De belangrijkste factor waar geluk van afhangt
MATERIËLE bezittingen kunnen een bepaalde mate van geluk brengen, terwijl natuurlijk de oprechte liefde van mens tot mens (zoals in het voorgaande artikel werd besproken) een nog belangrijkere bron van geluk is. Toch is er iets dat als bron van geluk nog veel voornamer is dan al het andere.
Toen Jezus zei: „Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf”, noemde hij dat het tweede grootste gebod dat mensen dienden na te komen (Matth. 22:39). Wat was dan het eerste en belangrijkste?
Jezus zei: „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand” (Matth. 22:37, 38). Mensen zullen het grootste geluk nu en in de toekomst slechts kunnen ervaren wanneer ze dit doen.
Waarom?
Waarom is dit het geval? Omdat Jehovah God de Schepper is van de mensen. Hij vormde hun lichaam en geest. En derhalve weet hij veel beter dan mensen wat het meest tot hun geluk zal bijdragen.
Terwijl psychologen en filosofen experimenteren en speculeren om achter de beste beginselen en regels voor het menselijk gedrag te komen, heeft Jehovah God dat niet nodig. Hij weet welke het beste zijn, aangezien hij ze ontworpen heeft. Wanneer we daarom aandacht schenken aan wat hij zegt, ontvangen we de beste raad om ons als mens gelukkig te maken.
Hoe meer we met Gods wetten en beginselen samenwerken, hoe gelukkiger we zullen worden. Een goede illustratie van dit beginsel vormt het verkeer. Stel dat iedere automobilist zijn eigen verkeersregels zou kunnen vaststellen. Er is weinig fantasie voor nodig om zich voor te stellen wat voor chaos dat zou geven. Elk druk kruispunt zou u met gevaar voor uw leven passeren, om nog maar niet eens te spreken van de gevaren die u als voetganger zou lopen. Er moet eenvoudig een hogere autoriteit zijn die redelijke verkeersregels stelt waarvan we allemaal voordeel trekken.
Op dezelfde wijze heeft ook Jehovah God, de Schepper, de beste beginselen en regels voor menselijk gedrag gegeven. Ze zijn praktisch en werpen de beste resultaten af. Wanneer we ze negeren, vragen we om moeilijkheden, net zo zeker als automobilisten die de verkeersregels negeren. Ja, een fundamentele reden waarom er thans zoveel moeilijkheden op aarde zijn, is dat mensen hun eigen regels willen stellen.
Gelukkiger mensen
De bijbel noemt de Schepper „de gelukkige God” (1 Tim. 1:11). Daaruit valt af te leiden dat degenen die Zijn wil doen, en zich houden aan zijn instructies voor menselijk gedrag, dit geluk zullen weerspiegelen of een bepaalde mate van dit zelfde geluk zullen ervaren.
Vandaar ook dat de psalmist schreef: „O Jehovah der legerscharen, gelukkig is de mens die op u vertrouwt.” Terwijl hij ook schreef: „Gelukkig zijn degenen die onberispelijk zijn in hun weg, degenen die in de wet van Jehovah wandelen. Gelukkig zijn degenen die zijn vermaningen in acht nemen.” Ja, „gelukkig het volk welks God Jehovah is!” — Ps. 84:12; 119:1, 2; 144:15.
God gehoorzamen zal weliswaar het ongelukkige systeem waar we op het moment in leven, niet veranderen. Maar het zal stellig wel een verbetering ten goede brengen in het leven van degenen die gelukkiger willen zijn en die naar hun Schepper opzien als de Bron van dat geluk. En wanneer zij naar hem opzien, reageert hij daarop door hen te zegenen en hen met zijn machtige, werkzame kracht, zijn heilige geest, te helpen. In het gehele universum bestaat geen grotere gelukschenkende kracht.
Geen problemen?
Dit betekent echter niet dat degenen die Gods wil doen, gevrijwaard zullen blijven van de moeilijkheden in de wereld. Daar ondervinden zij wel degelijk de invloed van. Zij krijgen ook hun deel van de problemen en het verdriet. En ze worden net zo goed ziek en sterven net zo goed als alle andere mensen. Maar tegelijkertijd zijn zij gelukkiger dan wanneer ze niet naar God als de Bron van geluk zouden opzien.
Bovendien beseffen degenen die God dienen, dat hun geluk in deze huidige tijd betrekkelijk is. Dat wil zeggen, ze is wel groter dan van enige andere bron, maar toch nog niet volledig en volmaakt. Geluk kan in deze tijd niet volmaakt zijn.
Waarom niet? Omdat wij allen in zonde en onvolmaaktheid zijn geboren, zoals de bijbel aantoont (Rom. 5:12). Dus maken we allemaal fouten, en zijn we onderhevig aan periodes van neerslachtigheid en ongelukkige omstandigheden, terwijl we ook niet gevrijwaard zijn van het verdriet van ziekte en dood. Bovendien leven we allen in dit door moeilijkheden geteisterde, goddeloze samenstel van dingen. En zolang dat voortduurt, zullen zelfs Gods dienstknechten geen volmaakt geluk kunnen bereiken.
Terzelfder tijd putten zij echter grote troost en groot geluk uit hun kennis en begrip van God en diens voornemen met betrekking tot de nabije toekomst van de mensheid. Dit helpt hen in een onevenwichtige wereld hun evenwicht te bewaren, zodat ze niet zo’n verdriet hebben als anderen. Dit is zelfs het geval wanneer een geliefde sterft, want, zoals de bijbel zegt, zullen zij die God kennen ’niet treuren gelijk de overigen, die geen hoop hebben’. — 1 Thess. 4:13.
Doordat Gods dienstknechten zijn wonderbare voornemen met deze aarde en de mensheid kennen, zijn ze niet overmatig bedroefd vanwege de moeilijkheden in de wereld of de slechte mensen die erin leven. Zij trekken zich derhalve niet terug in een hard „pantser” zoals zovele anderen (Matth. 24:12). Zij blijven het goede doen, zelfs wanneer anderen niet reageren of in negatieve zin reageren.
Het voorbeeld van Jezus
Dat is ook wat Jezus deed. Roep u voor de geest wat er gebeurde toen hij de man Lazarus uit de doden opwekte. Het bijbelverslag laat zien dat vele mensen hier gunstig op reageerden. Maar niet allen.
Sommigen waren zelfs zo verdorven dat zij, zoals de bijbel zegt, „van die dag af . . . beraadslaagden . . . om hem te doden”. Stelt u zich dat eens voor! Hoe corrupt moeten zij wel niet zijn geweest om op een dergelijke wonderdaad zo te reageren, vooral wanneer we bedenken dat het hier om religieuze leiders van die dagen gaat! Deze geestelijke leiders waren zelfs zo verdorven dat ze „beraadslaagden . . . om ook Lazarus te doden”! — Joh. 11:45, 53; 12:10, 11.
Toch hield Jezus er niet mee op de twee grote geboden in praktijk te brengen — liefde voor God en liefde voor de naaste te betonen. Hij wist dat het doen van Gods wil de grootste zegeningen en resultaten afwerpt, ongeacht hoe anderen reageren. Vandaar ook dat hij zijn zelfbeheersing wist te bewaren en mensen op dezelfde vriendelijke en liefdevolle wijze bleef bejegenen. Het was zoals de bijbel zegt: „Wanneer hij werd beschimpt, ging hij niet terugschimpen. Wanneer hij leed, ging hij niet dreigen, maar hij bleef zich toevertrouwen aan degene die rechtvaardig oordeelt.” — 1 Petr. 2:23.
Jezus wist dat het iemands geluk zou schaden wanneer hij zich overmatig druk zou maken over deze wereld en zijn onrechtvaardigheden, wanneer er van menselijke zijde toch geen mogelijkheid zou bestaan de moeilijkheden te corrigeren. Hij wist, net als zijn hemelse Vader, dat dit samenstel van dingen in werkelijkheid van kwaad tot erger zou voortgaan tot de dag waarop God er een eind aan zal maken.
Volmaakt geluk — wanneer?
Zij die op beginselen gebaseerde liefde jegens anderen tonen en met hun hele hart God liefhebben, weten dus dat alle problemen van dit leven slechts tijdelijk zijn, dat spoedig dit gehele door moeilijkheden geteisterde samenstel met zijn ellende en verdriet aan zijn eind zal komen.
Wat betekent dit voor eerlijk gezinde mensen die wensen te doen wat juist is? Het betekent dat voor hen de tijd nabij komt waarin Gods nieuwe ordening blijvend hier op aarde gevestigd zal worden. Dan, in die tijd, zal volmaakt geluk een realiteit worden.
De bijbelprofetieën maken heel duidelijk dat voor God de tijd is gekomen om een eind aan verdriet en moeilijkheden te maken. Het is absoluut zeker dat God dit corrupte, versleten, oude samenstel van dingen zal vervangen door zijn nieuwe ordening van rechtvaardigheid, onder de regering van zijn hemelse koninkrijk. Dat is de heerschappij of regering vanuit de hemel waaromtrent Jezus anderen onderwees (Matth. 6:9, 10). Haar bestuur zal wereldomvattend zijn en het enige bestuur voor de gehele mensheid vormen. Alle andere koninkrijken zullen verdwenen zijn. — Dan. 2:44.
In die nieuwe ordening, zo luidt Gods belofte, zal hij „elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan”. — Openb. 21:4.
Wat zal dat een verrukkelijke tijd zijn! Denkt u zich eens in — alle ziekte, alle verdriet, alle problemen en de dood zullen onder Gods rechtvaardige bestuur voor eens en altijd verwijderd zijn! Ja, zelfs de graven zullen leeg raken! De doden zullen een opstanding ontvangen, weer tot het leven terugkeren en met hun dierbaren herenigd worden, omdat er „een opstanding zal zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen”. — Hand. 24:15.
En ten slotte zullen er ook geen personen zonder beginselen meer zijn, die dat geluk zullen verstoren. „De oprechten zijn het die op de aarde zullen verblijven, en de onberispelijken zijn het die erop zullen overblijven. Wat de goddelozen betreft, zij zullen van de aarde zelf worden afgesneden; en wat de verraderlijken betreft, zij zullen ervan worden weggerukt.” — Spr. 2:21, 22.
Ja, ondanks de huidige problemen in het leven, kunt u thans reeds groter geluk vinden, alsmede volmaakt geluk in de toekomst. Waar geluk is derhalve geen onmogelijke droom.
Maar om het deelachtig te worden, moet u leren vertrouwen te stellen in de enige Bron van waar geluk, de Schepper, Jehovah God, en hem leren dienen. Dan kunt u vooruit zien naar de voldoening schenkende en opwindende tijd die in Gods profetische Woord is voorzegd met de belofte: „De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.” — Ps. 37:11.