Getuigen aangevallen door nazi’s en fascisten
100 JAAR
DE GEWELDDADIGE tegenstand die de Getuigen in de Verenigde Staten ondervonden, was in feite mild vergeleken met wat er enkele jaren later in nazi-Duitsland en het fascistische Spanje en Italië zou gaan gebeuren. In 1933 begon Hitlers 12 jaar durende dictatuur in Duitsland. Vrijwel onmiddellijk werden er onderdrukkende maatregelen genomen tegen groeperingen die zich niet aan het nazisme onderwierpen.
In april 1933 bezette de nazi-politie het bureau en de drukkerij van het Wachttorengenootschap in Maagdenburg met het doel een bewijs te vinden dat het Genootschap bindingen had met het communisme. Die poging faalde. Men kwam echter terug en in juni sloten S.A.-mannen de drukkerij en hesen de hakenkruisvlag boven het gebouw. Op 29 juni werd deze actie via de radio aan de Duitse natie bekendgemaakt. De Duitse Lutherse Kerk werkte met de nazi’s samen en verheugde zich over de verbodsbepalingen tegen de Ernste Bibelforscher, zoals de Getuigen in Duitsland ook bekendstonden.a De lutherse minister Otto verklaarde: „De eerste resultaten van deze samenwerking kunnen reeds worden bericht doordat vandaag voor het gebied Saksen de Internationale Vereniging van Ernstige Bijbelonderzoekers en haar onderafdelingen verboden zijn.” De oorlog tegen Jehovah’s Getuigen was begonnen!
Naar de concentratiekampen!
Vasthoudend aan Jezus’ gebod zich afgescheiden te houden van de wereld, weigerden Jehovah’s Getuigen in nazi-Duitsland bij de verkiezingen te stemmen. De nazi’s onderwierpen hen aan openbare vernedering. Max Schubert uit Oschatz (Saksen) werd in een optocht meegetroond op een door paarden getrokken wagen terwijl S.A.-mannen een bord vasthielden waarop stond „Ik ben een ploert en een landverrader omdat ik niet heb gestemd”. Hij werd door de straten gevoerd onder het geroep van: „Waar hoort hij thuis?” Het antwoord van het gepeupel? „In een concentratiekamp!” Heel spoedig werden duizenden Getuigen naar die beruchte kampen gedeporteerd. Wat voor toestanden heersten daar?
Een officiële Britse regeringspublikatie over de stand van zaken in Duitsland toont aan dat reeds in 1933 „geselingen en martelingen aan de orde van de dag waren, en dat het in Duitsland algemeen bekend was dat de nationaal-socialistische beweging zich op vreselijke wijze wreekte op degenen die de vermetelheid hadden haar tegen te staan”. Eén ex-gevangene, die een verblijf in het concentratiekamp Buchenwald heeft doorstaan, verklaarde: „De werkdag duurde 16 uur, ongeacht of het een zondag of een door-de-weekse dag was. Gedurende deze uren was het verboden te drinken, zelfs bij de grootste hitte. . . . Het werk was natuurlijk het verplaatsen van zware stenen, vaak ver boven de macht van zelfs een normale goedgevoede man.”
Volgens het Britse rapport waren er destijds ongeveer 8000 mannen in het kamp, met inbegrip van „1500 joden en 800 Ernste Bibelforscher. . . . Joodse gevangenen schreven en ontvingen twee keer per maand brieven. De Bijbelonderzoekers stond men geen communicatie met de buitenwereld toe . . . Herr X sprak met het grootste respect over deze mannen. Hun moed en geloof waren opmerkelijk, en zij verklaarden bereid te zijn om tot het uiterste lijden te ondergaan. . . . In het kamp deden zich dagelijks sterfgevallen voor.”
Een andere ex-gevangene van Buchenwald vertelt welke ontvangst de gevangenen kregen in de „nieuwe Stad der Smarten”. Zij werden buiten het kamp door kampcommandant Rödl begroet met de woorden: „Sommigen van jullie hebben reeds in de gevangenis gezeten. Wat jullie daar hebben meegemaakt is niets in vergelijking met wat jullie hier zullen ervaren. Jullie komen nu in een concentratiekamp, en dat betekent dat jullie in de hel terechtkomen. . . . Wij hebben in dit kamp slechts twee soorten straf, de zweep en de doodstraf.”
De concentratiekampen eisten een afschuwelijke tol van miljoenen levens, de slachtoffers van een ontaarde politieke filosofie. Deze mensen werden systematisch vernederd, beroofd van hun waardigheid en vervolgens vernietigd. Is het mogelijk zich een voorstelling te maken van de persoonlijke smart en het lijden van elk van deze miljoenen slachtoffers?
’Dit gebroed zal worden uitgeroeid!’
Sommigen waren niet alleen slachtoffers maar tevens martelaren, want zij hadden hun vrijlating kunnen bewerken. Volgens één bron was dat het geval met de 10.000 Getuigen, mannen en vrouwen, die het slachtoffer waren van het sadisme en de wreedheid van Hitler en zijn S.S.-beulen. Men gaf deze Getuigen de gelegenheid een verklaring te tekenen waarin zij hun religie afzwoeren, en aldus hun vrijheid te herwinnen. Zeer weinigen gingen hierop in. — Zie The Nazi State and the New Religions: Five Case Studies in Non-Conformity, door Dr. Christine E. King.
Volgens de bovengenoemde bron hebben er van deze 10.000 ongeveer 2500 nooit hun vrijheid teruggekregen — zij stierven in Dachau, Belsen, Buchenwald, Sachsenhausen, Ravensbrück, Auschwitz, Mauthausen en andere kampen — getrouw aan hun God Jehovah, en aan hun voorbeeld Christus. Naast degenen die werden vergast, stierven velen als gevolg van ranselpartijen, verhongering en medische experimenten. Anderen, met inbegrip van vrouwen, werden terechtgesteld door ophanging of onthoofding of kregen de kogel. De reden? Zij wilden niet hun christelijke neutraliteit schenden door in Hitlers strijdkrachten te dienen of hun heil aan Hitler toe te schrijven. Zij hielden zichzelf afgescheiden van de wereld en waren tot het einde toe getrouw. — Matthéüs 24:13.
In 1934 zonden Jehovah’s Getuigen in Duitsland en in andere landen telegrammen naar Hitler waarin zij protesteerden tegen zijn wrede behandeling van de Getuigen. Een ooggetuige bericht dat Hitler, toen hij hiervan hoorde, „opsprong, zijn vuisten balde en hysterisch krijste: ’Dit gebroed zal in Duitsland worden uitgeroeid!’” Is dit „gebroed” nu, zo’n 50 jaar later, uitgeroeid?
Integendeel, zij zijn sterker dan ooit. Maar Hitler en zijn nazisme bestaan al zo’n 40 jaar niet meer. In tegenstelling daarmee zijn er nu meer dan 109.000 actieve Getuigen in de Bondsrepubliek Duitsland, plus duizenden meer die in de Duitse Democratische Republiek onder verbodsbepalingen staan. Het „gebroed” is niet uitgeroeid. Het heeft zich vermenigvuldigd! Zij zijn sterker dan ooit!
Het fascisme tracht het getuigeniswerk een halt toe te roepen
Vergeet niet dat Jezus zei: „Omdat gij geen deel van de wereld zijt, . . . daarom haat de wereld u.” Dit gold niet alleen voor Jehovah’s Getuigen in nazi-Duitsland, maar voor de Getuigen over de hele wereld — omdat zij trouw bleven aan Christus’ beginselen en voorbeeld.
Voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog stonden zij ook in Italië onder verbodsbepalingen. Toen de Katholieke Kerk in 1929 een concordaat sloot met Mussolini’s fascistische regering, begon er een periode van religieuze onderdrukking die het contact tussen de Watch Tower Society in Brooklyn en de Getuigen in Italië vrijwel onmogelijk maakte.b Een groep van 25 getrouwe Italiaanse Getuigen werd veroordeeld tot straffen variërend van 2 tot 11 jaar gevangenschap. Sommigen hebben hun straf niet uitgezeten. Waarom niet? Omdat het fascisme eerder ineenstortte en de Getuigen werden vrijgelaten.
Na de oorlog, in 1946, waren er 120 Getuigen in Italië, verbonden met 35 kleine gemeenten. Hoe is de situatie nu? Jehovah’s Getuigen zijn de op een na grootste religie in Italië, met meer dan 116.000 actieve christenen die verbonden zijn met ongeveer 1600 gemeenten — ja, zij zijn sterker dan ooit!
Een zelfde verhaal zou over veel landen verteld kunnen worden. In 1959 bijvoorbeeld gaf in Spanje de minister van binnenlandse zaken aan het hoofd van de veiligheidsdienst de volgende instructies aangaande de activiteiten van Jehovah’s Getuigen: „Daarom, en met het doel radicaal een eind te maken aan de verdere ontwikkeling van het beschreven kwaad, moet Uwe Excellentie een rondschrijven doen uitgaan [naar alle hoofdbureaus van politie] . . . waarin u niet slechts gelast deze activiteiten in het oog te houden, maar beveelt tot het treffen van maatregelen die zullen resulteren in de uitroeiing ervan.” — Wij cursiveren.
Een hernieuwde golf van vervolging sloeg door Spanje en duurde voort tot 1970. Honderden Getuigen werden beboet of gevangengenomen, eenvoudig omdat zij de bijbel bestudeerden, tot anderen predikten of neutraal bleven in politieke kwesties. Werden de Getuigen en hun activiteiten uitgeroeid? Integendeel — in 1970 kregen zij schoorvoetend wettelijke erkenning. Terwijl er in 1959 slechts ongeveer 1400 Getuigen waren, bleken er in 1970 11.000 te zijn! Nu, slechts 15 jaar later, zijn er meer dan 56.000 Getuigen, georganiseerd in meer dan 850 gemeenten! Het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap heeft een prachtig bijkantoorgebouw in de buurt van Madrid waar De Wachttoren en Ontwaakt! worden gedrukt voor het Iberisch schiereiland. Wel, heeft de golf van nazistische en fascistische aanvallen tot aan en gedurende de Tweede Wereldoorlog Jehovah’s Getuigen uitgeroeid? Neen, zij zijn sterker dan ooit!
[Voetnoten]
a Zie voor een volledig verslag van de nazi-gruwelen het Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1975, bladzijden 110-211.
b Hoe de Getuigen in het fascistische Italië bleven voortbestaan, leest u in het Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1983, bladzijden 134-179.
[Illustratie op blz. 13]
Vele Getuigen stierven in de beruchte concentratiekampen