Spreekt u doeltreffend?
„IK WOU dat ik zo kon praten als hij!” Hebt u dat ooit gezegd? Zo ja, dan bent u niet alleen, want veel mensen vinden het moeilijk doeltreffend te spreken, zichzelf helder uit te drukken.
Toch bestaat er thans meer dan ooit grote behoefte aan helderheid en duidelijkheid in woord en geschrift. Zakenlieden en hun werknemers moeten klanten overtuigen van de voordelen hunner produkten en diensten. Openbare sprekers moeten de aandacht vasthouden van hun publiek met materiaal dat zowel informatief als interessant is. Ouders en kinderen moeten met elkaar spreken over wat zij voelen en denken.
Waarom hebben zoveel mensen er moeite mee zich helder en duidelijk uit te drukken? Wat kan er worden gedaan om dit probleem te overwinnen?
Obstakels
Soms zijn onze gevoelens een obstakel om doeltreffend onder woorden te brengen wat we bedoelen. Een kind bijvoorbeeld dat huilend binnenkomt na bij het spelen een lelijke schram te hebben opgelopen, zal pas kunnen uitleggen wat er is gebeurd, wanneer het weer gekalmeerd is. En een volwassene, opgewonden over iets wat hij net te weten is gekomen, zal misschien proberen „alles in één adem te vertellen” met een zelfde onduidelijkheid als resultaat. Sprekers op het openbare podium voelen hun geest „leeglopen” wanneer ze nerveus zijn. Doeltreffend spreken vereist beheersing van onze gevoelens. Maar dat is niet alles.
Een andere hinderpaal zijn wellicht onze gedachten, want uiteindelijk is toch hetgeen wij zeggen, niets meer dan een uiting van wat wij denken. Staat een gedachte ons onduidelijk voor de geest, dan zal ze er ook onduidelijk uitkomen. Duidelijk spreken begint bij ordelijk en helder denken. Dat kan echter een hele opgaaf zijn. Waarom?
Omdat bij het overdenken van een onderwerp vaak ineens een stroom van ideeën door ons bewustzijn vloeit; over de personen die erbij betrokken zijn, de dingen die zijn gebeurd, de plaats, de tijd — alles raakt dooreen. En passen we dan niet op, gaan we „hardop denken”, dan is het resultaat een warrige woordenstroom van losse fragmenten, zijsprongen en herhalingen. Wanordelijk denken ligt ook ten grondslag aan „stopwoordjes” als „uh”, „en-uh”, „zodat-uh”. Een opname horen van eigen conversatie is voor veel mensen een vaak droevig stemmende ervaring, die de indruk wekt alsof hun hele spreken uit weinig meer dan langgerekte „uhhh’s” bestaat. Is dat ooit uw ervaring geweest?
Uw gedachten ordenen
Hoe kunt u ordelijke gedachtenpatronen ontwikkelen die leiden tot doeltreffende spraak? Houd in gedachten dat uw toehoorders niet gebaat zijn met het aansnijden van allerlei inlichtingen in de volgorde zoals zij u voor de geest komen. Doeltreffend spreken vereist nauwkeurige overdenking. „Het hart van de rechtvaardige mediteert om te antwoorden” is de bijbelse raad die we vinden in Spreuken 15:28. Met betrekking tot het spreken in het openbaar schrijft professor W. G. Hoffman in het boek How to Make Better Speeches: „De betere sprekers doen het echte denkwerk vóór de tijd — thuis, op hun kantoor, langs de straat — overal behalve op het podium. Zij weten dat, goede toespraken groeien uit peinzen, overdenken en plannen maken.”
Dit vooruit denken dient echter niet ongericht te gaan, maar een bepaald patroon te volgen. Professor Hoffman vervolgt: „Goede lezingen weiden niet uit. Ze spitten diep. Ze trachten een antwoord te geven op de vraag: ’Bijvoorbeeld?’ Ze roeren geen punt aan om het daarna links te laten liggen en weer naar iets anders te snellen.”
Hoe kunt u aan zulke specifieke informatie komen? Veel succesvolle sprekers en schrijvers suggereren een verdeling van de feiten in zes categorieën, die door de Engelse schrijver Rudyard Kipling als volgt werden beschreven:
„Van zes brave knechten ben ik heer
(Ze brachten mij al mijn kennis toe);
Hun namen zijn Wat, Waarom, Wanneer
En Wie en Waar en Hoe.”
Deze zes vragen leiden tot feiten. Naarmate u deze aspecten afzonderlijk en in volgorde ontwikkelt (voor zover mogelijk), zal uw voordracht aan orde en duidelijkheid winnen. Natuurlijk is dit niet gemakkelijk. De meeste mensen zijn er niet aan gewend één aspect van een onderwerp tegelijk te overdenken. U kunt zich echter deze bekwaamheid eigen maken. Na verloop van tijd zal helder denken en spreken u bijna als vanzelf afgaan. Maar daarmee bent u er nog niet. Dit op zich is namelijk nog geen automatische garantie dat uw toehoorders ook begrijpen wat u zegt. Waarom niet?
Spreek tot UW publiek
Doeltreffend spreken houdt ook in dat u weet tot welk soort van publiek u zich richt. Verschillende mensen zijn geïnteresseerd in verschillende onderwerpen en dit zal van invloed zijn op de manier waarop u uw voordracht ontwikkelt. Vertelt u een gebeurtenis, dan zullen sommigen wellicht tevreden zijn wanneer u hun enkel vertelt „wat” er gebeurde. Maar tracht u iemand tot een bepaald gedrag te bewegen, dan zult u waarschijnlijk ook moeten beklemtonen „waarom”. Anderen zijn misschien geïnteresseerd in plaats en tijd en andere bijzonderheden.
Nauw verband hiermee houdt de vraag hoeveel uw publiek reeds van het onderwerp weet. Om te illustreren: Iemand vraagt u hoe hij bij het station moet komen. U kunt dan beginnen met te vragen: „Weet u de Hoofdstraat?” Is het antwoord ja, dan gaat u direct daarvandaan de weg uitleggen. Zo niet, dan moeten er nog wat extra inlichtingen als basis worden gelegd. Evenzo is het altijd goed uzelf af te vragen: Hoeveel weten mijn toehoorders reeds van dit onderwerp? Welk fundament moet ik leggen om deze punten duidelijk te maken?
Ga op uw doel af
Heeft iemand u ooit onderbroken met de smekende vraag: „Maar waar gaat het nu om?” Dit raakt een ander belangrijk aspect van doeltreffend spreken, namelijk, precies weten welk punt u duidelijk wilt maken. Sommigen vinden het nuttig om het hoofdpunt waar het in hun toespraak of voordracht om gaat, in één zin weer te geven. Daarna verdelen zij hun materiaal in stukken en plaatsen ook bij het begin van elk stuk één zin als samenvatting. Dit herinnert de spreker aan wat hij speciaal duidelijk wil maken.
Volgorde is een andere belangrijke factor om uw toehoorders te helpen begrijpen waar het om gaat. Welk aspect komt eerst? Welk het laatst? In welke volgorde plaatst u de hoofdpunten? Ook dit hangt af van het soort van publiek tot wie u spreekt en het effect dat u wilt bereiken. Bij de beschrijving van een verkeersongeluk aan een politieagent, zult u de details waarschijnlijk vertellen in de volgorde waarin ze voorvielen (chronologisch dus). Maar vertelt u dezelfde details aan een kind dat u wilt waarschuwen gevaarlijke kruispunten te vermijden, dan zullen de details heel anders worden gerangschikt (in een logische volgorde).
Het is bovendien belangrijk om in gedachten te houden dat mensen sneller denken dan u kunt spreken. De geest van de toehoorders krijgt „zwerfneigingen” en als dit ongericht gebeurt, missen ze wellicht de clou van uw voordracht. Wat kunt u daaraan doen?
Gebruik herhaling. Herhaal de hoofdpunten naarmate u uw betoog verder ontwikkelt, en breng ze in verband met het centrale thema. Sommigen oordelen het doeltreffend om in het slot van hun toespraak nog een kort overzicht van alle hoofdpunten op te nemen. Herhaling dient door nadruk op de sleutelgedachten en om de mensen tot het eind te laten luisteren.
Illustraties zijn nog een ander hulpmiddel om uw bedoelingen duidelijk te maken. Wanneer u illustraties gebruikt, brengt u interessante beelden in de geest van uw toehoorders. Goedgekozen illustraties paren intellectuele aantrekkelijkheid aan emotionele zeggingskracht. Ze stimuleren het denkvermogen en maken het gemakkelijker nieuwe ideeën te begrijpen. Alleen: dit geldt niet voor elke illustratie. Er zijn illustraties die, indien niet goed gekozen, meer kwaad dan goed doen. Neem uw illustraties onder de loep en vergewis u ervan dat ze eenvoudig zijn en door het publiek zullen worden gewaardeerd. Gebruik illustraties die uw hoofdpunten ondersteunen en duidelijker maken. En vooral: gebruik niet te veel illustraties.
En dan nu het besluit — uitermate belangrijk om uw toehoorders duidelijk te maken wat het doel was van uw betoog. Wat mensen het laatste horen, is vaak hetgeen ze zich het langst herinneren. En hoewel een kort overzicht van wat u besproken hebt, heel goed in een slot past, zou het onverstandig zijn het daarbij te laten. Hier, aan het slot van uw toespraak, is het moment aangebroken om uw toehoorders te tonen wat ze moeten doen. In het boek „Public Speaking — As Listeners Like It!” („Spreken in het openbaar — zoals het publiek het graag heeft!”) staat hierover: „Het einde van uw toespraak moet net als het eind van een potlood een punt hebben. . . . Het moet antwoord geven op de vraag van het publiek: ’NOU EN?’ . . . Spoor in het slot van uw toespraak uw toehoorders tot specifieke actie aan.”
Ook u kunt leren doeltreffend te spreken
Sommige mensen zullen er van nature weinig moeite mee hebben zich helder en duidelijk uit te drukken. Voor anderen lijkt het wellicht een onbereikbaar doel. Maar als iemand werkelijk wil en bereid is hard aan zijn spreekbekwaamheid te werken, dan zal hij zeker vorderingen maken. Wilt u zich de vereiste inspanning getroosten? Hier volgt een eenvoudige methode om te oefenen:
Denk aan een onderwerp dat de moeite waard is. Trek vervolgens zes kolommen op een vel papier en schrijf boven elke kolom een van de bovengenoemde zes „feitenzoekers” (wie, wat, waarom, wanneer, waar en hoe). Neem één aspect en teken aan wat u erover kunt vinden. Vul net zoveel feiten en details in als u nuttig acht. Doe hetzelfde met een ander aspect, enzovoort. Het resultaat zal een ordelijke rangschikking van feiten zijn.
Vervolgens is het zaak vast te stellen hoe deze informatie zal worden gebruikt. Het zal u helpen een ander stuk papier te nemen en daarop (indien mogelijk met één zin) de hoofdgedachte te schrijven die u op uw toehoorders wilt overbrengen. Daarna tekent u kort aan tot welk soort van publiek u gaat spreken en welke „actie” u van hen verlangt. Er zou nog een ruimte apart gehouden kunnen worden voor voorbeelden of illustraties.
Na dit van tevoren op papier te hebben aangegeven, zult u gemakkelijker een schema kunnen maken van wat u wilt zeggen. En na zo een poosje geoefend te hebben, zult u bemerken dat een groot deel van dit proces zich reeds vanzelf in uw geest gaat afspelen. Helder denken en doeltreffend spreken zullen dan een deel van uzelf zijn geworden.
De kunst van doeltreffend spreken ligt binnen uw bereik. Voor de ontwikkeling ervan is echter tijd nodig, bovendien geduld en hard werk. Bent u bereid u de nodige inspanning te getroosten? Het zal u vreugde schenken als u het doet en uw toehoorders evenzo.