood.