Psalmen
Voor de koorleider: op de wijs van ‘De hinde van de dageraad’.* Een psalm van David.
22 Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?+
Waarom blijft u ver weg en redt u mij niet,
ook al schreeuw ik het uit?+
2 Mijn God, ik roep overdag maar u antwoordt niet.+
Ik roep ’s nachts — zwijgen kan ik niet.
5 Ze riepen tot u en werden bevrijd.
Ze vertrouwden op u en werden niet teleurgesteld.*+
8 ‘Hij heeft zich toevertrouwd aan Jehovah. Laat die hem bevrijden!
Laat die hem redden, want hij is Hem toch zo dierbaar?’+
10 Sinds mijn geboorte ben ik aan uw zorg toevertrouwd.*
Van de moederschoot af bent u mijn God geweest.
14 Ik ben uitgegoten als water,
heel mijn gebeente is ontwricht.
U haalt mij neer naar het stof van de dood.+
Als een meute boosdoeners sluiten ze mij in.+
Als een leeuw vallen ze mijn handen en voeten aan.+
17 Ik kan al mijn botten tellen.+
Ze kijken toe, ze staren me aan.
19 O Jehovah, houd u niet op een afstand.+
U bent mijn sterkte, kom mij snel te hulp.+
21 Red mij uit de muil van de leeuw+ en van de hoorns van wilde stieren.
Antwoord mij en red mij.
22 Ik zal uw naam aan mijn broeders bekendmaken.+
In het midden van de gemeente zal ik u loven.+
23 Loof Jehovah, al wie ontzag voor hem heeft.
Eer hem,+ nageslacht* van Jakob.
Bewonder hem, nageslacht* van Israël.
24 Hij heeft het lijden van de onderdrukte niet veracht of genegeerd.+
Hij heeft zijn gezicht niet voor hem verborgen.+
Hij hoorde zijn hulpgeroep.+
25 In de grote gemeente zal ik u loven,+
onder hen die ontzag voor u hebben, los ik mijn geloften in.
26 De zachtmoedigen zullen eten en verzadigd raken.+
Zij die Jehovah zoeken, zullen hem loven.+
Mag jullie leven eeuwig duren!*
27 Alle uiteinden van de aarde zullen aan Jehovah denken en zich tot hem wenden.
De families van alle volken zullen zich voor hem buigen.+
29 De welgestelden* van de aarde zullen eten en zich buigen.
Wie tot het stof neerdalen zullen voor hem knielen,
geen van hen kan zijn leven* behouden.
31 Ze zullen komen en over zijn rechtvaardigheid vertellen.
Wat hij heeft gedaan zullen ze vertellen aan het volk dat nog geboren moet worden.